In alle tijden hebben diepzinnige denkers het drievoudige aspect van de natuur erkend. Leraren hebben deze drie aspecten verschillend benoemd volgens hun religieuze terminologie en ze hebben er een interpretatie aan gegeven die paste bij die tijd en plaats. Als we dit idee terug in de tijd volgen dan ontdekken we dat het al onder de Hindoe´s in zeer oude tijden bestond; zij noemden het Trimurti en zij personificeerden deze drie aspecten door hen karakters te geven zoals Brahma de Schepper, Vishnu de Onderhouder en Maheish of Shiva de Vernietiger of Assimilator. Dit idee wordt niet alleen op God toegepast, maar alles in de natuur laat deze drie aspecten zien: er is bijvoorbeeld vuur, er is olie dat het onderhoudt en er is de lucht die kan komen opzetten en de vlam uit kan blazen.
Deze drie aspecten kunnen op elk moment van de dag in alle dingen en wezens, in hun handelingen en in hun effecten gezien worden. Elk voorwerp laat hen zien, hoewel soms in een bepaald iets en ook in elk individu het ene aspect significanter is dan het ander; in alles wat we doen kunnen we deze drie aspecten zien. Denken is de creatieve handeling, zich herinneren is de handeling van het onderhouden en vergeten is de derde handeling, assimilatie. De assimilatie van iets is op een bepaalde maneir de complete destructie ervan; hoewel het in iets wordt veranderd is de naam ervan anders en is het niet meer hetzelfde.
Vervolgens is er de handeling van vergeten. Soms vergeet iemand iets, maar heeft hij het opgeslagen in zijn onderbewuste mind. Hij zegt: ´Ik ben het vergeten´, maar wanneer hij het zich probeert te herinneren dan komt het op een dag in zijn geheugen op. En dit laat zien dat het niet geassimileerd werd hoewel het werd vergeten. Dit is een lichte vorm van assimileren; het ware assimileren is iets totaal vergeten. Dat is niet zo gemakkelijk als je denkt. We zeggen vrij gemakkelijk: ´Vergeet het´, maar het is heel moeilijk om werkelijk iets te vergeten, vooral iets wat we willen vergeten.
Op een dag kwam er iemand naar me toe die me vroeg: ´Ik heb maar een vraag te stellen: ontmoeten we degenen die we hebben liefgehad en zijn verloren echt weer opnieuw?´ Ik antwoordde: ´Zeker, we ontmoeten degenen van wie we hebben gehouden en we ontmoeten degenen die we hebben gehaat´, en deze persoon was zeer verbaasd. Hij was helemaal bereid om degenen van wie hij had gehouden weer te ontmoeten, maar hij was niet bereid om degenen die hij had gehaat weer te ontmoeten. Het is echter een feit dat we ons zowel degenen herinneren die we ons graag herinneren als degenen die we graag willen vergeten.
Iedereen heeft deze drie aspecten in huis, hoewel sommige mensen meer op het een dan op het ander gericht lijken te zijn. De vaardigheid van de vogel om zijn nest te bouwen, de liefde van de hen die de kuikens in leven houdt en de toorn van de leeuw bij het vernietigen van levens laten ons de drie aspecten zien die continu in de natuur werkzaam zijn.
Anderen hebben deze drie aspecten in een ander licht gezien. Zij hebben ze gezien als de bron van alle dingen, als datgene wat Hij heeft gecreëerd en als datgene wat het voorwerp dat Hij heeft gecreëerd is geworden. In religieuze termen hebben ze het het drievoudige aspect Drie-Eenheid genoemd, het personificerend door het de Vader, de Zoon en de Heilige Geest te noemen. Deze drie aspecten bestaan niet alleen in alle dingen maar ook in elk wezen. In iedere persoon is er een deel wat op de bron, het doel van alle dingen duidt; elke persoon vertegenwoordigt wat hij heeft gemaakt en elke persoon vertegenwoordigt ook wat hij is geworden. Je kunt deze drie dingen in iedereen zien. Elke persoon laat ofwel de bron zien die in zijn aard en karakter meer op de voorgrond staat, ofwel datgene waartoe hij werd gemaakt ofwel datgene wat hij is geworden. Deze drie aspecten kunnen God, mens en goddelijk Wezen genoemd worden.
En als we er vanuit nog weer een ander gezichtspunt naar kijken dan zullen we de drie aspecten van licht aan het werk zien in de handeling van het zien: het licht dat ziet, de straling van het voorwerp dat zichzelf toont en het licht van de zon dat erop valt en het helder maakt voor ons zicht. Als we er vanuit een mentaal gezichtspunt naar kijken dan kunnen we weer drie aspecten onderscheiden: de kenner, de kennis en het kenvermogen; deze drie dingen brengen de handeling van het kennen voort. En wanneer we er in het licht van liefde naar kijken dan zien we het, zoals door de Soefi´s in alle tijden wordt gezegd, als liefde, de liefhebber en de geliefde.
Het interessantste feit dat er uit de studie van deze drie aspecten te voorschijn komt is dat ze in elk ding, in elk wezen en in elke omstandigheid bestaan en dat er zonder hen niets kan bestaan. Als we echter bij het bestuderen van deze drie aspecten blijven doorgaan met ze als drie te zien dan hebben we hun geheim gemist; maar als we ze als één en hetzelfde leren zien dan hebben we lering getrokken uit de observatie van deze drie onderscheiden aspecten.
Wanneer we naar het tweevoudige aspect van de natuur kijken dan zullen we ontdekken dat dit zelfs nog belangrijker is. Het tweevoudige aspect wordt ook in alle dingen en in elk wezen gezien, bijvoorbeeld de twee kanten, de rechter- en de linkerkant, het hoofd en de voeten, de top en de bodem, twee punten op een lijn, de twee ogen die ons in staat stellen te zien, de noodzaak van paren van tegengestelden. Het tweevoudige aspect wordt manifest voor onze blik wanneer we de zon en de maan zien, wanneer we het mannelijke en het vrouwelijke aspect in de natuur zien en wanneer we het goede en het niet goede zien. Wanneer we vreugde en leed ervaren, wanneer we ons realiseren dat er geboorte en dood is, weten we wat er te weten valt over het tweevoudige aspect van de natuur. De aarde en het waer, boven en beneden, alles in de natuur laat op duidelijk onderscheiden wijze twee tegengestelde aspecten zien.
Verder bevinden zich in elk menselijk wezen drie tegengestelde kwaliteiten, noem ze mannelijk en vrouwelijk, positief en negatief, verfijnd en grof; niemand kan zonder tegengestelde kwaliteiten bestaan. Hoe meer macht je bovendien in een kwaliteit hebt, des te grootser is het vermogen dat je voor de tegengestelde kwaliteit hebt; met andere woorden hoe hoger iemand staat, hoe dieper de ruimte die zich voor hem bevindt om in te vallen.
Er is een verborgen kwaliteit en er is een kwaliteit die manifest is. Wat manifest is herkennen we; wat verborgen is zien we niet. Er is voorwaarts bewegen en er is achterwaarts bewegen, er is succes en er is falen, er is licht en er is donkerte, er is vreugde en er is verdriet, er is geboorte en er is dood. Alle dingen die we kunnen kennen, voelen en waarnemen hebben hun tegengestelde. En het is de tegengestelde kwaliteit die balans voortbrengt. De wereld zou niet bestaan als er niet zowel water als aarde zou zijn. Elk ding en elk wezen heeft deze twee tegengestelde kwaliteiten nodig om te bestaan, omte handelen en om het doel van het leven te vervullen; want elke kwaliteit is incompleet zonder de ander. Geen enkele man heeft een complete persoonlijkheid als hij niet iets van de verfijning die tot de vrouwelijke natuur behoort bezit; de vrouw is slechts compleet in haar karakter als ze iets van de mannelijke natuur in zich heeft.
Komen we nu tot de enige en unieke aard van de natuur: door een diep inzicht in de natuur ontdekken we dat de schepping hetzelfde is als de Schepper, dat de bron dezelfde is als het doel en dat de twee enkel één betekenen. Er zitten twee uiteinden aan een lijn, maar de lijn is één; en deze een-heid is manifest in alle dingen, hoewel de mens hier zelden aandacht aan besteedt. Deze verbazingwekkende manifestatie, deze wereld van variëteit, houdt ons zo in de ban, zo in verwarring en zo verbaasd dat we er nauwelijks tijd aan besteden om dit wonderbaarlijk fenomeen te zien: hoe het ene en enige Wezen Zichzelf zelfs in de wereld van variëteit laat zien. Geen enkel gezicht is hetzelfde, geen enkel blad is hetzelfde, geen enkele vrucht is helemaal hetzelfde, geen enkele bloem is identiek aan een andere bloem. Als iemand een scherpzinnig inzicht bezit dan zal hij ontdekken dat zelfs de voorwerpen die hij maakt in een of ander opzicht van elkaar verschillen. Elk wezen heeft zijn eigen bijzonderheid en kan niet met een ander wezen worden vergeleken, want elk wezen is uniek. Als iemand goed is is er niemand anders wiens goedheid hetzelfde als de zijne is; als hij verknipt is, is er niemand anders wiens verkniptheid exact hetzelfde is. Hij is uniek en is voor degenen wier ogen kunnen zien het bewijs dat er slechts één Wezen is.