De mysticus spant zich geheel en al in om zijn bewustzijn zo hoog mogelijk te verheffen. Wat dit verheffen van het bewustzijn betekent en hoe dat wordt verheven kan beter begrepen worden door iemand die is begonnen die het te beoefenen. Het beste middel om het bewustzijn te verheffen is door het Gods-ideaal en daarom is het, hoe veel iemand ook de metafysica of de filosofie op intellectuele wijze heeft bestudeerd en enige waarheid over zijn wezen heeft ontdekt, niet voldoende voor het doel van het leven, want de culminatie van het leven ligt in het verheffen van het bewustzijn.
We kunnen deze neiging zien in het stijgen van de golven die altijd maar proberen om hoog en nog hoger op te stijgen. Wanneer ze niet verder kunnen vallen ze naar beneden, maar stijgen ze toch weer opnieuw. De neiging die dieren hebben om op hun achterpoten te gaan staan is ook een neiging tot stijgen. Vissen houden ervan om zich met de golven in de zee mee omhoog te laten zwiepen. De grootste vreugde van een vogel is het in de lucht zijn. En de mens, wiens ziel zich aan het inspannen is om te stijgen, laat in zijn rechtopstaande vorm zien dat hij onder alle levende wezens degene is die rechtop staat. Door de gehele schepping heen laat deze neiging zich zien. Dat is de reden waarom de mysticus zijn neiging gebruikt in de richting van het ware doel van het leven.
Er zijn inspanningen die je in de ogen van anderen en in je eigen bewustzijn naar beneden halen en er zijn inspanningen die je verheffen in de ogen van de anderen en in je eigen bewustzijn. Door dit te bestuderen probeert de mysticus zichzelf te verheffen in zijn bewustzijn in plaats van lager dan het bewustzijn te vallen. Hij kan zo ver gaan dat hij onafhankelijk wordt van hetgeen anderen zeggen, want als iemand voortgaat in het spirituele leven dan wordt hij in zijn denken, spreken en doen minder goed begrepen door anderen. Maar het is zijn streven zichzelf in zijn eigen bewustzijn hoog te verheffen. Je zou het trots kunnen noemen, maar de trotsen zullen het koninkrijk van de hemel beërven. Juist de trots in God laat een mysticus de leegte van alle andere zaken in deze wereld voelen, laat hem de insignificantie voelen van alle zaken waaraan de meeste mensen zoveel belang hechten. Dit is wat hem in zijn eigen bewustzijn hoog verheft. Voor een mysticus betekent vallen lager dan zijn eigen ideaal vallen. En stijgen betekent constant klimmen in de richting van zijn eigen ideaal. Als iets wat hij denkt, doet of zegt hem in zijn eigen achting naar beneden haalt in plaats van naar boven dan vecht hij daartegen en noemt hij dat een val.
Er is geen andere wet die het leven van de mysticus beheerst dan deze wet, de wet van het geweten, een constante inspanning die hem vreugdevol laat strijden tegen invloeden die hem naar beneden trekken en hem lager dan zijn ideaal houden. Het is ongetwijfeld zo dat wanneer iemand eenmaal deze pad neemt dat dat betekent dat hij een pad van constant lijden kiest, omdat alles in de wereld hem naar van dat ideaal af naar beneden aan het trekken is. En er is überhaupt niets wat hem helpt. Daarom is jezelf verheffen boven de draden uit die je vanuit elke hoek aan je trekken en die je naar het laagste niveau willen sleuren een strijd tegen het gehele leven. Je zou je dus niet moeten verbazen over de gewoonte van de derwisjen, die elkaar soms in hun bijeenkomsten ondanks dat ze op de grond in de schaduw van een boom of aan de rivieroever zitten, zonder mat en zonder gepaste kleding, toch elkaar aanspreken met: ´Uwe Majesteit de Koning´ of ´Uwe Majesteit de Keizer´. Het kan je even aan het lachen maken, maar in werkelijkheid zijn het de keizers, zijn zij de koningen, want zij hebben zich gedurende hun gehele leven ingespannen om hun bewustzijn te verheffen boven deze invloeden uit die iemand continu naar de diepten van de aarde sleuren.
Je zou kunnen denken dat dit op een bepaalde manier trots is. Dat is inderdaad zo, het zou een vorm van trots kunnen zijn als het niet op het altaar van God zou worden opgeofferd. Het is een trots die wordt gewonnen en hooglijk wordt geëerd en wanneer die eer op het altaar van God wordt opgeofferd dan is dit de hoogste vorm van aanbidding. Er is dwaze trots en er is wijze trots. Dwaze trots sleurt je naar de diepten van de aarde en naar destructie. Wijze trots verheft je naar de hoogste hemel en schenkt je de zegen die de hemelen toebehoort. Naast trots heeft echter ook nederigheid een plaats in het leven van een soefi, van een mysticus. Die plaats ligt in een bereidwillige, liefhebbende overgave. Zoals de Keizer Mahmud Ghasnavi in een gedicht zegt: ´Ik, Keizer Ghasnavi, die door duizenden slaven wordt bediend, ben zelf een slaaf geworden sinds er liefde in mijn hart is ontwaakt´.
In devotie of liefde kunnen we ons niet nederig genoeg voelen. Perzische dichters als Hafiz en Jami en vele andere laten ons de nederige kant van de mysticus zien. Zij laten zien hoe zeer hij zichzelf nederig kan voelen. Zichzelf stof aan de voeten van de Geliefde noemen is het minste wat hij kan zeggen, het ideaal aanbidden dat hij liefheeft is de hoogste aanbidding voor hem. Dat is nooit nederigheid. Dit laat zien dat het werk van de mysticus bestaat uit het verruimen van de blik op het leven, om de reikwijdte ervan zo ruim mogelijk te maken. Aan het ene uiteinde ervan bevindt zich de grootste trots, aan het andere uiteinde ervan de grootste nederigheid. Trots en nederigheid zijn voor de mysticus de positieve en negatieve vormen van sentiment, van voelen. Degenen die op trotse wijze afzien van nederigheid zijn onwetend omtrent de zegen ervan, want in nederigheid ligt een grootste zegen. En degenen die gefixeerd zijn in hun nederigheid en die trots vergeten die het leven zal verrijken weten niet wat ze in hun leven aan het verliezen zijn. Toch zijn het de werkelijk trotsen die nederig zijn en zijn het de werkelijk nederigen die trots zijn.
Het verheffen van het bewustzijn kan zeker ook op een andere manier worden geïnterpreteerd. Je kunt zeggen dat het het verheffen van het bewustzijn uit dit aardse bestaan is naar een hoger bestaansniveau teneinde de diepten en de hoogten van het leven te ervaren. En dit schenkt de mysticus een ruime horizon waarin hij ervaart en allerlei experimenten opdoet. Het opent veel werelden voor hem, de gehele kosmos waarin hij leeft, beweegt en zijn wezen heeft; en vervolgens zal het gewone leven hem als een leven in een enge, kleine wereld toeschijnen. Het is te vergelijken met je leven leiden in de oceaan in plaats van in een kleine bron. De wereld van de mysticus wordt het gehele zijn, het gehele bestaan. Hij schenkt hem een breed veld om in te leven en het schenkt hem de verzekering van onsterfelijk leven.
Iemand die een steile berg beklimt is vaak geneigd uit te glijden. Maar als dit uitglijden, wat natuurlijk is, hem ertoe brengt om weer naar beneden te gaan dan zal hij nooit meer klimmen. Als hij uitglijdt en vervolgens probeert verder te gaan dan zal hij stevig in zijn schoenen gaan staan en zal hij leren hoe hij het uitglijden kan vermijden. Wellicht dient hij duizend keer uit te glijden, maar zal hij ook weer duizend maal voorwaarts gaan. Je hoeft je er niet over te verbazen als iemand uitglijdt, dat is natuurlijk. De berg is steil. Het is natuurlijk dat je uitglijdt. Het beste wat je kunt doen is elke keer wanneer je uitglijdt verder te gaan zonder de moed te verliezen zonder je bewustzijn toe te staan om erdoor te worden beïndrukt en te denken dat het natuurlijk is en de beklimming te continueren.