Het karakter en het werk van een mysticus

Er is een verschil tussen een filosoof, een wijze, een mysticus en een heilige. Vanuit het mystiek gezichtspunt is de filosoof iemand die de aard en het karakter van de dingen en de wezens kent, die deze heeft bestudeerd, die deze heeft beredeneerd en die ze begrijpt. Een wijze is iemand die de leerling van het leven is geweest. Het leven is zijn leraar geweest; de zorgen, problemen en ervaringen ervan hebben hem tot een zeker begrijpen van het leven gebracht. Een mysticus echter heeft geen ervaring van het leven nodig gehad te hebben om hem te onderrichten noch de studie van het leven om hem intellectueel genoeg te maken om het beter te begrijpen. De mysticus is geboren met een mystiek temperament. Zijn taal is een andere taal, zijn ervaring is een andere ervaring; hij praat zogezegd met het leven, met de omstandigheden, dingen en wezens. Maar de heilige bezit deze drie kwaliteiten allemaal. De heilige is een combinatie van een filosoof, een wijze en een mysticus.

Het is mogelijk dat een mysticus geen filosoof is; ofschoon de mysticus altijd een heldere visie en een helder begrip heeft, kan hij de manier van uitdrukken van een filosoof missen. Het verschil is als dat tussen dichtbij zien en veraf zien. Het kan zijn dat de mysticus de omtrek van de dingen niet helder ziet, dat de filosoof alleen het detail bekijkt, terwijl de wijze geen filosoof is maar de wijsheid van het leven heeft geleerd en ook anders is dan de mysticus.

En toch komen zij dichter bij elkaar wanneer zij in de fase belanden van de opeenhoping van kennis. Ik sprak bijvoorbeeld eens met een zakenman, een man die bijna vijftig jaar van zijn leven in de handel had doorgebracht en daarin was geslaagd. Hij had nooit in een of andere religie geloofd, hij had nooit een of andere filosofie bestudeerd, behalve dat hij soms de werken van grote dichters las. Maar nadat wij ongeveer een uur hadden gepraat over onderwerpen betreffende het innerlijke leven, ontdekte hij dat hij niet ver van mijn overtuigingen af stond; dat ten slotte het geduld dat is vereist om geld te verdienen, de offers die men moet maken om succesvol te zijn en de ervaringen waar men door heen gaat met degenen met wie men dagelijks in de zakenwereld omgaat, voor hem zowel een praktijk als een studie waren geweest. En ik vond dat hij niet ver verwijderd was van de conclusies waartoe een wijze, een filosoof of een mysticus zouden komen. Hem zou ik een wijze willen noemen, want hij heeft door zijn wijsheid die waarheid bereikt die wordt bestudeerd door de filosoof en die door de mysticus door middel van meditatie wordt verworven.

De betekenis van filosofie is in moderne tijden veranderd. Men verstaat over het algemeen onder filosoof datgene wat men in de boeken die door Europese filosofen zijn geschreven vindt en die op de universiteiten worden gelezen en bestudeerd. Maar spirituele filosofie is anders; het is een ander soort kennis, een begrijpen van de oorsprong, de natuur en het karakter van dingen en wezens. Het maakt de studie van de menselijke aard noodzakelijk, de studie van de omstandigheden van het leven. Het is het diepere inzicht in het leven wat iemand tot filosoof maakt.

Mystiek wordt niet onderricht noch geleerd. Een mysticus wordt geboren; het is een temperament, het is een zekere kijk op het leven, het is een zekere houding ten aanzien van het leven dat van iemand een mysticus maakt. Zijn voornaamste kenmerk is dat hij de betekenis van elke handeling ofwel door middel van intuïtie ofwel door middel van het toeval begrijpt, ofschoon er voor de mysticus niets toevallig is. Elke handeling, elke omstandigheid, alles wat er plaatsvindt heeft een betekenis en een doel. Vaak vindt men dat de mysticus een vreemd temperament heeft. Hij kan plotseling midden in de nacht denken: ´Ik moet naar het noorden gaan´ en ´s morgens op zijn reis vertrekken; hij weet niet waarom, hij weet niet wat hij daar moet voltooien, hij weet alleen dat hij moet gaan. Door er naar toe te gaan vindt hij iets wat hij moet doen en ziet dat het het lot was dat hem voortduwde in de richting van de voltooiing van dat doel, dat hem inspireerde naar het noorden te gaan. Of een mysticus zegt tegen iemand iets wel of niet te doen. Als die persoon de reden vraagt kan die hem niet vertellen. Zijn gevoel komt voort uit intuïtie, een weten dat uit de ongeziene wereld komt, en volgens dat weten handelt hij. Daarom is de impuls van een mysticus een goddelijke impuls en men kan noch zijn handeling noch zijn houding bekritiseren. Men zal beseffen dat er verschillende aspecten zijn van het mystieke temperament.

Maar er bestaat een kennis die een mysticus verwerft door middel van het hoofd en dat hem voorbereidt om zijn weg naar de waarheid te vinden. Beredeneren is een eigenschap die de mysticus gebruikt en die hij net als een nuchter, praktisch iemand kan ontwikkelen; het verschil is alleen dat de mysticus niet stopt bij de eerste reden maar de reden achter alle redenen wil begrijpen. Dus zoekt de mysticus in alles, goed of fout, naar de reden. Het onmiddellijke antwoord echter zal een reden zijn die hem niet bevredigt want hij ziet dat er achter die reden nog een andere reden is. En zo gaat hij voorwaarts in de kennis van alle dingen die veel groter is dan de kennis door één ding. Dit is de reden waarom goed of fout, juist of slecht de mysticus niet erg opwindt. Noch hem erg schokt of verrast. Want alles lijkt voor hem zijn eigen aard te hebben en door dit te begrijpen kan hij zich één met alles wat bestaat voelen. En wat kan men in het leven nog meer wensen dan begrip? Iemand voelt zich door begrip in harmonie in huis met degenen die hem dierbaar zijn, in vrede buitenshuis met zo veel verschillende aarden en karakters. Als het iemand aan begrip ontbreekt dan is hij arm ondanks alles wat hij bezit aan goederen van deze wereld, want het is begrip dat iemand rijkdom verschaft.

Als men het leven zou beschrijven dan zou men kunnen zeggen dat het doet denken aan de zee tijdens een storm, de golven die komen en gaan – zo is het leven. En het begrip hiervan geeft de mens het gewicht om regen, storm en alle wisselvalligheden te verduren. Zonder begrip is hij als een jol op zee die de storm niet kan weerstaan. Door begrip leert een mysticus. Hij leert tact; hij is onder alle omstandigheden tactvol; en zijn tact is als een zwaarbeladen schip dat de wind niet kan doen kapseizen en dat gestaag doorvaart temidden van de storm.

De natuur van het leven is dat het snel de mind opwindt en in een enkel ogenblik de mens ongelukkig maakt. Het verwart de mens zo dat hij niet weet waar hij de volgende stap moet nemen. In contrast hiermee staat de mysticus stil en informeert bij het leven naar zijn geheim; en uit elke ervaring, uit elk falen of succes leert de mysticus een les; dus zowel falen als succes zijn voor hem nuttig.

Het ideaal van de mysticus is om niet aan onaangename dingen te denken. Men moet niet denken aan hetgeen wat men niet wil laten gebeuren. Een mysticus verwijdert alle onaangename dingen uit het verleden uit zijn mind. Hij verzamelt en bewaart zijn gelukkige ervaringen en daaruit stelt hij een paradijs samen. Zijn er niet veel ongelukkige mensen die een gedeelte van hun verleden voor zich houden, wat hen pijn in hun hart oplevert? Het verleden is het verleden; het is voorbij. Voor ons bevindt zich de eeuwigheid. Als we ons leven willen maken zoals wij het willen dan moeten wij geen onaangename dingen denken en peinzen over pijnlijke ervaringen en herinneringen die ons ongelukkig maken.

Om deze reden wordt het leven tot een bepaalde hoogte voor een mysticus gemakkelijk tegemoet te treden. Want hij kent elk hart, elke aard, terwijl degenen die niet geraakt zijn door het geheim van de mysticus leiden door hun moeilijkheden zowel thuis als in de buitenwereld. Zij duchten de aanwezigheid van mensen die zij niet begrijpen; zij willen van hen weglopen en als zij niet kunnen ontsnappen voelen zij zich als in de mond van een draak; en misschien zijn zij in een situatie geplaatst die niet eenvoudig veranderd kan worden. Het gevolg is dat zij verwarring op verwaring stapelen. En hoe vaak ziet men niet dat als twee mensen elkaar niet begrijpen en er een derde komt die hen hierbij helpt, het licht dat op hen wordt geworpen grotere harmonie veroorzaakt ! De mysticus zegt: of het nu aangenaam of onaangenaam is, als jij je in een bepaalde situatie bevindt, maak er dan het beste van; probeer te begrijpen hoe je het beste met zo´n situatie om kunt gaan. Daarom is een leven zonder zulk begrip als een donkere kamer die alles bevat wat je wilt: het is er allemaal, maar er is geen licht.

De wereld is tenslotte een prachtige plek, ondanks dat er zoveel zielen haar willen verlaten. Want er is niets dat niet op deze wereld verworven kan worden; alles is er, alle goede en mooie dingen, alle waardevolle dingen en dingen die de moeite waard zijn; ze zijn er allemaal, als iemand maar hun aard kent en hoe hij ze verwerft.

Wanneer je sommige mensen vraagt wat de natuur van het leven is dan zullen ze zeggen: ´Hoe meer we streven naar geluk, hoe verder we er van weg raken´. Dat is waar. Maar degene die niet weet dat ongelukkig zijn niet echt bestaat, neemt de verkeerde weg. Bovendien is geluk veel natuurlijker dan ongelukkig zijn, net als het goede natuurlijker is dan het slechte, en gezondheid natuurlijker is dan ziekte. En toch is de mens zo pessimistisch. Wanneer we hem vertellen hoe goed iemand is dan kan hij niet geloven dat dit waar is, maar als we hem vertellen hoe slecht iemand is dan zal hij dat meteen geloven.

Daarom is het werk van een mysticus het leven te bestuderen. Voor een mysticus is het leven niet een stageplaats of een amusement. Voor de mysticus is het een school waarop men leert, ieder ogenblik van het leven; het is een continue studie. En het heilige boek van de mysticus is de menselijke aard; elke morgen slaat hij een nieuwe bladzijde om van dit heilig boek. En de boeken van de grote geesten die van tijd tot tijd de Boodschap naar de wereld hebben gebracht, en die heilige geschriften zijn geworden en die gedurende duizenden jaren werden gelezen, waaruit generaties hun spirituele voedsel hebben gehaald, zijn interpretaties die zij hebben gegeven van het geschrift van de menselijke natuur. Daarom hebben alle heilige geschriften altijd hetzelfde heilige gevoel.

De mysticus respecteert alle religies en hij begrijpt alle verschillende en tegenstrijdige ideeën, want hij begrijpt ieders taal. De mysticus kan het, zonder te hoeven redetwisten, eens zijn met zowel de gek als de wijze. Want hij ziet dat de aard van de feiten zodanig is dat ze op zich waar zijn; hij begrijpt elk aspect van hun natuur. De mysticus ziet vanuit elk gezichtspunt. Hij ziet vanuit het gezichtspunt van een ieder en dat is waarom hij met allen in harmonie is. Iemand komt naar een mysticus en zegt: ´Ik kan niet in een persoonlijke God geloven, het betekent niets voor me´. Dan antwoordt de mysticus: ´Je hebt helemaal gelijk´. Iemand anders zegt: ´De enige manier om God begrijpelijk te maken is in de vorm van de mens´. De mysticus zegt: ´Je hebt gelijk´. En weer iemand anders zegt: ´Wat stom van deze mensen om van deze mens een God te maken; God bevindt zich boven alle begrip´. En de mysticus zal het ook met hem eens zijn. Want de mysticus begrijpt de reden achter alle tegengestelde argumenten.

Op een dag kwam er een missionaris naar een soefi in Perzië. Hij wilde een discussie hebben en wilde bewijzen dat zijn mening over een of andere soefi-lering de juiste was. De soefi zat daar in zijn stille, rustige houding, met twee of drie leerlingen aan zijn zij. De missionaris bracht enige argumenten naar voren en de mysticus antwoordde: ´U heeft gelijk´. Vervolgens ging de man verder met argumenteren maar de soefi zei slechts: ´Dat is helemaal waar´. De man was zeer teleurgesteld daar er geen gelegenheid was voor een discussie. De soefi zag overal de waarheid in.

De waarheid is als een piano: de noten kunnen hoog of laag zijn, iemand kan een C of een E aanslaan, maar het zijn allemaal noten. Dus het verschil tussen ideeën is als het verschil tussen noten, en het is hetzelfde in het dagelijkse leven met de juiste en verkeerde houding. Wanneer we de verkeerde houding hebben zijn alle dingen verkeerd, als we de juiste houding hebben zijn alle dingen juist. Degene die zichzelf wantrouwt zal zelfs zijn beste vriend wantrouwen; degene die zichzelf vertrouwt, zal iedereen vertrouwen.

Dingen die van elkaar gescheiden lijken, zoals juist en verkeerd, licht en donker, vorm en schaduw, lijken voor de mysticus zo dicht bij elkaar dat juist en verkeerd slechts een haarbreedte van elkaar zijn gescheiden. Er opent zich een gezichtspunt voor de mysticus, een gezichtspunt dat het doel van het leven ontsluit. De vraag die de mysticus zichzelf stelt is `Wat is mijn wezen? Mijn lichaam? Nee. Dit lichaam is mijn bezit. Ik kan niet datgene zijn wat ik bezit´. Hij vraagt zichzelf af: ´Is het mijn mind?´ Het antwoord luidt: ´Nee. De mind is iets wat ik bezit, het is iets waarvan ik getuige ben. Er moet een verschil zijn tussen de kenner en het gekende´. Door deze methode komt de Soefi uiteindelijk tot een begrip van het illusoire karakter van alles wat hij bezit. Het is als een man die een jas heeft laten maken: het is zijn jas, hij is het niet zelf.

Vervolgens begint de mysticus als volgt te denken: ´Ik ben het niet zelf die denkt, het is de mind. Het is het lichaam dat leidt, dat ben ik niet´. Het is een soort bevrijding voor hem om te weten dat: ´Ik niet mijn mind ben´. Want een normaal iemand vraagt zich af waarom hij het ene moment een goede gedachte heeft en het andere moment een slechte, het ene moment een aardse gedachte, het volgende moment een hemelse gedachte. Het leven is voor hem als een bewegend beeld waarin hij het is die ziet en hij het is die daar danst.

Door dit te zien bevrijdt de mysticus zijn ware zelf dat, doordat het door zijn illusie onder de mind en het lichaam was begraven, een zogenaamde verloren ziel wordt genoemd, een ziel die zich niet bewust was van de mystieke waarheid dat het lichaam en de mind voertuigen zijn waarmee men het leven ervaart. En op deze wijze begint de mysticus zijn reis naar onsterfelijkheid.