Zuiverheid van leven

Zuiverheid van leven is het centrale thema van alle religies die door de eeuwen heen aan de mensheid zijn gegeven. Want zuiverheid is niet alleen een religieus idee maar zij is ook het resultaat van de aard van het leven zelf en je ziet haar in de een of andere vorm in elk levend schepsel. Elk dier en elke vogel is erop gericht op zijn vacht of veren schoon te houden en om een schone plaats te vinden om te leven of te zitten; en in het menselijke wezen wordt deze gerichtheid zelfs nog meer gearticuleerd. Zelfs iemand die niet boven het materiële leven is uitgestegen laat deze eigenschap zien in fysieke hygiëne, maar hierachter wordt iets anders verborgen, iets wat het geheim van de gehele schepping is en de reden waarom de wereld werd gemaakt.

Zuiverheid is het proces waar doorheen zich het levensritme manifesteert; het ritme van die inwonende spirit die door de eeuwen heen werkzaam is geweest in het mineraal, de plant, het dier en de mens. Want het is haar poging om via al deze ervaringen te arriveren bij die verwerkelijking waar zij zich zuiver voelt, zuiver in essentie en zuiver van alles dat haar oorspronkelijke omstandigheid zou kunnen beïnvloeden. Het gehele proces van de schepping en van spirituele ontplooiing laat zien dat de spirit, die het leven zelf is en die het goddelijke in het leven representeert, zichzelf in talloze wikkels heeft gewikkeld en op die manier als het ware van de hemel naar de aarde is afgedaald.

Deze proces heet involutie en wat daaruit volgt staat bekend als evolutie of het ont-wikkelen van de goddelijke essentie vanuit de wikkels van bedekkende materie. Het gevoel van deze noodzaak om de spirit te bevrijden van datgene wat hem kluistert en bindt wordt zuiverheid genoemd, in welk deel van het leven dat gevoel ook wordt ervaren. In deze betekenis kunnen we het gezegde begrijpen: ´schoon-zijn staat heel dicht bij goddelijkheid´. In de arabische taal is het woord voor zuiverheid Saf, uit welke wortel het woord soefisme is afgeleid. Sommige van de vroegere soefi-ordes werden de Broeders of de Ridders van Zuiverheid genoemd; en dit wees niet op fysieke zuiverheid maar op de ontplooiing van de spirit in de richting van zijn oorspronkelijke staat, het zuivere zijn van de metafysicus of de zuivere rede van de filosoof. Het woord Sophia of zuivere wijsheid heeft dezelfde etymologie.

In het gewone gebruik van het woord ´zuiver´ vinden we dezelfde betekenis: wanneer we het bijvoorbeeld over zuiver water hebben of over zuivere melk dan bedoelen we dat de originele substantie onvermengd is met enig vreemd element. Derhalve is een zuiver leven de term om de poging van de mens uit te drukken om zijn spirituele wezen onbezoedeld door de valse waarden van het wereldse leven te houden. Alleen de constante zoektocht naar het oorspronkelijke zelf, het verlangen dat te bereiken en de middelen die worden toegepast om dat te ont-dekken kunnen in waarheid zuiverheid van leven genoemd worden; de term zuiver leven kan echter met dezelfde betekenis op elk deel van het leven van de mens worden toegepast.

Wanneer het betrekking heeft op het lichaam dan drukt het de idee uit dat datgene wat het lichaam vreemd is er niet zou moeten zijn; en dat is de eerste fase van zuiverheid. Wanneer er van iemand gezegd wordt dat die zuiver van mind is betekent dat dan niet dat er slechts datgene aanwezig is wat voor de mind natuurlijk is en dat alles wat er onnatuurlijk voor is weggewassen is? Dit voert ons naar de vraag wat er natuurlijk is voor de mind; en voor een antwoord kunnen we het beste de mind van een klein kind nemen. Wat vinden we daar? We vinden allereerst geloof, de natuurlijke tendens om te vertrouwen; vervolgens liefde, de natuurlijke tendens in de richting van vriendelijkheid en affectie; vervolgens hoop, de natuurlijke verwachting van vreugde en geluk.

Geen kind is van nature een ongelovige; als dat zo zou zijn dan zou het niets kunnen leren. Wat het hoort en wat hem wordt verteld wordt door de mind geaccepteerd, de mind die bereid is te geloven, te bewonderen en te vertrouwen. De ervaring van het leven, het leven van de wereld waarin zelfzucht regeert, bederft de schoonheid van de mind van het kind dat van nature een gelovige, een vriend is, bereid om naar elk gezicht te glimlachen; van nature een bewonderaar van schoonheid, bereid om zonder kritiek te kijken en alles wat hem niet aantrekt door de vingers te zien; van nature een liefhebber die geen haat kent.

Er zijn twee manieren om zuiver in de mind en in het lichaam te worden. De ene manier is zo te leven dat de goddelijke natuur in ons naar buiten kan schijnen en ons pad kan verlichten, zo te leven dat alles wat we doen en nalaten te doen kan resulteren in een zuiver leven. De andere manier is heel eenvoudig en toch heel moeilijk: dat is een kind te observeren, zijn onschuld, eenvoud en zuiverheid te benijden en als een kind te groeien, eerst het voorbeeld van een kind van negen volgend, vervolgens een kind van acht, zeven en zo verder; als je verder gaat dan kom je erbij uit om zelfs een kind als voorbeeld te nemen. Dit geheim wordt onderricht door de afbeeldingen van de Heilige Moeder met het Christus-kind. Ook de symbolische betekenis van de wijze mannen uit het Oosten die eer komen bewijzen aan het kind Christus is dat willen we de waarheid leren, we alle waarheden die we hebben geleerd dienen te ont-leren.

Om die hogere fase van onschuld die in de Tuin van Eden bestond terug te brengen hoeven me niet het intellect te verliezen maar moeten we erbovenuit stijgen. Indien de mens zich onder zijn intellect bevindt, is hij de slaaf van zijn intellect; wanneer hij zich er echter boven bevindt, is hij er de meester van. De mens is groter dan de engelen, derhalve kan de wereld een hogere plaats zijn dan de Tuin van Eden, als de mens maar meesterschap heeft over zijn intellect, als hij maar erboven uit kan stijgen in plaats van eronder te zinken.

Wanneer de ziel wordt ontvouwd voelt zij door zichzelf. Met andere woorden ze wordt zich bewust van haar zuiverheid, van haar majesteit, van haar eeuwige leven, van haar zegen, van haar inspiratie en van haar macht. Dusdanig is de oorspronkelijke mind van de mens en dusdanig is de natuurlijke staat ervan. Niet de zonde is er van origine maar zuiverheid, de oorspronkelijke zuiverheid van God Zelf. Maar als de mind groeit en door het leven in de wereld wordt gevoed worden er onnatuurlijke zaken aan toegevoegd en vooralsnog lijken deze toevoegingen wenselijk, bruikbaar of prachtig; zij vormen een ander soort mind die soms het ego of het valse zelf worden genoemd. Zij maken de mens slim, geleerd, briljant en veel andere dingen; maar erboven en eraan voorbij bevindt zich de mens van wie gezegd kan worden dat hij zuiver van mind is.

Wanneer we hierover nadenken dan komt er de vraag op of het dan wenselijk zou zijn om een kind altijd kind te laten blijven, zodat hij nooit de dingen leert die bij het wereldse leven horen. Je zou echter net zo goed kunnen vragen of het niet wenselijk zou zijn dat de spirit altijd in de hemel zou blijven en helemaal niet naar de aarde zou komen!

Ware exaltatie van de spirit zetelt in het feit dat hij naar de aarde is gekomen en daar zijn spirituele bestaan heeft verwerkelijkt. Dit is wat de volmaaktheid van de spirit is. Derhalve helpt alles wat de wereld op de wijze van kennis, ervaring, rede geeft en alles wat de eigen ervaring van de mens zelf of van anderen onderricht en alles wat uit het leven geleerd wordt, de zorgen en de teleurstellingen ervan, onze liefde om voller te worden en onze visie om ruimer te worden. Iemand die door alle ervaringen heen is gegaan en zijn spirit hoog heeft gehouden en niet toe heeft gestaan dat die wordt bezoedeld, van zo iemand kan gezegd worden dat hij zuiver van mind is. Degene die zuiver genoemd kan worden omdat hij geen kennis van goed en kwaad heeft is in werkelijkheid slechts een dwaas. Spiritualiteit is door alles wat de oorspronkelijke zuiverheid wegneemt heen te gaan en toch boven alles wat haar wil overdonderen en naar beneden wil trekken uit te stijgen; het licht van de spirit dat hoog is gehouden en helder en zuiver brandt. Er is de inspanning van een heel leven voor nodig en degene die het niet heeft gekend heeft het leven niet gekend.

De eerste soort zuiverheid is de zuiverheid van de fysieke wereld waarin de mens de wetten van schoon-zijn en van hygiëne te gehoorzamen heeft; door dit te doen zet hij de eerste stap in de richting van spiritualiteit. De volgende is wat over het algemeen zuiverheid van leven wordt genoemd; die zuiverheid van leven die getoond wordt in de sociale, morele en religieuse houding van iemand. De nationale en religieuze codes zijn vaak heel rigide met betrekking tot deze soort zuiverheid en soms is het enkel een uiterlijke, door de mens gemaakte zuiverheid waar de individuele ziel doorheen moet breken om die zuiverheid van een hoger niveau te vinden. Er bestaat echter een norm van innerlijke zuiverheid waarvan het principe is dat alles in het spreken of in de handeling wat angst veroorzaakt, wat verwarring brengt of wat een neiging tot bedrog geeft, die kleine vonk in het hart uitdooft, de vonk van waar-zijn dat alleen straalt wanneer het leven natuurlijk en zuiver is.

Een mens kan niet altijd in staat zijn te zeggen of een handeling juist is met betrekking tot specifieke omstandigheden, of dat die verkeerd is; maar hij kan altijd denken aan dit psychologische principe en oordelen of de handeling of het woord hem berooft van die innerlijke kracht, vrede en comfort die zijn natuurlijke leven vormen. Niemand kan een ander beoordelen; het zelf van de mens dient zijn rechter te zijn. Derhalve heeft het geen zin om rigide normen van morele of sociale zuiverheid te maken. Religie heeft die gemaakt, scholen hebben ze onderricht en toch zitten de gevangenissen vol met misdadigers en staan de kranten dagelijks bol van de fouten van de mensheid. Geen enkele externe wet kan de misdaad stoppen. De mens zelf moet begrijpen wat goed voor hem is en wat niet; hij moet in staat zijn onderscheid te maken tussen vergif en nektar. Hij moet dat weten, meten, wegen en beoordelen; en dat kan hij slechts doen door de psychologie te begrijpen van wat voor hem natuurlijk en wat voor hem onnatuurlijk is. De onnatuurlijke handeling, gedachte of spraak is datgene wat hem slecht op zijn gemak laat zijn vóórdat, tijdens of nadat het heeft plaatsgevonden; want zijn gevoel voor ongenoegen is er het bewijs van dat het in dit geval niet de ziel is die handelt. De ziel is altijd op zoek naar iets wat een weg zal openen om zich uit te drukken en haar vrijheid en comfort te bieden in dit fysieke leven. In werkelijkheid is het hele leven gericht op vrijheid, op de ontplooiing van iets wat verstikt is geraakt door het fysieke leven; en deze vrijheid kan verworven worden door ware zuiverheid van leven.

We hebben gezien wat het betekent om het leven van het lichaam en van de mind te zuiveren; maar er is een verdere zuiverheid en dat is de zuiverheid van het hart, de constante inspanning om het hart zuiver te houden van alle indrukken die van buitenaf komen en vreemd zijn aan de ware aard van het hart, en dat is liefde. Dit kan alleen gedaan worden door een continue alertheid met betrekking tot je houding jegens anderen; door hun fouten door de vingers te zien, door hen hun tekortkomingen te vergeven, door alleen zichzelf te beoordelen. Want alle harde oordelen en verbittering jegens anderen zijn als vergif; ze te voelen is precies hetzelfde als vergif in het bloed opnemen; het resultaat moet wel ziekte zijn. Eerst alleen maar ziekte in het innerlijke leven, maar in de loop van de tijd breekt de ziekte uit in het fysieke leven; en dit zijn ziekten die niet genezen kunnen worden. Uiterlijk schoon-zijn heeft niet veel effect op de innerlijke zuiverheid; maar innerlijk vuil-zijn veroorzaakt zowel naar binnen als naar buiten toe ziekte.

Vervolgens komt er, nadat dit derde stadium is bereikt en het hart is afgestemd door hoge idealen, door goede gedachten en door rechtschapen handelingen, een nog grotere zuiverheid waarin alles wat wordt gezien of gevoeld, alles wat wordt aangeraakt of bewonderd, wordt waargenomen als God. In dit stadium mag er geen gedachte of gevoel in het hart worden toegelaten behalve God alleen. In het schilderij van de schilder ziet dit hart God; zo´n hart ziet in de intrinsieke waarde van de schilder die de natuur observeert, in het vermogen van de schilder om datgene te reproduceren wat hij observeert, de volmaaktheid van God; en derhalve wordt voor hem God alles en alles God.

Wanneer deze zuiverheid wordt bereikt dan leeft de mens in deugdzaamheid. Deugd is niet iets wat hij af en toe uitdrukt of ervaart; zijn leven zelf is deugd. De wijze man beschouwt elk moment dat God afwezig is uit zijn bewustzijn als een zonde; wat op dat moment wordt de zuiverheid van het hart vergiftigd. Gebrek aan leven is zonde; en zuiverheid van leven is deugd. Over deze zuiverheid sprak Jezus Christus toen hij zei: ´Gezegend zijn de zuiveren van hart want zij zullen God zien´.