Een mens is vaak geneigd te denken dat het studie, meditatie en bidden zijn die hem alleen naar de weg kunnen leiden die naar het doel gaat; maar het moet worden begrepen dat handelen ook een belangrijke rol speelt. Slechts weinigen weten welk effect elke handeling op het leven van iemand heeft, welk een kracht een juiste handeling kan geven en welk effect een verkeerde handeling kan hebben. De mens staat alleen maar op de uitkijk om te zien wat anderen van zijn handelingen vindt, in plaats van zich zorgen te maken over wat God ervan zal denken. Als de mens zou begrijpen dat ofschoon de moordenaar mag ontsnappen aan de handen van de politieman, hij niet is ontsnapt aan de fout die hij heeft begaan. Want hij kan niet ontsnappen aan zijn zelf; de grootste rechter zit in zijn eigen hart. Hij kan zijn handelingen niet voor zichzelf verbergen. Het is voor iemand ongetwijfeld moeilijk, zo niet onmogelijk om te oordelen over de daden van een ander daar hij niet weet wat hun omstandigheden zijn. De mens kan het beste over zichzelf oordelen; hoe slecht hij ook mag zijn hij zal niet echt blij zijn met zijn verkeerde handelingen, of als hij voor een ogenblik blij is, zal deze blijheid niet aanduren.
Maar wat is goed en wat is fout? Niemand kan een daad als goed of fout bestempelen. Maar er is een natuurlijk gevoel in de mens dat tussen goed en fout onderscheidt, juist of niet juist, een gevoeld dat zelfs in een kind is te vinden. Het kind ziet ook de lijn en de kleur in de kunst of in een versiering; het ziet wanneer het tafelkleed niet recht over de tafel ligt, wanneer een lijn die recht zou moeten zijn dat niet is. Zelfs een kind weet wanneer dingen harmonieus zouden moeten zijn en een kind houdt normaal gesproken van harmonie. Er bestaat een natuurlijke neiging in het hart van de mens, hetzelfde natuurlijke instinct dat metselaars hebben wanneer ze een huis bouwen.
Verschillende religies hebben een verschillende moraal onderricht die voor de mensen van dat moment juist was. De wet van de massa moet ongetwijfeld worden gerespecteerd, maar de ware conceptie van wat goed en kwaad is ligt in het diepste zelf van iemand. De ziel is niet blij met datgene wat niet juist is. De tevredenheid van de ziel ligt altijd in iets wat haar volledige blijdschap verschaft. Het gehele Soefisme is gebaseerd op de praktijk van zowel denken als handelen, net zoals elke religie is gebaseerd op zowel waarheid als handelen. Zowel materiële als spirituele dingen zijn tot stand gebracht door handelen. Daarom is handelen voor de mysticus zeer belangrijk. Tijdens mijn reizen van hier naar daar ben ik in contact gekomen met verschillende mensen en ben ik in de gelegenheid geweest om bij hen te verblijven. Ik heb sommige mensen ontmoet die tijdens hun leven misschien nog nooit een boek over theologie hebben gelezen of die nog nooit mystiek hebben bestudeerd, hun hele leven bezig geweest met werken, zakendoen en handel; en toch voelde ik een spirituele vooruitgang die op natuurlijke wijze was geboekt door hun juiste handelingen in leven. Zij waren tot een toestand van zuiverheid gekomen die iemand anders misschien kan vinden door middel van studie of meditatie.
Men kan zich afvragen wat de beste weg is die men in het dagelijks leven kan nemen om naar het levensideaal te komen? De beste weg is om harmonie als belangrijkste principe in acht te nemen; dat men in elke omstandigheid en situatie zou moeten proberen om met zijn mede-schepselen in harmonie te komen. Dat is gemakkelijk gezegd, maar het moeilijkst uit te voeren; het is niet altijd gemakkelijk om te harmoniseren. Maar als we onszelf vragen waarom het zo moeilijk is dat is het antwoord dat het niet altijd de anderen zijn die moeilijk zijn of on buigzaam; wij zijn het zelf die niet kunnen buigen. De palmboom die recht omhoog groeit kan niet harmoniseren met andere bomen waarvan de stammen niet zo recht en sterk zijn.
Er zijn veel goede mensen, maar ze zijn niet altijd harmonieus. Er zijn veel ware mensen, maar hun waarheid is niet altijd troostend. Zij kunnen een waarheid uiten die als een slag in het gezicht van iemand is. Zij zijn net als de palmboom, recht en rechtvaardig, maar toch tegelijkertijd niet in harmonie. Een harmonieus iemand kan buigen, is buigzaam; hij kan anderen tegemoetkomen. Het is ongetwijfeld waar dat iemand om te harmoniseren offers moet brengen, iemand moet buigen voor mensen voor wie hij niet wil buigen; men moet buigzamer zijn dan men van nature is, men moet slimmer zijn dan men werkelijk is; en al deze pogingen zullen niet slagen tenzij men zich heel erg inspant, tenzij men beseft dat harmonie het meest essentiële in het leven is.
Waarom hecht de mysticus zo´n groot belang aan harmonie? Omdat voor de mysticus zijn hele leven een continue symfonie is, een spelen van muziek, terwijl iedere ziel zijn speciale deel aan de symfonie bijdraagt. Het succes van iemand hangt daarom af van het idee dat hij heeft over harmonie. Slechts heel weinig mensen besteden aandacht aan harmonie; zij weten niet dat er zonder geen kans op geluk is. Het zijn slechts de harmonieuze mensen die anderen gelukkig kunnen maken en zelf aan dat geluk deel kunnen nemen en buiten hen is het moeilijk om geluk in de wereld te vinden. De vechter heeft geen vrede omdat zijn gevechten steeds toe zullen nemen; het is de vredestichter die gezegend is. Hij zal om vrede te stichten ongetwijfeld met zichzelf moeten vechten en op die manier zal hij in staat zijn vrede met anderen te stichten. Ongeacht de opleiding of positie in het leven die iemand heeft, kan hij alles wat hij wil bezitten, maar als dat ene ontbreekt in zijn leven en in zijn hart dan kan niets hem vrede brengen.
En daarom is iemand die niet in zijn handelen iets van de karakteristieken van een menselijk wezen tentoonspreidt, karakteristieken die niet in dieren worden gevonden, niet ontwaakt tot de menselijke natuur. Er zijn bepaalde handelingen zoals eten, drinken, zitten en lopen die niet verschillen van die van de dieren, toch kunnen juist deze handelingen een speciale karakteristiek van de menselijke natuur worden als zij een begeleidend licht achter zich hebben. Bijvoorbeeld wanneer een mens denkt dat hij niet terug moet duwen wanneer hij onder het lopen door iemand wordt geduwd en in plaats daarvan ´Sorry´ zegt, dan toont hij een neiging die verschillend is van die van een dier want dieren zullen met elkaar vechten en hun horens naar beneden brengen in plaats van voor elkaar te buigen, terwijl hun begroeting een gehuil is. De mens kan anders zijn.
De bijzondere karakteristieken van de mens zijn consideratie, verfijning, geduld en bedachtzaamheid. En wanneer hij deze eenmaal heeft uitgevoerd leidt dit tot een andere handeling: naar de praktijk van zelfopoffering die op haar beurt leidt tot een goddelijke handeling. Wanneer een mens zijn tijd en zijn voordelen in het leven opoffert voor een ander die hij liefheeft, respecteert of bewondert heft deze opoffering hem hoger op dan het normale niveau van menselijke wezens; zijn natuur is dan een goddelijke en niet meer menselijk. Dan begint een menselijk wezen net zo te denken als God en worden zijn handelingen steeds goddelijker; zij worden tot handelingen van God en dat maakt hem groter dan degene die alleen maar in God gelooft.
De ontwaakte ziel ziet al de handelingen van volwassenen als de handelingen van kinderen van één vader. Hij kijkt naar ze zoals de Vader naar al de menselijke wezens op aarde kijkt zonder erbij te denken dat het Duitsers, Engelsen of Fransen zijn. Ze zijn hem allemaal even lief. Hij kijkt met vergiffenis naar allen, niet alleen naar degenen die het verdienen, maar ook naar de anderen, want hij begrijpt de reden achter alles. Door in iedereen en alles het goede te zien, begint hij het goddelijke licht te ontwikkelen dat zichzelf verspreidt, het grootste deel van het leven verlicht en het onthult als een scene van goddelijke verhevenheid.
De mysticus ontwikkelt een ruimere blik op het leven en deze ruimere blik verandert zijn handelingen. Hij ontwikkelt een gezichtspunt dat een goddelijk gezichtspunt genoemd kan worden. Hij stijgt dan op naar een toestand waarin hij voelt dat alles wat hem wordt aangedaan van God komt en wanneer hij zichzelf kwaad of goed doet dan voelt hij dat hij God kwaad of goed doet. Het is ware religie om op dit punt te belanden. Er kan geen betere religie bestaan dan deze, de ware religie van God op aarde. Dit is het gezichtspunt dat een mens als God maakt, goddelijk. Hij berustend als hij slecht wordt behandeld, maar hij zal zich tot de orde roepen voor zijn eigen tekortkomingen, want al zijn handelingen zijn tot God gericht.
De opvatting van de mysticus omtrent de Godheid gaat verder dan de opvatting van een Koning, een Rechter of een Schepper; de mystieke opvatting van God is die van de Geliefde, de enige Geliefde die er is. Voor Hem is de liefde van deze wereld net als die van kleine meisjes die met hun poppen spelen en van hen houden. Op die manier leren zij de lessen die ze later in hun leven uit moeten oefenen wanneer ze het huishouden doen. De mysticus leert dezelfde lessen door te bewijzen oprecht en toegewijd aan alle soorten schepsels te zijn en dit moet hij doen om zichzelf te wekken voor de Geliefde, de enige Geliefde die er is, die alle liefde toekomt.