Poëzie (3)

Er is erg weinig aan ons overgeleverd van de Egyptische poëzie uit de oudheid en we kunnen slechts iets ervan opsporen door wat we weten over het karakter van de Egyptenaren uit die tijd, die de mystieke en muzikale aspecten van de ziel op een symbolische manier hebben uitgedrukt. De Hebreeuwse poëzie is ook weinig bekend, behalve wat men in het Oude Testament vindt. De Arabische lyrische geschriften zijn in de Aziatische wereld het bekendst als de meest geïnspireerde en de mooiste. De Arabieren waren ook een metafysisch en filosofisch ingesteld volk en hun poëzie combineerde filosofie met lyriek en romantiek.

De poëzie vond haar meest hoogstaande uitdrukking in Perzië. De Perzen hadden een natuurlijke gave voor poëzie en voor poëtische inspiratie en hun taal leverde een poëtische vorm op voor de uitdrukking van hun ziel. Toen Firdausi de geschiedenis van Perzië schreef, schreef hij die geheel in versvorm en laat daardoor zien hoe de inspiratie en taal van de Perzen zich mengde met poëzie. Soefi´s, vooral uit de tijd van Farid-ud-Din-Attar, hebben de boodschap van God aan het volk van Perzië gegeven in de vorm van poëzie. Evenzo hebben ze de religie aan het volk van Perzië uitgelegd in de vorm van poëzie. Het prachtige werk van Jelal-ud-Din Rumi, de Masnavi, en de poëzie van zijn leraar Shams-e Tabrèz, laten zien dat Perzië de spirit van poëzie zelf was ten tijde van de geboorte van Hafiz en in de tijd dat Sa´di zijn Rose-Garden en zijn Garden of Fragrance schreef, waarin hij van het begin tot eind ethiek doceerde. In deze periode zijn grote dichters geboren, maar daarna zijn ze verdwenen.

Wat de oorzaak was voor deze subtiele, diepe en symbolische poëzie was het feit dat de Perzische heersers vrije gedachtengangen en vrije meningsuiting onderdrukten; en daardoor moesten de grote filosofen die een diepe inspiratie en een behoefte om het geheim van het leven door middel van woorden uit te leggen voelden, uitkijken naar een manier waarop zij zich konden uitdrukken. Uiteindelijk vonden ze het, en die manier was om hun filosofische ideeën uit te drukken in de vorm van lyrische teksten. Dit liet een nieuwe kunstvorm ontstaan. Net als met schilderen: alle gedichten werden een beeld van het leven; met verschillende lichten, schaduwen en kleuren componeerden de dichters afbeeldingen van de verscheidene aspecten van het menselijke leven. Dat is de reden waarom de Perzische poëzie altijd bekend heeft gestaan als een individuele, unieke en een bijzonder prachtige en schitterende kunst. Men vindt dat nog steeds zo, ofschoon die inspiratie een lange tijd geleden verdwenen schijnt te zijn.

De Perzische poëtische golf is naar India gekomen en heeft daar het karakter van de Indiasche poëzie veranderd. De Hindoe´s die altijd gesloten en afstandelijk zijn geweest en de overlevering volgden, namen in eerste instantie de Perzische vorm niet over zodat er in India twee verschillende aspecten van de poëzie werden ontwikkeld. Het ene aspect is dat de poëzie werd geschreven in een van de Prakrits, de streektalen die het Sanskriet zowel als spreektaal en in sommige vormen van literatuur hadden vervangen. Men zegt dat de Prakrit talen door yogi-krachten en spirituele inspiraties werden gevormd. De dichters drukten wonderbaarlijke ideeën uit in de Prakrit poëzie en zij volgden over het algemeen dezelfde metrums als in het Sanskriet; zij gebruikten veel Sanskriet woorden, ofschoon de talen als geheel Prakrit waren. Slechts in het ritme werd een nieuwe vorm geïntroduceerd, waarin de klinkers die verbonden zijn aan verschillende medeklinkers geen aandacht meer kregen (Hazrat Inayat Khan verwijst naar een typisch kenmerk of Dev Nagari en gelijksoortige geschriften die in de literatuur van de Sanskriet en Prakrit literatuur werd gebruikt) en waarin woorden en ideeën zodanig werden gerangschikt dat ze het ritme volgden. Op deze manier waren zij tamelijk vrij om zich uit te drukken zolang zij de tijd in hun mind konden slaan, zonder dat ze gebonden waren aan het rigide systeem van lettergrepen die overheersten in de Sanskriet poëzie, zoals in het vorige hoofdstuk is uitgelegd.

Er bestaat een leuk verhaal over twee grote Hindoestaanse dichters die de gewoonte hadden om in dichtvorm te spreken. Dichters die dit konden werden Shigrakavi genoemd. Een van de dichters kwam naar het dorp waar de andere dichter woonde; en de een was erg dun terwijl de ander erg dik was. De dikke vroeg de dunne in dichtvorm of het goed met hem ging. En de ander antwoordde: ´De tempel waarvan het de bedoeling is dat God er in woont heeft geen vlees nodig; men moet dankbaar zijn dat er botten zijn!´ En hij voegde eraan toe: ´Maar jij ziet er erg goed uit´. Waarop de dikke dichter antwoordde: ´Als ik mijn geliefde nog niet had gevonden zou ik ook dun zijn, maar op het moment dat mijn geliefde tot mij kwam werd ik dik.´

Het andere aspect was de poëzie die in het Urdu-Hindoestaans is geschreven dat zich later heeft ontwikkeld. Met de geboorte van deze taal vonden de dichters een grote mogelijkheid om hun ziel uit te drukken, want het was samengesteld uit veel talen en dit gaf hun een ruim bereik om zich uit te drukken. Er waren misschien wel tien woorden voor de zon en wel twintig voor de maan, en er was een grote verscheidenheid aan uitdrukkingen voor elk idee. Aan de ene kant maakte dit de poëzie gemakkelijker, maar aan de andere kant moeilijker: gemakkelijk voor de begaafde dichters en moeilijk voor degenen die op een mechanische wijze poëzie wilden maken, omdat het kiezen van woorden niet zo gemakkelijk is. Als er een verscheidenheid aan objecten in een winkel is is het moeilijk om een keuze te maken en om een keuze in woorden te maken vereist een grotere inspiratie.

De poëzie van Perzië werd verrijkt door de ideeën van de Soefi´s, en de Hindoestaanse poëzie werd ook door dezelfde Soefi invloed ontwikkeld. Veel grote Hindoestaanse dichters waren Soefi´s en er kwam geen eind aan hun succes; het gehele land was in extase over hun gedichten. Het bereikte zo´n hoogtepunt dat in de conversatie elke geleerde man versen aanhaalde van een of andere bekende dichter. Deze gewoonte bestaat tegenwoordig nog steeds; een hoogopgeleide iemand zal als hij zelfs maar voor even converseert met iemand van zijn eigen niveau altijd een paar dichtrregels citeren. Op deze manier gebruikt hij de woorden van de dichters om zijn argumenten te onderbouwen.

Als we naar de andere kant van de wereld kijken dan zien we dat de Grieken uit de oudheid net zo goed in hun poëzie waren als in hun kunst. Elk ras dat een hoger bewustzijn bereikt laat tekenen van zijn ontwikkeling zien in de vorm van kunst, muziek en poëzie. De Griekse poëzie zal daarom altijd een inspiratie blijven voor dichters en liefhebbers van wijsheid. Ook de Latijnse poëzie bevatte veel mystiek. En ondanks het grote tijdsgat liet Dante de vlam van dezelfde inspiratie zien die zo duidelijk aanwezig was in de oudheid. Het is zeer wonderbaarlijk om te zien dat in dezelfde periode aan de ene kant er zo´n golf van poëtische inspiratie was in Perzië en dat Dante aan de andere kant de kunst van poëzie in Italië nieuw leven inblies.

Wanneer we verder gaan zien we dat de poëzie voort is gekomen uit de kunst van de tragedie, die in de tijd van Shakespeare een hoge ontwikkeling had bereikt. In zijn werk herkennen we de vlam ondanks sommige passages van donkerte. We kunnen in de woorden van Shakespeare de stem van de profeten uit de oudheid horen. Of mensen nu in het Oosten of in het Westen vertoeven, in werkelijkheid komen ze noch uit het Oosten noch uit het Westen; en zo gaan ze uiteindelijk noch naar het Oosten noch naar het Westen. De bron en het doel zijn hetzelfde, net als de inspiratie. En iedereen die de waarheid bereikt en de waarheid verwerkelijkt, in het Oosten of in het Westen, verwerkelijkt dezelfde waarheid; de leiding komt uit dezelfde Geest van Leiding. Het lijkt alsof er in elk woord van Shakespeare gewicht zit, alsof er achter elk woord zich iets anders bevindt; en hoe meer men erover nadenkt hoe meer men ziet dat zijn woorden een soort sluier zijn die verbergen wat er zich achter bevindt. Bovendien bevindt zich er een grote waardigheid in het werk van Shakespeare.

Als we bij de moderne poëzie uitkomen, zien we dat er symbolisten, expressionisten en andere scholen zijn geweest, maar het lijkt erop dat het lang zal duren voordat de dichters de ware symbolen zullen bereiken, voordat zij ware symbolisten zullen worden. Symboliek wordt geboren uit een onbewust gevoel dat voortkomt uit de intuïtie. Wanneer dit gebeurt inspireert de symboliek die de dichter of kunstenaar in woorden of in een andere vorm heeft uitgedrukt zelfs degene die het heeft uitgedrukt.

Een dichter las ooit een erg diep, symbolisch gedicht dat door een van zijn vrienden was geschreven. En toen hij zijn vriend zag, zei hij: ´Wat een prachtig gedicht! Ik was zo onder de indruk van de symboliek ervan. Kun je me uitleggen wat je met deze zin bedoelde?´ En de dichter keek hem aan en zei: ´Ik kan eerlijk gezegd zelf niet zeggen wat het betekent´. Als een dichter mystieke poëzie schrijft en hij zich zelf onbewust is van zijn mystiek dan moet zijn mind een machine zijn. Een geobsedeerde dichter kan dit inderdaad doen; maar dan is er een andere dichter die componeert en die alleen maar de pen is. De dichter schrijft wat zijn ziel dikteert en hij schrijft in overeenstemming met de evolutie van zijn ziel.

Er wordt heden ten dage ongetwijfeld veel aandacht besteed aan ritme, maar aan de andere kant zijn er veel dichters die zich van ritme willen bevrijden. Beide richtingen zijn juist als ze op de juiste wijze worden gebruikt. Als het ritme de gedachten en ideeën van iemand verbindt en ze tegenhoudt dan is het maar beter om vrij te zijn van deze band; maar tegelijkertijd zou men niet moeten vergeten dat ritme voortkomt uit het dansen van de ziel. Wanneer de ziel begint te dansen wordt elk woord, elke uitdrukking van iemand ritme. Ritme moet daarom niet worden vergeten, want ritme inspireert andere zielen om ook te dansen.

Moderne schrijvers hebben de neiging om meer de uitdrukking van kracht dan van schoonheid te zoeken. Als vogels dieren worden, wat volgens sommige theorieën gebeurt, dan worden ze zwaar en compact; en op dezelfde manier zouden mensen nadat ze schoonheid hebben gezocht tot navolgers van kracht kunnen worden. Schoonheid zoeken betekent opwaarts gaan, maar kracht navolgen betekent neerwaarts gaan; en wanneer de vogels neerwaarts gaan worden mussen kippen. Het komt door het materialisme en de handelspraktijken van onze tijd dat dichters steeds compacter worden. Er zijn tegenwoordig zo veel schrijvers en zo weinig dichters. Dit laat op zichzelf zien dat we in plaats van opwaarts neerwaarts gaan.

Op een dag werd ik voorgesteld aan een bekende dichter door een vriend, vlak nadat ik een lezing had gegeven. En deze dichter vroeg me: ´Is het werkelijk waar dat er inspiratie nodig is voor poëzie?´ Hij, een bekende dicher, geloofde niet in inspiratie. En ik ontmoette een andere dichter die een grote naam had verworven maar noch zijn uitdrukking noch zijn bewegingen, woorden of gedachten lieten enig teken zien dat hij een dichter was. Waarom was dat zo? Omdat iemand tegenwoordig om bekend te worden en tijdelijk succes te genieten af moet dalen tot de laagste mentaliteit; dat maakt hem in de ogen van de mensen van tegenwoordig een groot man. Maar dat is een fout. Waarom moet iemand indruk maken op het gewone volk? Het is beter indruk te maken op de beste mensen, de mensen met de zuiverste mentaliteit en hoogste spirit en de anderen te laten waarderen wat oppervlakkig is. Op deze manier kan men het gewone volk naar een hogere norm brengen in plaats van zich te bukken om hen op hun eigen niveau te bereiken.

In New York kwam er ooit een krantenjournalist me opzoeken en hij vroeg een half uur lang vragen, vragen over filosofie en mystiek en ik was zo geïnteresseerd in de vragen die hij stelde dat ik ze uitvoerig heb beantwoord. Uiteindelijk zei de verslaggever: ´Hoe moet ik al wat U mij heeft verteld uitleggen aan de man van de straat?´ Ik antwoordde: ´Als je hier bent gekomen om deze ideeën aan de man van de straat uit te leggen, gebruik er dan alsjeblieft niets van; leg gewoon uit wat jij wil´. En dat deed hij.

Poëzie is de dans van de ziel; en wanneer er uit het hart van een dichter inspiratie oprijst en hij het opschrijft dan zal zelfs zijn proza poëzie zijn. Maar het voor een schrijver moeilijk om poëzie te schrijven, want het is niet zijn stijl. Het leven is zo mechanisch voor ons geworden. We worden van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat in de strijd van het leven geworpen; overal waar we naar toe gaan worden we in een bepaald mechanisme opgenomen; en de diepte van het leven, de hoogstaande verbeelding, het torenhoge ideaal lijken allemaal te ontbreken. Dat komt door ons dagelijkse leven. Wat er onder zulke omstandigheden gebeurt, is dat degenen die werkelijk getalenteerd en lovenswaardig zijn niet worden opgemerkt; alleen degenen die erin slagen een beroep te doen op de meest gewone mentaliteit zijn bekend. Ongetwijfeld zal dit niet door blijven duren en zal er een verandering plaatsvinden; maar die kan alleen plaatsvinden wanneer de lezers van poëzie veranderen. Het lijkt alsof de algemene opvoeding de schoonheid van de kunst van de poëzie verbergt, omdat opvoeding in principe wordt gegeven voor commerciële doeleinden: iemand bekwamen om zijn eigen belangen in zijn wereldse strijd te beschermen. Hoe kan zo iemand poëzie waarderen? En dat is niet alleen zo in het Westen; is het Oosten is het nog erger. Dichters zijn vele, vele jaren gestorven van de honger. Er zijn maar weinig koningen (Rajas) die waardering voor poëzie hebben en het algemene publiek is niet ontwikkeld genoeg om die te waarderen; daarom moet een goede dichter sterven van de honger en zijn alleen diegenen die een beroep doen op het algemene publiek succesvol.

Maar door hun succes wordt de mentaliteit van het gehele ras verlaagd. Op de dag waarop opvoeding een andere vorm aanneemt en met een ander ideaal wordt gegeven, zal de poëzie van de wereld ook veranderen. Om poëzie te kunnen schrijven of te kunnen waarderen moet de poëtische spirit wakker gemaakt worden. Het menselijke ras heeft niet de inspiratie verloren, maar die is niet wakker gemaakt. De spirit van tegenwoordig is alert voor zakendoen, maar als het aankomt op hogere idealen en principes, mooie verbeelding, schitterende symbolen, diepte in gevoel en gedachte dan lijkt het alsof het ras geen enkele vooruitgang maakt. En het volgende zou men in gedachten moeten houden: dat op de dag dat de poëzie verbetert, meer wordt gewaardeerd en meer instructief en verlichtend wordt, we weer opnieuw de belofte zien en voelen dat het menselijk ras vooruit gaat.