Een relatie wordt gevoed door contact, koningschap wordt gehandhaafd door wederzijdsheid, maar vriendschap wordt met liefde ontwikkeld. Er is geen relatie die met vriendschap vergeleken kan worden want in het leren van de wet van vriendschap begrijp je ethiek en de zeden en ook de relatie tussen de mens en God.
Er zijn in verband met vriendschap drie hoofdprincipes die begrepen moeten worden. Het eerste principe is het begrijpen zonder woorden. Als er geen begrip tussen twee mensen is dan hebben woorden geen nut. Zij kunnen praten en praten en discussiëren en discussiëren en het zal van kwaad tot erger gaan want een woordenwisseling zal nooit eindigen. Zoals er in de Vadan wordt gezegd: ´Het woord waarom is een dier met duizend staarten. Bij elke sneer die jij hem geeft laat hij een van zijn gekrulde staarten vallen en laat er een andere groeien´. Kan een woordenwisseling begrip voortbrengen? Nooit. Een woordenwisseling verergert alleen maar een woordenwisseling en zo kun je doorgaan totdat twee mensen hun rug naar elkaar toe draaien. Begrip is een gift van God, begrip is een ontvouwing van de ziel en begrip is het grootste geluk dat je in het leven kunt hebben. Met begrip wordt de basis van vriendschap gevestigd en in begrip is vriendschap veilig. Zonder begrip is er geen vriendschap.
En het volgende is een ongeïnteresseerde houding. Wanneer iemand denkt dat hij door vriendschap het een of andere voordeel uit de vriend kan trekken of dat de ander door hem een of ander voordeel heeft dan is dat niet anders dan het verbranden van de wortels van vriendschap. In de deze materialistische tijd begrijpen maar zo weinig van ons wat vriendschap betekent. Altijd wanneer er sprake is van vriendschap is de eerste gedachte: wat zal ik door deze vriendschap winnen, kan zijn invloed van enig nut zijn voor me? Dat is geen vriendschap. Altijd wanneer er een gedachte van zelfbelang binnensluipt betekent dat het verval van vriendschap. Elke kleine gedachte om er beter door te worden betekent destructie. Het kan zich nooit tot een ware vriendschap ontwikkelen, het zal zich slechts tot een zakenrelatie ontwikkelen. Het zal net zolang duren als de zakenrelatie duurt, het zal succes hebben zolang als de zakenrelatie succes heeft en vervolgens zal het verdwijnen. Zo´n relatie kan nooit vriendschap genoemd worden.
Op deze wereld is elk individu op de een of andere wijze hulpeloos en elk individu is op de een of andere wijze nodig. Het kan gebeuren dat iemand onbewust in zijn eigenbelang afhankelijk is van zijn vriend en zelfs dan zal het een verkeerde houding blijken te zijn. Het kan geen vruchtbare resultaten voortbrengen want vriendschap dient op een solide basis gebouwd te worden, een basis waarin er altijd een verlangen om te geven is, een verlangen om behulpzaam en dienstbaar voor de vriend te zijn: geen gedachte aan nemen, maar altijd een gedachte en geven en niets achterhouden. Een ware vriend geeft weinig om zijn eigen leven voor zijn vriend. Degene die iets anders belangrijker, waardevoller dan vriendschap vindt heeft nog niet de eerste les van vriendschap geleerd. Er is geen offer te groot als het voor een vriend gedaan wordt. Als er geen offer voor een vriend wordt gedaan, voor wie zou je het dan doen? Iemand zou nooit leren hoe hij het een of ander offer zou kunnen doen dan voor een vriend.
In ons dagelijkse leven nemen we het woord vriendschap te licht op en we verwarren de woorden ´vriend´ met ´kennis´. Een kennis is iemand die we hebben ontmoet en hij heeft ons gezien en we herkennen elkaar. We kunnen aan elkaar zijn geïntroduceerd tijdens een diner. We gebruiken het woord ´vriend´ zo vrijuit in het dagelijkse taalgebruik dat we de betekenis ervan zijn vergeten. Over het algemeen noemen we iedereen die we op een receptie of op een feestje hebben ontmoet een vriend. Of iedereen die bij onze club hoort. Maar zelfs het hebben van één vriend tijdens je leven is het grootste geluk.
En het derde belangrijke punt in vriendschap is door de vingers zien. Niemand op de wereld is zonder fouten, geen ziel op de wereld is volmaakt. Als er van onze kant geen verlangen is om de tekortkomingen van onze vriend door de vingers te zien dan kan er geen vriendschap meer zijn. Vriendschap wordt onderhouden door te erkennen dat een menselijk wezen onvolmaakt is, dat hij zijn fouten en tekortkomingen heeft. Er is altijd iets in hem wat door de vingers gezien moet worden en als we ermee doorgaan bestaat er altijd de mogelijkheid dat hij die eigenschappen ontwikkelt die hij mist, want wij kunnen onze vriend eigenschappen toevoegen die in hem niet voorhanden zijn. Soms ontmoeten mensen elkaar een keer en voelen ze dat ze vrienden zijn. Soms kennen mensen elkaar maanden en jaren en worden ze zo langzaam maar zeker vrienden. Dat ze elkaar kennen en bij elkaar komen brengt uiteindelijk de voltooing van vriendschap voort. In zulke gevallen ontwikkelt die zich als een resultaat van het feit dat ze elkaar kennen.
Soms gebeurt er iets vreemds en dat is wanneer twee mensen vele maanden of jaren op gespannen voet met elkaar hebben gestaan en ze vervolgens plotseling hun spanning laten varen en voor altijd vrienden worden. Maar dit is ongebruikelijk. Ik zelf heb mensen ontmoet die jarenlang vijanden zijn geweest en elkaar tegen hebben gewerkt en vanaf de dag dat ze vrienden zijn geworden de intiemste vrienden zijn geweest. Degenen die zeggen: ´Ik was zijn vriend en hij was mijn vriend maar nu zijn we geen vrienden meer´, zouden zich moeten realiseren dat ze nooit vrienden zijn geweest. Het was van hun kant een pretentie, een valse impressie. Kan vriendschap zo iets vals zijn, kan goud het ene moment goud zijn en het andere moment niet? Goud is goud, dat verandert nooit, het blijft hetzelfde. Bestendigheid in vriendschap is de ziel van vriendschap. En die gewoonte waarmee een vriend aan een andere vriend schrijft: ´Altijd de jouwe´, is verkeerd. Als een plant blijft zoals die is dan groeit die niet en datgene wat niet groeit, is niet levend en datgene wat niet levend is, is dood.
Wanneer iemand denkt: ´Ik ben te goed of te vriendelijk voor jou, ik ben te toegewijd aan jou´, dan vergeet die persoon dat vriendelijkheid, goedheid en devotie groter zijn dan de horizon. Niemand kan te goed zijn, niemand kan te vriendelijk zijn en niemand kan te toegewijd zijn. En wanneer er tussen vrienden een discussie is en de ene zegt: ´Ik heb zoveel voor je gedaan, ik heb zoveel voor jou geleden, ik heb zoveel pijn omwille van jou gehad, ik heb door jou zo´n moeilijk leven gehad´, dan is hij de zakelijkheid aan het binnengaan. Hij wil een dagboek bijhouden van datgene wat hij in de vorm van liefde, vriendelijkheid, goedheid en opoffering heeft gegeven. Een ware vriend verricht elk mogelijk offer en denkt er nooit over na. Hij staat het zijn mind zelfs niet toe er diep over na te denken. Ware vriendschap betekent respect, een diep respect voor het genoegen en het ongenoegen van de vriend. Is er iets in het leven dat delicater is dan vriendschap – er rekening mee houden dat woorden de vriend niet kwetsen, dat geen handeling hem zeer doet, dat er niet de kleinste schaduw van kilte op zijn hart valt? Dat is zeer moeilijk. Als iemand de wijze van vriendschap heeft geleerd dan hoeft hij niets meer te leren. Hij weet alles. Hij heeft de grootste religie geleerd, want op dezelfde wijze zul je een weg naar God maken. Degene die nooit de wijze van vriendschap heeft geleerd zal nooit de weg naar God kennen. Hij kan de aanbidder van God zijn, maar hij kan niet de vriend van God zijn.
Je ziet in vrienden vaak een houding en die houding onthult een goddelijk geheim. Het is de gerichtheid om elke fout die je vriend heeft gemaakt te verhullen voor iemand anders. En niet alleen die fout verhullen voor het zicht van anderen, maar zelfs voor je eigen zicht. Er nooit aan te denken, er nooit naar te kijken, het anders te interpreteren, zo´n manier van doen verandert het verkeerde van zijn vriend in het goede. En elk klein goed iets van zijn vriend, zelfs ofschoon het maar een onsje weegt, maakt hij tot een pond. Hij waardeert en bewondert dat zo zeer, hij verheft het zo hoog, hij beschouwt het als zo groots, dat iemand anders zich niet kan voorstellen hoe dit insignificante idee, deze minieme verdienste, zo hooglijk gewaardeerd kan worden.
In het begin van mijn spirituele beoefening, kwam er geen einde aan mijn enthousiasme als ik naar mijn murshid toe ging, kwam er geen einde aan mijn devotie, kwam er geen einde aan mijn opwinding erover. Ik vertelde iedereen die ik tegenkwam wat ik vond van de persoonlijkheid van mijn murshid. Op een dag, in antwoord op mijn diepe gevoel, zei mijn murshid: ´Vriendschap op het pad van God, vriendschap op het pad van waarheid is grootser van wat voor vriendschap in het leven dan ook´. En in die tijd ontmoette ik een zeer geleerde man in Hyderabad, met wie ik over de diepste zaken van het leven sprak. Hij was geïnteresseerd in het horen van zulke diepe gedachten van een jonge man en zei dat hij meer van me wilde zien. En in mijn grote enthousiasme zei ik: ´Als u mijn leraar zou ontmoeten dan zou u zich realiseren dat er niemand op de wereld is die met hem vergeleken kan worden, zo groots is hij, zo prachtig is zijn persoonlijkheid, zo gezegend zijn aanwezigheid, zo inspirerend zijn blik en zo vredig zijn atmosfeer´. Hij zei: ´Ik zou hem graag willen ontmoeten. Waar woont hij?´ Ik vertelde het hem en hij riep uit: ´Daar? Ik woon daar al twintig jaar. Het is precies naast mijn huis! Wat is zijn naam?´ Ik vertelde hem die en hij zei: ´Ik heb hem al die jaren gekend maar nooit gedacht dat hij zo groots was!´ In twintig jaar tijd had hij niet gezien wat ik in een paar maanden had gezien. Vriendschap verlicht je. En het is afstand die je ogen bedekt houdt.
Als we vrienden zijn en elkaar niet kunnen begrijpen dan zijn we nog geen vrienden, dan denken we slechts dat we vrienden zijn. Maar als we begrijpen dan worden alle mooie punten in ons beiden duizend keer helderder gemaakt vanwege die vriendschap. In vriendschap bestaat er geen beperking.
Ten slotte komen we uit bij die uiterst mysterieuze expressie, een expressie die toch aan allen op het religieuze pad bekend is: de Genade van God. Wat is dat? Het is de vriendschap van God. Het is de vriendelijke emotie van God. Het is niet de veroordelende eigenschap van God. Wanneer de genade van God komt dan komt die niet door te vragen: ´Ben jij het wel of niet waard, verdien jij het wel of niet?´ Die komt net zoals emotie, liefde, devotie en bewondering van vriend tot vriend komt. Er zijn geen beperkingen bij. Het is prima als iemand zeggen dat hij omdat hij in een vorige incarnatie zo veel kwaad gedaan heeft in dit leven een moeilijke tijd heeft met veel lijden; of als iemand zegt dat hij in de vroegere incarnatie zo veel goeds heeft gedaan dan hij dit keer rijk is geworden. En het is prima als anderen zeggen dat wanneer ze naar de hel gaan voor hun zonden dat ze dan zullen worden geslagen met de zweep als afval worden weggegooid en in het vuur worden geplaatst. Maar wanneer je naar de genade van God kijkt vergeet je al deze dingen; er kunnen geen regels, geen wetten, geen wel-of-niet-verdiend worden onderscheiden. Er is maar één ding en dat is liefde; liefde die boven de wet staat.
De genade van God komt niet speciaal naar de vromen, die komt niet noodzakelijkerwijs naar de mensen die zeer goed zijn noch komt die zonder aarzelen naar de mensen die zeer occult of mystiek zijn. Ze komt zoals liefde van vriend tot vriend komt. Wanneer liefde komt komt ze zonder een conceptie van goed en verkeerd. Ze is een emotie, ze is een stijging van de golf, ze is een goddelijk gevoel dat komt. Ze stijgt als een stroom en ze valt in de vorm van duizend geschenken op iemand neer. Dat kan zijn als inspiratie, als comfort, als gezondheid, als vrede, als rust, ze kan zichzelf in duizend verschillende vormen laten zien.
De kennis van datgene wat je vriend zal plezieren, als die tot jullie allen komt, zal slechts komen als jullie werkelijk weten wat vriendschap is. Anders zul je voorwenden een vriend te zijn en zul je je gehele leven proberen je vriend te plezieren, maar zul je nooit echt in staat zijn dat te doen.
Dat is hetzelfde met God. Je kunt alle mogelijke goede handelingen verrichten en duizend gebeden zeggen en toch kun je Hem niet plezieren als je niet weet wat God pleziert. Maar dat komt niet voort uit kennis. Dat komt slechts voort uit vriendschap. Vriendschap is een automatische handeling, het is een onschuldige devotie, een onbewuste uitstraling, een puur gevoel met diepte, met leven. Dat brengt automatisch genade voort. Daarom kan niemand zeggen waarom iemand de vriend van iemand anders is. We kunnen daar niet over oordelen. We kunnen dat niet begrijpen. En dus kan niemand zeggen waarom God door deze of gene wordt plezierd. Soms zien we dat mensen die het niet verdienen grote weelde hebben. En dan zijn er anderen die, als ze geld hadden, er werkelijk het op de beste manier zouden gebruiken. Sommigen lijken niet de positie of rang te verdienen die ze hebben; anderen verdienen in onze ogen wellicht meer. En toch is het anders in de ogen van God. Het is omdat ze het verdienen ook al zien wij niet waarom en hoe. En het is hetzelfde met vriendschap. Toen iemand Majnun vroeg: ´Majnun, Leila is niet mooi, waarom ben je Leila zo toegewijd?´, antwoordde Majnun: ´Om Leila te zien dien je mijn ogen te lenen´.
Als we mensen beoordelen kijken we dan met de ogen van God, zien we dan welk gevoel God jegens hen heeft? En wanneer we niet op deze wijze kunnen zien dan hebben we geen recht om te bevragen waarom anderen zich in deze of gene positie in het leven bevinden, waarom sommige mensen rijk zijn, waarom zij zich op een hoge positie bevinden. Het is allemaal een soort strijd met God. En degenen die dit ene principe leren: dat je bij een vriend je uiterste best dient te doen tot het einde toe teneinde zijn vriendschap waardig te blijken, en degenen die hun uiterste best doen om het genoegen en ongenoegen van God te respecteren zonder enige gedachte aan beloning of enig antwoord van Hem, dat zijn degenen die werkelijk de betekenis van vriendschap kennen.