De behoefte aan religie

Iedereen wordt op aarde geboren om een bepaald doel te verwezenlijken en het licht van dat doel is ontstoken in zijn ziel. Op de dag waarop hij het doel van zijn leven uitvindt is hij sterker, succesvoller; zijn leven wordt gemakkelijker, hij voelt zich geïnspireerd en er stroomt een grotere kracht door hem heen. En wanneer iemand zich spiritueel ontwikkelt komt er met de volheid van zijn ziel een tijd waarin zijn dienst aan de wereld en aan de mensheid een teken is van de hogere Spirit. Degenen die op verschillende tijden naar de wereld zijn gekomen om de mensheid te verlichten en om ziel uit hun slaap van onwetendheid te wekken zijn uit een en de zelfde bron gekomen. En ofschoon zij verschillende zielen zijn is er slechts een spirit in hen en zodoende is alles wat ze aan de mensheid hebben gegeven in essentie hetzelfde. Door de geschriften diep en met sympathie te bestuderen, en niet alleen intellectueel, zal men in het christendom, de islam, de leer van Zarathustra, het jodendom, het hindoeïsme en het boeddhisme, in al deze religies die door de eeuwen heen door miljoenen mensen zijn gevolgd, dat zij ondanks dat ze een verschillende uiterlijke vorm hebben, zij allemaal een en dezelfde innerlijke betekenis hebben. De innerlijke leringen van Boeddha zijn dezelfde als de leringen van Krishna, ofschoon hun volgelingen dat kunnen ontkennen. En zo zullen de anderen ook doen; iedereen zal zeggen dat het geloof van de ander verschillend is van zijn eigen geloof. Deze scheiding heeft altijd bestaan en bestaat nog steeds en ze kan alleen worden verwijderd door het begrip van de essentie die in alle religies gevonden kan worden.

Maar iemand zou kunnen vragen: ´En wat dan met betrekking tot de verschillende geschiedenissen van de groten, de overlevering van het leven van Jezus Christus, de geschiedenis van Mohammed, het leven en het verhaal van Krishna, de legende van Boeddha? Zij zijn toch behoorlijk verschillend!´ Ja, zij zijn verschillend in hun verschijningsvorm omdat ze op verschillende tijden kwamen en naar verschillende mensen kwamen. Mohammed kwam naar Arabië, Jezus naar Palestina, Zarathustra naar Perzië, Boeddha naar India. Omdat ze de boodschap van God aan verschillende mensen moesten geven hebben zij verschillende terminologie en verschillende uitdrukkingen. Als er al een verschil is is het slechts de wijze waarop zij goddelijke wijsheid hebben gepresenteerd en niet de essentie van de goddelijke wijsheid zelf.

Vervolgens zeggen de mensen: ´Ja, ik kan begrijpen dat alle religies dezelfde essentie hebben. Maar tegelijkertijd geloof ik dat de ene profeet groter is dan de andere; vertel me alstublieft wie de grootste is´. Maar wie kan er zeggen wie de grootste is? Hoe kunnen we, los van de profeten, de grootsheid van musici beoordelen zoals Beethoven of Wagner; zijn wij gelijk aan wie van hen dan ook? Wanneer we een beter begrip van hun muziek hebben sluiten onze lippen zich. Daar er slechts een waarheid is is er slechts een religie en de verschillende gezindten die vandaag verschijnen als verschillende religies of kerken zijn slechts speciale omhulselen die die ene waarheid verbergt die alleen de religie is.

Door de gehele wereldgeschiedenis heen zijn er oorlogen geweest, juist omreden dat er verschillende geloven waren, dat bepaalde mensen in een bepaalde overtuiging, religie of in een bepaalde samenlevingsvorm geloofden. Maar de waarheid is altijd hetzelfde geweest. Als de grote meesters zoals Jezus of Boeddha en alle andere groten die een spirituele boodschap aan de mensheid hebben gegeven, de Universele Soefi Eredienst hadden gezien, dan zou dat hun ideaal hebben vervuld. En het was hun gebed dat eerdaags de mensen van alle verschillende religies van deze dienst die al de verschillende geloven omvat getuige zouden zijn. De Universele Eredienst heeft de belofte van een wereldomspannende eredienst in zich.

Religie is in elke periode van het verleden of de toekomst de grootste behoefte. Ongetwijfeld is de vorm van de religie veranderd in overeenstemming met de evolutie van de mens, want de vorm hing af van de gewoonten en manieren van een land en ook van de psychologie van de volgelingen van elke specifieke religie. Deze veranderingen, die in de verschillende religies zijn aangebracht, ontspringen niet aan het intellectuele gedeelte van de spirit van de mens. Er is een ander gedeelte van de spirit van de mens: het goddelijke gedeelte; en het ontwaken van dat gedeelte doet een fontein ontstaat, een fontein die religie is. In de geschiedenis van de oudheid van India bestaan er veel voorbeelden van mensen die in de positie van koning en heerser waren die een nieuwe religie wilden introduceren; maar zij hadden nooit een volledig succes, want religie komt niet uit die bron. Haar bron is goddelijk.

Als de waarheid en de leugen van elkaar verschillend en anders zijn wat is dan het verschil tussen hen? De waarheid is God en het onwerkelijke is al die natuur die we voor ons zien. Daardoor is alles wat van God komt werkelijk. De mentaliteit van de mens heeft ongetwijfeld ook een rol in religie gespeeld en elke religie is gekleurd door de mentaliteit die werd uitgedrukt; maar religie zelf komt uit de goddelijke bron. Het uiterlijk mag dan anders zijn maar de diepte is altijd hetzelfde. Het lijkt erop dat men in dit tijdperk aan de ene kant de wetenschap heeft en aan de andere kant de politiek en dat opvoeding als doel heeft om religie te verdringen. Maar niets kan de religie verdringen.

Er bestaat een roerend verhaal over een wetenschapper in Frankrijk die gedurende zijn gehele leven niet geloofde in of toegaf aan enig geloof aan God, aan de ziel of in het hiernamaals. Maar toen hij langer in de wereld leefde, voelde hij de behoefte aan religie, ofschoon hij niet voelde dat hij die zou kunnen accepteren daar hij die al gedurende zijn gehele leven niet had geaccepteerd. Zijn vrouw daarentegen was vroom en religieus. Op een dag waren zij, bewogen door een diep gevoel, oprecht met elkaar in gesprek over de kwestie van religie. De vrouw wilde graag dat hij die zou accepteren en vroeg hem: ´Voel jij nooit de behoefte aan religie, aan die devotie die het enige is wat de moeite waard is?´ En zijn antwoord was: ´Ik geef dat niet toe, toch geloof ik in jouw geloof, ik geniet van jouw gevoel. Dat is mijn religie, mijn enige religie in het leven´.

Wij weten niet onder welke dekmantel iemand zijn religie bewaart. Ze kan ergens in zijn hart verborgen zijn; misschien is zij niet aan de buitenkant te zien. Als niemand in staat zou zijn zijn religieus gevoel te uiten dan zou er ongetwijfeld geen communicatie mogelijk zijn, en dat is de reden waarom het in de samenleving heel noodzakelijk is dat wij over onze diepste religieuze gevoelens zouden moeten communiceren.