13. Het magnetisme van de ziel

Vergeleken met de macht van de mind en het fysieke magnetisme bezit de ziel het grootste magnetisme. Het woord ziel wordt zo slecht begrepen dat het voor mensen moeilijk is om zielskwaliteiten waar te nemen en te onderscheiden. Er bestaan echter zielskwaliteiten, los van en verschillend van de kwaliteiten van de mind en het lichaam. Zij zijn grootser dan wat men deugden noemt en ze hebben meer aantrekkingskracht dan enige andere kwaliteit. Je zou ze engelkwaliteiten kunnen noemen, maar aangezien we te maken hebben met menselijke wezens en niet zo zeer met engelen, is het beter ze zielskwaliteiten te noemen.

De voornaamste zielskwaliteit is onschuld. Er bestaat een groot verschil tussen onschuld en onwetendheid. De onwetende weet niet, de onschuldige weet en weet toch ook niet. In een kind is het onschuld dat ons naar hem toetrekt en het magnetisme dat we in de expressie van een baby voelen heeft een hemels karakter. Het kind weet niet en is daarom onschuldig, maar wanneer de ziel een punt heeft bereikt waarop ze weet en toch onschuldig is, dan is dat goddelijk. Heel vaak verwarren mensen een onschuldige ziel met een simpele ziel. Die ziel is inderdaad simpel, maar niet zoals mensen denken. Wanneer je edelmoedigheid in iemand ziet die arm is en nederigheid in iemand die wordt geëerd, wanneer je eenvoud in een grootse ziel opmerkt en verfijndheid in een sterke persoonlijkheid, wanneer je een pretentieloze kwaliteit in een dapper iemand bespeurt en een verlangen om te leren in iemand die weet en begrijpt, dan zul je beseffen dat al deze kwaliteiten de ziel toebehoren en dat ze meer dan wat dan ook in de wereld het hart van de mens kunnen winnen. Mensen worden zonder dat ze zich daarvan bewust zijn aangetrokken; zielen zullen zich zonder het te beseffen zich aan die ziel overgeven die haar oorspronkelijke kwaliteiten laat zien.

Elke baby brengt zielskwaliteiten met zich mee naar de aarde, maar wanneer hij opgroeit vergeet hij ze en leert hij de kwaliteiten van de aarde. En wanneer deze aard-kwaliteiten gerijpt zijn en zich hebben ontwikkeld nadat iemand de praktische kant van het leven heeft geleerd, nadat hij heeft leren onderscheiden tussen goed en slecht, tussen juist en verkeerd, dan zal de ziel als ze zich ontplooit de zielskwaliteiten beginnen te laten zien als teken van haar ontplooiing. Het is niet mogelijk om voor altijd de onschuld van de jeugd te behouden; zelfs als je die zou willen bewaren dan zou je dat niet kunnen, want het leven op aarde zwiept die weg. En wanneer een kind opgroeit wordt het steeds slimmer en geeft dat hem bevrediging. Mensen zullen het gezond verstand noemen, zij zullen het zin voor bruikbaarheid noemen of hoe ze het ook maar willen noemen, ze zullen het zelfs wijsheid noemen. De tijd van de rijpheid van de ziel zal echter uiteindelijk aanbreken en wanneer de ziel eenmaal is gerijpt dan komt er een nieuwe kijk op het leven te voorschijn. Alle kennis die is verworven door ervaringen, slimheid, zin voor bruikbaarheid, gezond verstand of wijsheid laat haar harde pantser vallen en blijft slechts in de vorm van essentie over. En als natuurlijk resultaat van haar manifesteert zich de onschuld. Het is niet zo dat onschuldige mensen niet wijs zijn, hoewel ze wijs lijken vanuit ons gezichtspunt, degenen die echt onschuldig zijn kennen de essentie van wijsheid terwijl ze toch wellicht simpel lijken te zijn.

Iemand met zielskwaliteiten wordt zonder twijfel niet altijd begrepen. Zijn taal is anders. Maar tegelijkertijd is het degene met zielskwaliteiten die doordringt en die macht in de vorm van invloed zal hebben. Wanneer we in de levensgeschiedenissen van de heiligen over de eenvoud lezen waarmee zij met vogels, bomen en bloemen praatten, dan kunnen we, als we dat trachten, begrijpen dat het niet de toestand van een simpele mind was die ze lieten zien; het was een mind die vol wijsheid was maar die alleen maar op een andere manier werkzaam was. Iemand met zielskwaliteiten sluit gemakkelijk vriendschap; hij kan vriendschap sluiten met de wijze mensen, met de dwaze mensen, met de deugdzame en met de zondaar, want er staat niets tussen hen in wat een barrière zou kunnen vormen. Zijn ziel zal de ziel van de ander aanraken en hoe dieper hij is hoe dieper hij in de ander door zal dringen.

Een andere zielskwaliteit is harmonie. Een verlichte ziel is van nature erop gericht om harmonie te creëren, want in harmonie vindt een verlichte ziel vrede. Degene die niet verlicht is vindt zijn bevrediging in strijd. Onbevreesdheid is ook een zielskwaliteit. Het is het licht van de ziel dat wanneer het op de problemen schijnt die ons zorgen baren ons het leven helderder doet zien en dat ons de macht geeft om onze moeilijkheden te overwinnen. Zielskwaliteit schenkt dapperheid en moed, zoals we kunnen zien in de beeltenis van Shiva, de Heer van de Yogi´s, die een slang om zijn nek heeft, hetgeen betekent dat hij niet bang is om de vijand die hij heeft overwonnen om zich heen te hebben. Dat is dapperheid.

Alle goede manieren die je leert om verfijnd te raken zijn het natuurlijke resultaat van de zielskwaliteit. Wanneer de ziel eenmaal ontwaakt is hoef je geen goede manieren te leren, die komen dan vanzelf. Want alle prachtige omgangsvormen behoren aan de ziel; het zijn de kwaliteiten van een verlichte ziel. Je probeert een persoonlijkheid op te bouwen, maar wanneer de ziel eenmaal is ontwaakt dan wordt de persoonlijkheid opgebouwd als een magisch paleis. Die wordt dan opgebouwd zonder te bouwen.

In feite zijn alle deugden zielskwaliteiten. Deugden worden echter ook gepreekt vanaf de kansel en iemand die geleerd heeft om goed en aardig te zijn omdat de predikant hem dat heeft verteld kan dan wel deugden bezitten, maar die deugden behoren hem dan toch niet toe. Zij lijken op iets wat hij ergens vandaan heeft geleend en hij zal ze ooit teruggeven. Maar dagene wat als een natuurlijke bron uit het hart komt is ware deugd, want die zal altijd blijven en dat schenkt iemand de grootste bevrediging. Het is voor iemand heel droevig om goed te zijn alleen maar omdat goedheid hem is opgedrongen en hij niet kan ontsnappen en hij dus wel goed moet zijn. Deze soort goedheid is eerlijk gezegd erger van slechtheid.

Zielskwaliteit komt ook tot expressie via kunst, muziek en poëzie. De zielskwaliteit manifesteert zich in de vorm van liefde, harmonie en schoonheid, op welke manier men daar ook maar expressie aan wenst te geven.