Architectuur (2)

Als we met een open hart en met een verlichte ziel naar de pyramiden van Egypte kijken, dan vertellen ze ons over het verleden. Zij vertellen ons dat de architectuur van die tijd, ook al was die theoretisch niet zo geavanceerd, toch een hoog spiritueel niveau had bereikt. Zij staan daar als symbool van de intelligentie van de mensen uit de oudheid en niet alleen als symbool van hun inspiratie maar ook van de diepte van hun mind. En als vandaag of in de toekomst, mensen informeren naar de plaats die voor de piramiden was gekozen, dan zullen ze ontdekken dat ze zich exact in het centrum van een solide deel van de oppervlakte van de aarde bevinden. In die tijd was de communicatie nog niet wat die nu is en de studie van geografie was nog nauwelijks bekend aan de wereld, maar toch waren de Egyptenaren in staat het exacte centrum te vinden en iets te bouwen wat in de geschiedenis onovertroffen is. Wat was de betekenis van het plaatsen van de piramides op het exacte centrum van de aarde? Het ware hart is de solar plexus en dat is in het centrum van het lichaam te vinden dat tempel van God is en daarom is het noodzakelijk voor de heilige tempel om in zich in het midden van de aarde te bevinden.

De Egyptenaren uit de oudheid had een symbolisch gezichtspunt in hun architectuur en hun invloed werd de hoofdbron van inspiratie voor beschavingen die volgden. Er is weinig bekend over het tekenen of schilderen uit de Egyptische oudheid; desalniettemin vinden we in de voorbeelden die zijn overgebleven altijd iets van mysterie, van atmosfeer, van magnetisme en van iets prachtigs. En de opgravingen die vandaag gedaan worden bewijzen dat de Egyptenaren van die specifieke periode een niveau hadden bereikt waarop zij in kunst en architectuur geavanceerder waren dan enig ander volk en dat ze in staat waren latere beschavingen te inspireren.

De Egyptische architectuur drukt mysterie uit. Het was een mystiek tijdperk en alles wat de Egyptenaren deden werd zonder mechanische kracht gedaan; het werd gedaan met spirituele kracht; en dat is de reden waarom datgene wat ze hebben gemaakt blijft bestaan nadat alles wat anderen hebben gemaakt is vernietigd, en waarom alle andere gebouwen van de aardbodem zijn verdwenen. En het zou niet verbazingwekkend zijn als op de laatste dag wanneer al het andere is vernietigd, de pyramiden nog steeds staan.

Het is zeer interessant om op te merken dat de architectuur van de Mongoolse rassen duidelijk en onmiskenbaar van hen is en dat zij op geen enkele andere architectuur lijkt. En wat zich het duidelijkst onderscheidt als karakteristiek voor een volk is de Chinese architectuur, inclusief die van Tibet, Assam, Burma, Siam en Japan. Zij heeft een bepaalde lijn, een bepaalde golf en een bepaalde smaak van kleur. Dit toont het exclusieve karakter van de Mongoolse aard, een aard die zich sterk onderscheidt en afgelegen is. Zij hebben hun traditie in zo´n mate gevolgd dat elke insignificante vorm die de Mongolen hebben gemaakt dat speciale karakteristiek heeft. Zij zijn zo gehecht aan de vorm die bij hen hoort dat zij in staat zijn geweest het type, het karakter van hun architectuur duizenden jaren lang te behouden. Zij hebben die vorm niet verlaten en zij veranderen die niet noch voegen zij er van buiten iets aan toe, maar zij ontwikkelen haar in haar eigen karakter. Op deze manier onderscheidt de Mongoolse architectuur zich duidelijk als iets anders en onderscheiden, typisch voor zichzelf.

De architectuur van Perzië werd beïnvloed door de Arabische architectuur; en het karakteristieke van de Perzische en Arabische architectuur is de koepel, die in het Arabisch de Gunbad en de Mehrab wordt genoemd. Gunbad betekent koepel en Mehrab betekent een boog die wordt gebruikt in ramen en deuren die niet helemaal rond is maar door drie of vijf gedeelten wordt gevormd; met andere woorden: in vijf halve cirkels met de top die is gemaakt door twee lijnen die naar boven gaan en in het midden bij elkaar komen. De interpretatie van deze vorm werd door de mystici van Arabië gegeven, die hem Qasab-e Kousein noemden wat de ontmoeting van de wenkbrauwen betekent. Als iemand omhoog kijkt komen zijn wenkbrauwen als vanzelf bij elkaar. Het idee is dat als de spirit zich naar boven verheft de neiging van de ziel is om van dualiteit naar eenheid te stijgen en door met deze twee specifieke vormen te werken hebben zij zo´n perfectie bereikt dat als dezelfde vorm honderdduizend jaar gecontinueerd zou worden men het nog niet moe zou zijn.

Ten tijde van de Moghul heersers werd deze architectuur van Arabië en Perzië geperfectioneerd in India. De Moghuls, die aanbidders waren van schoonheid en erg gesteld waren op pracht en praal, investeerden enorme hoeveelheden geld om iets te bouwen dat zou blijven bestaan als een symbool van schoonheid. In het huidige India zijn de Moghul gebouwen de meest unieke en de mooiste tekenen die er te vinden zijn uit het verleden, bijvoorbeeld Moti Mahal, de moskee in Delhi en, het mooist van alles, de Taj Mahal in Agra. Vanwege de grote liefde van de keizer voor Nur-i Jehan wilde hij dat deze liefde voor altijd zou worden herinnerd en hij wilde ook dat de mensen zouden weten dat hij echt van schoonheid hield. Hij spaarde geen moeite, geld of tijd om dit gebouw perfect te maken; en toen het klaar was werd het de tombe van Nur-i Jehan. Wanneer men er naar kijkt, inspireert het iemand niet alleen met zijn grootsheid en rijkdom, maar het vertelt iemand ook over liefde, over schoonheid, over geduld, over verdraagzaamheid, over een ideaal, over vreugde en over vrede; die zijn er allemaal. Het spreekt zonder tong en het zal blijven spreken zolang het onder de zon staat. Elk klein detail, het kleinste stukje marmer, werd zorgvuldig bewerkt. Elke centimeter in de Taj Mahal, van de vloer, de muur of het plafond, is perfect gemaakt.

Dit laat een liefde voor perfectie zien, een liefde om iets af te maken, een liefde om iets moois te creëren. Zou het mogelijk zijn geweest om zo´n gebouw te maken als de werklieden tien keer per jaar zouden staken? Nog niet in een eeuw tijd. En als de werklieden hadden gestaan op amusement in het weekend? Nee, hun plezier bevond zich in hetgeen ze aan het maken waren. Elke werkman realiseerde zich dat wat hij aan het maken was eeuwenlang zou blijven leven, dat het de grootste zegen was, het grootste voorrecht om aan het te mogen werken. Dat was de spirit van elke man die daar werkte. Het werd met vreugde gemaakt. Dit kan men nog steeds vinden in de atmosfeer, want zodra men in de buurt van de Taj Mahal komt begint men vreugde te voelen; het is iets levends.

De bouwvakker zijn vertrokken, maar het werk blijft en elke kunstenaar die een waar gevoel voor architectuur heeft zal het waarderen. Wat is aards gewin vergeleken met de gedachte dat het werk dat iemand heeft gemaakt voort zal leven en tijden lang nog plezier zal verschaffen? Dit is op zich een groot genot voor de kunstenaar, omdat een ware kunstenaar niet voor deze aarde is geboren; hij is geboren in de sfeer van schoonheid en hij leeft in die sfeer. De dingen op aarde gelden niet voor hem.

De Dorische architectuur van het oude Griekenland, dat Jelal invloed in zijn karakter toont, drukt kracht uit. En waar Jelal is is ook Jemal; dus de Ionische architectuur drukt de Griekse wijsheid, schoonheid en verfijning uit. En waar men Jelal en Jemal vindt, vindt men ook Kemal en deze invloed is de zien in de Corinthische architectuur. Wanneer Jelal en Jemal op elkaar botsen ontbreekt er natuurlijk iets aan beide zijden; toch drukken deze drie aspecten van de Griekse architectuur Jelal, Jemal en Kemal uit.

Als we de architectuur van de Middeleeuwen vergelijken met de Romeinse en de Griekse dan vinden we ook daar deze invloeden. De Jelal-invloed van de Romeinse architectuur laat de oude Romeinse karakteristieken zien: wet en regel; de Jemal-invloed in de Griekse architectuur laat de Griekse liefde voor schoonheid en wijsheid zien. De Gothische is de uitdrukking van Kemal; de Gothische architectuur heeft echter in elk land zijn eigen specifieke vorm aangenomen. Het lijkt erop alsof de grond de bouwers heeft geïnspireerd, zowel de architecten als de werklieden. De Gothische kerken zijn verschillend van die in Duitsland en ook al is er overeenkomst tussen de Franse en Italiaanse kathedralen, er is toch een individueel gevoel in elke kathedraal waar zij ook staat. Gothische architectuur heeft lang over de Westerse landen geregeerd en ofschoon haar invloed nu is verdwenen heeft zij zich op een verborgen manier gedurenden vele eeuwen voelbaar gemaakt.

Het is erg moeilijk de moderne architectuur (Murshid Hazrat Inayat Khan bedoelt meer specified de architectuur van de wolkenkrabbers van zijn tijd) te beschrijven. Wij aarzelen haar mooi te noemen; maar om te zeggen dat ze niet mooi is – nee, dat kunnen we niet! Dus in plaats van haar mooi te noemen zouden wij haar verwonderlijk kunnen noemen. Als er enig wonder in is dan is het in de immensiteit van de gebouwen. Ze zijn inderdaad enorm; de volkeren uit de oudheid zouden zelfs nooit van zulke gebouwen kunnen dromen. Zij zouden ontzet zijn als zij ze zouden zien. Zij zijn ook verwonderlijk omdat zij toch, ondanks alle verdiepingen waaruit zij bestaan, zo stevig staan; en dan de manier waarop alles wat maar mogelijk is al van tevoren is gefabriceerd zodat men snel kan bouwen – dit alles is zeer verwonderlijk. Toch is het een terugval dat slechts verticale en horizontale lijnen te zien zijn en als een reiziger door landen trekt en overal dezelfde architectuur aantreft in elke stad dan is het net alsof hij steeds weer naar hetzelfde huis kijkt; er is geen verschil. In plaats van door de stad kuieren kan hij net zo goed naar één huis kijken en daar tevreden mee zijn. Iedereen moet hetzelfde huis gebouwd hebben op hetzelfde plan, maar we zijn niet allemaal hetzelfde gemaakt. Elke persoon is anders en dat maakt het leven interessant. Als elke persoon anders is, waarom zou dan niet elk huis en elk gebouw anders zijn? Als de architectuur van elk land de aard van dat land uitdrukt dan zou de architectuur van elk huis het specifieke karakter van de eigenaar van het huis en de bouwer ervan moeten uitdrukken. Maar wanneer de wet van uniformiteit de mensen wordt opgedrongen dan blijft er in die kwestie geen keuze over; de keuze is de architect en de eigenaar van het huis ontnomen.

Ongetwijfeld ziet men een continue poging van de kant van de moderne architecten om iets nieuws te produceren; en het lijkt erop dat deze poging zowel in hun mind als in de mind van schilders en andere kunstenaars aan het werk is om iets nieuws te produceren, te creëren. Ongeacht welke richting de architectuur neemt, zal er binnen afzienbare tijd een tijd komen waarin een betere benadering zal worden gevonden. Maar wat noodzakelijk hiervoor is is de ontwikkeling van spiritualiteit. De architect zou niet moeten denken dat de studie van andere architecten hem in staat zullen stellen iets nieuws te produceren; het is het hart, het is de spirit die hem moet onthullen wat hij zou moeten creëren. Het werk van de architect is van het grootste belang; het komt door inspiratie en zijn bron is de spirit, niet de materie. Een huis wordt gebouwd met materie, maar gemaakt met spirit. En als de spirit van de wereld evolueert zal de architectuur ook evolueren.

In de toekomst kan men twee verbeteringen voorzien. De ene zal zijn het geven van meer ruimte aan de persoonlijkheid van het individu om zich uit te drukken; de andere zal de evolutie van een architectuur zijn die niet alles wat tot het verleden behoort wegvaagt, maar een paar van de beste karakteristieken ervan zal samensmelten met de architectonische opvattingen van het heden.