1. Mystiek in het leven

Mystiek kan beschouwd worden als de essentie van alle kennis. Ze kan vergeleken worden met het parfum van een bloem, want ze geurt uit zichzelf. Wij zien het parfum niet, maar we zien de bloem en zo zullen we niet veel woorden van de mysticus horen om de mystiek uit te leggen, maar kunnen we waarnemen dat er zich mystiek in zijn atmosfeer bevindt. Mystiek kan ook vergeleken worden met honing. Honing is zuiverend en mystiek ook. Ze zuivert de mens van zijn kwalen en ze het het zoetste van al de verschillende aspecten van kennis die er bestaan.

Voor een mysticus zijn uiterlijke vormen zoals rituelen en ceremoniën niet van primair belang. Toch zal een mysticus eraan deelnemen, terwijl daarentegen de half-wijze mens die zegt: ´Ik ben te ver gevorderd. Ik kan de uiterlijke vormen niet langer tolereren´, ertegen zal rebelleren. De mysticus kan alles tolereren, want hij interpreteert het leven volgens zijn eigen ontwikkelingsfase. Hij kan genieten van de betekenis van het ritueel, wat iets is dat zelfs mensen die ze uitvoeren niet altijd weten. Hij kan een ceremonie volgens zijn eigen wijsheid interpreteren en een interpretatie geven waarover degenen die die ceremonie uitvoeren of degenen ernaar kijken zelfs nog nooit over hebben gedroomd. Hij ziet alles wat hij wenst te zien en hij weet alles wat hij wenst te weten, zowel in de uiterlijke vorm als in de innerlijke vorm.

Het is een feit dat mystiek niet in woorden gedefiniëerd kan worden in de vorm van doctrines, theorieën of filosofische statements, want mystiek is een innerlijke ervaring. Om een innerlijke ervaring te kennen dien je bij die ervaring uit te komen. Als we tegen iemand die nog nooit in zijn leven hoofdpijn heeft gehad zeggen: ´Ik heb hoofdpijn´, dan zal hij dat nooit begrijpen. Hij zal niet weten wat het is. Daarom betekent het woord mystiek niets. Het is via de innerlijke ervaring dat je je de betekenis ervan ten volle realiseert. We kunnen derhalve natuurlijk veel boeken over psychologie of filosofie vinden, maar zelden iets over mystiek. En de paar boeken die er over mystiek zijn gaan over het algemeen over iets wat totaal verschilt van wat mystiek werkelijk is. De reden hiervoor is dat ze niet in een boek gezet kan worden, ze kan niet in woorden tot expressie worden gebracht. Maar juist de reden waarom ze zo vaag is is meteen de reden waarom ze zo waardevol is, want als er al enige kennis bestaat die de moeite waard is, als er al enige wetenschap bestaat die waardevol is dan is het wel de kennis en de wetenschap die je uit je eigen mystieke ervaringen kunt halen.

Het probleem is dat er half-mystici en kwart-mystici bestaan en dat zij allen toch als mystici worden beschouwd en dit veroorzaakt verwarring. Wanneer iemand zegt: ´Ik ben een christelijke mysticus, of een joodse of een islamitische mysticus´, dan is hij nog niet bij de mystiek aanbeland. Mystiek kan niet verdeeld worden in verschillende sektes en degene die zegt: ´Mijn mystiek is anders dan die van jouw´, is er nog niet bij aanbeland, want ware mystici kunnen niet van elkaar verschillen. Omdat innerlijke ervaringen niet veranderd kunnen worden is hun ervaring een en hetzelfde. Alle veranderingen behoren tot de uiterlijke ervaringen van het leven. Hoe verder je vordert op het spirituele pad, hoe meer ervaringen je hebt die gelijk zijn aan de ervaringen van anderen in die gevorderde fase. Alle ideeën zoals die over het innerlijke lichaam of het hiernamaals zijn feitelijk ervaringen van mystici. Het zijn geen speculaties. De macht van de mysticus behoort bij zijn eigen ervaring. De theoreticus is nooit tevreden over zijn kennis, hij twijfelt steeds aan zichzelf en vraagt zich of hij wel of niet gelijk heeft.

Er zijn zoekers naar de mystieke waarheid die wellicht twintig jaar of meer hebben gewijd aan het ontdekken van de een of andere sleutel tot de mystiek en ze zijn teruggekomen door dezelfde deur als waardoor ze naar binnen zijn gegaan en zeggen: ´Ik heb niets gevonden; ik heb jarenlang mijn ogen dicht gedaan maar tevergeefs. Vertel me wat ik zou moeten zien, vertel me wat ik hier zou moeten vinden?´ De reden hiervoor is dat zo iemand niet alleen met gesloten ogen op zoektocht ging, maar dat hij ook zijn ziel had gesloten. In plaats van het ontvangen van een openbaring leed hij een dubbel verlies. Hij zou het veel beter hebben gedaan met zijn ogen open. Hoewel hij zichzelf niet voor de gek wilde houden, wat altijd de moeite waard is, wilde hij toch niet dat zijn verbeeldingskracht zich zou inspannen, zodat zijn mind en zijn hart al werden gesloten nog voordat hij zijn ogen had gesloten en als gevolg daarvan sotnd er niets open.

Verbeeldingskracht zou niet moeten worden afgedankt. Verbeeldingskracht wordt een ladder op het pad van de mysticus. Bovendien zou er als er geen verbeeldingskracht zou zijn geen kunst zijn, zou er geen literatuur zijn en zou er geen muziek zijn. Dat zijn allemaal resultaten van verbeeldingskracht. Wanneer verbeeldingskracht naar buiten toe schoonheid kan voortbrengen in de vorm van poëzie, muziek of literatuur dan kan ze schoonheid van een veel grotere en hogere waarde voortbrengen wanneer ze naar binnen toe wordt gericht. Iemand kan zeggen: ´Als er een God is dan zou Hij voor mijn ogen verschijnen zodat ik zou kunnen geloven. Ik wil niet de moeite nemen om me voor te stellen dat er een is´, en al leefde hij duizend jaar op deze aarde, hij zou blijven waar hij was. Allereerst dient zijn verbeeldingskracht hem te helpen om zich een idee van de goddelijkheid te vormen. Vervolgens zal hij een verblijfplaats voor de goddelijkheid moeten maken waar die goddelijkheid kan vertoeven. Zoals Voltaire heeft gezegd: ´Als God niet zou bestaan dan zou je Hem moeten verzinnen´.

Als vanzelf begint de mysticus zijn werk met de ladder van de verbeeldingskracht en volgt de feitelijke ervaring. Wat voor ervaring heeft de mysticus? Ziet hij kleuren, communiceert hij met spirits, zwerft hij in de hogere werelden, leest hij gedachten, herkent hij objecten door psychometrie of verricht hij wonderen? Voor een mysticus zijn al deze dingen eenvoudig en degenen die ze uitvoeren zijn de half- en de kwart-mystici. Voor een mysticus die door en door mysticus is is dit allemaal kinderspel. Deze zaken liggen niet voorbij zijn macht. De macht van de mysticus kan zo groot zijn en zijn inzicht kan zo scherpzinnig zijn dat een gewoon iemand zich dat niet kan voorstellen, en toch is het nu juist vanwege deze reden dat een mysticus die niet anders kijkt dan een gewoon iemand niet kan voorwenden dat hij beter ziet, voelt, weet of begrijpt. De ware mysticus die op een bepaald punt van begrip is aanbeland zal derhalve als vanzelf zich de grootste moeite getroosten om zijn macht en inzicht voor de ogen van een ieder te verbergen. Het is de valse mysticus die naar voren komt en perfectie en profetische machten claimt en die suggereert dat hij wonderen kan verrichten.

Mystiek verandert de manier waarop iemand naar het leven kijkt. Hoe hoger een mysticus reikt, hoe ruimer zijn blikveld wordt. Het is daarom voor een mysticus heel moeilijk om zich aan te passen aan het begrensde leven van de wereld. Hij dient constant anders te praten en te handelen dan wat hij voelt en weet. Het is net als de acteur op het toneel: wanneer hij een koning moet spelen dan handelt en spreekt hij als een koning en wanneer hij de rol van een bediende op zich neemt dan speelt hij die rol, maar de gehele tijd weet hij en voelt hij dat hij noch koning noch bediende is, dat hij een acteur is. En op deze wijze is het gevoel van de mysticus heel wat anders dan zijn uiterlijke bekrachtiging.

Is het juist om dit te doen? Is dat niet een soort hypocrisie? Een oprecht iemand zou zeggen: ´Ik zeg wat ik bedoel´, net zoals hij zou kunnen zeggen: ´Ik vertel de waarheid of je dat nu wel of niet leuk vindt, dat interesseert me niet´. Maar het kan niet anders. Om te ontsnappen aan deze hypocrisie hebben sommige mystici hun lippen gesloten en hebben ze hun hele leven lang niet gesproken. Zij hebben zich teruggetrokken in de bossen om eraan te ontsnappen. Wanneer ze echter temidden van de wereld leven dan kunnen ze alleen maar deze methode volgen: de waarheid voelen en kennen en net zo te spreken en te handelen als ieder ander. En als iemand zegt dat dit niet juist is dan is het antwoord daarop dat in het geval van andere mensen de meeste dingen verkeerd zijn: zowel weten, handelen als spreken. Terwijl daarentegen in het geval van de mysticus slechts een ding verkeerd is. De mysticus voelt en weet tenminste op de juiste manier, zoveel strekt hem tot voordeel.

Van de kant van de leerling en ook van de kant van de mysticus is het een automatische handeling om mystiek over te brengen op een zoekende ziel, want wat de mysticus aan de leerling geeft is niet van hemzelf, maar van God en de leerling is een soort vat dat deze zegen ontvangt. Als het vat niet gereed is of als het met iets anders is gevuld dan zal de mysticus er ondanks alle verlangen van zijn kant er niet in slagen het vat te vullen. Daarom bestaat de hele training van mystiek eruit om eerst dit vat schoon te maken en het erop voor te bereiden dat de mysticus er de goddelijke kennis die van binnenuit komt in uitstort.

Je zou je af kunnen vragen of het leven in het Westen niet te verwarrend is geworden voor ware mystici om zich hier te kunnen ontwikkelen. Net zoals er in alle delen van de wereld lange en kleine mensen zijn zo zijn er ook overal wijze en dwaze mensen. De mysticus wordt geboren met een aanleg tot mystiek en er zijn veel mensen in het Westen met deze aanleg worden geboren. Het is alleen zo dat er in het Oosten veel mensen zijn die erin geïnteresseerd zijn om deze aanleg een stimulus te geven, terwijl daarentegen in het Westen het tegenovergestelde het geval is. Want wanneer iemand die aanleg vertoont lachen de mensen hem uit en denken ze dat het iets abnormaals is en staan ze niet toe dat deze gave waarmee hij is geboren zich in hem ontwikkelt. Dat is de reden waarom je heel wat minder mystici in het Westen dan in het Oosten aantreft. Bovendien is het zo dat wanneer in het Oosten een jongere een mystieke aanleg heeft hij een leraar vindt, een gids die hem verder kan helpen, terwijl dit daarentegen in het Westen heel moeilijk is. Dan weet over het algemeen niemand in zijn familie iets over mystiek en ontmoedigen ze hem zodoende of keuren ze zijn aanleg af. En datzelfde geldt voor zijn vrienden. Hij wordt er dus van alle kanten van weggetrokken in plaats van aanmoediging te vinden op het pad. Desalniettemin zal iemand die is geboren met een mystieke aanleg, hoe zeer hij er ook van wordt weggetrokken, vroeg of laat altijd proberen te vinden waarnaar hij op zoek is. Hij kan zich niet tevreden voelen vanwege die aangeboren hunkering.

Mensen vragen vaak wat het verschil is tussen mystiek en occultisme. In feite is occultisme datgene wat de mysticus laat zien als het resultaat van zijn ervaring, als het resultaat van zijn inzicht, als de expressie van de goddelijke wet. Tegenwoordig horen we vaak spreken over occultisme als iets wat verschilt van mystiek, maar dat is niet zo. Heel vaak komt iemand die een half-mysticus is naar voren en als de mensen dan vervolgens zeggen dat hij geen mysticus is dan zal hij zichzelf een occultist noemen. Hij moet iets zijn. Dit geeft hem ook een positie.

Er is een verhaal over drie ruiters die uit Delhi kwamen en achter hen reed een man op een ezel. Iemand die zich op de straat bevond richtte zich tot hen en vroeg: ´Ruiters, waar komen jullie vandaan?´ Voordat de drie ruiters konden antwoorden, zei deze man op de ezel: ´Wij vier ruiters komen uit Delhi´. (1)

Om een ander voorbeeld te geven: slim en wijs zijn niet hetzelfde. Het is niet juist om te zeggen dat een wijs iemand niet slim is, hoewel zijn wijsheid zwaarder weegt dan zijn slimheid. Iemand kan niet wijs zijn als hij niet slim is, alleen schenkt zijn wijsheid zijn slimheid een zodanige waardigheid dat het een belediging zou zijn om een wijs iemand slim te noemen. Een mysticus is dus een occultist, maar een mysticus een occultist noemen is hem omlaag halen naar een lager niveau. Het is net als een wijs mens slim noemen. Occultisme is het resultaat van de ervaring van de mysticus. Hij doorgrondt de wetten van de ongeziene wereld en interpreteert ze in gewone taal. Dat is occultisme.

(1) De onvertaalbare woordspeling heeft betrekking op savar, een woord dat zowel 'ridder' als 'berijder' betekent. De claim van de man op de ezel in het verhaal werd een Hindoestaans gezegde: Chharon savar dillise a rahe hen.