Het geheim van de gehele schepping kan teruggevoerd worden tot het begrip van wat er bedoeld wordt met capaciteit. Capaciteit is als het ware het ei van de schepping; zowel alles wat er van deze manifestatie aan ons bekend is als alles wat ons onbekend is, wordt in de een of andere capaciteit gevormd. De lucht is een capaciteit. Capaciteit is datgene wat een leegte maakt waarin de handeling van het aldoordringende bestaan een substantie zou kunnen produceren. Wat zijn alle sterren en planeten die we hebben ontdekt en alle sterren en planeten die we nog niet hebben ontdekt? Het zijn allemaal capaciteiten. En wat bevatten ze? Zij bevatten, elk volgens zijn eigen capaciteit, alles wat capaciteit binnenin zich kan bewaren en waaraan capaciteit geboorte kan geven; dat is de reden waarom de ene planeet niet als een andere planeet is noch de ene ster als de andere ster is.
Net zoals de zee een capaciteit is waarin alle dieren van het water worden geboren, leven en sterven, zo is de lucht een capaciteit waarin veel schepsels leven, bewegen en hun wezen hebben en is de aarde een capaciteit die binnenin zich zwanger is van de planten, bomen en alle verschillende stenen, metalen, mineralen en andere substanties die uit haar komen. Nogmaals, alles, de steen, de boom, een vrucht of een bloem is een capaciteit waarin een parfum of een aroma gevormd kan worden. Het levend wezen is dus een capaciteit en de mens is een voltooide capaciteit.
De hindoe-naam voor capaciteit is Akasha. Men denkt over het algemeen dat Akasha de hemel betekent, maar in werkelijkheid betekent het alles. Alles is op zijn beurt een Akasha, net zoals alle substantie een capaciteit is; en volgens die capaciteit produceert het datgene waartoe het is voorbestemd.
Door anatomie te bestuderen zul je ontdekken dat de organen van de zintuigen allemaal capaciteiten zijn overeenkomstig hun constructie; en wanneer die capaciteit verstopt raakt, kapot gaat of op een andere manier in de problemen komt dan funktioneert dat orgaan van het zintuig niet op de juiste manier. De tubuli en aderen van het lichaam zijn capaciteiten voor het bloed om in te circuleren en wanneer deze capaciteit verstopt raakt dan kan het leven niet circuleren hoe sterk het lichaam ook is en zullen er congestie en ziekte komen. Nogmaals, elke bloedcel is een capaciteit. Als het zichzelf open houdt komt het leven erin en voelt de persoon zich gezond, maar wanneer een bloedcel deze capaciteit verliest dan funktioneert het leven er niet meer in en ontwikkelen zich allerlei soorten ziekten. Zo is het ook met de poriën van de huid: elke porie is een capaciteit; en wanneer om de een of andere reden deze capaciteit verstopt raakt dan kan het leven daar niet circuleren; het stopt en er worden ziekten manifest. De spijsverteringsorganen en de longen zijn allemaal capaciteiten die het leven inademen en funktioneren overeenkomstig het leven dat wordt ingeademd, het leven dat via hen wordt uitgestraald; en wanneer ze niet op de geëigende manier funktioneren dan volgen ziekte en stoornis.
Dan zijn er de intuïtieve centra in dit fysieke lichaam van de mens. Elk centrum is een capaciteit. Weinig mensen weten er iets van en ze raken verstopt omdat de mens zo´n materiëel leven leidt en als gevolg daarvan raken de intuïtieve vermogens afgestompt. Alle mystieke oefeningen die door de ingewijden worden gevolgd worden gegeven opdat deze capaciteiten worden geopend en worden geactiveerd, in orde gemaakt worden zodat de mens via deze centra datgene kan ervaren waarvan het de bedoeling is om ervaren te worden. Gebrek aan lucht, energie en magnetisme blokkeren deze capaciteiten en deze centra en stompen de intuïtieve vermogens af. Dus verliest iemand die nooit aan deze kwestie denkt zijn intuïtieve vermogens en dit laat op zich zien dat door ergens over te denken je een capaciteit produceert net zoals je dat doet door een handeling, een beweging; en wanneer die beweging mat is wanneer die niet aktief is dan blijft deze capaciteit werkeloos.
Capaciteit maakt een ziel tot ziel; anders zou het spirit zijn. Wanneer bijvoorbeeld de zon ´s morgens ons huis binnenschijnt zal het zonlicht dat via het raam komt vierkant of rond zijn al naargelang dat raam of driehoekig als het raam zo is gevormd. De zon is niet driehoekig of vierkant; het raam heeft die vorm. We zeggen dat het de zon is die ons huis binnen komt, maar we zouden het ook anders kunnen noemen. De zon kan met de spirit worden vergeleken en zijn binnekomst via het raam, wat een capaciteit is en die vorm geeft – driehoekig, vierkant of wat dan ook – kan de ziel genoemd worden. De ziel wordt geïdentificeerd met kwaliteiten en verdiensten vanwege de capaciteit waardoorheen ze zich tot expressie brengt; als dat niet zo is dan zou het de spirit zijn.
Het leven heeft twee onderverdelingen, waarvan er een wordt geaccepteerd maar de ander nog niet. De geaccepteerde onderverdeling van het leven is wat we substantie noemen; de onderverdeling van het leven die nog niet wordt geaccepteerd kan vacuum genoemd worden. Als we met iemand over zuurstof spreken begrijpt hij dat er zuurstof in de ruimte is; maar als we over vacuum spreken dan begrijpt hij dat niet. Hij zegt: ´Wat is het? Het dient iets te zijn. Als mijn instrument iets registreert dan kan ik zeggen dat het iets is; als het dat niet doet dan is er niets´. Maar in werkelijkheid is vacuum alles en alle dingen. In bepaalde perioden van de geschiedenis van de wereld heeft de mens een verfijndere substantie ontdekt; wetenschappers zijn tot aan atomen, electronen en tot nog verfijndere deeltjes gekomen. Maar wat is er vervolgens? Vervolgens, zeggen ze, is er niets. Het is een feit dat de mens datgene wat vacuum wordt genoemd door dezelfde methode wil waarnemen als waarmee hij substantie waarneemt en dat is niet mogelijk. Daarom kan hij, hoe ver hij ook is gevorderd in de ontdekking van het leven, slechts de meest verfijnde substantie bereiken. Op deze manier kunnen mensen duizenden jaren lang zoeken en ze kunnen slagen in het vinden van een nog verfijndere substantie, wellicht zelfs een uiterst nuttige substantie, maar het zal toch nog een substantie zijn en geen vacuum.
Capaciteit is materie. Het is niet alleen materie in de alledaagse betekenis van het woord, want in werkelijkheid is alles wat waarneembaar is materie. Het is substantie; zelfs als het de verfijndste substantie is is het nog steeds een substantie. Datgene wat zich boven de substantie bevindt is spirit. Spirit is de afwezigheid van materie zelfs in de meest verfijnde conditie ervan. Spirit bevindt zich daaraan voorbij en dus zal de verfijndste capaciteit nog steeds een substantie zijn.
We komen nu bij de volgende kwestie: als deze gehele manifestatie uit een bron voortkomt, uit een leven, een spirit, waarom is er dan zo´n variëteit aan dingen en wezens, elk anders in zijn aard en karakter?
Daar zijn twee hoofdredenen voor. De ene reden is de snelheid van vibraties, de andere reden is de richting die een bepaalde handeling neemt. Om dit begrijpelijk te maken kun je de snelheid van vibraties in drie fasen onderverdelen: langzaam, gemiddeld en snel en zoals men in het Sanskriet zegt: Satva, Rajas en Tamas. De eerste fase is in zijn effect creatief, de tweede fase is progressief en de derde fase is destructief. Dit geeft ons de reden voor dood, verval en destructie: elk levend wezen en elk object raakt in verval of sterft wanneer het begint met die specifieke snelheid die destructief is. Bovendien manifesteert elke creatieve kracht zich anders wanneer die verschillende richtingen inslaat net zoals elk object er anders uit ziet wanneer je er vanuit verschillende hoeken naar kijkt. Dit verklaart waarom de rechterhand van iemand sterker is dan de linker, enkele uitzonderingen daargelaten; en waarom het rechterbeen geneigd is om altijd als eerste voorwaarts te gaan en niet het linkerbeen. Er is altijd meer kracht in de rechterkant van iemand dan in de linkerkant. Het is de wet van richting die dit veroorzaakt. Het is uitzonderlijk als iemand linkshandig is, dat is niet normaal; het is normaal dat de rechterkant sterker is en als iemand linkshandig is laat dit zien dat zijn rechterkant niet de juiste energie heeft. Het betekent niet dat de linkerkant sterker is dan de rechterkant of dat de linkerkant de plaats inneemt van de rechterkant; het betekent alleen maar dat de rechterkant is verzwakt en dat de linkerkant daarom sterker lijkt dan de rechterkant. Het betekent niet dat de positieve kant van deze persoon de linkerkant is en dat zijn negatieve kant de rechterkant is.
De drie hiervoorgenoemde ritmes kunnen ook mobiel, regelmatig en onregelmatig genoemd worden. De manifestatie heeft ten gevolge van hen verschillende vormen, kwaliteiten, kleuren en kenmerken. Het ritme wat mobiel is gaat recht vooruit; het ritme dat regelmatig is gaat naar rechts en naar links, eerst de verticale lijn vormend en vervolgens de horizontale lijn; en het derde is destructief, het is zig-zag of onregelmatig. Dit kan ook gezien worden als je je adem onderzoekt; de adem die door het rechterneusgat stroomt geeft macht; wanneer die door het linkerneusgat stroomt neemt die die macht weg; en de stroming ervan door beide neusgaten veroorzaakt tegelijkertijd destructie.
Wat was er voor de schepping? Wat er stilte of was er beweging? Voor zover de wetenschap kan reiken ontdekt ze dat er zich achter alles beweging bevindt. Dit is waar; want wat wij stilte noemen is in werkelijkheid een onwaarneembare beweging. Dat is de reden waarom bergen kunnen bestaan en bomen kunnen leven en de mens kan handelen en de dieren kunnen bewegen door de macht van beweging, vibratie. Hun gezondheid, hun vreugde, hun zorg en hun destructie worden allemaal veroorzaakt door een grotere snelheid, een kleinere snelheid of een specifieke activiteit van deze vibraties. Ziekte en gezondheid hangen beide af van de wet van vibraties.
Een diamant is helder omdat ze vibreert, het is de vibratie van de diamant die haar briljant maakt. En zo is ook de briljante persoon wiens intelligentie vibreert; volgens het ritme van haar vibratie is ze in staat om te begrijpen. Je zult altijd zien dat het de briljante persoon is die sneller, op een diepe wijze en beter begrijpt. En het is degene die niet briljant is die tijd nodig heeft om te begrijpen.
Concluderend kunnen we bij het begrip uitkomen dat het gehele fenomeen een fenomeen is van capaciteit en dat volgens die capaciteit alles wat ze omvat gevormd wordt. Daar elk dinge of wezen vibreert handelt het in overeenstemming met de capaciteit en zijn de resultaten ook in overeenstemming met deze capaciteit. We zijn zelf ook Akashas en in onze Akasha krijgen we de resonantie van ons ritme. Deze resonantie is als de gevoelens die we hebben wanneer we moe, gedeprimeerd, vreugdevol of gesterkt zijn. Het is onze Akasha die al deze verschillende gesteldheden die we voelen voelt; en het is ons ritme dat dit veroorzaakt.
Elk woord dat eenmaal is uitgesproken, elke daad die eenmaal is verricht, elk gevoel dat eenmaal is gevoeld wordt ergens geregistreerd; die is niet verdwenen, die is niet verloren gegaan. We zien dat niet omdat het niet altijd op de grond wordt geregistreerd. Als een zaadje in de grond wordt gezaaid wordt dat in de grond geregistreerd; het komt in grote letters tevoorschijn, bewijzend dat ´ik een appelboom ben´, ´ik rozenstruik ben´. Maar wanneer iets de ruimte in wordt gegooid, verliest de ruimte dat ook niet. De ruimte heeft het ontvangen en houdt het vast; en de ruimte laat het aan diegenen zien die rondom die ruimte een capaciteit kunnen opbouwen en in die capaciteit de reflectie ervan kunnen ontvangen. Er is een capaciteit die het gehele leven is; in feite is alles een registrerende capaciteit; maar vervolgens is er een lezende capaciteit en die dienen we zelf te maken. We dienen in staat te zijn een capaciteit te maken opdat we kunnen lezen wat er daar is geschreven. In de Koran wordt gezegd: ´Hun handen zullen spreken en hun voeten zullen getuigen van hun daden´, wat hetzelfde betekent: dat alles wordt geregistreerd, wordt opgeschreven. Wanneer een dief het huis uit komt waarin hij iets heeft gestolen dan kan hij een kuil in de grond hebben gegraven en zijn buit hebben begraven en met niets in zijn handen tevoorschijn komen, toch is er op zijn gezicht iets geschreven over hetgeen hij heeft gedaan. Het is opgeschreven, hij kan het niet uitwissen; en degenen die kunnen lezen zullen het lezen. Niets van wat we zeggen, doen of denken gaat verloren; het wordt ergens geregistreerd, als we maar weten hoe we het moeten lezen.