De houding van een leerling

De houding van een mureed ten opzichte van het leven dient hoopvol te zijn; ten opzichte van zijn motieven moedig; ten opzichte van zijn murshid vol vertrouwen; ten opzichte van het doel oprecht; ten opzichte van hetgeen hij moet voltooien oprecht zonder ook maar een beetje twijfel. In elk aspect van het leven is het onze houding die er toe doet en die uiteindelijk creatief in allerlei soorten fenomenen blijkt te zijn. Zowel succes als falen hangen ervan af, zoals in het Hindi-gezegde wordt gesteld: ´Als de houding juist is, zal alles goed komen´.

Voor de zoeker op het spirituele pad is het heel natuurlijk om zich af te vragen of hij werkelijke vooruitgang boekt. En vaak begint hij zich dat af te vragen vanaf het moment dat hij de eerste stap op het pad zet. Het lijkt op de vraag: ´Zal ik het kunnen verteren?´ op het moment dat men nog aan het eten is. Het spirituele pad leidt tot zelfloosheid. Hoe meer we ons zorgen maken over onszelf des te minder vooruitgang boeken we, omdat ons hele streven zou moeten zijn het zelf te vergeten; het is vooral het zelf dat het pad in de weg staat. Het pad is gemaakt voor de ziel en het is voor de ziel natuurlijk en gemakkelijk om het te vinden. Daarom is iemand die zich aan het afvragen is of hij vooruitgaat op het pad zijn tijd aan het verdoen; het lijkt op stilstaan op het pad waarop iemand vooruit dient te gaan.

Kan iemand onderscheiden hoe zijn gezicht en lichaam zich dag na dag veranderen? Nee, want men kan geen duidelijke tekenen van verandering van de ene op de andere dag aanwijzen; en als men niet goed enige verandering in het uiterlijke zelf kan onderscheiden, hoe kan iemand dan verwachten om verandering in het innerlijke proces te onderscheiden? Het is niet te vergelijken met iets dat gewogen kan worden op een schaal net zoals men zich zelf weegt als men terugkomt van vakantie en ziet dat men wat pondjes is bijgekomen of afgevallen. Zo´n toe- of afname bestaat er niet in de spirituele vooruitgang.

Dan zijn er mensen die zich verbeelden dat zij een bepaalde tijd vooruit zijn gegaan maar daarna achteruit aan het gaan zijn. Zij zijn ontmoedigd en zeggen: ´Ik dacht dat ik ergens was gearriveerd, maar dat moet zeker een illusie zijn geweest´. Het leven is echter als de zee en de zee is niet altijd rustig. Er zijn tijden dat de zee ruw is en dan beweegt de boot vanzelf op en neer en om dan te denken terwijl de boot omlaag gaat dat hij zal zinken is fout. Hij gaat naar beneden om vervolgens omhoog te gaan; het is zijn beweging; dat is natuurlijk. Een mureed is onderworpen aan zulke ervaringen op het pad van het leven. Het leven neemt zijn eigen koers. Degene die zeilt zal vaak een ruige zee tegen komen; hij moet hierop voorbereid zijn en niet bang of ontmoedigd zijn. Hij moet nog steeds door het leven heen gaan. Als de reis van het leven zacht was en over rolletjes liep dan zou er geen behoefte aan spirituele ontwikkeling zijn. Hij moet controle over het roer hebben om zo in staat te zijn om over kalme zeeën en door stormen heen te varen.

Soms vraagt een mureed zich af wat anderen zeggen en of zij al dan niet geïrriteerd zijn; als zij zijn geïrriteerd denkt hij dat hij niet vooruitgaat. Maar dit heeft niets te maken met vooruitgang. Degenen die zijn geïrriteerd zouden zelfs met Jezus Christus zijn geïrriteerd en op hetzelfde moment zouden zij zich verheugen met de slechtste persoon. De irritatie van anderen betekent niet dat je niet vooruitgaat.

En vervolgens denkt de mureed als de omstandigheden ongunstig zijn dat hij zich niet op het juiste pad bevindt. Maar is het zo dat een schip de verkeerde koers vaart wanneer het een storm tegenkomt? Noch de mureed noch God is er verantwoordelijk voor als de omstandigheden ongunstig zijn en het is het best om ze tegemoet te treden, om nog moediger te zijn en zich er een weg doorheen te banen. Ghazali, de grote Soefi-schrijver uit Perzië, zegt dat spirituele vooruitgang is als op een doel richten in het donker. We weten niet waar het doel is, wij zien het niet, maar we schieten toch.

Het ware ideaal van de spirituele mens is niet een grote kracht of een grote hoeveelheid kennis. Zijn ware ideaal bevindt zich voorbij kracht en kennis; het is datgene wat onbegrensd is, onbegrijpelijk, naamloos en vormloos. Er zijn geen mijlpalen te tellen; je kunt niet zeggen: ´Ik heb zoveel mijlen afgelegd en heb er nog zoveel te gaan´. Dat behoort niet bij een spirituele reis. Het bezig zijn met het onbegrensde is onbegrensd, van het vormloze, vormloos; je kunt het niet tastbaar maken. Maar wat verzekert dan de vooruitgang, welk bewijs hebben we om door te gaan? Er is slechts een bewijs en dat is onze overtuiging; er is een verzekering en dat is ons geloof. Als we vertrouwen hebben kunnen we doorgaan, als we overtuigd zijn zullen we, moeten we het doel bereiken.

Er zijn legio uiterlijke tekenen van de vooruitgang van iemand, maar je moet niet bij afwezigheid van deze tekenen denken dat iemand niet vooruitgaat. Wat zijn deze tekenen van vooruitgang? Het eerste is dat iemand inspiratie voelt en dat dingen die iemand gisteren niet kon begrijpen vandaag gemakkelijk zijn. Maar als er zaken zijn waarvoor iemand nog niet gereed is ze te begrijpen dan moet men geduld hebben tot morgen. Ageren tegen een gebrek aan inspiratie betekent de deuren naar inspiratie dichtdoen. Strijd is op het pad niet toegestaan; strijd brengt ons ritme in de war en verlamt ons en dan bewijzen we dat we op het eind onze eigen vijand zijn. Maar mensen willen dit over het algemeen niet toegeven en geven in plaats daarvan anderen de schuld; of als zij vriendelijke gevoelens hebben naar anderen dan geven ze de omstandigheden de schuld, ofschoon het erg vaak eerder hun eigen gebrek aan geduld is dan andere mensen of omstandigheden.

De volgende stap van vooruitgang is dat iemand kracht begint te voelen. Het kan zich tot op zekere hoogte fysiek uiten en ook mentaal; en later zal de kracht zich in de aangelegenheden in het leven van iemand uiten. Daar spiritueel bezig zijn eindeloos is, heeft de kracht geen einde.

Het derde teken van vooruitgang is dat iemand een vreugde, een geluk begint te voelen. Maar ondanks dat gevoel is het mogelijk dat er wolken van depressie en wanhoop uit het niets te voorschijn komen en iemand zou dan op dat moment kunnen denken dat al de vreugde en het geluk die men spiritueel had verworven weggegrist was. Maar dat is niet zo. Als spirituele vreugde weggegrist zou kunnen worden zou het geen spirituele vreugde zijn. Het is niet als met materieel comfort; als deze van ons worden weggenomen dan zij we ze kwijt; maar spirituele vreugde is van ons, het is ons bezit; geen dood of verval dat dit van ons af nemen. Veranderlijke wolken zoals die zich rond de zon bevinden, kunnen onze vreugde omringen, maar als zij zich hebben verspreid zullen we ons eigendom nog steeds in ons eigen hart vinden. Het is iets waar we op kunnen bouwen, iets wat niemand ons kan af pakken.

Er is nog een teken van vooruitgang en dat is dat iemand zonder vrees wordt. Wat de situatie in het leven ook moge zijn, niet lijkt iemand nog vrees in te boezemen, zelfs de dood niet. Iemand wordt dan zonder vrees in alles wat beangstigend lijkt, een er ontwikkelt zich een dapper karakter, een karakter dat iemand geduld en kracht geeft om tegen alle ongunstige omstandigheden, hoe erg ze ook lijken te zijn, te vechten. Het kan zich tot zo´n hoogte ontwikkelen dat iemand tegen de dood zou willen vechten. Voor zo iemand lijkt niets zo angstaanjagend dat hij zich er hulpeloos tegenover zou voelen.

Nog een ander teken van vooruitgang is dat iemand zich met tijden heel vredig begint te voelen. Dit kan zich zo sterk uitbreiden dat er een kalm gevoel in het hart komt. Men kan in de eenzaamheid zijn, maar zelfs als men zich in een menigte bevindt voelt men zich kalm. Het leven in de wereld is zeer prikkelend; het heeft een moemakend effect op een sensitief iemand. Wanneer iemand rusteloos is kunnen de omstandigheden van het leven iemand het grootste ongemak laten ervaren, want er bestaat geen grotere pijn dan rusteloosheid. En als er al een remedie voor het gebrek aan vrede bestaat, dan is dat spirituele vooruitgang. Wanneer eenmaal vrede in een ziel zich heeft ontwikkeld, voelt die ziel zo´n grote kracht en heeft dat zo´n grote invloed op degenen die haar benaderen en op alle verstorende omstandigheden en botsende invloeden die van alle kanten komen, dat net als het water dat ervoor zorgt dat stof tot rust komt, alle botsende invloeden tot rust komen onder de invloed van de vredige. Wat leren we van het verhaal dat wordt verteld in de Bijbel over Daniël die in de leeuwenkuil was gegooid, wat suggereert dit verhaal? Was het het hypnotisme van Daniël die de leeuwen kalmeerde? Als het hypnotisme is geweest, laat dan alle hypnotiseurs van vandaag naar de leeuwen gaan en het experiment uitproberen! Nee, het was zijn innerlijke vrede. De invloed van die vrede werkt zo krachtig door op alle passies dat het zelfs leeuwen temt en hen in slaap brengt.

Men kan als excuus aandragen dat de omstandigheden van iemand hem zorgen baren, dat de vrienden van iemand lastig zijn of dat de vijanden van iemand vreselijk zijn; maar niets is bestand tegen de vrede die in het hart is ontwaakt. Alles moet tot rust komen, alles moet rustig worden net zoals stof nadat er water op is gesprenkeld.

En als deze kracht niet onmiddellijk bij een mureed komt, laat hem dan niet teleurgesteld zijn. Kan men verwachten dat deze hele reis in een week kan worden afgelegd? Het zou mij niets verbazen als veel mureeds dit verwachten, maar het is een levenslange reis en degenen die hem werkelijk hebben voltooid zijn degenen die er nooit aan hebben getwijfeld dat ze vooruitgang zouden maken. Zij hebben de twijfel nooit in hun minds toegelaten om hen te hinderen. Zij houden zich zelfs niet met deze vraag bezig. Zij weten alleen dat ze het doel moeten bereiken, dat zij het zullen bereiken, en als ze het niet vandaag bereiken dat ze het dan morgen bereiken. De juiste houding is om, nadat iemand wat stappen heeft gezet, de mind te laten voelen dat men naar rechts of naar links moet gaan. Wanneer een mens die ene kracht heeft die geloof heet dan heeft hij alle kracht die hij op het pad nodig heeft. Hij kan voorwaarts gaat en niets zal hem hinderen en uiteindelijk zal hij zijn doel voltoooien.