In de ogen van een mysticus is een winst geen winst en een verlies geen verlies. Want wat op het ene moment een verlies lijkt te zijn kan op een ander moment een winst lijken. Hoe dieper we erover nadenken, hoe meer we inzien dat er zich in elke winst een verlies bevindt en dat er in elk verlies een winst is. Datgene wat gisteren een winst leek te zijn kan morgen een verlies blijken te zijn en datgene wat op het ene moment een verlies is blijkt op een ander moment plaats te maken voor een winst. Als gevolg hiervan beseft de mysticus de vreugde van de winst en het leed van het verlies in hun juiste aspect. Hij onderscheidt wat datgene is dat een winst in een verlies verandert of een verlies omzet in een winst. Hoe dieper we dit onderwerp overwegen hoe meer we onderscheiden dat er bepaalde winsten zijn die slechts voorbijgaand zijn omdat ze materiëel zijn en dat we om ze te verwerven een grotere winst moeten opofferen. Natuurlijk malen we niet om het verlies als we die grotere winst niet zien. We kunnen slechts zien wat we zijn verloren of wat we hebben gewonnen nadat we hebben ontdekt of de winst die we hebben opgeofferd werkelijk een grotere winst was of niet.
Elke ervaring in het leven heeft drie aspecten: het aspect waarin de ervaring zich in de staat van een motief bevindt; het aspect waarin de ervaring zich in het proces van bereiking bevindt en het aspect waarin de ervaring een voldongen feit is. In het eerste aspect, waarin de ervaring zich nog slechts in de vorm van een motief bevindt, kunnen we geen heldere opvatting hebben of iets al dan niet een winst of een verlies is. We vertrekken bijvoorbeeld met de gedachte: ´Ik wil een zaak beginnen. In dez zaak zal ik winst maken´. Dat vertegenwoordigt het beginmotief. De volgende stap zal het daadwerkelijke opbouwen van de zaak zijn. Op dat moment wordt de winst of het verlies duidelijker waarneembaar. De winst of het verlies zijn echter het duidelijkst wanneer de zaak wordt volbracht. De ervaring wordt nu verwerkelijkt. Tot dan toe heeft de persoon het voordeel of iets anders verwerkelijkt, maar in de eindfase is hij in staat een werkelijke schatting te maken of het idee van zijn leven al dan niet heeft geleid tot winst of verlies.
In het leven maken we onderscheid tussen twee dingen: het werkelijke en het valse. We hebben veel op met het werkelijke en minder met het valse. We onderscheiden tussen imitatie-goud en echt goud. We betalen meer voor het echte goud omdat dat duurzamer is. De twee stukjes goud kunnen allebei even helder zijn. Dus is het evident dat de waarde die we aan dingen hechten in verhouding is met hun duurzaamheid. Als we op dezelfde wijze konden zien welke zaken in het leven duurzaam zijn of voorbijgaand dan zouden we onderscheid kunnen maken tussen werkelijk verlies en vals verlies en tussen werkelijke winst en valse winst. De winst of het verlies die tijdelijk zijn, zijn niet werkelijk. Dus zijn vreugde en verdriet een tijdelijke toestand. De vreugde van vandaag over een winst kan morgen een verdriet blijken te zijn. Als we de werkelijkheden zouden kennen dan zouden we nooit treuren over het verlies van zaken waarvan de ervaring aantoont dat ze slechts van voorbijgaande aard zijn.
Aan de ene kant zijn we aan het werken voor ons eigen individuele voordeel en belang. Aan de andere kant echter is er een universele macht die veel machtiger is dan wijzelf en veel rechtvaardiger in de werking ervan. Wanneer deze twee machten, de Kaza of de universele macht en de Kadr of de individuele macht, op harmonieuze wijze werkzaam zijn dan komen de zaken goed. Maar wanneer zij botsen dat zal gebeuren wat Kaza goeddunkt zonder rekening te houden met wat Kadr goed of verkeerd kan vinden. Degenen die dit weten en hun wil harmoniseren met Kaza, de universele Wil, beginnen goddelijke impulsen te ervaren en zij beginnen ook elke keer te voelen wat er wel of niet harmonieus in de Kadr is. Er komen minder mislukkingen in het leven op deze mensen af. Het leven is gemakkelijker omdat zij met de stroom mee zwemmen en niet ertegenin.
Ons gevoel voor rechtvaardigheid is een afgeleide, omdat die wordt verduisterd of overschaduwd door ons voor- en afkeuren, door ons persoonlijk belang en gebrek aan interesse in mensen en zaken.
In de Bijbel staat geschreven: ´Waar uw schat zich bevindt daar zal uw hart zich ook bevinden´. Als onze winst zich slechts in objecten van een voorbijgaande aard bevindt dan zal ons hart geen winst in dit leven of in het hiernamaals vinden. Degenen die op voorbijgaande winst vertrouwen dienen de onvermijdelijke teleurstelling te accepteren, zowel hier als in het hiernamaals. Iedereen op deze wereld is zelfzuchtig. Want is het niet waar dat de wijze mannen die afzien van datgene wat door wereldse mensen wordt gewaardeerd tenslotte slechts datgene oppakken waarvan zij begrijpen dat dat werkelijk een grotere winst is? Het enige verschil tussen hun handeling en datgene wat geheel zelfzuchtig lijkt in degenen die geen wijze mannen zijn, is dat zij datgene opofferen wat zij beschouwen als een valse winst. Want iedereen die het anders doet moet wel lijken op de hond die achter zijn eigen schaduw aan rent.
Het voorrecht om in dit verfijnde menselijke voertuig een leven op aarde te hebben is te groots om dat te verspillen op iets wat je op het einde als verliezer zal achterlaten, hoe rijk en ruim de valse winst ook mag lijken. Wat is het voor winst als het object dat we hebben ons uiteindelijk uit de handen wordt gegrist? Wat is het voor winst een object te hebben dat constant bewaakt moet worden en moet worden beschermd tegen de hebzucht van anderen? Iedereen staat op de uitkijk om onze winst weg te nemen en die de zijne te maken. En dit kan hij doen met elke voorbijgaande winst. We willen altijd betrouwbare objecten en vrienden. Het is onze aard om naar iets te verlangen waarop we een levenlang kunnen vertrouwen. Onze eigen aard onderricht ons dat als we het verlangen van ons leven verwerkelijken, datgene wat we belangrijk achten, dan we dan slechts voorbijgaande zaken verwerkelijken. Heeft deze oorlog (WO-I, vert.) ons niet getoond hoe schilders hun kunst verliezen, hoe dichters hun poëzie verliezen, hoe koningen hun tronen verliezen en menigeen vanuit zijn hemel op de aarde valt, allemaal in een mum van tijd? Wat kan er dan in deze wereld opgenoemd worden wat betrouwbaar is? Hebben we niet gezien hoe ouders zelfs hun levens hebben opgeofferd teneinde het gewenste geluk aan hun zonen en dochters te schenken? Hebben we niet gezien dat vrienden die je vertrouwt op hun beurt iemand anders vertrouwen en worden teleurgesteld?
Wanneer we werkelijk over deze zaken nadenken dan kunnen we niet anders dan inzien dat we ten slotte slechts als kinderen zijn in het begrijpen. We vinden onszelf slim en wijs en toch denken we niet werkelijk diep na over het leven. Op een dag beginnen we na te denken en dan zien we onszelf zoals een ouder de daden van zijn kinderen ziet. Het kind vindt zijn zand en speelgoed zo´n belangrijke zaken, zaken waaraan wij als volwassenen geen belang hechten. En we beginnen ook te zien hoe kinderlijk ons eigen leven is wanneer we deze handelingen en wensen die ons gisteren zo belangrijk toe schenen in hun werkelijke waarde beoordelen. We vinden kleine zaken zo belangrijk: waardigheid, verkeerd behandeld worden, beledigingen, reputatie. En wat doen ze er uiteindelijk toe? Zien we niet dat de ene dag mensen worden geprezen en in ijdelheid en grootsheid worden opgetild en dat ze de volgende dag totaal vergeten worden? Voor de revolutie had elke winkel in Moskou een beeltenis van de Tsaar in de ene etalage en van Jezus met de Maagd in de andere. Wat was er niet voor een verandering binnen drie jaar tijd! Zelfs een heel ras zal in een mum van tijd zijn houding veranderen.
Lofprijzing, eer, liefde, vriendelijkheid, zijn ze duurzaam, zijn ze betrouwbaar? Zijn we niet van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat op zoek naar weelde, faam, liefde, vriendelijkheid of hulp? Hoe ontwikkeld we ook mogen zijn met onze educatie en ervaring, waarnaar zijn we toch werkelijk op zoek? Zaken waaruit we geen duurzame winst kunnen halen. Uit deze vals zaken winnen we de ervaring dat de zaken waaraan we tot nu toe belang hebben gehecht en die we hebben gewaardeerd zaken zijn die niet duurzaam zijn. We leren in de loop van de tijd dat het wijs zou zijn eraan te denken dat alle deze objecten, idealen en aspiraties die we in het leven hebben beoordeeld zouden moeten worden in overeenstemming met of ze betrouwbaar zijn of niet en of ze duurzaam zijn of niet. Nadat we de waarheid hebben waargenomen dat dit of dat niet betrouwbaar is ontdekken we dat het niet nodig is om van ze allemaal af te zien, om alles in het leven op te geven. We kunnen ons net zo goed in de menigte als in de eenzaamheid in de wildernis bevinden. We kunnen alle goede dingen, weelde, vrienden, vriendelijkheid, liefde om te geven en om te ontvangen, hebben als we eenmaal hebben geleerd er niet door te worden verblind, als we eenmaal hebben geleerd te ontsnappen uit teleurstelling, te ontsnappen uit de tegenstrijdigheid bij het idee dat de dingen niet zo zijn zoals wij willen dat ze zijn. Iemand kan aandacht schenken aan de zaak, hij kan weelde verwerven, hij kan dat allemaal uitvoeren, maar nu zijn zijn ogen wijdopen. Eerder waren ze blind. Dit is de lering van het leven. Zo komt het dat wanneer we het leven in het Oosten bestuderen zullen ontdekken dat een soefi een koning kan zijn of een fakir. Een soefi betekent een ziener. En een soefi kan toch een koning zijn. Het is niet het werkelijke letterlijke afzien wat er toe doet, het is het prijsgeven van het geloof in het belang van voorbijgaande zaken.
Iemand die pretendeert onzelfzuchtig te zijn is over het algemeen dwaas-zelfzuchtig. De wijs-zelfzuchtigen hebben gelijk. Zij zijn zelfzuchtig, dat is waar, maar ze zijn zelfzuchtig met ware wijsheid. Zij denken door over wat in het leven hen het meest tot voordeel strekt. De dwaas-zelfzuchtige zet geen geld opzij en heeft dus nooit iets weg te geven. De wijs-zelfzuchtige zal geld verdienen teneinde zijn vrijgevigheid uit te kunnen drukken met wat hij heeft verzameld. Degene die zijn hele leven een armlastige blijft heeft nooit iets voor iemand bereikt. Derhalve begrijpt degene die wijs is niet alleen wat werkelijke winst is en wat valse winst is, maar begrijpt hij ook de prijs die er betaald moet worden voor de winst. Wat ons succes bepaalt is de afweging of je winst meer waard is dan de prijs die je ervoor moet betalen, of dat de prijs die je moet betalen groter is dan de winst die je kunt verwerven. Degene die dit helder waarneemt heeft de ware zakenwereld van het leven erg goed geleerd.
Voor elke winst is er echter een offer nodig. Om iets winnen moeten we iets opofferen. Twee winsten najagen is beide verliezen. Derhalve is het nodig voor eens en voor altijd te beslissen wat vals is en om vervolgens het ware te volgen en het valse achter je te laten.
Als er zoiets bestaat als heilige verzaking dan is dat het afzien van kleine winsten omwille van betere winsten. Niet om geen winsten te hebben, maar om met open ogen te zien wat beter en wat inferieur is. Zelfs als de keuze ligt tussen twee tijdelijke winsten dan zal een van de twee werkelijker en duurzamer blijken. Dat is dan de winst die op dat moment gevolgd moet worden. Wanneer we de fakkel van wijsheid nemen om ons ons geloof door het leven heen te laten zien dan zullen we eindigen door te beseffen wat werkelijk tot voordeel strekt in het leven en wat niet.