Gisteren, vandaag en morgen

Het is zeer interessant op te merken dat het Oosten en het Westen heel verschillende en misschien wel tegengestelde mening hebben over het onderwerp van de evolutie van de wereld. Terwijl de mens in het Westen denkt dat we ons steeds meer ontwikkelen, dat we vooruit zijn gegaan in vergelijking met onze voorouders, gelooft de mens in het Oosten dat we in vergelijking met onze voorouders achteruit en naar beneden gaan, dat we slechter zijn.

Wat is de waarheid hieromtrent? Vanuit het ene gezichtspunt is er nog nooit eerder zo´n goede communicatie geweest als tegenwoordig: de telegraaf en de telefoon, schepen als paleizen die op het water drijven, vliegtuigen, de grammofoon en dan de radio die de mensheid in een moment overal verbindt; daarnaast de ontwikkeling die plaatsvindt in elke tak van de wetenschap, van de kunst en er zijn ook de moderne systemen, organisaties en classificaties. Als je naar dit alles kijkt dan kun je er niet een seconde twijfelen dat de wereld zich volgens de moderne opvatting ontwikkelt maar wanneer we bij delicate gedachten en sentiment, goede manieren, ridderlijke ridderlijkheid, koninklijke houding, nobelheid van geest, edelmoedigheid van hart, de neiging om te offeren, de diepte van gevoel en helderheid van inzicht belanden, zijn we er zeker van dat wat de mens in het Oosten zegt, waar is.

Wij leren hieruit dat beide opvattingen juist zijn. We zijn ons aan het ontwikkelen en toch zijn we tegelijkertijd achteruit aan het gaan. In bepaalde dingen zijn we ons aan het ontwikkelen en in bepaalde dingen zijn we achteruit aan het gaan; en dit brengt ons tot de filosofische conceptie dat niet alleen de wereld rond is, maar dat alles rond is; dat alles in cirkels beweegt. De vroege ochtend is bijvoorbeeld niet zo verschillend van de late avond, hoge leeftijd is niet zo verschillend van de vroege jeugd, wanneer we ons realiseren hoe onschuld zich ontwikkelt naarmate iemand ouder wordt en de fase bereikt waarop men dezelfde uitdrukking van engelachtige sferen toont die men als kind heeft gehad. Het is net als het oktaaf: zeven noten en dan komt de grondtoon weer. Het gaat niet op- en neerwaarts, het gaat in een cirkel. Maar we zijn eraan gewend om van alles te zeggen dat het ofwel opwaarts ofwel neerwaarts gaat. We kunnen het eens zijn met degenen die zeggen dat we opwaarts gaan of we kunnen het eens zijn met degenen die bewerend dat we neerwaarts gaan, maar in werkelijkheid betekent vooruitgang niet continu opwaarts gaan; vooruitgang betekent tegelijkertijd op- en neerwaarts gaan; vooruitgang zou moeten worden omschreven door middel van een cirkel en niet door middel van een rechte lijn. Als we er vanuit dit gezichtspunt naar kijken, heeft alles in de wereld een circulair aspect, want het ware beeld van beweging is een cirkel.

Er zijn drie aspecten van kennis: zelfkennis, de kennis van een andere persoon en de kennis van de collectiviteit. Er zijn ook drie manieren om naar de wereld te kijken: het verleden ervan, het heden ervan en de toekomst ervan. Met gisteren is het verleden bedoeld; met vandaag is het heden bedoeld; en met morgen is de toekomst bedoeld. De kennis van het verleden geeft wijsheid; de kennis van het heden geeft macht; de kennis van de toekomst geeft vrede. Degene die graag kennis wil verwerven moet in gedachten houden dat deze drie aspecten allemaal even belangrijk zijn.

Voor degenen die het spirituele pad betreden is het net zo belangrijk om aan de wereld te denken, vooral in de huidige tijd, als om aan iemand anders of aan hunzelf te denken. Niemand zou moeten denken dat hij door positie of rang, door beroep of baan, door omstandigheid of situatie, te beperkt is om aan de wereld te denken; maar ieder van ons zou zich moeten realiseren dat we een deel van de wereld zijn dat zichzelf genoeg is. Elk deel is verantwoordelijk voor de evolutie van de wereld in overeenstemming met de plaats die het inneemt in de kosmos; en alles wat een mens van nature eerst over zichzelf weet en dan over een ander is van het grootste belang wanneer hij ook iets over de wereld in het groot leert kennen. Wat hij zou moeten weten is wat de wereld was, wat de wereld nu is en wat de wereld zal zijn in de toekomst. In de zelfkennis van het verleden of heden of toekomst moet iemand leren wat de oorsprong van de ziel was, hoe de ziel zich zelf gevormd heeft, hoe zij ertoe is gekomen zich te manifesteren, de kennis van het proces van manifestatie, en de verschillende fasen waardoor zij is gegaan richting manifestatie. Met betrekking tot het heden zou iemand zijn eigen omstandigheden moeten leren kennen, de omstandigheid van iemands spirit, van zijn lichaam en mind, zijn situatie in het leven, en zijn relatie tot anderen; hij zou zich ook dienen te realiseren hoe ver de ziel reikt in de spirituele sferen. En met betrekking tot de toekomst zou iemand de antwoorden op de volgende vragen moeten vinden: ´Ben ik me aan het voorbereiden op iets wat gaat komen, en wat gaat er komen? Als het leven een reis is, wat is dan het doel van deze reis? Wat is de bestemming en hoe kan ik die bereiken? Welke voorbereiding moet ik verrichten voor deze reis en wat moet ik dragen om deze reis gemakkelijk te maken? Welke moeilijkheden kan ik op mijn weg verwachten?´ Het begrijpen van deze vragen is de kennis van de toekomst. En het is zelfkennis die de mens helpt het verleden, heden en de toekomst van een ander te begrijpen. Want voor degenen die zichzelf kennen is de ander als een open boek; zij kunnen hem duidelijk lezen; zijn verleden en zijn heden en toekomst zijn helder voor hen.

Er zijn vele manieren waarop mensen proberen iets over het verleden, heden en de toekomst te leren kennen: door astrologie, door handleeskunde, door fysionomie, door gelaatstrekken te lezen en op vele andere manieren. Ofschoon al deze methoden vaak hulpvol kunnen zijn en ons enige kennis verschaffen – want kennis is binnen ons bereik en we hoeven er slechts naar te vragen en het wordt ons gegeven – kunnen we toch door zelf-realisatie deze kennis in een bepaalde fase zo helder begrijpen dat geen andere methode nodig is. Het wordt natuurlijk; net zoals het voor ogen natuurlijk is om te zien zo wordt het voor het hart natuurlijk om in het verleden, heden en de toekomst te kijken.

Naar het verleden kijken is als vanuit grote hoogten naar beneden kijken. Het betekent de diepten van het leven goed te onderzoeken. Naar het heden kijken is als het observeren van een brede horizon, zo breed als we kunnen zien. Naar de toekomst kijken is als omhoogkijken naar de hemelbol. En het gevoel dat we ervaren is bij elk van deze drie manieren van kijken anders. De een geeft kennis; de ander geeft kracht en de derde geeft vrede, zoals ik al eerder zei. Kennis is het geboorterecht van de mens en het is het levensonderhoud van de ziel. De ziel is op aarde gekomen om kennis te vergaren; het verwerven van kennis is het enige doel dat de ziel heeft om hier te komen. In kennis ligt de bevrediging van de ziel, de vervulling van het doel van het leven.