Het doel van elk individu is op het einde hetzelfde hoewel het in het begin anders lijkt te zijn. Op het eind bereikt de mens een fase waarin zijn doel het doel van zijn ziel wordt en totdat hij deze fase heeft bereikt heeft hij verscheidene doelen voor ogen. Maar de vervulling van enig motief betreffende deze doelen is niet voor lange tijd bevredigend.
Volgens de filosofie van de hindoes zijn er in het leven vier motieven: het ene motief is wat ze Dharma noemen, wat plicht betekent. Sommigen vinden dat deugd ligt in het uitvoeren van zijn plicht en wanneer ze die specifieke plicht uitvoeren die zich voor hen bevindt voelen ze dat dit de juiste vervulling van hun leven is. Wanneer echter de ene plicht is vervuld wacht er een andere; het leven is vol plichten. Wanneer een meisje jong is zegt ze dat haar moeder of haar vader haar plicht is; dan komt er een tijd waarin het plezier van haar echtgenoot haar plicht wordt en naarmate de tijd verstrijkt zal haar wil de plicht van de moeder jegens haar kinderen zijn. Maar zelfs daar eindigt het niet; daarna komt de plicht van de grootmoeder. Er is geen fase in het leven waarin de plicht nalaat; die begint in de ene vorm en gaat verder in een andere.
Voor degene die plicht een deugd vindt, is het een deugd; maar voor degene die het een gevangenschap of een pijn vinden, is het een pijn. Wat voor de een een deugd en een privilege wordt kan voor de ander een zonde worden.
In het Sanskriet wordt het tweede motief Artha genoemd, wat de verwerving of het verzamelen van weelde betekent. Het begint met de behoefte aan het dagelijkse brood en het culmineert in miljoenen, maar het eindigt nooit. Hoe meer je hebt, hoe minder je voelt dat je het hebt. De verwerving van weelde is nooit helemaal bevredigend; er is altijd ergens een gemis.
Een derde motief is Kama wat plezier, liefde of hechting is. Hiervoor verwaarloos je dingen en breng je offers; het is het voornaamste doel in het leven. Toch is het plezier zodanig dat het verlangen ernaar nooit bevredigd raakt en hoe meer je de pleziertjes van deze aarde ervaart, hoe meer je ze wilt ervaren. Dit plezier is niet duurzaam en het kost gewoonlijk meer dat het waard is.
Het vierde verlangen, Moksha, is van een andere aard. Het is het verlangen naar een of andere beloning in het hiernamaals, naar de verwerving van het paradijs. Het is een verlangen naar een of ander soort gewin of geluk, de een of andere zegening of exaltatie die je niet kent maar die je op een dag hoopt te ervaren. Maar zelfs dit verlangen zou niet helemaal bevredigend zijn als het zou worden ingewilligd.
Hieruit deduceert de soefi dat er al deze vier verschillende dingen die de mensheid aan het najagen is geen fase is waarin hij kan zeggen dat het voleindigd is; er komt geen einde aan. Daarom is het zijn verlangen om boven deze vier verlangens uit te stijgen en op het moment dat hij erbovenuit stijgt blijft er slechts een verlangen over en dat is de zoektocht naar waarheid. Niet alleen de soefi, maar iedereen die teleurgesteld is in deze wereld of die door ontgoocheling, lijden of kwelling heen is gegaan heeft slechts dit verlangen.
De zoeker naar waarheid gaat naar buiten de wereld in en hij vindt daar ontelbare verschillende secten en religies. Hij weet niet waar hij moet beginnen. Vervolgens wenst hij uit te vinden wat er zich onder deze secten, deze verschillende religies verborgen houdt en begint hij het doel te zoeken dat hij via wijsheid wenst te winnen. Wijsheid is een sluier over de waarheid en zelfs wijsheid kan niet waarheid genoemd worden. God alleen is de waarheid en de waarheid is God. En waarheid kan nooit bestudeerd, onderricht of geleerd worden; die moet aangeraakt worden, die moet verwerkelijkt worden; en die kan verwerkelijkt worden door de ontvouwing van het hart.
Voor een soefi is geloof in God niet voldoende. Een geloofsovertuiging die geen fundament heeft is als een papiersnipper die in de lucht zweeft: wanneer er geen bries is zal het op de grond vallen. Hoe veel mensen in deze wereld blijven hun geloofsovertuiging trouw wanneer ze bloot worden gesteld aan een sterke invloed van iemand die niet gelooft? Als geloof iets is wat uitgevlakt kan worden wat voor zin kan dit geloof dan hebben? In feite is geloof niet voldoende; de volgende stap die je na geloof zet is de liefde van God. In degene die slechts in God gelooft is God niet levend. God is levend in degene die van God houdt. Maar zelfs dat is niet voldoende, want wat is menselijke liefde? Het menselijke wezen is beperkt en daarom is zijn liefde beperkt. Hoe meer je van de wereld hebt gezien, hoe meer je de menselijke natuur kent, hoe beter je de valsheid van de menselijke liefde kent. Hoe kan iemand die niet constant is in zijn gevoel voor een menselijk wezen dat zich bij hem in de buurt bevindt, waar zijn in zijn liefde voor de Geliefde die hij nooit heeft gezien? Daarom is zelfs wat de mens de liefde van God noemt niet voldoende; wat er nodig is is de kennis van God, want het is de kennis van God die de liefde voor God schenkt en het is de kennis en de liefde van God die een perfect geloof in God schenken. Niemand kan de kennis van God hebben en geen liefde voor God hebben, maar je kunt een liefde voor God hebben en geen kennis van God. Niemand kan kennis van God en liefde voor God hebben en toch geen geloof in God hebben; maar het is mogelijk om een geloof in God te hebben maar geen liefde voor God.
Voor een soefi zijn dus deze drie fasen nodig voor de verwerving van zijn doel in het leven. Op de eerste plaats verwerft hij door dit geloof respect voor de geloofsovertuigingen van anderen. Een complete gelovige is degene die niet alleen zichzelf gelooft, maar die ook de geloofsovertuigingen van anderen respecteert. Voor een soefi bestaat er niemand in de wereld, heiden of ketter, die geminacht moet worden, want hij gelooft erin dat God niet de God is van die ene uitverkoren sekte maar de God van de gehele wereld. Hij gelooft niet in een God van een land, maar in de God van alle landen.. Voor hem bevindt God zich in al de verscheidene huizen waarin mensen Hem vereren. Zelfs als ze op straat staan en bidden maakt dat voor hem geen verschil. De heilige plaats is overal waar Hij vereerd wordt. De soefi laat sectarisme over aan de sekten. Hij heeft voor iedereen respect; hij is niet bevooroordeeld jegens wie dan ook en hij minacht niemand; hij voelt voor iedereen sympathie.
De soefi is ervan overtuigd dat degene die zijn naaste niet liefheeft God niet kan liefhebben. Hij gelooft in wat Christus heeft gezegd, dat je je naaste lief dient te hebben, zelfs je vijand. En wat betekent dit? Het betekent niet dat we onze vijand zouden moeten liefhebben omdat we hem als zodanig beschouwen, maar omdat we in God aan hem verwant zijn. Als de mensheid in deze eenvoudige en zeer waardevolle lering had geloofd dan hadden deze oorlogen niet plaatsgevonden. Het is niet aan politieke of handelsgezinde mensen om de mensheid dit te laten begrijpen; dat is aan de kerk, aan de religie; maar zo lang als de religieuze autoriteiten verschillende sekten vestigen en de religie verdelen en met vooroordeel naar elkaar kijken dan zal deze waarheid door Christus onderricht niet in de praktijk worden gebracht.
We zouden ons dienen te realiseren dat elke verandering die in de menigte plaatsvindt in de loop van de tijd ook plaatsvindt onder individuen. Als twee landen bijvoorbeeld tegenover elkaar staan, aan het werk zijn om elkaar zeer te doen, wat zal daar dan de consequentie van zijn? Het resultaat zal zijn dat er in die landen partijen zullen zijn die tegenover elkaar zullen staan; en vervolgens zal diezelfde oppositie tussen gezinnen opkomen en in de loop van de tijd zal deze spirit in een gezin van twee mensen te vinden zijn – twee mensen die in een huis wonen en elk in conflict zijn met de ander. En het zal culmineren in elk individu dat in conflict met zichzelf is.
Waar leert de soefi dit? Hij leert het van de wijsheid van God. Degene die God in Zijn schepping niet erkent zal nooit de God in de hemel erkennen. Dat was goed voor die eenvoudige gelovigen in God en religie die kalm naar de kerk gingen en hun gebeden zegden en terugkwamen met een gevoel van exaltatie en zich niet met de wereld bemoeiden. Maar nu zijn de omstandigheden veranderd en is er een grote strijd gaande tussen waarheid en leven. De illusie van materie ligt in de volheid van het deel dat het in het leven aan het uitvoeren is, dat is de reden waarom de strijd dat het leven aan het leveren is met de waarheid groter is dan enige strijd die religie ooit te leveren had. Aan de ene kant gilt de wetenschap: materie, materie, materie! Aan de andere kant gilt de politiek: zelf, zelf, eigenbelang! De religies gillen: sekte, sekte, sekte! En waar kan de mens stoppen met het denken over de ultieme waarheid, wat het enige is wat de ziel zoekt?
De soefi-boodschap is daarom niet voor een specifiek ras, land of specifieke kerk. Het is een roep om zich in wijsheid te verenigen. De soefi-beweging is een groep mensen die tot verschillende religies behoren, die hun religies niet hebben verlaten maar die hebben geleerd om ze beter te begrijpen en hun liefde is de liefde voor God en de mensheid in plaats van voor een specifiek onderdeel ervan. De voornaamste taak die de soefi-beweging te voltooien heeft is een beter begrip teweeg te brengen tussen het Oosten en het Westen en tussen de landen en rassen van deze wereld. En de noot die de soefi-boodschap in de huidige tijd aan het aanslaan is is de noot die de goddelijkeheid van de menselijke ziel laat klinken. Als er al het een of andere morele principe is dat de soefi-beweging brengt dan is het dit: dat de gehele mensheid als één lichaam is en elke orgaan van dat lichaam dat gewond is of problemen heeft kan indirect het gehele lichaam schade berokkenen. En net zoals de gezondheid van het gehele lichaam afhangt van de gezondheid van elk deel, zo hangt de gezondheid van de gehele mensheid af van de gezondheid van elk land. Bovendien reikt de soefi-beweging een hand uit naar degenen die aan het ontwaken zijn en voelen dat nu het moment is om meer over de diepere kant van het leven, van de waarheid, te weten, zonder te vragen tot welke religie, sekte of dogma ze behoren. De kennis van de soefi is voor iedereen behulpzaam, niet alleen bij het op een juiste wijze leiden van zijn leven maar ook met betrekking tot zijn eigen religie. De soefi-beweging haalt niet iemand weg van zijn geloof of kerk: ze roept hem op om ernaar te leven. Kortom, het is een beweging die door God was bedoeld om de mensheid te verenigen in broederschap en in wijsheid.