Spirits en spiritisme

Spirit betekent in de ware zin van het woord de essentie. De spirit van iets betekent de essentie van iets. En wanneer we de ware essentie in ogenschouw nemen dan is er slechts één. Wanneer we de ware spirit in ogenschouw nemen dan is er slechts één spirit.

Maar uiteraard is het ene leven in de wereld van verscheidenheid veel levens en heeft één iets veel manifestaties. Deze manifestatie maakt dat wij veel vormen en veel namen van een enkel en enig Wezen zien. En wanneer we uitkijken op het één-zijn van dat Wezen en onze aandacht richten op de variëteit van de manifestatie dan zien we dat de spirit van alles de essentie ervan is. De spirit van de jasmijn, de spirit van een roos enzovoorts. Elk heeft zijn eigen individualiteit, zijn eigen essentie.

Spirit, zoals die wordt begrepen door de meerderheid, is de nalatenschap van het bestaan van de mens. Nadat het lichaam van de mens is gestorven, wordt de nalatenschap van hem beschouwd als zijnde spirit, wat in het Sanskriet een hele mooie naam heeft: Bhut, dat wil zeggen ´degene die is geweest´.

De spirit-wereld ziet zichzelf als verschillend en onderscheiden van de spirit die de wereld via het lichaam ervaart. De spirit van kamfer is niet de kleur of de vorm van de substantie, maar de geur van kamfer heeft in zijn spirit bestaan. De spirit van kaneel is de geur en het effect die die heeft. Nadat de vorm en substantie van kaneel zijn verdwenen rest nog steeds het effect ervan. Elk object in deze wereld laat, nadat het is verdwenen, net als de bloem een teken van zijn essentie na. Wanneer de essentie uit de bloem wordt gehaald dan wordt zijn uiterlijke vorm vernield, maar heeft hij iets achtergelaten wat van hemzelf is. De mens is zowel lichaam als spirit. De mens is een dubbele spirit. De mens in zijn jas, zijn fysieke lichaam, is completer dan een spirit in zijn eentje. Wanneer de bloem in leven is en de spirit ervan er niet uit is gehaald dan worden de bloem en de spirit ervan met elkaar verbonden. Iemand wiens vermogen om te onderscheiden en te voelen goed ontwikkeld is kan ontdekken dat een bezoeker die het huis binnenkomt een bepaalde invloed met zich mee brengt: een goed gevoel of een slecht gevoel, een prikkelbaar gevoel of een zegenrijk gevoel. Naast zijn kennis en schoonheid hangt er iets om hem heen. Wanneer hij het huis verlaat, verlaat het lichaam het huis en tegelijk met zijn lichaam verlaten zijn kracht, zijn schoonheid en alles wat er materieel in hem is het huis. Toch blijft er nadat hij is weggegaan een bepaalde tijd in die ruimte iets achter. De hele atmosfeer wordt geladen en we voelen dat er iets achterblijft. Hoe dieper we het leven bekijken hoe mooier het is. Alle wonderen en fenomenen bevinden zich voor onze ogen. Ons dagelijkse leven is een wonder. Als we alleen maar helemaal in beslag zijn genomen door zaken die materieel zijn en niet in zaken van verfijnde aard dan zien we dit niet omdat we onze gevoeligheid afstompen. In zo´n periode denken we dat hetgeen we niet zien of waarnemen niet bestaat. Overweeg bijvoorbeeld eens hoe aanstekelijk gapen is. Dit laat zien dat we nooit kunnen zeggen dat er zich voorbij hetgeen onze ogen en vlees kunnen zien niets bevindt.

Van een levend persoon gaat een invloed uit en die heeft effect op anderen die zich in de nabijheid bevinden. Als de invloed al zo groot is tijdens zijn leven, zal die dan niet blijven bestaan nadat hij gestorven is? Alleen de invloed blijft over nadat hij weg is gegaan, maar hoe veel groter moet die dan niet zijn! Het licht van de maan is het licht van de zon.

Er zijn twee handelingen van het zintuiglijk vermogen, die in feite twee handelingen van het gehele wezen zijn: uitdrukkingskracht en ontvankelijkheid. Het gehele universum is werkzaam op basis van deze twee principes. Zodra de zich uitdrukkende spirit zichzelf uitdrukt, ontvangt de ontvankelijke spirit de impressie ervan net zoals iemand van wie een foto wordt gemaakt door een camera zijn impressie afstaat wanneer de camera goed is afgesteld. Als de camera niet goed wordt geplaatst dan zal er zich geen afbeelding op de plaat bevinden. Als een spirit iemand graag mag en altijd in de gedachte van die geliefde wenst te zijn en altijd bij hem in de buurt wil zijn dan neemt deze onbewuste spirit van de mens vanzelf de impressie op die vanuit die spirit komt, net zoals een camera die een foto van iemand maakt.

Wonderkinderen kunnen het resultaat zijn van invloed. Onder deze invloed kunnen ze werken, spreken, gedichten schrijven, argumenteren enzovoorts. Als iemand sterft met de gedachte aan wraak die hij niet heeft kunnen uitvoeren of waarvoor hij niet de moed had om die uit te voeren dan kan hij een levend persoon vinden, wellicht een jongere of een kind, die de handeling voor de spirit uitvoert zonder zelfs te weten waarom. Op deze manier kunnen zelfs moorden plaatsvinden.

Het brein kan tekortschieten in denkvermogen. Het lichaam kan reageren op het denken en soms kan het denken reageren op het lichaam. Zou het niet zo kunnen zijn dat de mind verval in het brein teweeg zou kunnen brengen of is het waar dat het altijd lichamelijke spanning is die spanning van de mind voortbrengt? Of brengt boosheid een spanning van het lichaam voort? Het probleem komt over het algemeen van binnenuit.

Soms komen er hallucinaties op vanuit het denken en de mind, ofwel in dezelfde persoon ofwel in een ander. Wij noemen dat obsessie wanneer het van buitenaf komt.

Soms kan degene die leeft degene zijn die tot uitdrukking brengt terwijl de spirit ontvankelijk is. Wij zetten onze spirit onder ons lichaam. Wij zetten ons licht onder de korenmaat. We staan de spirit nooit toe zich van zichzelf bewust te worden.

We doen spirits geen goed door hen terug te roepen wanneer ze geen lichaam hebben. Waarom laten we hen niet liever de ervaringen van deze wereld van illusie vergeten dan hen aan te trekken? Wat voor goeds zal het hun doen? Je zou anderen alleen moeten lastigvallen wanneer je hen heel erg nodig hebt. We zouden onszelf moeten gebruiken als het voertuig van alle ervaringen. Wij kunnen veel beter met een ander communiceren die net als ons gekleed is dan dat we dat met een spirit kunnen.

Is God niet genoeg voor onze zielen en is Hij niet toereikend om ons te inspireren en onze wil te verlichten en onze zielen te gidsen? Is Hij minder dan een vriend hier of in het spirit-leven? Hij is de grote gelukwenser. In Hem is de genade compleet. Hij is de Ziel van alle zielen. Wanneer we onszelf wijden aan het denken aan Hem dan zijn de verlichting en de openbaring de onze. God-communicatie is de beste communicatie die ware spiritualiteit ons kan leren.

Als we al onze weelde aan het universum als geheel schenken, ontvangt geen enkele persoon veel. Maar het is in feite een grote vaardigheid om God te verwerkelijken. Het betekent dat er een zeer hoge graad van spiritualiteit is bereikt. Het is uiterst moeilijk een zodanige overtuiging van God te bereiken dat er niet de minste twijfel bestaat. Maar als iemand die bereikt dan zal zelfs het denken van hem zegen brengen. Het wordt een voorrecht zijn vriend te zijn. Het is een voorrecht omdat hij de vriend van God is.

Iemand bezit de kennis die hij heeft bereikt net zoals hij de weelde bezit die hij heeft verworven. En zo zal een ziel wanneer ze wordt verlicht graag een andere ziel op dezelfde manier verlicht zien worden en zal ze grote vreugde en zegen in het gezelschap ervan vinden. Zo iemand zal zeker anderen vinden die op het punt van verlichting staan. Zelfs een dronkaard zal anderen vinden om samen mee te drinken. En zo is het ook op mystieke wijze. Een erg klein licht kan veranderd worden in een vlam en die vlam kan veranderd worden in een hele grote vlam.

Waarom is het beter om een mysticus te worden dan om een dronkaard te blijven? Om de waarheid te zeggen zal een dronkaard nooit bevredigd worden. De mysticus zal zoeken naar wat Omar Khayyám wijn noemt, de wijn van de Christus. Nadat je deze wijn hebt gedronken heb je nooit meer dorst. Hij zal altijd de wijn zoeken waarvan de bedwelming nooit minder wordt. Het is de enige wijn: de bedwelming van de goddelijke liefde.