Muziek (1)

In alle tijden hebben de bedachtzame mensen muziek de celestijnse kunst genoemd. Kunstenaars hebben engelen die op harpen spelen afgebeeld; en dit leert ons dat de ziel op aarde komt met de liefde voor muziek. In Arabië bestaat een verhaal dat de ziel toen God haar opdroeg het lichaam binnen te gaan, dit weigerde en zei dat dit lichaam op een gevangenis leek. Toen vroeg God de engelen om te zingen en te dansen; en toen de ziel deze muziek hoorde was zij in extase gebracht en in die extase ging zij het fysieke lichaam binnen. Het is een vreemd verhaal en toch geeft het de sleutel tot het geheim van muziek: pas na geboren te zijn op aarde leert de mens van muziek houden, maar de ziel was al in de ban van muziek voordat zij op aarde kwam. En als iemand vraagt waarom niet elke ziel van muziek houdt, dan is het antwoord dat er veel zielen zijn die zijn begraven. Ze zijn levend, maar toch zijn ze begraven in de dichtheid van de aarde; en daarom kunnen zij muziek niet waarderen. Maar in dat geval zijn zij niet in staat iets anders te waarderen, want muziek is het eerste en het laatste wat elke ziel aantrekt.

De hemel van de Hindoe´s, Indra Loka, is vol met zangers. De mannelijke zangers worden Gandharva´s genoemd en de vrouwelijke zangers Upsara´s. In de Hindoe-symboliek lijkt muziek het beste symbool om het paradijs mee uit te drukken.

Waarom heeft muziek zo´n aantrekkingskracht voor de mens? De hele manifestatie heeft haar oorsprong in vibratie, in geluid; en dit geluid dat in de Vedanta Nada wordt genoemd, was de eerste manifestatie van het universum. Als gevolg daarvan werd het menselijk lichaam gemaakt van toon en ritme. Het belangrijkste in het fysieke lichaam is de adem en de adem is hoorbaar; hij is het duidelijkst te horen in de vorm van de stem. Dit laat zien dat de voornaamste tekenen van leven in het fysieke lichaam toon en ritme zijn, en samen maken zij muziek. Ritme heeft aantrekkingskracht voor de mens omdat er een ritme gaande is in zijn lichaam. Het slaan van de hartslag en de beweging van het hart maken beide dit ritme kenbaar.

Het ritme van de mind heeft een effect op dit ritme dat voortdurend in het lichaam voortgaat en in overeenstemming met zijn invloed beïnvloedt het het fysieke lichaam. De noten hebben aantrekkingskracht op iemand vanwege de adem; adem is geluid en zijn vibraties bereiken ieder deel van het lichaam en houden het zo in leven. En doordat geluid een effect heeft op de vibraties en op de atomen van het lichaam geeft geluid ons een sensatie.

Dit is slechts een uitleg van de aantrekkingskracht van muziek op het fysieke lichaam, maar muziek reikt verder dan het fysieke lichaam; het hangt er alleen maar vanaf wat voor soort muziek het is. Er bestaat een overlevering die vertelt dat de eerste taal van de wereld uit muziek bestond; daarna kwam er in taal van woorden tot leven. Zelfs nu bestaat er onder primitieve stammen een taal van geluiden; ook zijn de meer muzikale talen van de wereld expressiever, terwijl de talen die minder muziek hebben minder expressief zijn. Het zijn niet alleen woorden die een mening overbrengen; vaak brengt de toon van de stem het veel beter over en soms kan hetzelfde woord twee of meer betekenissen hebben afhankelijk van de toon waarop het wordt uitgesproken.

Men zegt dat Shiva, of Mahadeva, de eerste uitvinder van een muziekinstrument was. Toen hij door het bos slenterde, geheel in beslag genomen door zijn spirituele bereiking, wilde hij een soort bron van amusement hebben, een verandering in zijn meditatieve leven; en dus nam hij een stuk bamboe en twee kalebassen die hij aan de bamboe vastmaakte; de snaren maakte hij van dierendarmen. Toen hij deze op het instrument had vastgemaakt ontdekte hij de vina; daarom noemen de Hindoe´s de vina een heilig instrument en gedurende vele jaren lieten zij geen andere snaren gebruiken dan die van dierendarmen. Later werd dit instrument verbeterd en meer verfijnd gemaakt en nu worden meestal alleen nog maar stalen snaren gebruikt; maar de reden waarom snaren van darmen aantrekkelijk is voor de menselijke ziel, is omdat het van een levend wezen af komt en dat het zelfs nadat het van het lichaam is gescheiden uitroept: ´Ik leef!` Daarom geeft een viool een levendiger geluid dan de piano. De piano mag de viool dan overstemmen, maar het leven dat van de snaren van darmen komt manifesteert zich als een stem.

Er bestaat een Chinese legende die vertelt dat de eerste muziek op kleine stukje riet werd gespeeld. De grote musicus van de klassieke oudheid die muziek in China introduceerde, maakte gaten in een stuk riet op een bepaalde afstand van elkaar, de afstand tussen twee vingers; en zo kwam de rietfluit tot leven. Hieruit kwam de schaal van vijf noten: een noot was de oorspronkelijke noot die door het riet werd voortgebracht en de vier andere noten werden gemaakt door de vingers op de gaten te plaatsen. Daarna werden er veel andere schalen ontwikkeld.

De Hindoe-filosofie onderscheidt vier verschillende cycli van de mensheid, van het menselijk ras: Krita Yug, het Gouden Tijdperk; Treta Yug, het Zilveren Tijdperk; Dvapar Yug, het Koperen Tijdperk; en Kali Yug, het Ijzeren Tijdperk. Het tijdperk waarin we nu leven is het Ijzeren tijdperk. In het Gouden Tijdperk was er muziek van de ziel, een muziek die aantrekkingskracht had op de ziel zelf en dat haar optilde naar het kosmische bewustzijn, de muziek van de engelen, de muziek die helend en troostend was. En de muziek van het Zilveren Tijdperk was de muziek van het hart, de muziek die aantrekkingskracht had op de diepten van het hart, en die sympathie en de liefde voor de natuur schiep en de mens inspireerde en hielp bij het ontwikkelen van de hartkwaliteit. De muziek van het Koperen Tijdperk had aantrekkingskracht op de mind, op het intellect, zodat iemand de gecompliceerdheid van de muziekwetenschap, het verschil tussen de verschillende schalen en de kwaliteit van het ritme kon begrijpen. Tenslotte heeft de muziek van het Ijzeren Tijdperk aantrekkingskracht op het fysieke lichaam; zij helpt de soldaten om te marcheren en zij zet mensen aan om te dansen.

Een verhaal dat in India wordt verteld, illustreert dit. Er kwam een zanger aan het hof van de laatste keizer, Mohammed Shah, die een nieuwe manier van componeren had ontdekt. En toen deze man zijn nieuwe composities zong, won hij de bewondering en het lof van iedereen aan het hof. De zangers en musici waren eenvoudigweg verbaasd dat er een nieuwe ontwikkeling in muziek mogelijk zou kunnen zijn. Maar een van de oudere aanwezige musici zei: ´Als Uwe Majesteit mij wil verontschuldigen wil ik iets zeggen. Er bestaat geen twijfel over dat dit zeer mooie muziek is en zij heeft de bewondering gewonnen van alle aanwezigen, ook van mij. Maar ik moet u vertellen dat vanaf vandaag de muziek van het land neerwaarts zal gaan in plaats van opwaarts, omdat de muziek die ons van hogerhand is gegeven gewicht heeft, substantie maar het er nu op lijkt dat die verloren is en dat de muziek lichter is geworden. Daarom zal zij vanaf nu neerwaarts gaan´. En aldus geschiedde; stap voor stap werd de muziek daarna neerwaarts gebracht.

Een zeer bekende schrijver zei: ´Er zijn vier bedwelmingen: de bedwelming van fysieke kracht, de bedwelming van weelde, de bedwelming van macht; maar als er op aan komt deze drie te vergelijken met de vierde, de bedwelming van muziek, dan stellen ze niets voor.´

Op een dag zei de Keizer Akbar tegen zijn hoofdzanger, Tansen: ´Jij bent zo´n groot zanger en er is zo´n prachtige magie in jou stem dat ik me afvraag hoe groot jouw leraar wel niet geweest moet zijn´. Tansen zei: ´Vergelijk me alstublieft nooit met mijn leraar, dat is niet te vergelijken´. Akbar zei: ´Is jouw leraar dan zo groot? Leeft hij nog?´ Tansen antwoordde: ´Ja, hij is levend dood´. ´Waar is hij te vinden?´, vroeg de keizer, ´ik zou hem graag willen horen´. Tansen zei: ´Ik zal het proberen, maar ik ben bang dat zijn spirit in opstand zal komen als hij zou zien dat hij voor de keizer zou moeten zingen´. Toen zei Akbar: ´Ik zal als bediende verkleed meekomen´. Tansen zei: ´In dat geval zou het mogelijk kunnen zijn´.

Akbar ging met Tansen mee en na een lange reis vonden zij deze leraar in de bergen, in eenzaamheid. Ofschoon Akbar als een bediende was gekleed herkende de heilige hem; desalniettemin had de nederige houding een aantrekkingskracht op hem. En hij zong en zowel Akbar als Tansen raakte gefascineerd; de sfeer van de aarde was uit hun bewustzijn verdwenen.

Toen ze tot hun positieven kwamen zagen ze dat de heilige er niet meer was. ´Waar is hij?´, vroeg Akbar. Tansen antwoordde: ´Hij heeft deze plek voor eeuwig verlaten, bang dat we nog eens zouden komen en hem lastig zouden vallen´. Akbar kon geen woord uitbrengen om de muziek te loven die hij had gehoord.

Nadat ze in het paleis waren weergekeerd zei de keizer op een dag: ´Tansen, ik voel zo´n behoefte om hem weer eens te horen!´ Tansen zei: ´We kunnen hem nooit meer vinden nu hij die plek heeft verlaten´. ´Maar,´ zei Akbar, ´ik voel me zo rusteloos, ik verlang er zo naar die stem nog eens te horen. Weet je niet welke raga hij zong?´ Tansen zei dat hij de raga kende en begon die te zingen. Maar toen hij klaar was, zei de keizer: ´Het is niet hetzelfde. Waarom is dat?´ En Tansen voelde zich gekwetst en zei: ´Dat komt omdat ik het voor u zing, maar mijn leraar zingt voor God!´

Dit voorval maakte in het hart van Tansen zo´n gevoel van onafhankelijk wakker dat hij de keizer groette en hem vaarwel zei. Hij zag in dat de bron van zijn imperfectie zijn relatie met het hof was; en hij kon het niet langer verdragen. En daarom ging hij weg en de rest van zijn leven zwierf hij door het land en leidde een meditatief leven.

De verhalen die worden verteld over zangers die de vogels en de dieren konden bekoren en de verhalen over de wonderen die door de kracht van hun muziek werden verricht zijn niet slechts verhalen. Muziek kan zelfs meer dan dat doen; toon en ritme zijn de bron van de gehele manifestatie.