13. Spirit en materie (3)

Spirit en materie zijn niet twee dingen, maar één ding door ons gezien als twee. De reden is dat de spirit niet duidelijk onderscheiden is terwijl de materie dat wel is; de spirit is niet zichtbaar terwijl de materie dat wel is. De spirit is het eigen wezen van de mens, zijn ware wezen; de spirit is zijn kenvermogen, zijn intelligentie. De intelligentie die alles onderscheidt is nou precies het ware wezen van de mens.

Hoe kan deze intelligentie zichzelf zien? Het is de taak van de spirit om materie te voelen en tegelijkertijd is het de taak van de spirit om zichzelf te voelen. Materie kan de spirit niet voelen; de spirit dient zichzelf te voelen teneinde zichtbaar te zijn. Wat er gebeurt wanneer de spirit zichzelf niet kan voelen wordt getoond in het verhaal van de twintig boeren die op reis gingen en die nadat ze een rivier waren overgestoken wilden weten of iedereen nog present was. Elke boer telde en zei: ´Er zijn er negentien´, omdat elke boer vergat zichzelf mee te tellen. Dat is hetzelfde met de spirit: de spirit onderscheidt alles behalve zichzelf net zoals de ogen zichzelf niet kunnen zien. De ogen zien alles, maar niemand heeft ooit zijn eigen ogen gezien behalve als een reflectie in een spiegel.

Het is een ander en uiterst belangrijk feit dat er geen materie kan bestaan zonder spirit. Spirit in haar bestaan en spirit is haar leven. Bij elk voorwerp, zoet of zuur, geurig, heet of koud, of wat zijn eigenschap ook is, is het het fenomeen van spirit die via dat voorwerp werkzaam is dat het op de een of andere manier duidelijk te onderscheiden maakt. En als je je zou afvragen of er een verband bestaat tussen de spirit en de materie, dan zou het antwoord zijn dat dat er niet is; er bestaat geen kloof tussen die twee omdat, zoals is gezegd, zij niet twee dingen zijn, maar één en hetzelfde. Het is eenvoudigweg zo dat wij het duidelijk te onderscheiden aspect van de spirit materie noemen en dat we zijn verfijndere aspect dat niet duidelijk te onderscheiden is spirit noemen.

Mensen gebruiken het woord spirit in verschillende betekenissen. Spiritualisten hebben de de ziel die van de aarde is weggegaan spirit genoemd; religieuze mensen hebben het wezen van God spirit genoemd. En beide groepen hebben gelijk, hoewel beide verklaringen begrensd zijn. Niet alleen spirit is het wezen van God, ook materie is dat. Ik ontmoette eens een jonge man die tegen me zei: ´Ik geloof niet in God, het hiernamaals of de ziel´. Ik vertelde hem dat ik hem niet in deze zaken wilde doen geloven, dat dit absoluut mijn bedoeling niet was; maar toen vroeg de jonge man mij wat ik geloofde, want hij wilde onze conversatie voortzetten. Ik antwoordde: ´Het is heel moeilijk om je geloofsovertuiging in woorden om te zetten, maar ik zou het heel fijn vinden als jij mij eerst zou willen vertellen wat jij gelooft´. Hij zei vrij gemakkelijk: ´Ik geloof in eeuwige materie´. Ik zei: ´Mij geloof staat niet ver van het jouwe af, want juist datgene wat jij eeuwige materie noemt noem ik eeuwige spirit. Het is een verschil in woorden; we geloven in werkelijkheid hetzelfde´. Materie kan niet eeuwig zijn, maar als de jonge man datgene wat eeuwig is materie wilde noemen dan had ik er geen bezwaar tegen; ik was helemaal bereid om het ook materie te noemen.

Het verschil tussen wat we een voorwerp en een levend wezen noemen is het verschil in de mate waarin zij spirit absorberen. Darwin is gestorven zonder de missing link te vinden. Maar er bestaat geen missing link; als er al enige missende link zou zijn dan zou die gevonden worden. Er is een voortdurende uitstroom van spirit op materie, die zijn eigen substantie is; en overeenkomstig de mate waarin de spirit materie aanraakt vormt de materie zich in een voorwerp of in een wezen. Dus het verschil tussen de lagere schepping en de hogere schepping is ook het verschil in de mate waarin zij in staat zijn de spirit te absorberen; en er is een zelfde verschil tussen een materialistisch iemand en een spiritueel iemand.

De vraag komt op waarom er de noodzaak bestaat dat iets of iemand spirit absorbeert als spirit en materie een en hetzelfde zijn? Materie is iets wat altijd veranderend is; ze gaat voortdurend door een proces van verandering heen; en we noemen deze verandering destructie of dood, of we zeggen van materie dat ze uit elkaar wordt gehaald of wordt vernietigd. In werkelijkheid heeft ze een andere vorm aangenomen, maar deze vorm wordt ook door de spirit veranderd en tot iets anders gemaakt. Echter, om het de kunnen onderscheiden geven we het eerste aspect van het voorwerp de ene naam en het volgende aspect van hetzelfde ding een andere naam. In het ene geval wordt iets bijvoorbeeld steenkool genoemd en in een ander geval wordt het een diamant genoemd. Het is door een verandering heen gegaan. De waarde is anders, de naam is anders, de verschijningsvorm is anders. De spirit heeft het in de omstandigheid in een bepaalde mate veranderd en in een andere omstandigheid in een daarvan verschillende mate.

Wanneer we de lagere schepping, de insecten, de vogels en de beesten bestuderen en wanneer we hun instincten, de intelligentie die ze tonen en de sympathie waarop ze reageren bestuderen dan kunnen we op heldere wijze opmerken dat ze tot het leven ontwaakt zijn in overeenstemming met de spirit die zij kunnen absorberen. We zien onder menselijke wezens hoe iemand temidden van al het goede en mooie staat met zijn ogen open maar met zijn hart gesloten. Hij ziet niets, hoewel er geluk voorhanden is, hij weet het niet. En er is iemand anders, ontwaakt tot alles wat goed en mooi is, bereid het te accepteren en om dankbaar te zijn voor al het goede dat zijn kant op komt. Er is iemand wiens denken het hoogste niveau van denken haalt wat er maar is en er is een ander die denkt, maar wiens gedachten niet hoger kunnen stijgen. Wat is de reden voor deze verschillen? Zij komen allemaal voort uit de variërende vaardigheid van deze mensen om de spirit te absorberen.

De ziel wordt vergeleken met een straal van de zon. En wat is de straal van de zon, wat veroorzaakt hem? Dat is de beweging van de zon, de beweging van het licht. De lichtgolven veroorzaken een ruimte tussen de ene golf en de andere, net zoals in de zee een kloof wordt gevormd tussen de ene golf en de andere. In werkelijkheid is er geen kloof; het is slechts de tijdelijke toestand van het stijgen van het water dat een ruimte veroorzaakt tussen twee golven; deze twee golven zijn een tijdelijke toestand van het water van de zee. Het water van de zee blijft gehandhaafd, maar deze golven vormden voor een moment een stijgen en dalen. Als we zeggen dat er vijf golven aankomen dan zijn het er in onze conceptie vijf, maar het fenomeen is slechts tijdelijk; zij zijn er en zij zijn er niet.

En zo is het ook met zielen. Als we zeggen dat er veel zielen zijn dan is dat waar, net zoals er veel golven of veel stralen van de zon zijn; maar als we zeggen dat er een spirit is is dat nog meer waar, net zoals er een zee en een zon zijn. De golven zijn een handeling van de zee; de stralen zijn een manifestatie van de zon; de zielen zijn een fenomeen van de spirit. Zij zijn er en zij zijn er niet. Zij zijn er omdat we ze zien en ze zijn er niet omdat er slechts één Wezen is.

Degenen die de ziel afscheiden van het lichaam kijken vanuit hetzelfde gezichtspunt als degene die de spirit en de materie als twee verschillende dingen ziet. Het zicht heeft de ogen gemaakt om te zien, maar bij het maken van de ogen is het zicht beperkt geraakt; het zicht had veel meer macht voordat het ogen had. Door zichzelf te beperken tot de ogen is de macht van het zicht minder geworden. De ziel die zich manifesteert als een lichaam is enorm in macht afgenomen, zelfs in die mate dat ze niet in staat is om zich ook maar een moment de grootse macht, het leven en het leven dat ze in zichzelf draagt voor te stellen. Wanneer de ziel eenmaal zichzelf beseft door onafhankelijk te worden van het lichaam dat haar omringt dan begint de ziel als vanzelf in zichzelf het wezen van de spirit te zien.

Wat is bewustzijn? Bewustzijn is het kenvermogen, maar het is het kenvermogen wanneer het enige kennis bezit; slechts dan noemen we het kenvermogen. Je bent je bewust van iets; bewustzijn dient zich altijd van iets bewust te zijn. Wanneer het bewustzijn zich niet van iets bewust is is ze zuivere intelligentie. In deze verwerkelijking kan het geheim van het leven onthuld worden.

Je zou kunnen zeggen dat de ervaring van zuivere intelligentie alleen mogelijk is voor he enige Wezen, voor God, maar niemand kan er buiten het enige Wezen staan en daarom bevindt alles en iedereen zich in het enige Wezen; het enige Wezen sluit alles en allen in. En er is ongetwijfeld het een of andere proces waardoor je deze zuivere intelligentie kunt bereiken. De mens is er zich niet meer van bewust; hij heeft de gewoonte verloren om te ervaren wat zuivere intelligentie is; maar alle meditaties en concentraties, het gehele proces waardoor de mysticus het spirituele pad betreedt, brengen ons uiteindelijk tot de verwerkelijking van die zuivere intelligentie. En als je vraagt welk profijt men er uit trekt dan is het antwood dat omdat alles wat ons tot voordeel strekt uit één bron komt, die bron perfekt moet zijn; die dient alom-weldadig te zijn. Het is iets wat zich voorbij ons beperkt voorstellingsvermogen bevindt, maar het is het grootste wat je in je leven kunt bereiken.