Oost en West

Teneinde het Oosten van het Westen te onderscheiden is het natuurlijk om eerst de punten de geven waarin ze verschillen. De mensen van het Oosten, van alle leeftijden, hebben slechts een doel voor ogen gehad en dat was om in aanraking te komen met de diepere kant van het leven. Sommigen kwamen eerder op dit punt aan, sommigen later; sommigen moesten worstelen en voor sommigen was het erg gemakkelijk. Het resultaat was natuurlijk dat er zowel voor de wijzen als voor de dommen minder contact met de buitenwereld was. Hiermee wil ik niet zeggen dat er geen mensen in het Oosten zijn die materieel gewin en materiële dingen nastreven en dat er geen mensen zijn die van weelde houden en van alles wat tot de aarde behoort. Er zijn aarde-aanbidders in alle landen en ook hel-aanbidders. Maar als men zich tussen de meest geleerde mensen van het Oosten bevindt, ontdekt men dat ofschoon zij een grote kennis hebben van wetenschap en kunst hebben alles tegelijkertijd het doel dient om kennis te verwerven van de diepere kant van het leven; in alles wat ze doen is hun gehele motivatie om dit diepere aspect te begrijpen.

Zelfs Oosterse politici en strijders uit de klassieke oudheid dachten op dezelfde manier. Als illustratie hiervoor hebben we de geschiedenis van de Profeet Mohammed, die niet alleen een mysticus was maar ook een generaal van zijn leger en een staatsman, en die de eerste was in de geschiedenis van het Oosten om een constitutionele regering in te stellen in Mekka. Zijn volk vormde het eerste parlement in Medina en elke man en vrouw in de stad had het recht om in dat parlement te stemmen; en dit gebeurde vijftien honderd jaar geleden!

Ik heb vaak huisbedienden ontmoet die geen enkele opleiding hadden genoten, die zelfs hun naam niet konden schrijven, maar die, zodra iemand hun gevoel en hart begon te raken, lieten zien dat ze net zoveel af wisten van de waardeloosheid van het materiële leven als een groot filosoof. Zulke mensen kunnen misschien een uur met iemand over filosofie spreken, vanuit hun diepste gevoel en met een volledig begrip van het leven.

Dit alles betekent niet dat het Oosten geen vooruitgang in materiële dingen heeft gemaakt, want als we bijvoorbeeld de geneeskunst nemen zijn de boeken van Avicenna de basis van de medicijnenstudie voor de gehele wereld geweest. Bovendien was de muziek van de Veda´s niet alleen muziek maar een psychologische uitdrukking van geluid en ritme; en daarom was ze ook een mysterie, een wetenschap die zo perfect is gevormd dat ze niet alleen zinvol was voor wereldlijke zaken, maar ook voor meditatieve doeleinden. In feite werd muziek het meest essentiële deel van de religieuze praktijk. Vandaag de dag komen er mensen die de wereld vertellen over de herhaling van een of ander woord dat de mensen zal genezen van ziekte. Zowel de wetenschappelijke als de niet-wetenschappelijke wereld gelooft dat dit iets nieuws is, maar als men naar het Oosten gaat zal zelfs degene die zich in de armste omstandigheden bevindt, zeggen: ´We hebben dit altijd geweten, we doen dat dagelijks; wij weten wat de kracht van het woord betekent!´ Zij zullen niet in staat zijn een definitie te geven; dat moet men aan een geleerde vragen; maar het is een wetenschap die altijd in het Oosten heeft bestaan.

Wat de westerse wereld betreft heeft op de eerste plaats het ras dat uit de oude Arische bronnen naar landen met andere klimaten is gekomen, aanleiding gegeven tot grotere verantwoordelijkheden, en werd van nature aktiever. Doordat ze gedwongen waren om zich meer bezig te houden met materiële zaken vonden deze mensen middelen om met de materie te communiceren. Het resultaat hiervan is een fenomeen op zich. Alle uitvindingen die we heden zien zijn een wonder, maar een wonder dat is voortgekomen uit de communicatie met de aarde, als het product van aardse zaken en het is net zo zichtbaar en aanraakbaar als de aarde. Het is als een vader met twee zonen: een zoon brengt de hele tijd iets voort, de ene dag een ratel, de andere dag een fiets en op weer een andere dag een vliegtuig; hij heeft altijd iets om zijn vader te laten zien; maar de andere zoon kan stil zitten en ondertussen misschien zijn gedachten en gevoelens ontwikkelen, hij heeft niets om te laten zien. Er ontwikkelt zich iets in hem dat hij zelf niet echt goed kan omschrijven en anderen kunnen het niet zien. Daarom is het natuurlijk dat vooruitgang die in de objectieve wereld wordt gemaakt zichtbaar en aanraakbaar is, terwijl het op het spirituele vlak moeilijk is om te zien hoe ver iemand is gevorderd.

Toch is de menselijke natuur ondanks al deze verschillen altijd hetzelfde. Degenen die zich in gedachte en gevoel hebben ontwikkeld zijn niet alleen in het Oosten te vinden; ze zijn ook in het Westen te vinden. En ook bestaan degenen die een materialistische inslag hebben ontwikkeld en die materiële dingen voortbrengen niet alleen in het Westen; zij bestaan ook in het Oosten. In het Westen is er meer ruimte voor het produceren wat men heeft uitgevonden of heeft ontdekt, terwijl er in het Oosten veel minder ruimte voor is; en dat is de oorzaak van veel moeilijkheden.

Desalniettemin zijn de handelingen van het Oosten en van het Westen gericht op twee verschillende polen. De materiële vooruitgang van het Oosten is gehinderd door het klimaat, een klimaat dat een gedeelte van de dag ongeschikt maakt om aktief te werken. Men geeft er dan meer de voorkeur aan om te zitten dromen dan om aktief te zijn en te werken, en dit maakt ook een verschil in neiging uit. Bovendien wordt heel veel van de westerse vooruitgang veroorzaakt door de uniformiteit van de mensen, en veel van de achterstand van het Oosten wordt veroorzaakt door het gebrek aan uniformiteit. Iedereen in het Oosten kan zijn eigen individuele vooruitgang hebben; maar wanneer er individualistische vooruitgang is dan kan die zeer vrij zijn maar zal zij niet erkend worden door degenen die deze aparte manier niet begrijpen. Het is als een wetenschapper die met een nieuwe uitvinding komt die niet wordt begrepen door een andere wetenschapper, die hem dan zeker zal tegenwerken. Daarom ondervindt in het Oosten een intelligent iemand die op zijn eigen weg vooruitgaat grote tegenstand en vindt hij niemand die hem kan begrijpen. Maar in het Westen is dat andersom. Daar zijn academici, compagnons en mensen die dingen begrijpen en die aanmoediging kunnen geven. Maar aan de andere hand trekt uniformiteit mensen weg van individuele vooruitgang.

Nu, dankzij de moderne communicatie zijn het Oosten en het Westen dichter bij elkaar gebracht en dit geeft ons veel hoop dat het Oosten en het Westen, die voor hun vooruitgang afhankelijk zijn van wederzijdse uitwisseling en begrip, zich spoedig zullen verenigen. In de industrie, in de politiek, in alles kunnen zij zich verenigen en van elkaar profiteren; maar de grootste winst die voort kan komen uit de ontmoeting tussen Oost en West is door de uitwisseling van gedachten en idealen, door elkaar in dat licht, wat het licht van intelligentie is en wat van nature goddelijk is, te ontmoeten.

De Soefi Beweging heeft al haar pogingen tot dit doel aangewend, dat het Oosten in staat zal zijn om alles wat goed is en wat de moeite waard is in het Westen te waarderen en dat het Westen alles wat de moeite waard is om te begrijpen in het Oosten zal begrijpen en ermee zal sympathiseren. Woorden kunnen niet uitdrukken in welke mate de wereld er voordeel uit zou trekken als dit ideaal gerealiseerd zou worden. Op dit moment werkt het Oosten op zijn eigen manier en werkt het Westen op zijn eigen manier; dit is als werken met een oog open en het andere gesloten. In de vereniging van het Oosten en het Westen zal het zicht compleet worden en in deze opvatting zullen de grote rampen en problemen die de wereld zo onrustig blijven maken, met wortel en al uitgeroeid zullen worden. En door een vereniging van het Oosten en het Westen in wijsheid kan men vooruitkijken naar een werkelijke vrede.