Zien

Je kunt zien, je kunt kijken en je kunt observeren. Deze drie woorden hebben betrekking op dezelfde handeling en toch suggereert elk woord iets anders. Door te observeren begrijpen we iets over hetgeen we zien. Door te zien merken we iets helemaal op. Door ernaar te kijken echter werpen we er een blik op zonder het noodzakelijkerwijs te begrijpen of het op te merken. En zo zijn er drie omstandigheden: kijken naar de oppervlakte van iets, op een gepaste wijze naar iets kijken en naar iets kijken met werkelijke observatie en tegelijkertijd met begrip.

Iedereen merkt de dingen op een van deze drie manieren op. Datgene wat iemand het meest interesseert, observeert hij het diepst. Datgene wat zijn mind aantrekt, ziet hij en merkt hij op. En datgene waarop zijn blik toevallig valt daar kijkt hij alleen maar naar. En er worden derhalve drie verschillende indrukken op de mens gemaakt door alles wat hij ziet: een diepere indruk van datgene wat hij ten volle heeft geobserveerd, een heldere indruk van datgene wat hij heeft gezien en een voorbijgaande indruk van datgene wat alleen maar zijn blik heeft gevangen. Dit is de reden waarom er zieners zijn, waarom er denkers zijn en waarom er diegenen zijn die slechts hun twee ogen hebben.

Er zit een andere kant aan deze kwestie: iemand die aan het wandelen is verkrijgt een bepaalde impressie van de route die hij neemt. Iemand die dezelfde weg in een auto rijdt heeft een ander soort ervaring en de ervaring van degene die in een vliegtuig vliegt is weer anders. Wellicht was degene die aan het wandelen was niet in staat zijn doel zo snel te bereiken als degene in de auto of degene in het vliegtuig, maar de observaties die hij in staat was te maken, de uitzichten die hij zag en alle ervaringen die hij daar had, waren ver voorbij de ervaringen van de andere twee. En op precies dezelfde wijze is onze mind werkzaam. Er is degene van wie de mind op de snelheid van een vliegtuig werkzaam is. Er is een ander van wie de mind als een auto werkzaam is. En er is een derde van wie de mind werkzaam is op de snelheid van een wandelend iemand. Degene van wie de mind op die snelheid werkzaam is zal wellicht niet zo snel reageren als de anderen, maar wat hij denkt zal hij gedegen denken. Wat hij ziet zal hij gedegen zien. Dat is degene die inzicht zal hebben in zaken, dat is degene die de verborgen wet achter de dingen zal begrijpen, omdat de activiteit van zijn mind normaal is. Denken hangt niet altijd af van de snelheid van de mind. Soms is de kwaliteit van de mind belangrijker.

Een intelligent iemand denkt ook op rappe wijze, maar dat is iets anders. Er kan een groot verschil zijn tussen twee stenen, bijvoorbeeld tussen een diamant en een kiezel. Het zijn beide stenen, maar de een is waardevol en de ander heel gewoon. Op dezelfde wijze zijn er twee verschillende kwaliteiten van de mind: de een denkt snel en intelligent, de ander denkt snel maar vergist zich vaak. Hij vergist zich omdat hij snel denkt, terwijl in het andere geval het de kwaliteit van de mind is die zelfs bij het snelle denken ervoor zorgt dat de persoon op de juiste wijze denkt. Desondanks heeft het ritme van het denken veel te maken met je leven. Wanneer de drie mensen die dezelfde weg te voet, in de auto en in het vliegtuig hebben afgelegd elkaar ontmoeten en over hun ervaringen spreken, zullen we een groot verschil ontdekken in wat ze vertellen. En dit verklaart waarom mensen die hetzelfde leven hebben geleid, die onder dezelfde zon hebben geleefd, die op dezelfde aarde zijn geboren, toch zo verschillend zijn in hun mentaliteit. De reden is dat hun minds op verschillende snelheden hebben gereisd. Hun ervaringen zijn totaal anders hoewel over dezelfde weg hebben gereisd.

Een ziener is degene die niet alleen heeft gekeken, maar die heeft gezien. En hoe heeft hij gezien? Door de impuls om te snel te wandelen te beheersen, door de verleiding te weerstaan om naar links of naar rechts te gaan, door gestaag in de richting van het doel te gaan dat hij wil bereiken. Al deze zaken helpen om iemand tot ziener te maken.

De ziener zit meer dan bijvoorbeeld een astroloog. Veel meer. Dat valt niet met elkaar te vergelijken. De ziener spreekt echter niet over hetgeen hij ziet. Als hij dat zou doen dan zou hij net als de astroloog worden. Voor de ziener is de ziel van een ieder als een open boek. Maar als hij de geheimen ervan zou onthullen dan zou zijn zicht elke dag vager worden omdat het een verantwoordelijkheid is die hem door God is gegeven. Spirituele verantwoordelijkheid wordt gegeven aan degenen die die verantwoordelijkheid kunnen nakomen en die in staat zijn een geheim te bewaren.

Er bestaan veel verkeerde interpretaties van het woord ziener. Soms denken mensen dat een ziener een helderziende of een spiritist is, maar dat is een ander soort persoon en niet een ziener. De ziener hoeft de ongeziene wereld niet te zien. Er is zo veel op deze zichtbare wereld te zien! Er is zo veel dat iemand op deze objectieve wereld zou kunnen zien, maar wat voor zijn ogen wordt verborgen, dat als hij zich zijn gehele leven zou concentreren op alles wat er te zien valt hij zou ontdekken dat er meer dan genoeg is om over na te denken. Het is kinderlijke nieuwsgierigheid van de kant van sommige mensen wanneer ze iets willen zien waarvan ze denken dat niemand dat ooit eerder heeft gezien. Het is ook ijdelheid om te kunnen vertellen dat ze iets zien wat anderen niet zien. Maar de geziene wereld en de ongeziene wereld zijn één en dezelfde. En ze zijn beide hier. En wanneer we niet de ongeziene wereld zien komt dat niet omdat die zich voor onze ogen verbergt, maar omdat we onze ogen ervoor sluiten.

Dan is er verziendheid, bijziendheid en gemiddeld zien. Er zijn mensen die ver weg kunnen zien of ver voor gebeurtenissen en er is degene die slechts ziet wat er zich vlak voor zijn ogen bevindt en wat er zich in zijn buurt bevindt. Hij ziet niets van datgene wat zich achter hem bevindt. Zijn invloed reikt slechts zo ver als datgene wat zich naast hem bevindt en dat is hetgeen wat hem beïnvloedt. Maar er is een ander die logisch nadenkt over wat hij ziet. Zijn zicht kan het gemiddelde zicht genoemd worden. Hij denkt logisch na voor zover zijn rede dat toestaat. Hij kan niet verder dan zijn redenering kijken. Hij gaat tot zover en niet verder. Natuurlijk heeft een ieder van deze drie personen zijn eigen taal wanneer ze elkaar ontmoeten. Het is niet zo vreemd als de een het gezichtspunt van de ander niet begrijpt, omdat elk zijn eigen visie heeft volgens welke hij naar de dingen kijkt. Niemand kan zijn eigen visie aan iemand anders geven om hem op een andere wijze te laten zien.

Als de spirituele mensen van alle tijden geloof onderrichtten, was dat niet omdat ze wilden dat niemand voor zichzelf zou denken maar alles in het geloof zou accepteren wat hem werd onderricht. Als ze die intentie hadden gehad dan zouden het geen spirituele mensen zijn geweest. Niettemin kunnen de spirituele zielen niet hun kennis aan iemand doorgeven, hoe slim, hoe toegewijd en enthousiast hij ook is, als hij zonder geloof is want er is niet zoiets als spirituele kennis in de zin van leren. Als er al iets spiritueels doorgegeven kan worden aan de leerling dan is het het gezichtspunt, de manier van kijken op het leven. Als iemand die kijk op het leven al heeft heeft hij geen spirituele gidsing nodig. Maar als hij die niet heeft dan zullen woorden van uitleg niets aan hem uitleggen, want het is een gezichtspunt en dat kan niet in woorden worden uitgelegd.

Hoe hard iemand ook zou proberen om het licht te omschrijven dat hij gezien heeft toen hij zich op de top van de berg bevond aan iemand die nooit die berg heeft beklommen, dan zal die laatste weigeren alles te geloven wat de ander zegt. Maar wellicht, als hij hem vertrouwt, zal hij beginnen te luisteren naar zijn gidsing. Hij kan het dan wel niet zien, maar hij zal luisteren en hij zal voordeel hebben door de ervaring van degene die het licht vanaf de top van de berg heeft gezien. Maar degene die naar de top van de berg gaat, zal zelf dezelfde ervaring hebben.

Er zit nog een andere kant aan deze kwestie en dat is vanaf welke hoogte je naar het leven kijkt. Er is het ene uitzicht wanneer iemand staande op de grond naar het leven kijkt. Het is anders wanneer hij de berg aan het beklimmen is en het is weer een andere uitkijk wanneer hij de top heeft bereikt. En wat zijn deze graden? Het zijn graden van bewustzijn. Wanneer iemand naar het leven kijkt en zegt: ´Ik en al het andere´, dan is dat het ene gezichtspunt. Wanneer iemand al het andere ziet en ´ik´ vergeet dan is dat een ander gezichtspunt. En wanneer iemand alles ziet en dat identificeert met ´ik´ dan is dat weer een ander gezichtspunt. En het verschil dat deze drie gezichtspunten uitmaakt in de visie van iemand is zo groot dat woorden dat nooit uit kunnen leggen.

Het bereiken van de top van de berg betekent het binnengaan van wat Nirvana wordt genoemd, kosmisch bewustzijn. Het idee van één-worden met God wordt gesymboliseerd door iemand die een deel van de berg heeft beklommen en die derhalve al een minder duidelijk gedefiniëerd idee van ik en jij heeft en van hij, zij en het dan degene die op de grond staat.

Spirituele vooruitgang is uitspreiding van de ziel. Het is niet altijd wenselijk om op de top van de berg te wonen, omdat de grond ook voor de mens wordt gemaakt. Wat wenselijk is, is om je voeten op de grond te hebben en je hoofd zo hoog als de top van de berg. Iemand die het leven van alle kanten, vanuit elke gezichtshoek kan observeren zal vanuit elke gezichtshoek een andere ervaring hebben. En elke kant waarnaar hij kijkt zal hem nieuwe kennis, een andere kennis dan de kennis die hij eerder had, schenken.

Tenslotte is er de kwestie van het zien of het niet zien. Dit wordt door de mystici begrepen als in staat zijn naar believen te zien en ook in staat zijn door de vingers te zien. Het is voor iemand niet gemakkelijk om door de vingers te kunnen zien, het is iets wat je dient te leren. Er is veel dat de mens kan zien en dat hij dient te zien. En er is veel dat hij niet zou moeten zien, dat het beter is dat hij niet ziet. Als we niet kunnen zien is dat een nadeel. Maar er zit geen nadeel aan het niet zien van iets wat we niet zouden moeten zien. Er zijn zo veel dingen die gezien kunnen worden dat we het net zo goed kunnen vermijden om die dingen te zien die we niet zouden moeten zien.

Degene die in beslag wordt gehouden door hetgeen hij ziet, ontbeert meesterschap. Hoewel hij het niet wil zien, kan hij niet anders dan het toch te zien. Maar degene die zijn zicht onder controle heeft, ziet wat hij wil zien en wat hij niet wil zien ziet hij niet. Dat is meesterschap. En net zoals het waar is van de ogen dat we zien wat er zich voor onze ogen bevindt en dat we niet zien wat er zich achter ons bevindt, zo is het ook waar van de mind: wat er zich voor de ogen van de mind bevindt ziet hij en wat zich achter de mind bevindt, ziet hij niet. Als derhalve deze objectieve wereld zich voor de ogen van iemand bevindt dan wordt derhalve de andere wereld vanzelf verborgen voor zijn zicht, omdat hij ziet wat er zich voor zijn ogen bevindt en niet wat er zich achter hem bevindt. En zoals het waar is dat we hetgeen zich achter ons bevindt alleen kunnen zien door ons hoofd te draaien, zo is het ook waar dat hetgeen de mind niet zien alleen gezien kan worden wanneer de mind de andere kant op wordt gedraaid. Wat er in esoterie en in mystiek wordt geleerd is het draaien van de mind van de uiterlijke visie naar de innerlijke visie.

Je zou je af kunnen vragen welk voordeel we hieruit halen? Als het voordelen heeft om na een hele dag van werken ´s nachts te rusten, dan heeft het ook voordelen je mind van deze wereld van variëteit af te wenden en hem een andere ervaring te geven die hem toebehoort, die de zijne is en die hij nodig heeft. En het is deze ervaring die wordt verworven door het meditatieve proces. Iemand die in staat is te denken maar niet in staat is te vergeten, iemand die in staat is te spreken maar niet in staat is te zwijgen, iemand die in staat is te bewegen maar niet in staat is om stil te zitten, iemand die in staat is te huilen maar niet in staat is om te lachen – die persoon kent geen meesterschap. Het is als het hebben van een hand, het staan op een voet. Om een complete ervaring van het leven te hebben dien je in staat te zijn te handelen en stil te zijn, dien je in staat te zijn de praten en te zwijgen.

Er zijn veel waardevolle dingen in de natuur en in de kunst, dingen die zich voorbij waarde bevinden en toch is er niets in deze wereld wat waardevoller is dan het zicht. En het waardevolste van alles is inzicht, in staat zijn te zien, in staat zijn te begrijpen, in staat zijn te leren, in staat zijn te weten. Dat is het grootste geschenk dat God kan geven en al het andere in het leven is hierbij vergeleken maar klein. Als er al iets is wat je kunt doen om je kennis te verrijken dan is het het verheffen van je ziel naar hogere sferen, het je bewustzijn toestaan zich te verruimen naar volmaaktheid, het doen van alles wat je maar kunt om je zicht te openen, wat het teken van God in de mens is. Het is het openen van het zicht wat de ontvouwing van de ziel wordt genoemd.