Het woord ´boodschap´ drukt op zich een heel andere betekenis uit dan die van een intellectuele filosofie. Er zijn in de wereld twee overheersende ideëen: het ene is dat de mens zich door de jaren en eeuwen heen heeft ontwikkeld en het ander is dat, zoals Salomo heeft gezegd, er niets nieuws onder de zon is. En dit verklaart ons dat goddelijke waarheid er altijd is geweest en altijd dezelfde zal zijn. Niemand kan er verbeteringen in aanbrengen en niemand kan een nieuwe boodschap geven. Het is de goddelijke tong die op bepaalde momenten luider heeft gesproken en op andere momenten heeft gefluisterd en het is het bewustzijn van de goddelijke spirit die Christus heeft laten zeggen: ´Ik ben Alfa en Omega´. Degenen die Christus beperken tot de historische periode van het leven van de Profeet van Nazareth beperken zeker de boodschap, ondanks zijn openlijke verklaring dat hij de eerste en de laatste is.
Volgens dit gezichtspunt is deze boodschap elke keer in een vorm gegeven die geschikt was voor de evolutie van het volk in die specifieke tijd. De mens verdeelt de mensheid en God verenigt die. De mens heeft er plezier in om te denken en te voelen: ´Ik ben anders dan jij; jij bent anders dan ik´ in nationaliteit, ras, geloofsovertuiging of religie. Bij dieren is dit gevoel nog geprononceerder. Maar wanneer de mens zich ontwikkelt is hij gericht op vereniging, op het één worden. Is Jezus Christus gekomen om een exclusieve gemeenschap te vormen genaamd Christendom of is Boeddha gekomen om een geloofsovertuiging te vormen genaamd Boeddhisme? Of was het het ideaal van Mohammed om een gemeenschap te vormen genaamd Mohammedanisme? Integendeel, de Profeet waarschuwde zijn discipelen dat zij niet zijn naam aan de boodschap moesten verbinden, maar dat die Islam genoemd moest worden, de Boodschap van Vrede.
Niet één van de meesters is gekomen met de gedachte om een exclusieve gemeenschap te vormen of om een bepaalde religie te geven. Zij zijn met dezelfde boodschap gekomen van één en dezelfde God. Of die boodschap nu in het Sanskriet, Hebreeuws, Zend of Arabisch was, ze had een en dezelfde betekenis. Het verschil tussen religies is uiterlijk; hun innerlijke betekenis is één.
Als de mens dit toch alleen maar eens had begrepen dan had de wereld veel oorlogen vermeden, want oorlog is meestal veroorzaakt door religie, religie die aan de wereld werd gegeven om vrede en harmonie te stichten. Wat is het toch jammer dat oorlog en rampspoed uit dezelfde bron moesten komen!
De soefi-boodschap is een geheugensteuntje voor de mensheid, niet voor een land maar voor alle landen; niet voor een gezindte maar voor alle gezindtes. Ze is een geheugensteuntje voor de waarheid die door alle grote leraren van de mensheid is onderricht: dat God, de waarheid en religie één zijn, en dat dualiteit slechts een waandenkbeeld van de menselijke natuur is. Bedenk dan eens wat voor een grootse taak er voor deze boodschap is weggelegd in deze tijd waarin het land tegen land en ras tegen ras is; waarin de volgelingen van de ene religie constant de volgelingen van een andere religie tegenwerken en waarin het klasse tegen klasse is; competitie, haat en vooroordeel hebben overal de overhand. Wat zal het resultaat van dit alles zijn? Wat kan vergif produceren? Niet nektar; slechts vergif. De boodschap is niet voor een land, ras of gemeenschap bedoeld; ze is voor de gehele mensheid bedoeld. Het is haar enige doel om een beter begrip tussen de verschillende secties van de mensheid teweeg te brengen door hun bewustzijn te wekken voor het feit dat de mensheid één familie is. Als er in de familie een persoon ziek of ongelukkig is dan moet dit zeker verdriet voor de gehele familie veroorzaken. Toch is zelfs dit niet de meest geschikte vergelijking. De mensheid is een lichaam, het gehele leven zijn bron en doel, zijn begin en einde. Geen enkele wetenschapper zal dit ontkennen. En als een deel van het lichaam pijn lijdt dan wordt vroeg of laat het gehele lichaam aangedaan; als onze vinger zeer doet is ons lichaam niet vrij van pijn. Dus kan geen enkele natie, geen enkel ras of geen enkele gemeenschap beschouwd worden als een afgescheiden deel van de mensheid.
Vandaag de dag lijkt er in de educatie, in de politiek, in alle richtingen van het leven, een individualistische kijk te bestaan maar waar zal zo´n gerichtheid eindigen, waar zal het de mensheid naartoe voeren? Als iedereen denkt dat hij de ander te slim af moet zijn, waar zal dan de harmonie en vrede zijn waar iedereen naar hunkert, ongeacht tot welk ras of religie men behoort?
Deze omstandigheid is ongetwijfeld teweeggebracht door een lang volgehouden materialisme en een langvolgehouden handelsgeest, die elke ziel de spirit van competitie en rivaliteit hebben bijgebracht, waardoor het gehele leven van elk wezen helemaal in beslag wordt genomen door het behartigen van zijn eigen belangen en door de poging om het beste uit het leven te halen voor zichzelf. Het leven is een voortdurende veldslag en slechts een ding kan deze veldslag tot rust brengen: consideratie voor anderen, wederkerigheid, onzelfzuchtigheid in plaats van zelfzucht.
Met zelfzucht als centraal thema zal de vooruitgang van de wereld nooit leiden tot het verlangen en het doel van de ziel. Dit moet wel culmineren in destructie. Ooit was er de roep om het eigenbelang te beschermen; nu is het moment daar voor de mensheid om een boodschap gegeven te worden van begrip en consideratie voor elkaar, daar individuele vrede en individueel geluk afhangen van de vrede en het geluk van de gehele mensheid.
Wat er mist in de moderne educatie, in kunst en wetenschap, in het sociale, politieke en commerciële leven is het ideaal, het ideaal dat het geheim is van hemel en aarde, het mysterie verborgen achter zowel mens als God. Met alles wat hij in de objectieve wereld bezit is de mens arm in afwezigheid van het ideaal en het is zijn armoede die irritatie, conflicten en meningsverschillen veroorzaakt, daardoor oorlogen en rampen van allerlei slag veroorzakend. De grootste behoefte van de mens vandaag de dag is de behoefte naar het exploreren van de menselijke persoonlijkheid teneinde daar de latente inspiratie en macht te vinden om daarop de gehele structuur van zijn leven te bouwen. Want leven betekent niet alleen leven, maar ook jezelf veredelen en die volmaaktheid bereiken die het aangeboren verlangen van de ziel is. De oplossing van het probleem van deze tijd is het ontwaken van het bewustzijn van de mensheid tot de goddelijkheid van de mens. De ondertoon van alle religies is de verwerkelijking van het ene leven dat culmineert in de gedachte van eenheid. De pogingen van de soefi-beweging zijn gericht op het verheffen van de mensheid tot dit bewustzijn.
Heel vaak verdelen mensen het esoterische of innerlijke deel van het leven van de exoterische of de uiterlijke vorm van religie. Hoewel het mogelijk is ze te verdelen in een conceptie is het verdelen ervan in de werkelijkheid als het scheiden van het hoofd van het lichaam. Net zoals het hoofd dat is verbonden aan het lichaam de vorm compleet maakt, zo maakt de religie samen met het innerlijke leven het spirituele ideaal perfect. Niettemin hebben de bedachtzamen en de wijzen van alle tijden, met hun intellectuele streving er vaak aan gedacht om religie van het innerlijke leven te scheiden. Maar wanneer ze worden gescheiden is het net als brood zonder boter, is het net als melk zonder suiker, is het net als voedsel zonder zout. En de reden waarom deze neiging vaak verschijnt, vooral onder bedachtzame mensen, is een natuurlijke reden. Wanneer het leven het lichaam verlaat beginnen zelfs degenen die degene die aan het sterven is hebben liefgehad te denken dat ze het lichaam zo snel mogelijk moeten begraven; want degene die ze hebben liefgehad is eruit verdwenen en er is nu slechts een lijk overgebleven. En wanneer dus het innerlijke leven, dat net als de adem in het lichaam van de religie is, eruit verdwijnt dan wordt de religie als een dood lichaam; dan beginnen zelfs de meest trouwe aanhangers te voelen dat ze een lijk is.
In alle tijden en in alle perioden van de geschiedenis merken we op dat er een limiet zit aan het aantal jaren dat een religie heeft geduurd. Tijdens die periode bloeide die religie en was ze de mensheid tot nut. Waarom? Omdat ze adem had, omdat ze spiritualiteit had. Maar wanneer dat innerlijke leven wegging dan werd ze als een lijk achtergelaten. De trouwen hielden eraan vast, maar degenen met intelligentie konden dat niet langer.
Net zoals er jaar na jaar regen valt en nieuw leven en nieuw onderhoud aan de aarde geeft, zo werd het nodig dat er een nieuwe boodschap van spirituele verheffing zou komen. Maar elke keer wanneer die kwam, vochten de mensen ertegen, niet wetend dat het dezelfde waarheid, dezelfde adem, dezelfde ziel van religie was die weer was gekomen, het geheim van religie niet begrijpend. De neerslag van het afgelopen jaar is niet anders dan de neerslag van dit jaar; het is hetzelfde water, hetzelfde onderhoud, dezelfde energie. Het stijgt op als damp en valt neer als regendruppels. Het is altijd dezelfde boodschap geweest, alleen gebracht in nieuwe flessen en met nieuwe etiketten erop.
Het belangrijkste filosofische punt in de religie is dat, naast alle morele principes en ethiek die de religie onderricht, het centrale thema dat getraceerd kan worden als de natuur van het leven en van de spirit, het begrijpbaar maken van het perfecte Wezen aan de beperkte mind van de mens is. Om dit te doen wordt het ideaal van God gepredikt. Het centrale thema van elke religie die de boodschappers hebben gebracht was het Gods-ideaal en elk van hen heeft zijn best gedaan om een beeld te schetsen van dat ideaal, opdat het volk van die tijd het gemakkelijk konden begrijpen en er voordeel van hadden, om het doel van spirituele perfectie te vervullen.
Het is waar dat de verschillende voorstellingen die de grote profeten van de wereld hebben geschetst heel vaak van elkaar verschillen. Maar je ontdekt dat er om een foto te maken veel verschillende processen moeten zijn; er moet een plaat gemaakt en ontwikkeld worden, en vervolgens wordt het beeld overgebracht op papier; dan wordt het geretoucheerd en al deze verschillende processen verlopen om een foto compleet te maken.
En zo is het ook geweest met degenen die geprobeerd hebben een beeld van de Godheid te maken, een beeld dat niet volledig gemaakt kan worden, omdat het buiten de macht van de mens ligt om dat te doen. Zij hebben hun best gedaan; schilders hebben die beeltenis geschilderd. Wanneer drie schilders het portret van één iemand schilderen, zijn de drie schilderijen anders. Zij verschillen alleen maar omdat het drie verschillende schilders zijn; en zo is het ook met de profeten, hoewel ze allemaal een en hetzelfde motief hebben: die beeltenis begrijpbaar te maken voor de beperkte mind van de mens, die alleen maar weet wat hij over zichzelf en zijn naaste weet. Dus is de beste beeltenis die hij van God kan maken de beeltenis van de mens. In de klassieke religies van het Oosten werd God eerst afgebeeld in de vorm van de mens; vervolgens werd in de beeltenissen van latere datum de mens als God afgebeeld. Daarna kwam er een reformatie waardoor de mens en God werden gescheiden om de verwarring te beëindigen veroorzaakt door deze twee tegengestelde ideëen, dat God de mens was en de mens God.
Maar de huidige boodschap die voortkomt uit de behoefte van de mensheid is dat God zich in de mens bevindt en dat de mens zich in God bevindt en dat God toch God is en de mens de mens.