Als iemand vraagt `Wat is het hart? Waar is het hart?´ is het antwoord gewoonlijk dat het hart zich in de borst bevindt. Dat is waar; er bevindt zich een zenuwcentrum in de borst van de mens dat zo gevoelig is voor onze gevoelens dat het altijd wordt beschouwd als het hart. Als iemand grote vreugde voelt dan is het in dat centrum dat hij iets voelt oplichten, en door het oplichten van dat centrum lijkt zijn hele wezen licht. Hij voelt zich alsof hij aan het vliegen was. En nogmaals, als depressie of wanhoop in zijn leven is gekomen heeft dat een effect op dat centrum. Hij voelt dat zijn keel is dichtgeknepen en zijn adem is als met een zware lading geladen.
Maar het hart is niet alleen dat. Om dit te begrijpen zou men zich een spiegel voor moeten stellen die voor het hart staat, gericht op het hart, zodanig dat elk ding en elk gevoel wordt gereflecteerd in deze spiegel die zich in het fysieke wezen van de mens bevindt. Net als dat de mens niets weet over zijn ziel, zo weet hij ook niet waar zijn hart zich bevindt of waar het centrum zich bevindt waar zijn gevoelens worden gereflecteerd. Het is voor wetenschappers een bekend feit dat als een kind wordt gevormd het vanuit het hart begint, maar de conceptie van een mysticus is dat het hart, dat het begin is van vorm, ook het begin is van de spirit die een mens een individu maakt. De diepte van die spirit is in werkelijkheid wat we het hart noemen. Hierdoor begrijpen wij dat er zoiets als een hart bestaat dat de diepste diepte van het wezen van de mens is.
Vandaag de dag hechten mensen minder belang aan sentiment en vertrouwen ze meer op het intellect. De reden hiervoor is dat wanneer zij de twee soorten mensen ontmoeten, de intellectuele en de sentimentele, zij een grotere balans vinden in een intellectueel dan in iemand met een groot sentiment. Dit is ongetwijfeld waar, maar de precieze reden voor het gebrek aan balans is dat er een grotere kracht dan het intellect is en deze kracht is sentiment. De aarde is vruchtbaar, maar niet zo krachtig als water. Het intellect is creatief, maar toch niet zo krachtig als het hart en het sentiment. In werkelijkheid zal de intellectueel uiteindelijk ongebalanceerd blijken als hij geen sentimentele kant aan zijn wezen heeft.
Zijn er niet velen van wie men kan zeggen: ´Ik mag hem, ik hou van hem, bewonder hem, maar hij sluit zijn hart?´ Degene die zijn hart sluit kan anderen niet volledig liefhebben noch staat hij anderen toe hem volledig lief te hebben. Bovendien wordt een intellectueel iemand op den duur sceptisch, twijfelend, ongelovig en destructief omdat er geen kracht van het hart is om het in balans te houden. De Soefi beschouwt de devotie van het hart als het beste iets om spirituele realisatie te cultiveren. Velen zullen het er niet mee eens zijn, maar het is een feit dat degene die zijn hart sluit voor zijn naaste, zijn hart voor God sluit. Jezus Christus zei niet: ´God is het intellect´; Hij zei: ´God is liefde´, en als de liefde van God overal te vinden is bevindt die zich niet in een kerk op aarde of in de hemel boven ons, maar in het hart van de mens. De plaats waar men vrij zeker God vindt is in het liefhebbende hart van een vriendelijk mens.
Veel mensen geloven dat met hulp van de rede de mens volgens een bepaalde standaard van moraal zal handelen, maar het is niet de rede die mensen goed maakt; en zelfs als ze goed en rechtschapen lijken, zijn ze slechts kunstmatig zo gemaakt. De gevangenen de gevangenis kunnen allemaal rechtschapen zijn, maar als de natuurlijke goedheid en rechtschapenheid overal gevonden kan worden, is het in de bron van het hart waaruit het leven ontspringt en elke druppel van deze bron is een levende deugd. Dit bewijst dat goedheid niet door mensen wordt gemaakt; het is het wezen van de mens; en als hij gebrek heeft aan goedheid dan is dat niet door een gebrek aan training, ofschoon training vaak zeer wenselijk is, maar omdat hij nog niet zijn ware zelf heeft gevonden. Goedheid is natuurlijk; want een normaal iemand is van nature goed. Niemand heeft onderricht nodig om een goed en rechtschapen leven te leiden. Als liefde de fakkel is op zijn pad, toont hij hem wat eerlijkheid, de eer van zijn woord, de liefdadigheid van zijn hart en rechtschapenheid inhoudt. Zien we niet soms een jong iemand die met al zijn onstuimige neigingen plotseling een meisje vindt dat hij begint lief te hebben en die als hij haar werkelijk liefheeft een verandering in zijn leven begint te vertonen? Hij wordt aardig, want hij moet zichzelf omwille van haar trainen; hij ziet af van dingen waarvan hij nooit eerder bereid was ze op te geven. En op dezelfde manier is waar liefde is vergeving niet erg moeilijk. Een kind komt naar zijn moeder ook al heeft het duizend keer beledigd en vraagt om haar vergiffenis. Er is niemand anders om naartoe te gaan en het hart van een moeder heeft niet lang nodig om te vergeven. Vergiffenis was slechts aan het wachten om zich te manifesteren. Men kan het niet helpen vriendelijk te zijn wanneer er gevoel is. Iemand van wie het gevoel uitgaat naar een ander persoon ziet wanneer die persoon zijn gevoel nodig heeft en hij raakt een snaar van sympathie in iedereen die hij ontmoet door in iedere ziel contact te vinden omdat hij liefde heeft.
Er zijn mensen die zeggen: ´Maar is het niet onverstandig om jezelf via onvoorwaardelijke tederheid aan iedereen te geven, omdat mensen in het algemeen niet te vertrouwen zijn?´ Maar als iemand goed en vriendelijk is, zou deze goedheid voor iedereen manifest moeten worden en zouden de deuren van het hart voor niemand gesloten moeten zijn.
Jezus Christus zei ons niet alleen onze vrienden lief te hebben; hij ging zover te zeggen dat wij onze vijanden lief moesten hebben; en de Soefi bewandelt hetzelfde pad. Hij ziet zijn liefdadigheid van hart ten opzichte van zijn naasten als liefde voor God en door iedereen liefde te tonen, voelt hij dat hij zijn liefde tot God aan het geven is. Hier verschillen de Soefi en de Yogi. De Yogi is niet onvriendelijk, maar hij zegt: ´Ik hou van jullie allemaal, maar ik kan beter bij jullie wegblijven want jullie zielen tasten altijd in het donker en mijn ziel bevindt zich in het licht. Jouw vriendschap zal mijn ziel kwetsen dus kan ik beter wegblijven en jou van verre liefhebben´. De Soefi zegt: ´Het is een beproeving, maar die moet beproefd worden. Ik zal mijn dagelijkse plichten op me nemen zoals ze komen´. Ofschoon hij weet hoe onbelangrijk de dingen van de wereld zijn en ofschoon hij deze dingen niet overwaardeert, neemt hij de verantwoordelijkheid op zich ten opzichte van degenen die hem liefhebben, van hem houden, van hem afhankelijk zijn, hem volgen; en hij probeert de beste manier te vinden om tot een vergelijk te komen met degenen die niet van hem houden of hem minachten. Hij leeft in de wereld en toch is hij niet van de wereld. Op deze manier beschouwt de Soefi het liefhebben van de mens als het hoofdprincipe in de vervulling van het doel van zijn leven.
Degenen die hun vijanden liefhebben en toch een gebrek aan geduld hebben zijn als brandende lantarens met weinig olie. Het kan niet brandend worden gehouden en op het einde dooft de vlam uit. De olie op het pad van liefde is geduld en daarnaast van begin tot eind onbaatzuchtigheid en zelfopoffering.
Sommigen zeggen: ´Ik heb ooit heel erg liefgehad, maar ik werd teleurgesteld´. Het is alsof iemand zou zeggen: ´Ik heb in de aarde gegraven, maar toen de modder kwam werd ik teleurgesteld´. Het is waar dat er modder kwam, maar met geduld zou hij op een dag het water hebben bereikt. Slechts geduld kan verdragen. Slechts verdraagzaamheid kan grootsheid voortbrengen.
Namaakgoud kan net zo mooi zijn als echt goud, de namaakdiamant kan net zo helder zijn als een echte diamant. Het verschil is dat de een faalt bij de test van verdraagzaamheid en dat de ander overeind blijft. De mens zou echter niet met dingen vergeleken moeten worden. De mens heeft iets goddelijks in zich en dat kan hij bewijzen door zijn verdraagzaamheid op het pad van de liefde.
Wie zou men dan lief moeten hebben, en hoe zou men lief moeten hebben? Wat een persoon ook liefheeft, of het nu plicht, menselijke wezens, kunst, vrienden, een ideaal of zijn medeschepselen is, hij heeft vol vertrouwen de deur geopend waardoor hij moet gaan om die liefde die God is te bereiken. Het begin van liefde is een excuus; het leidt tot dat ideaal van liefde dat alleen God is. Sommigen zeggen dat ze van God kunnen houden, maar niet van menselijke wezens. Maar dit is hetzelfde als tegen God zeggen: ´Ik hou van U, maar niet van Uw beeld´. Kan men de menselijke wezens waarin God´s beeltenis is te vinden haten en toch beweren dat men van God houdt? Als men niet tolerant is, niet bereid is tot opoffering, kan men dan de liefde van de Heer opeisen? De eerste les is het verruimen van het hart en het wakker maken van het innerlijke gevoel van het hart. Het teken van heiligheid bevindt zich niet in de kracht van woorden, noch in de hoge positie, spiritueel of intellectueel, noch in magnetisme; de heilige spirit drukt zich alleen maar uit in de liefde van alle schepsels; het is het continu ontspringen van liefde uit die goddelijke fontein in het hart van de mens. Wanneer die fontein eenmaal is aangezet zuivert het het hart, maakt het het hart transparant om zowel de uiterlijke als de innerlijke wereld te onthullen. Het hart wordt het voertuig van de ziel om alles wat van binnen en van buiten is te zien en dan communiceert een mens niet alleen met een andere persoon, maar ook met God.