De boodschap en de boodschapper

i

Wat is de Boodschap? Waar komt die vandaan? Hoe wordt die ontvangen door de zielen die haar bezorgen? Deze vragen komen vaak op in onderzoekende minds. En het antwoord is dat de boodschap net als de regen is en de regen valt waar die nodig is en wanneer die nodig is. Maar komt de regen van boven? Die lijkt van boven te komen, maar die stijgt eerst van beneden af op. Net zoals de nevelen eerst vanuit de zee opstijgen en in wolken veranderen, zo stijgt elk aspect van kennis door alle wezens verworven als nevel omhoog, wolken als ideëen vormend en waar van boven af als regen naar beneden vallend. Er zijn heel veel namen voor de zeeën, rivieren en stromen, maar ze bevatten allemaal water. En er zijn verscheidene namen voor religies, maar zij bevatten allemaal de wijsheid die op verschillende tijden op verschillende manieren is gegeven. Er is bliksem, er is donder en de regen valt; en er zijn oorlogen en rampen voordat de boodschap komt. Stormen zijn heel vaak waarschuwingen voor wat er volgt en de verschillende soorten veldslagen en revoluties zijn vaak waarschuwingen voor de komst van vrede.

Er wordt vaak gevraagd waarom er, als God aldoordringend is, behoefte is aan een speciale manifestatie van een boodschapper zoals Krishna, Boeddha of Jezus. Het antwoord wordt gegeven in de woorden van de Bhagavad Gita, waar Sri Krishna zegt: ´Wanneer Dharma wordt gehinderd dan word ik geboren´. Dit betekent dat een manifestatie die de mensen herkennen als een redder of boodschapper, altijd komt wanneer de noodzaak daartoe opkomt. Met andere woorden, het is noodzaak, het is de behoefte van de wereld die veroorzaakt dat de Spirit in zijn ware vorm opstijgt.

Scepsis is de ziektekiem die verval veroorzaakt in het hart van de levensboom. Maar altijd wanneer er een boom sterft, komt er een andere boom op; we zien in onze eigen levens en vooral in tijden waarin we in depressie en zorgen zijn verzonken dat er een of ander antwoord komt op de moeilijkheid van de situatie. Dat kan van een vriend komen, van een broer, van ouders, van een geliefde; je kunt zelfs op zo´n moment dat antwoord van je vijand krijgen. Maar waarom zou een boodschap alleen in tijden van pijn of na een groot leed moeten komen? Waarom komt er niet elke dag een boodschap voor je gidsing? Daar zijn twee redenen voor: de eerste reden is dat er een constante gidsing van boven is, maar dat de mens, die helemaal in beslag is genomen door de activiteiten van zijn leven, zijn hart niet opent om naar die boodschap te luisteren en om te kijken waar die vandaan komt. En de tweede reden is dat hoe dieper het leed is hoe hoger de stem van het hart stijgt, totdat die de troon van God bereikt; en dat is het moment waarop het antwoord komt.

De boodschap van God is in alle tijden en naar alle volkeren gestuurd. En die boodschap in door degenen die haar hebben ontvangen bewaard in een geschrift en de naam van de boodschapper en zijn eer zijn hooggehouden door degenen die die specifieke boodschap hebben aangehangen. Ongeacht het tijdstip in de geschiedenis van de wereld waarop de boodschap is gekomen, is één ding zeker: dat ze altijd tot het hart van de mens is doorgedrongen en haar impressie en invloed heeft achtergelaten, zich altijd vermenigvuldigend en verspreidend, bewijzend dat ze de boodschap van God was. En er is geen beter voorbeeld van deze waarheid dan de komst van Jezus Christus en het feit dat hij zijn boodschap aan zo weinigen schonk, met name aan vissers. Hoewel de omstandigheden waarin de Meester zijn boodschap moest geven moeilijk waren, was de boodschap toch die van God en heeft ze niet gefaald om een blijvende impressie te maken op de zielen van de mensen.

Daar het de boodschap van God is, komt ze elke keer wanneer ze komt, uit dezelfde bron. Toen ze duizend jaar geleden kwam was het Zijn boodschap; toen ze honderd jaar geleden kwam wat het Zijn boodschap; en als ze vandaag zou komen dan zou ze ook Zijn boodschap zijn. Wat is de mens door de eeuwen heen onwetend geweest! En hij laat deze ontwetendheid zelfs vandaag de dag nog zien, want elke keer wanneer de boodschap is gekomen hebben mensen haar bevochten, erover gediscussiëerd en er ruzie over gemaakt. De mens heeft zich aan één profeet gehouden en de anderen genegeerd omdat hij hoewel hij zijn religie kende de boodschap niet kende. Hij heeft het boek als zijn religie opgevat zonder de boodschap te herkennen. Als dat niet de algemene neiging zou zijn, hoe had Jezus Christus met Zijn zeer spirituele boodschap dan hebben kunnen worden gekruisigd? Er waren profetieën en naast profetieën was de Meester zelf het bewijs van zijn boodschap, zoals het gezegde: ´Wat je bent spreekt luider dan wat ze zegt´. En hoe dicht versluierd moeten de ogen van de mens niet zijn door de religie, het geloof, de geloofsovertuiging die hij aanhangt, dat hij slechts één boodschapper accepteert en de boodschap die door andere profeten wordt gegeven verwerpt, niet wetend dat de boodschap één en dezelfde is!

Liefhebben is nog niet hetzelfde als begrijpen. Degene die de boodschap liefheeft is een toegewijde; maar degene die de boodschapper kent is zijn vriend. Er bevindt zich in het menselijke ras een gerichtheid die in alle tijden tevoorschijn is gekomen: die leidt de mens ertoe om elke expressie van de boodschap die hem wordt gegeven te accepteren, erdoor te worden gezegend en om toch niet in staat te zijn te erkennen wie de boodschapper is. De volgelingen van elke vorm van de boodschap belijden vroomheid tot hun Heer en Meester, welke naam Hij ook in het verleden heeft gehad, maar zij kennen niet per definitie de Meester. Wat zij kennen is de naam en het leven van de Meester die tot hen naar beneden is gekomen in de geschiedenis of de overlevering; maar daaraan voorbij weten ze erg weinig over hem. Als dezelfde in een andere vorm zou komen, in een gewaad dat is aangepast aan een ander tijdperk, zouden ze hem dan kennen of accepteren? Nee, zij zouden hem zelfs niet herkennen, omdat het niet de boodschap was maar de vorm die ze in het verleden hebben geaccepteerd; een bepaalde naam of karakter; een deel maar niet het geheel.

Er is een verhaal over een grote soefi in India, wiens naam Usman Haruni was. Hij was een murshid naar wie duizenden mureeds kwamen, onder hen veel van de meest geleerde en filosofische mensen van die tijd. Hij onderrichtte hen de diepste waarheden van de mystiek en vooral om de naamloze en vormloze God te vereren. Maar er kwam een moment waarop hij tegen hen zei: ´Tot dusverre heb ik volgens de traditie vereerd, maar nu voel ik dat ik moet gaan en me in alle nederigheid ter aarde moet werpen voor de beeltenis van de godin Kali´. Zijn pupillen stonden met de mond open. Dat juist hij, wiens conceptie van God zo verheven was geweest, zich zou gaan buigen voor de afzichtelijke beeltenis van Kali, wier verering het verbreken was van de wet van hun religie, was voorbij alles wat ze zich konden voorstellen en was er de oorzaak van dat zij bang waren dat hun meester zijn verstand had verloren. Sommigen dachten zelfs dat hij het pad naar beneden aan het betreden was.

Dus toen de leraar naar de tempel van Kali ging, ging er slechts één leerling van hem met hem mee, een jonge man wiens devotie voor zijn meester zeer groot was. Toen zij op weg gingen zei de leraar tegen zijn leerling: ´Je zou terug moeten gaan. Zij zijn met velen en zij hebben zeker gelijk; ik vergis me wellicht´. Maar de jonge man bleef hem volgen. Toen de tempel werd bereikt werd de leraar zo geraakt door de gedachte die de beeltenis van de godin bij hem opriepen dat hij zich in nederheid op de aarde wierp. En de discipel die erbij stond keek er met sympathie naar bij de gedachte aan de hoeveelheid leerlingen die de meester had gehad en hoe allen zich in een ogenblik tijd van hem hadden afgekeerd. Toen de meester opstond vroeg hij: ´Volg je me nog steeds?´ En toen de discipel antwoordde dat hij dat deed vroeg de heilige man hem verder: ´Maar wellicht begrijp je niet waarom je me volgt?´ Toen de jongeman antwoordde: ´U heeft me de eerste les op het spirituele pad geleerd: dat niemand behalve God bestaat. Hoe kan ik dan deze beeltenis van Kali uitsluiten, als U het verkiest ervoor te buigen en U ervoor op de aarde te werpen?´

ii

De manieren waarop de boodschap wordt gegeven zijn verschillend omdat de mentaliteit van de mensheid in elke periode anders is. Elke profeet moest op de manier spreken die in de tijd waarin hij leefde gangbaar was en hij moest spreken in overeenstemming met de evolutie van die tijd. Ook verschilt de gewoonte van elke land van die van andere landen; de omgangsvormen en de levens zijn verschillend. Als de boodschapper wordt geboren in een land en zijn boodschap in een ander land moet geven, dient hij zeker de manier te overwegen waarop het volk daar tegen het leven aankijkt en zijn boodschap in overeenstemming daarmee te geven. De boodschap komt echter altijd van God. Dat is de reden waarom de uiterlijke studie van Boeddhisme je laat voelen dat Hindoeïsme anders is dan Boeddhisme en de uiterlijke studie van het christendom en de Islam zal je laten voelen dat het christendom verschilt van de Islam. Maar als je die onderliggende draad die alle religies verbindt zou zien dan zou je zien dat alle religies één zijn net zoals de waarheid één is, het leven één is en God één is.

De waarheid is de ziel van religie. Toen Jezus op aarde kwam zei hij niet: ´Ik heb jullie een nieuwe religie gebracht waar jullie en je voorouders nog nooit over hebben gehoord´. Hij zei dat hij niet gekomen was om een nieuwe wet te geven maar om de wet te vervullen. Met andere woorden: ´Ik ben gekomen om verder te gaan met jullie datgene te geven wat jullie eerder hebben ontvangen en niet hebben begrepen´.

Er zijn geschriften die de mensheid als heilige geschriften beschouwt, maar stel je eens hoe weinig van die boodschap een boek kan bevatten en hoe veel meer er gegeven moet zijn wat nooit in een boek is geschreven! Als boeken voldoende zouden zijn dan zou het boek van Abraham of de eerdere boeken die als heilig werden bewaard voldoende zijn geweest, maar dat was het boek. De boodschapper, wanneer hij ook maar kwam, kwam om het leven te geven, de levende spirit, het goddelijke licht dat kan schijnen als de zon overdag, zodat geen ziel met het kleinste spoortje oprechtheid zou kunnen twijfelen aan de waarheid en de eenheid van de boodschap.

Dachten degenen die aanwezig waren op het moment waarop de Joden om zijn kruisiging vroegen en er heel veel weerstand tegen de Meester was oprecht dat de Meester schuldig was? Nee, elk van hen was min of meer onder de indruk van de waarheid van de boodschap, maar toch verscheurd door conventie en gewoonte, gebonden door wetten, vastgehouden door de religieuze autoriteit die aan de macht was. Zij konden hun oprechte gevoelens niet tot expressie brengen en dus regeerde de wet in plaats van de liefde. En deze staat van zaken heeft in alle tijden bestaan. Verblind door conventies en door de wetten van zijn tijd en de gewoonten van zijn volk heeft de mens de waarheid genegeerd en ertegen geageerd. Toch heeft de waarheid tegelijkertijd nooit verzaakt om haar impressie op de ziel te maken, omdat de ziel van iedereen één ziel is en de waarheid één waarheid onder welke religie ze ook verborgen ligt.

In werkelijkheid kunnen er niet veel religies zijn; er is slechts één religie. Er kunnen niet twee waarheden zijn; er kunnen niet twee meesters zijn. Daar er slechts één God en één religie is, is er één meeste en één waarheid. En het is de zwakte van de mens geweest om slechts datgene wat hij gewend is als waarheid te beschouwen als waarheid op te vatten en alles waarvan hij het niet gewend is om dat te horen of te denken maakt hem bang. Net zoals een vreemdeling in een vreemd land, weg van huis, is de ziel een vreemdeling voor de natuur van de dingen waar ze niet aan gewend is. Maar de reis naar perfectie betekent het opstijgen boven beperkingen, zo hoog stijgend dat niet alleen de horizon van je land, van je continent, maar van de gehele wereld te zien is. Hoe hoger we stijgen, hoe weidser de horizon van onze blik wordt.

Veel intellectuele mensen verschillen met hun verscheidene ideëen van elkaar in hun meningen en hun manier van tegen de dingen aan kijken, in hun speculaties, maar verschillen de profeten van elkaar? Nee, ze verschillen niet van elkaar. De reden daarvoor is dat de verscheiden minds verschillen, niet de zielen. Degene die in zijn mind leeft is zich bewust van zijn mind; degene die in zijn ziel leeft is zich bewust van de ziel.

Spiritueel betekent zich bewust van de spirit. Er is een regel in een liedje: ´De nacht heeft duizend ogen, de dag maar één´. Wanneer iemand in zijn mind leeft, leeft hij via de duisternis van de nacht. Zodra hij boven zijn mind uit stijgt en ontwaakt in het licht van de ziel dan wordt hij spiritueel. En als duizend spirituele mensen spreken dan zullen ze hetzelfde zeggen, wellicht in andere woorden maar slechts met één betekenis, want ze hebben één en dezelfde visie. Dit is de reden waarom spirituele verwerkelijking de waarheid wordt genoemd. Er zijn veel feiten maar slechts één waarheid. De feiten kunnen in woorden omgezet worden maar de waarheid niet, want God is de waarheid, de ziel is de waarheid, het ware zelf van de mens is de waarheid. Daar de waarheid onbeperkt en onvergelijkbaar is kent zij, geniet zij van en verwerkelijkt zij als enige haar eigen bestaan.

iii

De sleutel tot het geheim van de boodschapper wordt in de Bijbel gegeven, maar slechts heel weinig mensen denken er dieper op door en kienen het voor zichzelf uit. De sleutel ligt in de woorden: ´Ik ben Alfa en Omega´, ´Ik ben de eerste en de laatste´. Kan dat betekenen: ´Ik kwam slechts een moment en toen werd ik Jezus genoemd en alleen toen gaf ik een boodschap; ik heb nooit voor of na die tijd gesproken?´ Alfa en Omega betekent Eerste en Laatste; altijd, continu aanwezig; vanaf het begin van de schepping tot het eind nooit afwezig.

Er komt een vraag op in de onderzoekende mind: wie zou deze Alfa en Omega kunnen zijn? Wat was hij voor Jezus Christus? Wat zou hij na de tijd van Jezus Christus zijn? Voor degenen die water uit de oceaan in een grote aarden kruik doen is dat water uit de oceaan; maar in werkelijkheid is alleen maar de oceaan de oceaan. Wanneer degenen van verschillende geloofsovertuigingen, die verschillende dogma´s en vormen van verering aanhangen, zeggen dat alleen maar dit of dat de lering van Christus is, kan dat gedeeltelijk waar zijn; maar het is niet de gehele lering van Christus. Dat is net zo waar als wanneer je zegt: ´Dit is de oceaan´, als je wat water vanuit de oceaan in een grote aarden kruik zou gieten. Dit laat zien dat er een persoonlijkheid is geweest genaamd Jezus Christus die de boodschap heeft gebracht; het was de persoonlijkheid die Jezus was. Dit is het geheim van die Alfa en Omega spirit van Christus. Als je alleen maar eens die spirit kon zien die is verborgen achter verschillende persoonlijkheden dan zou je je constant in de visie van Christus bevinden.

Zo talrijk als de zielen op de wereld zijn, zo talrijk zijn hun voorliefdes en hun fantasieën. Veel mensen kijken op welwillende wijze naar een bepaalde leraar, maar veel mensen doen dat niet. En er is niet één leraar op de wereld geweest die iedereen met welwillendheid respecteerde. Hulde kan niet bestaan zonder blaam, want niets heeft een bestaan zonder zijn tegendeel, net zoals plezier niet zonder pijn kan bestaan. Niemand kan groot zijn en niet klein; nietmand kan bemind worden en niet gehaat. Er is niemand die door iedereen wordt gehaat en niet door iemand wordt bemind; er is altijd iemand die van hem houdt.

Als je je zou realiseren dat de wereld van God, Zijn glorie en verhevenheid, te zien zijn in de wijze en in de dwaas, in de goede en in de slechte, dan zou je op tolerante en eerbiedige wijze over de gehele mensheid denken, wetend dat de mensheid de boodschapper vertegenwoordigt, net zoals de boodschapper God vertegenwoordigt. Want niemand heeft God op enig moment gezien maar als er iemand is die God vertegenwoordigt dan is het de mens die Zijn woord spreekt. God wordt gezien in degene die Hem hulde brengt. Maar als onze harten dicht zijn dan zullen we hem niet vinden ook al wachten we er duizend jaar op dat de boodschapper zich laat zien. Want degene die er altijd is heeft gezegd: ´Ik ben Alfa en Omega. Ik besta ieder moment. Wanneer je me roept dan ben ik er. Klop op de deur en ik zal je opendoen´. En degenen van wie de ogen open zijn hoeven niet naar een kerk te gaan en naar een beeltenis of een beeld van de Heer te kijken. In de ogen van elke baby, in de glimlach van elk onschuldig kind ontvangen ze de zegen van Christus.

Het betekent alleen maar dat je je kijk op het leven verandert en dat je het goddelijke in de mens herkent. De mens heeft echter de goddelijke spirit die zich in de menselijkheid manifesteert genegeerd en altijd een idool, een schilderij, een beeltenis verkozen boven de levende God, die zich constant voor zijn ogen bevindt. Voor de wijze mens, de ziener, de heilige en de yogi die de meester beginnen te zien en hem levend zien is er geen plaats waar hij niet gezien kan worden. Dan is de geliefde meester overal bereid om op de schreeuw van de ziel te reageren komend via de vriend, vader of leraar. En als we een beetje verder vorderen zullen we ontdekken dat de leraar hardop spreekt, niet alleen via levende wezens, maar ook via de natuur. Als de ogen en oren open zijn, dan worden de bladeren van de bomen als bladzijden van de Bijbel. Als het hart levend is wordt het gehele leven één enkele visie van Zijn sublieme schoonheid, elk moment tot ons sprekend.

Hier zit ook een metafysische kant aan, want de metafysica maakt de dingen onderscheiden en begrijpbaar voor degenen wier rede vragen stelt; de mens en de studie van de mens is de studie van het gehele universum. Zoals Ali zegt: ´Ken Uzelf, als ge God wilt kennen´. Het geheim hiervan is de kennis dat wanneer de mens naar de aarde komt hij zowel ziel als lichaam is, of zoals anderen zouden zeggen, spirit en lichaam en dat de handeling en reactie van de ziel en het lichaam dat produceren wat we mind noemen. En op dezelfde manier is het de handeling en de reactie van God en Zijn schepping die de Geest van Leiding hebben geproduceerd, en deze geest is de ziel van Christus.

Met een voorbeeld kun je dit beter begrijpen: in het geval van een individu brengen de aangelegenheden van zijn dagelijkse leven hem tot een besef en begrip van wat zijn handelingen teweeg hebben gebracht en het is dit begrip van het leven dat zijn geest van leiding wordt die in Vedantische termen Buddh wordt genoemd. Of een ander voorbeeld, de Minister-President van een land staat tussen zijn land en de wereld in; zijn ervaring gidst hem om de aangelegenheden van het land te leiden. Het medium tussen ziel en lichaam wordt spirit genoemd. In de collectieve spirit is het de spirit van de boodschapper; en dat is de reden waarom de goddelijke boodschap een antwoord tot elke ziel brengt. Ze is niet noodzakelijkerwijs een wet voor de menigte of een religie voor de wereld, maar ze brengt een antwoord tot elke bestaande ziel; en voordat de ziel zijn schreeuw tot expressie heeft kunnen brengen heeft die het hart van de boodschapper bereikt.

Kan iemand valselijk de boodschap claimen? Hoe zou iemand zoiets zelfs ook maar durven wagen! Als het al zo moeilijk voor de ware boodschapper van God is om standvastig te blijven staan in alle winden van destructie, hoe zou dan valsheid ooit zo´n wind kunnen weerstaan? Slechts de ware boodschapper kan wanneer de boodschap ook maar aan de wereld wordt gegeven standvastig zijn. Alleen de waarheid zegeviert.

Er heerst juist op dit moment over de gehele wereld een grote verwachting dat de leraar weer op komst is. En het lijkt alsof men verwacht dat de leraar direct uit het firmament zal komen en alsof de hele wereld hem zal accepteren en hem zal verwachten, dat de advocaten, wetenschappers, materialisten en leraren van de verschillende sektes voor hem op hun knieën zullen vallen wanneer hij komt. Maar denk alleen maar eens aan aan de komst van Jezus in dat nederige gewaad en hoe niemand hem tijdens zijn leven accepteerde! Werd hij tijdens zijn pretentieloze leven, predikend tot eenvoudige mensen, als Christus geaccepteerd of is hij vandaag niet Christus? Als we naar de leven van verschillende profeten en leraren kijken, zijn die dan ooit meteen geaccepteerd? Mohammed werd drie keer uit Mekka verjaagd, zijn eigen stad en moest ´s nachts vluchten; en tijdens de lange levensworsteling van Mozes kon hij uiteindelijk pas werken ten gevolge van de toestemming van de farao. Krishna leidde onbekend zijn hele leven, totdat, in de oorlog beschreven in de Mahabharata, Arjuna om zijn zegen vroeg en vocht; pas toen kwam het moment van zijn boodschap.

Teneinde een wereld-boodschap te herkennen hebben mensen in alle tijden een boodschapper te berde gebracht en voorspeld die uit deze of die hoek van de wereld zou komen. Kan een mens echter ooit een boodschapper van God een volmacht te geven. Heeft hij de macht om iemand een volmacht te geven en te zeggen: dit zal de Boodschapper van God zijn, of: dit is de Boodschapper van God? Alleen God kan zijn boodschapper sturen. Er gebeuren nu dingen die nog nooit eerder zijn gebeurd; mensen spreken vrijelijk over de boodschapper en de boodschap. Zij bediscussiëren de meest heilige zaken, zaken die als je ze werkelijk zou kennen je lippen gesloten zouden houden. Er kan geen grotere degeneratie van religie zijn dan dit. Is de boodschapper ooit aangeprezen? Kan er iemand in de wereld naar voren stappen en een dergelijke bewering doen en ook waar zijn? Nee, de boodschap is als een bron van water, die komt op en valt neer en zoekt zelf zijn weg zodat niemand er een imitatie van kan maken. Als de boodschap waar is zal die altijd haar weg zoeken naar het einde van de wereld. Dat is altijd zo met de boodschap van God.

Maar degenen die wachten mogen wachten. Het is hun bestemming om te wachten en je kunt hen niet helpen. Zij wachtten terwijl Jezus kwam en ging, zij wachten nog steeds en zij zullen voor eeuwig wachten. En toch is hij altijd gekomen; naar het individu, naar de menigte, naar het land, naar het ras. Hij kwam en sprak tot de gehele wereld; maar kwam hij met toeters en bellen? Nee, hij kwam in de nederigste vermomming, in de meest pretentieloze manier van doen; als onze broer, onze bediende, onze vriend, onze gelijke. De mens heeft hem vanwege zijn devotie Heer genoemd; maar hij zei: ´Noem me niet goed. Ik ben als gij´. Het is niet zijn afwezigheid die de mens in onwetendheid laat; het zijn de gesloten ogen van de mens. De Meester is altijd aanwezig geweest, maar de mens kende hem niet.

iv

Wat het instrument van de boodschap betreft is het gehele universum in werkelijkheid een instrument en is elk object en elk wezen erin een instrument. God geeft Zijn boodschap via elk willekeurig instrument dat Hij kiest. Er is een gezegde van Jelal-u-din Roemi: ´Vuur, water, lucht en aarde zijn de bedienden van God en wanneer Hij ook maar wil dat ze voor Hem werken zijn ze bereid Zijn bevel op te volgen´. Als de elementen de gehoorzame bedienden van God zijn, kan de mens dan niet een grootser en beter instrument zijn?

In feite is God Zelf de boodschapper. In het aspect van God is Hij God, maar in de vorm van de boodschapper is Hij de boodschapper. De vloed van de zee golft en wanneer de zee die beweging heeft wordt het vloed genoemd, maar in werkelijkheid is de vloed de zee zelf.

Niet een solide stuk hout kan een fluit worden, maar een rietstengel. Het is de perfectie van die passiviteit in het hart van de boodschapper die ruimte biedt aan de boodschap die van boven komt; want de boodschapper is de rietstengel, het instrument. Het verschil tussen zijn leven en het leven van de gemiddelde mens is dat de laatste vol van het zelf is. Het is de gezegende ziel wier hart leeg is van het zelf die wordt gevuld met het licht van God.

De boodschapper heeft aan zijn wezen vijf aspecten: het goddelijke, het ideaal, de profeet, de boodschapper-drager en de leraar. Vier van deze aspecten zijn al vermeld zodat slechts de laatste overblijft en dat is het aspect van de leraar.

De claim van Risalat tijdens het leven van een mens is een grote last, zwaarder dan de aarde en groter dan de hemel. Het is de vervulling van de boodschap die zijn naam moet identificeren met de Geest van Leiding. De mens zou, hoe groots hij ook is, nooit perfectie moeten claimen, want de beperking van zijn uiterlijke wezen beperkt hem in de ogen van de mensen. De claimer van het Christus-zijn dient, levend op aarde, gezocht te worden door talloze zoeklichten die constant op hem vallen. De meeste mensen kunnen alleen maar de beperkingen van zijn menselijke leven zien en kunnen nooit de hoogte van zijn goddelijkheid bewijzen; in verhouding zijn het er maar heel weinig die dit kunnen.

De claim van het Christus-zijn leek de mensen te groot voor Jezus; dat is de reden waarom hij door de intolerante wereld werd gekruisigd. Christus werd niet gekruisigd omdat de mensen van zijn tijd ongeëvolueerd waren, maar omdat het altijd moeilijk is om tussen mensen te leven als je boven hun standaard van goedheid bent uitgestegen. Als Christus nu zou verschijnen met de claim van het Christus-zijn, dan zou hij zelfs nu gekruisigd worden. Christus kan niet zonder kruis zijn, noch het kruis zonder Christus. Christus en kruis horen bij elkaar.

Er wordt van een boodschapper gevraagd om zo verfijnd als een zijden draad te zijn en dat hij zijn luit zo hoog als hij wenst af te stemmen; en toch zo sterk als een snaar van darm te zijn, zodat hij de handel en wandel van het leven in de wereld kan verdragen. Zo teder te zijn om te reageren op elke roep om sympathie en om zo sterk te zijn om alles te verdragen. Om in de wereld te zijn maar toch niet van de wereld. Om te leven en om niet te leven, want alleen de Heer God leeft.

Wat brengt de profeet? Brengt hij nieuwe doctrines, nieuwe leringen en nieuwe wetten? Ja en nee; want er is niets nieuws onder de zon en het is altijd dezelfde wet die hij komt vervullen. Wanneer de behoefte er is, schreeuwt de profeet luid datgene uit wat altijd op vriendelijke wijze door de lippen van de wijze mensen van alle tijden is gefluisterd. Voorbij aan en boven de woorden uit brengt hij het licht dat dingen verheldert, ze eenvoudig makend en alsof ze altijd aan de zielen op aarde bekend zijn geweest; hij brengt leven, verlevendigt de harten en zielen die anders als droge botten zijn in het graf van het menselijke lichaam. Ja, de profeet brengt een religie, maar dat is niet alles: wat hij werkelijk naar de aarde brengt is de levende God, die anders in de hemel is verborgen.

En wie is de Meester? Hij wordt door iedereen gezien en toch niet werkelijk gezien. Hij is aan velen bekend en wordt toch maar door heel weinigen herkend. Hij spreekt tot allen; toch verkwikt zijn stilte elke ziel. Hij is zeer gehecht en toch onthecht; zeer geïnteresseerd en toch onverschillig. Verdrietig van inslag en toch uiterst vreugdevol; zo arm als iemand maar kan zijn en toch rijk. Koning in zijn ziel loopt hij toch met een bedelnap van de bedelaar in zijn hand van deur tot deur. Waarschuwend voor gevaar en de diepbedroefden troostend; kameraad van de jongeren en vriend van de bejaarden. Meester van het leven van binnen en van buiten is hij toch de dienaar van iedereen. Zo´n wezen is de Meester. Hij is een mens in de ogen van de mens, maar God in het Wezen van God.

v

De boodschap is het antwoord op de smeekbede van de individuele en collectieve zielen. De stem van God spreekt de hele tijd, maar niemand luistert; daarom heeft God zich als mens gemanifesteerd zodat Hij met een nog luidere stem kan spreken. Maar zelfs dan luistert de mens niet. In de tijd van Christus was er inspiratie, was de stem er en was er de goddelijke macht; maar het waren er maar weinigen die luisterden en begrepen! Dat is altijd zo geweest en zal ook altijd zo zijn. Het is geen wonder dat Jezus zo weinig discipelen had en zelfs onder hen had wellicht niet iedereen een waar begrip van de Meester. Op het tijdstip dat Mohammed aan het sterven was, toen er honderden mensen waren, wees hij naar één ervan en zei: ´Ik ben de wijsheid en Ali is de deur´. Men heeft zich zeer verwonderd over waarom dit zo was toen de Meester de macht had om iedereen te laten begrijpen. Maar dat was niet de bedoeling. Iedereen had zijn eigen puzzel op te lossen. Wat zou de wereld oninteressant worden als de mensen perfect zouden zijn; dat zou zijn als een piano waarop alle toetsen hetzelfde zijn.

Elke keer wanneer de spirit van God in zijn ware vorm te voorschijn is gekomen is de wereld er tegen geweest. Waarom is dit zo geweest? Omdat de mens twee kanten aan zijn natuur heeft, een valse en een ware; en voordat de ware boodschapper door kan dringen tot de werkelijkheid van het wezen van een mens, raakt hij eerst de valse of onware kant aan en die komt in opstand. En in het geval van iemand die niet in opstand komt wordt zijn hart bedekt ook al raakt het licht hem en raakt het licht alleen maar de bedekking. Zo iemand wordt aangetrokken, maar twijfelt toch.

Er zijn ego´s die niet bereidwillig en niet genegen zijn om alles te accepteren wat hen aantrekt. Hoe meer iets hen aantrekt hoe meer ze ertegen rebelleren, het ervan verdenkend een verleiding te zijn. Zelfs als ze de werkelijkheid van iets wat hen aantrekt zien beschouwen ze de neiging om aangetrokken te worden als een zwakheid. Er zijn ego´s die weigeren te accepteren wat hun vriend heeft geaccepteerd en die weigeren om iets volledig te bewonderen wat die vriend heeft bewonderd. En zelfs als ze echt iets willen accepteren wat hun vriend heeft geaccepteerd, dan zullen ze weigeren dat te doen. Want het is de neiging van dat ego om tegen de stroom in te zwemmen; het is de kracht van dat ego. Tegen deze kracht heeft Christus gezegd: ´Gezegend zijn de armen aan geest´. Het is meestal dezelfde kracht van mentaliteit geweest die zich heeft verzet tegen de boodschappers, een verstevigde muur bouwend tussen de boodschapper en de zielen die naar gidsing hunkeren. Er zijn echter mensen die net als aangestoken kaarsen zijn: zij kunnen andere kaarsen aansteken en zij kunnen anderen inspireren. Maar de andere kaarsen dienen van was te zijn; als ze van staal zijn kunnen ze niet worden aangestoken. Het hart dient van was te zijn; het dient te smelten; als het als staal is kan het niet verlicht worden.

Het is voor de idealistische devoot gemakkelijker om zijn ideaal te versterken als het ideaal niet aanwezig is; de aanwezigheid ervan staat de devoot in de weg bij het versterken van zijn ideaal. Want het ideaal dat in de verbeelding van de devoot groeit en zich verruimt zal altijd de ideale persoonlijkheid overtreffen die het leven van beperkingen op aarde leidt.

De zielen die in een boodschapper geloven ten gevolge van zijn wonderbaarlijke machten of omdat ze de geloofsovertuiging van zijn aanhangers zien zijn volgelingen; maar de zielen voor wie de aanwezigheid van de boodschapper het bewijs is, voor wie zijn woorden een bewijs zijn en voor wie hun eigen geloofsovertuiging een overtuiging is zijn het fundament van de nieuwe tempel van de wereld.

Voor de leraar zijn zijn discipelen wat alle objecten van de hemel en de aarde voor de zon zijn. Sommigen zijn ontvankelijk voor het licht van de zon en worden warm of koud. Sommigen groeien en gedijen en brengen hun kleur en geur naar buiten. Sommigen sluiten hun ogen en worden blind in het licht van de zon. Sommigen beginnen hun activiteiten van het leven wanneer de zon opkomt; en sommigen wachten in pijn en leed op de zonsopkomst tijden de donkere, deprimerende nacht. Sommigen kijken uit naar de opheldering van de wolken en de glimlach van de zon. Maar de sterren en planeten in de hemel zijn nog ontvankelijker en nauwer verbonden aan de speciale stroom van de zon; en zo zijn ook de discipelen die zich dicht bij de spirit van de leraar bevinden. Zij zijn zijn speciale apostelen; zij verspreiden het licht van de zon dat in hun hart wordt gereflecteerd.

Er zijn drie fasen van handelen die de oprechte volgelingen van de boodschap moeten doorgaan en de moeilijkheid is dat elke fase een neiging heeft hen te hinderen om naar de volgende fase te gaan. En de reden is dat er in elke fase waar ze in hun leven doorheen moeten gaan geen eind aan interesse en geluk is. Een andere reden is dat de ene fase totaal anders is dan de andere en dat daarom elke fase een soort tegengestelde handeling heeft tot de voorafgaande fase.

Deze drie fasen kunnen het ontvangen van de boodschap, het assimileren van de boodschap en het representeren van de boodschap genoemd worden. Voor een oprechte mureed kan de eerste fase zo interessant zijn dat hij kan denken dat hij er nooit genoeg van zal krijgen, het ontvangen van die eindeloze kennis; en het hart van de zoeker naar waarheid dat nooit vol is kan die tijdenlang ontvangen en toch is het nooit genoeg. Wanneer de ontvanger van de boodschap zich in die fase bevindt blijven de activiteiten van de verdere fasen onvoltooid.

De volgende fase, de fase van assimilatie, is de meest noodzakelijke en maar heel weinig mensen kunnen zich voorstellen hoe lang het voor de spirit duurt om kennis van waarheid te assimileren. Je assimileert die door de macht van contemplatie. Je assimileert door diep over de onderwerpen die je hebt gehoord na te denken, door de leringen in je leven toe te passen, door naar de wereld te kijken vanuit het gezichtspunt dat je geleerd is en door een ding in zijn duizend verschillende aspecten te bekijken. Veel mensen willen voordat ze de kennis assimileren die eerst helemaal uitdenken, willen die eerst bediscussiëren, willen die eerst rechtvaardigen en zien hoe die past in hun eigen vooropgezette ideëen. Op deze manier verstoren ze het digestieve vuur van de spirit, want net zoals het mechanisme van het lichaam altijd werkzaam is om voedsel te assimileren, zo is de spirit constant werkzaam om alles wat je tijdens het leven leert te assimileren. Daarom is het kwestie van geduld, een kwestie van het leven licht opnemen zonder de mind te veel te vermoeien met dingen en een kwestie van de kennis die je hebt ontvangen als een voedsel voor de spirit toestaan om de tijd te krijgen om geassimileerd te worden. Door te proberen kennis te snel te assimileren verliest de mens zijn normale gezondheid; het is net als het innemen van drugs om het voedsel te helpen verteren, wat uiteindelijk niet weldadig is.

De derde fase is echter ook nodig en degenen die weinig om deze fase geven, de fase van het representeren, missen een hoop in het leven. Iemand die in zijn eentje iets moois heeft gezien, die iets harmonieus heeft gehoord, die iets heerlijks heeft geproefd of die iets geurigs heeft geroken kan ervan hebben genoten, maar niet helemaal. De totale vreugde ligt in het delen van je vreugde met anderen. Voor de zelfzuchtige die zelf geniet en zich niet om anderen bekommert is de vreugde niet compleet, of hij nu geniet van de dingen van de aarde of van de hemel. Dus wordt in deze derde fase het volgen van de boodschap volbracht wanneer een ziel heeft gehoord en er diep over heeft nagedacht en dezelfde zegening aan anderen heeft doorgegeven.