De religies van de oude Egyptenaren, van de Grieken, van de Hindoes en van de Parsis hebben allemaal symbolen die de essentiële waarheid die onder elk van de religies ligt verborgen tot expressie brengen. Er is symboliek in het christendom en in veel andere religies. De mens is vaak op opstand gekomen tegen symboliek, maar dit is natuurlijk daar de mens altijd in opstand is gekomen tegen dingen die hij niet kan begrijpen. Zowel in het Oosten als in het Westen is er een golf van tegenstand tegen symboliek geweest. In het Oosten kwam die in de tijd van de Islam en in het Westen weerklonk die in de Reformatie. Wanneer de heilige symbolen tot patenten worden gemaakt door de religies die de gehele waarheid voor zichzelf willen monopoliseren dan moedigt dat ongetwijfeld die neiging in de menselijke natuur aan die altijd bereid is om ofwel dingen te accepteren ofwel dingen te verwerpen. Je kunt echter zonder te overdrijven zeggen dat symboliek geholpen heeft om de klassieke wijsheid tijdenlang intact te houden. Er zijn veel ideëen betreffende de menselijke natuur, betreffende de natuur van het leven, betreffende God en Zijn vele eigenschappen en betreffende het pad in de richting van het doel, die in symbolen tot expressie kunnen worden gebracht en ook tot expressie zijn gebracht.
Voor iemand die alleen de oppervlakte van het leven ziet stellen symbolen niets voor. Het geheim van symbolen wordt geopenbaard aan zielen die door het leven heen kunnen kijken, wier blik door objecten heen dringen. Waarlijk, de dingen van de wereld ontsluiten zichzelf voor de ziener en deze onthullende schoonheid wordt verborgen. Er is grote vreugde en begrip, vooral in het begrijpen van dingen die voor de meeste mensen niets betekenen. Het vereist intuïtie om symbolen te lezen, zelfs iets diepers dan intuïtie, namelijk inzicht. Voor degene tot wie symbolen over hun natuur en hun geheim spreken, is elk symbool op zich een levend manuscript. Symbolenleer is het beste middel om de mysteries van het leven te leren en ook een van de beste manieren om ideëen door te geven die zullen blijven voortleven nadat de leraar is heengegaan. Het is praten zonder te praten; het is schrijven zonder te schrijven. Je kunt zeggen dat het symbool een oceaan in een druppel is.
Licht heeft de grootste aantrekkingskracht voor de menselijke ziel. De mens houdt ervan in vuur en in dingen die helder en stralend zijn en dat is de reden waarom hij goud en juwelen als waardevol beschouwt. De kosmos heeft vanwege het licht ervan een grotere aantrekkingskracht voor hem dan de aarde. Daar de mens evolueert houdt hij vanzelf op om naar beneden naar de aarde te kijken en kijkt in plaats daarvan op naar de kosmos, de hemelen. Het aantrekkelijkste object wat hij ziet is de zon, de zon die zonder enige steun is en stralender is dan wat dan ook in de hemelen. Daarom buigt hij, daar hij aangetrokken wordt door schoonheid en daar hij zich overgeeft aan schoonheid, voor de zon als zijnde de grootste schoonheid in de hemelen en heeft hij de zon genomen als het natuursymbool van God.
Dit symbool schildert hij in verschillende vormen af. In Perzië, China, Japan, India, Egypte, overal waar God werd afgebeeld, was dat in de vorm van de zon. In alle tijden heeft de mens zijn profeet, meester of redder afgebeeld met de stralen van de zon rondom zijn hoofd. In het klassieke Perzië bevond er zich gewoonlijk een gouden schijf achter het hoofd van de koning, hem voorstellend als de zon en zij noemden deze schijf gewoonlijk Zardash. De naam van Zarathoestra heeft dezelfde oorsprong: het woord betekent simpelweg ´de gouden schijf´. In hindoe- en boeddhistische tempels bevindt er zich rond de beelden van de verschillende Avatars dit symbool van de zon en het werd zowel in het Oosten als in het Westen in de vorm van tulbanden en hoeden gebruikt. Er zijn zelfs nu in India mensen die om dezelfde reden een koperen band op hun tulband zetten.
Een diepere studie van de zon suggereert de vier richtingen van lijnen die eromheen zijn gevormd. Vanuit dit teken werden de twee heilige wapens gemaakt, Chakra en Trisula en dit teken is de oorsprong van het symbool van het kruis. Overleveringen uit de oudheid laten zien dat het symbool van het kruis in het Oosten bestond lang voor de komst van Christus, met name onder de Brahmanen. De Islam, de religie die geen symbolen toestaat, heeft toch dezelfde symboliek van de zon in de vorm van de moskeëen. Of de naam van de zon nu in het Perzisch of in het Arabisch wordt geschreven, het neemt de vorm aan van de moskee.
De mensen hebben in overeenstemming met hun natuur de zonne-aanbidders veracht en bespot, maar ze zijn nooit in staat geweest om de charme, de aantrekkingskracht die de zon in zich heeft voor de menselijke zielen, te ontwortelen.
Puja is de naam van de Brahmaanse vorm van verering, die van begin tot eind een symbolische expressie is van wat de zoeker op het pad van spirituele verwerving heeft uit te voeren. Voor zonsopgang baadt de hindoe zich in een stroom van stromend water en noemt het de Ganges, de heilige rivier, ongeacht welke rivier of welk water het ook toevallig is. Vervolgens gaat hij verder met bloemen voor het heiligdom van de goddelijkheid. Hij zet de bloemenop de goddelijkheid terwijl hij een mantra herhaalt; hij staat met samengevouwen handen om de goddelijkheid te groeten met werpt zichzelf ter aarde. Vervolgens luidt hij een bel en herhaalt hij het heilige woord; vervolgens pakt hij rijst in zijn handen en legt die aan de voeten van de goddelijkheid; en met zijn vingertopje maakt hij een teken met een rood poeder, Kumkum, eerst op het heiligdom en vervolgens op zijn eigen voorhoofd. Hierna wrijft hij de goddelijkheid lichtjes in met een bepaalde zalf, waarna hij zijn voorhoofd met dezelfde zalf aanraakt. Vervolgens werpt hij zichzelf op de aarde voordat hij drie rondjes om het heiligdom heen loopt. Vervolgens luidt hij weer de bel en wordt de dienst beëindigd. Daarna gaat hij voor de zon staan en doet hij zijn ademoefeningen en dat completeert het volgende deel van zijn verering.
Hoe primitief deze vorm van verering ook mag lijken te zijn, er bevindt zich een diepe betekenis achter. Het bad in de Ganges verwijst naar gezuiverd worden voordat je enige inspanning op het spirituele pad verricht. De zuivering van zowel het lichaam als de mind is nodig voordat je de eerste stap in de richting van het Gods-ideaal zet. Je dient de goddelijkheid niet voor zo´n zuivering te benaderen, zowel uiterlijke als innerlijke zuivering, want alleen wanneer iemand zuiver is zal hij het gemakkelijk vinden om de gewenste aanwezigheid van God te verwerven.
De betekenis van het aanbieden van bloemen is dat God vergenoegd is met offers die delicaat, mooi en geurig zijn. Delicaatheid betekent tederheid van hart; schoonheid van kleur betekent verfijning van karakter; en geurigheid de deugd van de ziel. Dit is het offer waarmee God vergenoegd is. De vereerder houdt in gedachten dat zijn zelf in perfecte discipline tot de allerhoogste wil van God wordt gewijd. Zijn samengevouwen handen drukt geen handeling uit van de kant van hemzelf, maar complete overgave. De betekenis van zich ter aarde werpen is zelf-ontkenning in de ware zin van het woord, wat betekent: ´Ik ben niet; Gij zijt´. Het fluisteren van de woorden en het luiden van de bel verwijst ernaar dat dezelfde woorden als een bel in je hart luiden. Het aanraken van het rode poeder betekent het eeuwige leven aanraken; en wanneer hij de goddelijkheid met het poeder aanraakt, betekent dat dat hij vanuit deze bron eeuwig leven zal verwerven; wanneer hij zijn voorhoofd ermee aanraakt betekent dat dat hij het voor zichzelf heeft verworven. De zalf betekent wijsheid en het toepassen op de goddelijkheid en vervolgens op zijn eigen voorhoofd betekent dat ware wijsheid alleen van God verkregen kan worden en dat hij het zelf verworven heeft. De drie rondjes om het heiligdom heen duiden erop dat het leven een reis is en dat de reis wordt gemaakt om zijn doel te bereiken, het doel dat God is. ´Elke stap die ik in mijn leven zet´, denkt de Brahmaan, ´zal in Zijn richting zijn, op zoek naar God´.
Het tweede deel van de dienst, wanneer hij voor de zon staat, betekent dat God gezocht moet worden in het licht en de ademoefeningen voegen die link van innerlijke communicatie tussen God en de vereerder samen.
Krishna wordt in de hindoe-symbolenleer afgeschilderd met een kroon van pauwenveren en spelend op zijn fluit. Krishna is het ideaal van goddelijke liefde, de God van liefde. En de goddelijke liefde drukt zichzelf uit door de mens binnen te gaan en zijn gehele wezen te vullen. Daarom is de fluit het menselijke hart en een hart dat hol is gemaakt zal een fluit voor de God van liefde zijn op om te spelen. Wanneer het hart niet leeg is, met andere woorden, wanneer er geen ruimte in het hart is, is er geen plaats voor liefde. Roemi, de grote dichter van Perzië, legt dit idee op een helderder wijze uit. Hij zegt dat pijn en zorgen die de ziel tijdens het leven ervaart zijn als de gaten in een rietfluit en dat een speler door deze gaten te maken de fluit uit de rietstengel maakt. Dit betekent dat het hart van de mens eerst een rietstengel is en dat de kwalen en pijnen waar het doorheen gaat het tot een fluit maken, die door God gebruikt kan worden als een instrument voor de muziek die Hij constant wil produceren. Maar net zoals niet elke rietstengel een fluit is zo is niet elk hart Zijn instrument. Net zoals een rietstengel tot een fluit gemaakt kan worden, zo kan het menselijke hart veranderd worden in een instrument en kan het geofferd worden aan de God van liefde. Het is het menselijke hart dat de harp van de engelen wordt; het is het menselijke hart dat bekend is als de luit van Orfeus. Naar het model van het menselijke hart werd het eerste muziekinstrument gemaakt en geen aards instrument kan die muziek produceren die het hart produceert, de sterfelijke ziel verheffend naar onsterfelijkheid.
De kroon van pauwenveren leidt naar een verdere openbaring: dat het de muziek van het hart is die via het hoofd tot expressie gebracht kan worden; het is de kennis van het hoofd en de liefde van het hart die samen volledig de goddelijke boodschap tot expressie brengen. De pauwenveer is in alle tijden beschouwd als een teken van schoonheid en kennis; schoonheid omdat het mooi is, kennis omdat het zich in de vorm van een oog bevindt. Door scherpe observatie verkrijgt de mens kennis. Kennis zonder liefde is levenloos. Zo maakt de kroon van pauwenveer met de fluit het symbool compleet.
In de oude geschriften zoals de Vedanta en het Oude Testament wordt spirit zinnebeeldig voorgesteld als water. Je vraagt je af waarom iets wat zich zo dicht bij de aarde bevindt, symbool voor de spirit zou moeten zijn; maar juist net zoals het de aard van water is om leven aan de aarde te schenken, zo is het de aard van de ziel om leven aan het lichaam te geven. Zonder water is de aarde dood; zo ook het lichaam zonder de ziel. Water en aarde vermengen zich met elkaar; zo vermengt de spirit zich met materie en doet het herleven. En toch staat de spirit boven de materie, net zoals water geleidelijkaan de aarde naar de bodem laat zinken en zelf boven de aarde blijft. De spirit ligt verborgen onder de materie, net zoals de ziel verborgen ligt in het lichaam, op dezelfde manier als water zich onder de aarde bevindt. Er is geen plek waar water niet bestaat, hoewel er plekken zijn waar de aarde niet te vinden is; dus is spirit nergens in de ruimte afwezig en is alleen de afwezigheid van materie mogelijk.
De symbolische manier om verheven ideëen tot expressie te brengen komt niet uit de hersenen; het is een resultaat van intuïtie. De aanvang van intuïtie is de symbolische betekenis van verschillende dingen te begrijpen en de volgende stap is ze op symbolische wijze tot expressie te brengen. Het is op zich een goddelijke kunst; en het beste bewijs ervan is in het water te vinden, dat op zo´n passende wijze de betekenis van spirit tot expressie brengt.
Wijn wordt niet alleen in het christelijke geloof, maar ook in veel andere religies als heilig beschouwd. In de klassieke religie van de aanhangers van Zarathoestra is Jam-e Jamsheyd, de beker wijn waaruit ´Jamsheyd de wijn diep in zich opnam´, een historisch feit. Onder de hindoes beschouwde Shiva wijn als heilig en in de Islam wordt wijn in de hemel toegestaan alhoewel die op aarde wordt verboden. Hauz-e Kauthar, de heilige fontein van de hemel, waarover zo veel in de Islam wordt gesproken, is een fontein van wijn.
Wijn is symbolisch voor de evolutie van de ziel. Wijn komt voort uit de vernietiging van druiven; onsterfelijkheid komt voort uit de vernietiging van het zelf. De beker vergif die in veel mystieke culten bekend is suggereert ook het idee van wijn; niet een zoete wijn, maar een bittere wijn. Wanneer het zelf in iets anders verandert dan wat het tevoren was, is het als de ziel die opnieuw wordt geboren. Dit is te zien in de druif die in wijn verandert. De druif leeft door in wijn te veranderen; als druif zo hij in de loop van de tijd zijn verdwenen, maar door in wijn te veranderen verliest hij alleen zijn individualiteit en niet zijn leven. Precies dezelfde druif leeft als wijn; en hoe langer hij leeft hoe beter de wijn wordt. Voor een soefi is het ware sacrament dus het veranderen van je druif-achtige persoonlijkheid die een beperkte tijd van leven heeft in wijn teneinde er niets van je zelf verloren gaat, maar integendeel dat het wordt vermeerderd en zelfs geperfectioneerd. Dit is de essentie van alle filosofie en het geheim van mystiek.
De klassieke methode om het mysterie van het leven te onderrichten was om die in de vorm van een legende te geven. De betekenis van de legende van Lot´s vrouw is dat het te danken was aan de liefde en de bemiddeling van Abraham dat er twee engelen naar Lot werden gestuurd om hem te waarschuwen voor de komende destructie van de twee steden en om hem te adviseren om naar te bergen te gaan. In eerste instantie was Lot niet bereid om de steden te verlaten, maar uiteindelijk stemde hij erin toe te gaan. Zijn schoonzoons lieten hem vallen door hem niet te vergezellen, maar zijn vrouw en zijn twee dochters gingen met hem op reis naar de bergen. En hen werd gezegd dat ze onder geen beding achterom moesten kijken; en toen zijn vrouw dat toch deed werd ze veranderd in een zoutpilaar. Lot en zijn twee dochters gingen verder en zij bereikten de grot van de berg, die Lot´s bestemming was.
De twee steden die vernietigd zouden worden vertegenwoordigen de Noordpool en de Zuidpool, de twee polen van de wereld. Want alle schatten van de aarde, alle bezittingen en macht en eer die tot de aarde behoren zijn allemaal onderhevig aan destructie. En dit werd Lot, de menselijke ziel, geleerd, die verwant was aan Abraham, de goddelijke ziel, van wie de naam is afgeleid van Brahma, de Schepper. De relatie tussen Lot en Abraham vertegenwoordigt de relatie tussen de menselijke ziel en de Schepper. Wanneer het licht tot de mens komt is zijn eerste les de ziel voor de ramp te waarschuwen die alles te wachten staat wat onderhevig is aan dood en destructie. Deze les wordt in het Sanskriet de les van Vairagya genoemd: wanneer de ogen van de mens worden geopend om te zien dat alles wat hij liefheeft en waarvan hij houdt en wat hij wil hebben en bezitten onderhevig is aan destructie en dood.
De mystici uit oude tijden beschouwen vijf lichamen als de voertuigen van de ziel. Deze worden: Anandamaya akasha, lichaam van vreugde; Vijnanamaya akasha, het lichaam van de kennis; Manomaya akasha, het lichaam van de mind; Pranamaya akasha, het lichaam van ether en Annamay akasha, het lichaam van de aarde, genoemd. Dit laatste is de recipiënt van voedsel. Het leeft op aards voedsel en als het daarin wordt uitgehongerd dan sterft het, want het is van aarde gemaakt; het leeft op de aarde. Het lichaam dat de recipiënt van ether is en dat Pranamaya Akasha wordt genoemd is dat deel van het wezen van de mens dat leeft op adem en op ademhaling en als het wordt uitgehongerd in lucht dan kan het niet leven. Deze twee lichamen vorme het materiële deel, het fysieke deel, van het menselijke wezen; en er wordt in de legende naar deze twee recipiënten verwezen als de twee schoonzoons.
Dan is er Manomaya akasha, wat de mind is, het mentale lichaam. En dit lichaam heeft zijn actie en reactie op beide aspecten van het wezen van de mens; hij handelt en reageert op de aardse lichamen en hij handelt en reageert op de ziel. Daarom was zijn vrouw nog steeds bij Lot toen hij de twee steden, die het fysieke plan vertegenwoordigen, verliet om te reizen naar het doel van onsterfelijkheid. Want het is voor het mentale lichaam niet nodig om achter te blijven wanneer de reis in de richting van verlichting is begonnen; het is in staat met de ziel mee in de richting van eewigheid te gaan. En toch is zijn gehechtheid aan de aarde en het fysieke plan groot, omdat hij uit fysieke impressies is gevormd en gebouwd, uit alle impressies die uit de fysieke wereld komen; en hij wil zich natuurlijk omdraaien om te kijken of het het fysieke wezen is dat hem op de juiste wijze leidt of dat het het spirituele wezen is dat hem op de juiste wijze leidt. De voornaamste karakteristiek van de mind is de twijfel, twijfel of je het juiste of het verkeerde doet; en twijfel en geloof zijn vijanden. Terwijl geloof naar de bestemming voert, trekt de twijfel ervan vandaan en wanneer de mind, dat wil zeggen Lot´s vrouw, terug getrokken werd, aangetrokken door alle impressies van het aardse leven, kon hij noch vasthouden aan de aarde noch verder reizen met de spirit en bleef achter noch als aarde noch als water, maar als zout.
Slechts twee lichamen volgden de ziel. Natuurlijk zouden ze volgen, want ze waren nauw betrokken bij de ziel: Vijnanamaya akasha, het lichaam van de wijsheid en Anandamaya akasha, het lichaam van de vreugde. De ziel die op weg was naar het eeuwige doel, wat in het verhaal de top van de bergen wordt genoemd, ging vervolgens verder in de richting van de bergen., maar voordat zij de top bereikte was er een grot. Dit duidt op de hemel; in metafysische termen kan het een hoedanigheid genoemd worden en in het Sanskriet Akasha. Het heeft de macht om de ziel tegen te houden om naar de top te gaan en haar voor enig doel te gebruiken.
De ziel die op weg was naar het eeuwige doel bleef daar, bedwelmd door de extase die ze ontving van het plan van vreugde en het plan van wijsheid. En net zoals alles wat er gebeurt een doel heeft zo resulteerde deze vreugde in een groots doel in de geboorte van de boodschapper, die in het Sanskriet Bodhisatva wordt genoemd. De boodschapper werd geboren uit de ervaring van de ziel, de kennis ervan en het geluk ervan, teneinde de wereld goede tijdingen te brengen.
De vraag kan opkomen waarom Manomaya akasha de moeder zou moeten zijn en Anandamaya akasha en Vijnanamaya akasha de dochters. En het antwoord is dat zij worden geboren, geboren uit de mind en de ziel. Als zij enkel ziel zouden zijn dan zou er noch vreugde noch wijsheid zijn. De mind en de ziel samen produceren vreugde en wijsheid. Daarom zijn de laatste de dochters, omdat de mind de moeder is. De twee lagere plannen worden vertegenwoordigd door de schoonzonen omdat zij niet op directe wijze uit de mind en de ziel worden geboren; het was een afgescheiden substantie die de mind en de ziel in hun leven hadden opgenomen.
Dit verhaal maakt het proces duidelijk waardoor de ziel van sterfelijkheid naar onsterfelijkheid reist en welke ervaringen de ziel mogelijkerwijs kan hebben om verder te gaan op haar reis. Maar wanneer de boodschapper op deze wijze wordt geschapen dan rust de vader, die de ziel is, in vrede. Dit is de reden waarom de boodschapper de Zoon wordt genoemd en de oorspronkelijke ziel de Vader.
Het worstelen van Jacob duidt op het worstelen van de ziel met het ego. De ontwaakte ziel kijkt om haar heen en vraagt: ´Wie is mijn vijand?´ En terwijl de onontwaakte ziel denkt dat dit zijn buurman of zijn verwant is die zijn vijand is, zegt de ontwaakte ziel: ´Het is mijn zelf; mijn onwetende ego is mijn vijand; en het is de worsteling met deze vijand die mij licht zal brengen en mij vanuit de dichtheid van de aarde zal verheffen´. De nacht is op symbolische wijze de tijd waarin de duisternis van de onwetendheid verwarring veroorzaakt: je voelt zorgen, eenzaamheid, depressie; je ziet geen weg naar buiten; je wordt van alle kanten belast, geketend; er lijkt geen vrijheid voor de ziel te zijn, want dit is de tijd van de nacht. Maar wanneer de ziel het ego kan bevechten stijgt ze boven de ketenen en de gehechtheden van deze wereld uit. Zoals in de Bijbel wordt gezegd verliet Jacob eerst alles wat hem toebehoorde; hij ging ervan weg. Dit betekent dat hij onverschillig werd tot alles waaraan hij zich ooit had gehecht. De soefi kijkt hier vanuit een ander gezichtspunt naar. Hij denkt dat alles achterlaten wat je bezit en naar de bergen of de bossen gaan geen ware onthechting is; ware onthechting bevindt zich in het hart van de mens. Je kunt omgeven zijn door schoonheid, comfort, weelde, positie en liefde door al deze dingen en er toch onthecht van zijn, er geen slaaf van zijn en erboven uit stijgen.
Jacob verliet alles en ging de eenzaamheid in, de stilte in, waar hij het misleide zelf, het ego, wilde bevechten, dat de mens voor de waarheid verblindt. En wat was het resultaat? De dageraad brak aan en die mens of engel die met Jacob had gevochten, wilde weggaan. Dit betekent dat het ego wilde weggaan; er was geen ego meer, geen ik; maar met de dageraad kwam er een nieuw licht, een nieuwe inspiratie, een nieuwe openbaring. Juist het ego dat Jacob als zijn grootste vijand had gezien herkende hij bij daglicht als God Zelf. Hij boog voor de Ene met wie hij de hele nacht had geworsteld en hij vroeg Zijn zegen; hij vroeg Zijn naam, want toen zag hij: ´Niet langer ik, maar Gij´. En de naam kon niet verteld worden want dat was het ontsluieren van de eenheid van God en de mens en in deze verwerkelijking zijn namen en vormen kwijt.
Vanuit een mystiek gezichtspunt suggereert het fenomeen van het wandelen van Christus over water veeleer een grote filosofie dan alleen maar een fenomeen. Het gehele universum in al zijn vormen is een enkele visie van een constante activiteit. Van begin tot eind vertegenwoordigt elk aspect van het leven beweging en het is de altijdvoortdurende beweging van het gehele universum dat leven genoemd wordt. Dus is het universum als het ware een oceaan van vibraties en vertegenwoordigt elke beweging een golf. Dat is de reden waarom de wijzen het in het Sanskriet Bhavasagara hebben genoemd, de oceaan van het leven, en de grote toegewijden hebben altijd gebeden om bevrijd te worden, dat ze niet in deze oceaan zouden zinken maar in staat zouden zijn erin te zwemmen; dit noemen ze Taran. En het is de meester-spirit die boven de golven van de immens grote oceaan van het leven kan uitstijgen, waarin zielen over het algemeen verdrinken. Het fenomeen van het lopen van Christus over het water is in het water zijn en toch in staat zijn erboven te staan en erover te lopen.
Christus zei tegen de vissers: ´Ik zal vissers van mensen van jullie maken´. Dat betekende: ´Net zoals jullie het net uitspreiden en de vissen erin komen, zo zal jouw persoonlijkheid door spiritueler te worden zich in de atmosfeer uitspreiden en de harten van de mensen die naar liefde hunkeren zullen als vissen tot jullie worden aangetrokken´. De liefde van Christus voor het lam brengt op symbolische wijze tot expressie dat de ziel die de grootste aantrekkingskracht op de Meester maakte eenvoudig en onschuldig als een lam was. En de kroon van doornen vertegenwoordigt tolerantie voor de doornachtige persoonlijkheden waarvan er zo vele in de wereld zijn, constant bewust of onbewust met hun doornen prikkend. En dit maakt dat gevoelige mensen zich ergeren over het leven in de wereld. Maar de boodschapper, wiens hart zowel de goddelijke Moeder als de Vader vertegenwoordigt kan niet anders dan tolerant zijn en in in staat bereidwillig alle doornene die tot hem komen te accepteren; want dat is zijn kroon, het teken van zijn soevereiniteit in het koninkrijk van de ziel.
Christus zei tegen Petrus: ´Voor de haan tweemaal kraait zult ge mij driemaal verloochenen´. Dit verklaart de menselijke natuur. Het geloof van de mens is over het algemeen afhankelijk van het geloof van de menigte; als de menigte de kiezel een diamant zou noemen, dan zou iedereen dat zo gaan beschouwen en gaan zeggen dat dat zo is. En als de menigte zou denken dat de diamant een kiezel was dan zou iedereen de geloofsovertuiging van de menigte volgen. De ziel van de boodschapper, die van boven komt, zoals wordt aangeduid door de duif, is een ziel die niet door de wereld wordt gevormd noch gekend wordt door de wereld, maar onherkend blijft totdat de haan kraait en de zon opkomt. Dan stralen de woorden van de boodschapper voorwaarts en verspreiden ze het licht naar de wereld; en de zielen die het voorrecht hebben enige herkenning te bezitten, hoewel met veel twijfel, kunnen een ogenblik geloven, beïndrukt door de macht en gratie van de persoonlijkheid van de Meester; maar zij zullen hem ook duizend keer verloochenen en twijfelen en achterdochtig zijn, beïndrukt door de invloed van de menigte. Hoe waar is niet het hindoestaanse gezegde dat een ziel in het algemeen de menigte volgt! Er zijn zeldzame zielen die geloven in hun overtuiging en standvastig blijven zelfs als de gehele wereld tegen hun eigen innerlijke overtuiging is. Waarlijk, de gelovigen komt elke zegening toe.
Het symbool van het kruis heeft vele betekenissen. In de Bijbel wordt gezegd dat het woord eerst was, dat vervolgens het licht kwam en dat vervolgens de wereld werd geschapen. En net zoals het licht in de vorm van een kruis tot expressie wordt gebracht, zo laat elke vorm het oorspronkelijke teken in zich zien. Elke schilder kent de significantie van de verticale lijn en de horizontale lijn, die het skelet vormen voor elke vorm. Dit bewijst de lering van de Koran waarin wordt gezegd dat God vanuit Zijn eigen licht de wereld schiep. Het kruis is het figuur dat overal bij elke vorm past.
Op morele wijze duidt het kruis op pijn en lijden. Dit betekent dat er in elke activiteit van het leven, dat kan wordt afgebeeld als een verticale lijn, hindernissen komen, die worden gerepresenteerd door de horizontale lijn. Dit laat de natuur van het leven en de waarheid van het gezegde dat de mens wikt en dat God beschikt, zien. Iemand vroeg de grote meester Ali wat maakte dat hij in God geloofde die zich voorbij het menselijke bevattingsvermogen bevindt. Ali antwoordde: ´Ik geloof in God omdat ik inzie dat wanneer ik alleen iets wil dat dan de dingen niet voltooid worden´. Volgens het mystieke gezichtspunt laat dit het beeld van het beperkte leven zien.
Het symbool van het kruis in het leven van Christus heeft niet alleen betrekking op de kruisiging van de Meester, maar ook van de kruisiging die je ondervindt bij het bezitten van de waarheid. Het idee hierachter die in de hindoe-filosofie te vinden is, is dat het leven in de wereld een illusie is en dat daarom elke ervaring en kennis van dit leven ook een illusie zijn. Het Sanskriet-woord voor deze illusie is Maya; het wordt ook Mithea genoemd, waaruit het woord mythe stamt. Wanneer de ziel de waarheid begint te zien is ze als werd ze opnieuw geboren; en voor deze ziel lijkt alles vals wat voor de gemiddelde persoon waarheid lijkt te zijn, terwijl daarentegen alles wat voor deze ziel waarheid lijkt te zijn dat voor de gemiddelde persoon niets voorstelt. Alles wat voor die gemiddelde persoon in het leven belangrijk en waardevol lijkt te zijn heeft geen waarde of belang voor deze ziel; en wat voor deze ziel belangrijk en waardevol lijkt te zijn heeft geen belang of waarde voor de gemiddelde persoon.
Daarom bevindt hij zich als vanzelf in zijn eentje in een menigte die in een wereld leeft die totaal anders is dan de zijne. Stel je voor dat je in een wereld leeft waarin niemand onze taal gebruikt! Maar hij kan leven in de wereld, want hij kent de taal ervan; en toch is het leven in de wereld voor hem net zo onvoordelig als de wereld van kinderen die met hun poppen spelen dat voor volwassenen is. Een menselijk wezen die de waarheid heeft verwerkelijkt is net zo zeer onderhevig aan pijn en lijden als alle andere mensen, behalve dat hij in staat is ze beter te verdragen dan de anderen. Terwijl echter iedereen in de menigte de ander slaat en ook klappen ontvangt, dient de kenner van de waarheid alleen maar te staan en de klappen te ontvangen; dit is op zich een grote marteling. Het leven in de wereld is voor iedereen moeilijk, arm en rijk, sterk en zwak, maar voor de kenner van de waarheid is het nog moeilijker en dat is op zich een kruis.
Dus is voor een spiritueel boodschapper het kruis een natuurlijk embleem, dat zijn morele conditie verklaart. Maar er is een nog grotere significantie van het kruis dat door de mystici wordt begrepen. Dat is zelf-ontkenning. En om deze moraal te leren zouden vriendelijkheid, nederigheid en bescheidenheid de eerste les dienen te zijn. Zelf-ontkenning is een effect waarvan het zichzelf wegcijferen de oorzaak is. Het betekent dat iemand zegt: ´Ik ben niet; Gij zijt´. Een schilder die naar zijn schilderij kijkt zou kunnen zeggen: ´Het is Uw werk, niet he mijne´, of een musicus die zijn compositie hoort zou kunnen zeggen: ´Het is Uw schepping; ik besta niet´. Dan wordt die ziel op een bepaalde manier gekruisigd en via die kruisiging komt de wederopstanding. Er bestaat niet de minste twijfel over dat wanneer de mens genoeg pijn in zijn leven heeft gehad hij opstijgt naar dit grote bewustzijn. Maar het is niet noodzakelijk dat pijn het enige middel is. Het is de bereidheid van de kant van de mens om zijn deel van het bewustzijn te verloochenen en zijn eigen persoonlijkheid weg te cijferen die de sluier optilt die de spirit van God voor zijn zicht verbergt.
De vogel vertegenwoordigt de reiziger van de lucht en tegelijkertijd vertegenwoordigt hij een wezen die hoewel het tot de aarde behoort in staat is in de lucht te vertoeven. De eerste uitleg van de vogel vertegenwoordigt het idee van een ziel waarvan de verblijfplaats de hemel is en de tweede uitleg vertegenwoordigt de bewoner van de aarde die in staat is om zich in hogere sferen te begeven; en deze twee verklaringen geven het idee dat de spirituele mens, die op de aarde woont uit de hemel komt. Zij leggen ook uit dat de spirituele mens de bewoner vn de hemelen is en slechts een tijdje op de aarde vertoeft.
De duif wordt gebruikt als boodschapper, om een boodschap van de ene plaats naar de andere te brengen en daarom is het symbool van de duif een natuurlijk symbool om de boodschapper van boven te representeren. Spirituele zegening is een zodanig mooie ervaring dat als het zo zou zijn dat een vogel of een dier die zou kunnen krijgen hij nooit terug zou keren naar zijn eigen soort. Maar het spreekt voor de mens dat hij nadat hij die plek van groot geluk en grote zegen heeft aangeraakt terugkomt op de wereld van zorg en teleurstelling en zijn boodschap aflevert.
Deze kwaliteit kan men ook in de duif zien: wanneer de duif wordt weggestuurd gaat hij weg, maar komt vol vertrouwen terug bij zijn meester. De spirituele mens doet zijn plicht dubbelop: hij reikt hoger dan het menselijke plan, raakt het goddelijk plan aan en brengt de boodschap van het goddelijke plan naar het menselijke plan. Op deze manier keert hij in plaats van op het goddelijke plan te blijven terug om zich onder zijn naasten te begeven voor hun welvaren, wat geen gering offer is. Bovendien doet hij een plicht voor God, van wie hij de boodschap brengt die hij de mensheid bezorgt. Hij leeft als een menselijk wezen, onderheving aan liefde, haat, lofprijzing en blaam; hij leidt zijn leven in de wereld van gehechtheid en het leven dat hem aan alle kanten aan duizend banden bindt; en toch vergeet hij niet de plek waar hij vandaan is gekomen en hij kijkt constant en gretig naar voren om het doel te bereiken waarnaar hij op weg is. Daarom blijkt het idee van de duif het meest geschikte idee te zijn op deze twee reizen, van de aarde naar de hemel en van de hemel naar de aarde.
In de Bijbel is er een verhaal over tien maagden, de vijf wijze maagden en de vijf domme. Men zegt dat de bruidegom zou komen en dat ze hun lampen moesten aansteken, en vijf waren er op tijd en brachten de olie en staken hun lampen aan; maar de andere vijf wachtten totdat de bruidegom zou komen en vervolgens gingen ze naar de vijf toe die hun lampen hadden aangestoken en vroegen hen om olie en werden geweigerd.
Dit verhaal is een symbolische expressie voor het ontvangen van de boodschap van God. De maagd betekent de ziel die verlichting verwacht, onschuldig en ontvankelijk voor het licht; en vijf betekent de menigte. En er zijn twee soorten mensen. De ene soort zijn diegenen die zichzelf hebben voorbereid en zich gereed hebben gemaakt om de boodschap van God te ontvangen, de boodschap die wordt afgeschilderd als de bruidegom; en de vijf dwazen zijn diegenen die wachten en wachten totdat de boodschap is gekomen en gegaan. In alle tijden zijn er deze twee soorten zielen geweest: de ene soort wordt in de geschriften de gelovigen genoemd en de anderen staan bekend als niet-gelovigen.
In elk tijdperk heeft de boodschapper van die tijd de volgende komst voorspeld. Soms werd er gezegd: ´Ik zal komen´, en soms: ´Hij zal komen´. ´Ik zal komen´ was bestemd voor degenen die in staat zouden zijn dezelfde Spirit van Leiding bij elke komst van de boodschapper te herkennen; ´Hij zal komen´ was voor degenen voor wie naam en vorm ertoe doen en die niet dezelfde spirit in een andere naam en in een andere vorm kunnen herkennen. De komst van Jezus Christus bijvoorbeeld was de komst van die spirit die in deze parabel als de bruidegom tot expressie werd gebracht; maar hoe weinigen echter herkenden hem en hoe weinigen ontvingen verlichting! Slechts degenen wier lampen klaar waren om aangestoken te worden. Olie is in deze parabel liefde en het licht is wijsheid. En wanneer hun lampen werden aangestoken kwamen veel mensen achteraf om olie vragen; maar tegen die tijd was die zegening en het privilege dat met de persoonlijkheid van de Meester waren meegekomen verdwenen. Zij moesten vertrouwen op het licht dat van diegenen afkwam van wie de lampen werden aangestoken, want de kans om hun eigen lampen aan te steken was voorbij.
Dat is met alle dingen in het leven hetzelfde. Elk moment in ons leven is een gelegenheid die een weldaad en zegening brengt. En degene die weet hoe hij er weldadig door wordt en hoe hij erdoor gezegend kan worden ontvangt die weldaad en de zegening. Iedereen lijkt in leven en wakker, maar slechts weinig zielen zijn echt wakker en in leven. Er zijn gelegenheden van weldaad en zegening op elk plan van je leven, op het fysieke plan, op het mentale plan en op het spirituele plan; en elke gelegenheid is van onschatbare waarde. Maar vaak besef je de waarheid als het te laat is. Er is geen grotere en betere gelegenheid dan het moment dat een spirituele verlichting kan schenken, een moment waarop je de zegening van God kunt ontvangen. Het is een onbetaalbaar moment. Degene die het weet, het begrijpt en probeert er weldadig door te worden wordt gezegend.
De symbolische betekenis van deze legende is dat er een periode is waarin de ziel van de oprechte zoeker nog steeds aan het zoeken is wanneer ze nog steeds niet het object van haar zoektocht heeft gevonden. Tijdens het leven van Jezus Christus waren de schoonheid van de prachtige persoonlijkheid van de Meester en de grote bedwelming van zijn aanwezigheid, de constante uitstroming van zijn boodschap die hij had te geven zo overdonderend voor zijn discipelen dat die een hoge vlucht namen voorbij datgene wat vreugde of geluk genoemd kan worden of iets wat kan worden uitgelegd. Alle zegening die zij ontvingen en ervoeren terwijl zijn aanwezigheid zich onder hen bevond werd overschaduwd door de persoonlijkheid van de Meester; de verwerkelijking van alles wat zij constant hadden ontvangen kwam slechts tot hen na die grootse gebeurtenis toen de uiterlijke persoon van de Meester opsteeg en hun vermogen tot verwerkelijking beschikbaar kwam.
Maar na de vijftig dagen die volgden op de kruisiging toen zij de tijd hadden om te herstellen van het gevoel dat hun harten had overweldigd, bereidde de schijnbare scheiding van hun geliefde Heer hen als het ware voor op het juiste moment; die opende de deur van hun harten, hen het vermogen schenkend om de verlichting te ontvangen die constant uitstroomde uit de Spirit van Leiding, de Alfa en Omega, die altijd is geweest, is en zal zijn.
De symbolische interpretatie van de tongen van vuur die opstegen uit de voorhoofden van de discipelen is het licht van de boodschap, de stralen van de Christus Spirit in de vorm van gedachten die in woorden tot expressie gebracht konden worden. Er is een fase in het leven van een ziener waarin de tong van vuur niet alleen een interpretatie van het mysterie wordt maar ook een werkelijkheid van zijn eigen ervaring. Het hoofd is het centrum van kennis en wanneer die orgaan zich opent wordt het licht dat werd bedekt manifest, niet alleen als een idee maar zelfs ook in een vorm.
Het fenomeen dat de dag daarop gebeurde toen de apostelen allemaal verschillende talen spraken kan op de juiste manier worden geïnterpreteerd in die zin dat elke ziel haar eigen taal hoort. Daar elke ziel haar eigen evolutie heeft heeft elke ziel haar eigen woord. Dit is de reden waarom de ene persoon de ander in deze wereld over het algemeen niet kan begrijpen en het is meer dan een wonder als we wellicht een persoon in de wereld vinden die ons volledig kan begrijpen. Dit betekent dat in deze wereld de taal van de een niet door een ander wordt begrepen; en als het gebeurt dat iemand een klein beetje begrijpt dan voel je je onmiddellijk één met hem.
Het was de verlichting van de Christus Spirit die exaltatie in de levens van de discipelen bracht zodat ze op elke ziel die ze ontmoetten begonnen te reageren en ze werden één van elke ziel, geïnspireerd door de sympathie en liefde van Christus. Zij begrepen dat zielen zodra ze hen zagen en konden met zielen spreken wier taal zij nooit eerder hadden begrepen. Zij hoorden de schreeuw van elke ziel en zij reageerden op de schreeuw van elke ziel. Elke grote profeet of leraar had tijdens zijn leven veel volgelingen, aangetrokken tot zijn persoonlijkheid, tot zijn woorden, tot zijn vriendelijkheid en liefde; maar degenen die het instrument van zijn boodschap werden, wier harten als een fluit werden waarop de Meester zijn muziek kon spelen, zijn er altijd maar een paar geweest, net als de apostelen van Christus.
In Arabië wordt er een verhaal verteld over de engelen die van de hemel afdaalden naar de aarde en de borst van de Profeet opensneden. Zij namen iets weg wat verwijderd moest worden en daarna werd de borst als daarvoor gemaakt. Het is een symbolische expressie, die de soefi een sleutel tot het geheim van het menselijke leven geeft. Wat de deuren van het hart sluit is angst, verwarring, depressie, wrok, ontmoediging, teleurstelling en een bezwaard geweten; en wanneer dat is opgeruimd openen zich de deuren van het hart. Het openen van de borst is in werkelijkheid het openen van het hart. Het gevoel van vreugde wordt in het centrum van de borst gevoeld net zoals de zwaarte veroorzaakt door depressie. Daarom blijft het hart gesloten zolang als de borst met iets volgepropt blijft. Wanneer de borst er vrij van raakt is het hart open. Het is het open hart dat de reflectie ontvangt van alle impressies die van buitenaf komen. Het is het open hart dat reflecties ontvangt van de goddelijke Spirit van binnenuit. Ook is het de openheid van het hart die macht en schoonheid geeft om jezelf tot expressie te brengen; en als het is gesloten dan kan iemand ook geleerd hij ook is zijn lering niet voor anderen tot expressie brengen.
Deze symbolische legende legt ook uit wat er in het leven van de mens voor de plant van goddelijke liefde nodig is om in zijn hart te groeien. Het is het verwijderen van het element wat een beter gevoel schenkt. Net zoals er vergif zit in de steek van de schorpioen en in de tanden van de slang, zo is er vergif in het hart van de mens, wat gemaakt is om een heiligdom van God te zijn. God kan echter niet opstijgen in het heiligdom dat doods is door zijn eigen vergif. Wil God kunnen opstijgen dan dient het eerst gezuiverd te worden en werkelijk gemaakt te worden. De ziel die met de gehele wereld moest sympathiseren werd zodanig voorbereid dat de druppel vergif die altijd minachting, verontwaardiging en een slecht gevoel jegens de ander produceert eerst werd vernietigd.
Er zijn zo veel mensen die over de zuivering van het hart praten, maar er zijn maar een paar mensen die werkelijk weten wat dat is. Sommigen zeggen dat zuiver zijn betekent vrij van slechte gedachten zijn, maar in werkelijkheid is er geen slechte gedachte; en als er al een zodanige gedachte is, die je slecht of duivels zou kunnen noemen, dan is dat de gedachte van verbittering jegens elkaar. Niemand met gezond verstand en begrip zou graag een druppel vergif in zijn lichaam willen houden en hoe onwetend is het niet van de kant van de mens wanneer hij een bittere gedachte jegens een ander in zijn hart houdt en koestert! Als een druppel vergif de dood van het lichaam kan veroorzaken dan is het gelijk aan duizend doden als het hart de kleinste gedachte aan verbittering vasthoudt. In deze legende is het opensnijden van de borst het opensnijden van het ego, wat als een schelp over het hart ligt. En de verwijdering van dat element betekent dat iedere gedachte of ieder gevoel tegen iemand anders in de wereld weg is genomen en dat de borst, wat het hart betekent, enkel met liefde wordt gevuld, wat het ware leven van God is.
In de Islam houdt een verhaal stand over de droom van de Profeet, een droom die een initiatie in de hogere sferen was. Velen vatten die letterlijk op en bediscussiëren die, en gaan daarna door dezelfde deur waardoor ze naar binnen zijn gekomen naar buiten, maar vanuit het mystieke gezichtspunt kun je het mysterie ontdekken wat er zich in bevindt.
Men zegt dat de Profeet vanuit Jerusalem naar de Tempel van Vrede werd geleid; wat betekent vanuit de uiterlijke Tempel van Vrede, Dar-e Sala´m, naar de innerlijke Tempel van Vrede. Er werd een Buraq gebracht naar de Profeet om op te rijden. De engel Jebraël begeleidde de Profeet op de reis en gidste hem op het pad. Men zegt dat de Buraq een dier van de hemel is dat vleugels heeft, het lichaam van een paard en het gezicht van een menselijk wezen. Het verwijst naar het lichaam dat is verbonden met de mind. De vleugels representeren de mind en het lichaam van de Buraq representeert het menselijke lichaam; het hoofd representeert perfectie. Het symboliseert ook de adem. De adem is de Buraq die vanuit de uiterlijke wereld in een seconde tijd de innerlijke wereld aanraakt. Jebraël vertegenwoordigt in dit verhaal de rede.
Men zegt dat de Profeet onderweg Adam zag, die naar de ene kant kijkend lachte en naar de andere kant kijkend huilde. Dit laat zien dat de menselijke ziel, wanneer ze in zichzelf het ware menselijke gevoel ontwikkelt zich verheugt over de vooruitgang van de mensheid en zich zorgen maakt over de degeneratie ervan. De Buraq kon niet voorbij een bepaald punt gaan, wat betekent dat hoewel de adem je in de mystieke verwerkelijking tot een bepaald punt brengt er een fase komt waarin de adem je niet kan begeleiden. Toen ze vlak bij de bestemming van de Profeet waren, trok ook Jebraël zich terug, wat betekent dat de rede niet verder kan gaan dan zijn grens. Vervolgens kwam de Profeet aan bij het gordijn dat tussen het menselijke en het goddelijke staat en riep hij hardop de naam van God, zeggend: ´Er bestaat niemand behalve Gij´, en kwam er de reactie: ´Waar, waar´. Dat was de slot-initiatie waaruit het opbloeien van de profetische boodschap van Mohammed stamde.