Iedereen ziet hoe groot de invloed van persoonlijk magnetisme op succes in het alledaagse leven, in het beroep, de zaak, het gezin en de dagelijkse bezigheden is.
Soms merken we op dat we naar een winkel toe gaan om een bepaald iets te kopen en dat er iets in de manier van doen van de verkoper is wat ons aanzet te beslissen om de volgende keer als we iets soortgelijks nodig hebben naar dezelfde winkel te gaan. Zelfs als de winkel ver weg ligt geven we toch niet de voorkeur aan de winkel die zich dichterbij bevindt. Op een dergelijke wijze gebeurt het dat iemand naar een hotel, een restaurant of een kosthuis gaat en dat iemand hem op een zodanige wijze behandelt dat hij besluit eerder naar die plek terug te keren dan om naar een andere plek te gaan.
Zo is het ook met allerlei soorten doktoren, advocaten, wetenschappers, professoren en leraren. Een dokter kan bedreven zijn in zijn kennis, hij kan een grote hoeveelheid promoties hebben, maar als hij dit persoonlijk magnetisme mist dan zou het kunnen dat hij in plaats van zijn patienten te genezen de patienten zieker maakt. Soms geneest een dokter een patient voordat hij hem het geneesmiddel heeft gegeven. Slechts door een woord van vriendelijkheid, door een omgangsvorm, een tederheid of een sympathie laat hij de patient zich zo veel beter voelen dat de ziekte die van tevoren te groot was om te dragen, toch te genezen lijkt te zijn. De pijn is al voor de helft verdwenen door alleen maar de dokter te bezoeken, zo´n verschil maakt persoonlijkheid uit. Het is een groot healer.
Dan kan er een advocaat zijn die de client zodra hij hem ziet meteen tegen zich in het harnas jaagt en op die manier zal de client de volgende keer niet naar hem toe willen gaan. Iemand anders zal moed en hoop verstrekken. Zijn persoonlijkheid, zijn manier van praten, alles zal aantonen dat hij de man is die gevolgd moet worden, dat hij de man is naar wie men moet gaan voor hulp.
In het gezinsleven komt om dezelfde reden het wel of niet met elkaar eens zijn naar boven. De vader, moeder, echtgenoot of echtgenote zal persoonlijk magnetisme bezitten dat het gezin bij elkaar kan houden. Wanneer dit magnetisme ontbreekt vindt iemand het beter om zich onder vrienden te bevinden dan bij een familielid. Hij zal liever de deur uit gaan dan thuis blijven. Thuis wordt een onbekende plek omdat er niet dat magnetisme is waarvoor hij leeft. Het is als iemand die midden in de winter zijn kamer binnenkomt en ontdekt dat die koud is omdat er geen vuur is. Hij wenst dat hij ergens anders is waar vuur is. Persoonlijk magnetisme kan schoonheid om iemand heen creëren, kan iemand aantrekken, kan iemand aantrekkelijk maken voor zijn naasten, kan nuttig voor hen zijn. Het is troostend. Het is healend.
Wat is dit persoonlijk magnetisme? Is het een ontwikkeling van psychische macht of occulte macht? Is het een educatie of is het verfijning? Het antwoord is dat educatie persoonlijk magnetisme helpt omdat kennis licht is en licht is prachtig en het helpt altijd. Dit is echter geen persoonlijk magnetisme. Mensen kunnen zeer goed zijn opgevoed en tegelijkertijd zeer onaangenaam zijn. Sa´di zegt dat een goed opgevoed iemand die hetgeen hij heeft geleerd niet in de praktijk brengt als een ezel is die is volgeladen met boeken: hij draagt ze op zijn rug, maar hij weet dat niet of handelt niet navenant. Hij heeft een lading kennis die geen enkele zin heeft. Als zijn educatie een mens niet menselijk heeft gemaakt, wat is dan de zin van educatie? Het is dan precies hetzelfde als het leren omwille van het verdienen van geld.
Je kunt je afvragen als magnetisme niet educatie is of het dan psychische macht is. Niet noodzakelijkerwijs, hoewel het de natuurlijke psychische of occulte macht is die we persoonlijk magnetisme noemen. Het is niet nodig dit soort macht te verwerven door een bepaalde praktijk of studie. Je moet dat van nature al hebben. En wanneer het op de juiste wijze wordt gebruikt is het persoonlijk magnetisme.
Is magnetisme dan voorkomendheid? Is het een laklaagje? Daar een laklaagje tegenwoordig in de mode is leert iedereen het wanneer hij zich onder mensen begeeft maar dit is niet noodzakelijkerwijze persoonlijk magnetisme hoewel hij kan denken dat hij een innemende manier van doen heeft. Als er al enige werkelijke uitleg voor persoonlijk magnetisme bestaat dan is het je eigen persoonlijkheid maken tot datgene wat je van anderen verwacht. Men begaat gewoonlijk de fout dingen van anderen te verwachten en ze zelf niet doen. Iemand is bijvoorbeeld zeer vergenoegd als hij goed wordt ontvangen in het huis van een vriend, als er vriendelijk over hem wordt gesproken en als hij goed wordt behandeld, als zijn ijdelheid door de handeling van anderen wordt bevredigd. Hij is erg blij als anderen goed over hem denken en zijn fouten door de vingers zien. Hij staat er echter maar zelden bij stil om zelf hetzelfde te doen.
Als we toch alleen maar eens zouden proberen anderen alles te geven wat we van hen eisen. Als we hun slechte punten over het hoofd zouden zien in plaats van van hen te verlangen dat zij onze slechte punten over het hoofd zien. Als we alleen maar eens zouden denken: ´Hoe onnadenkend was ik die keer waarop ik zo grof tegen die-en-die sprak´. Als we toch alleen maar eens anderen zouden geven wat we graag van hen zouden krijgen dan zou dat een persoonlijk magnetisme creëren. Als we toch alleen maar eens alles wat we van hen verwachten voor hen zouden doen!
Het engelse woord ´gentleman´ is in dit opzicht een heel goed woord. Nu wordt er slechts zich goed kleden mee bedoeld, maar het ideaal erachter is goed. Het is het ideaal van voorkomendheid en voorkomendheid is de essentie van persoonlijk magnetisme. Er kan geen betere les gegeven worden dan die les die in de Bijbel wordt gegeven waar staat geschreven: ´Gezegend zijn de zachtmoedigen, gezegend zijn de armen van spirit´. De moeilijkheid is echter dat de mens weinig aandacht besteedt aan al deze zaken, hij denkt dat ze te eenvoudig zijn. En tegelijkertijd zal hij het heel moeilijk vinden wanneer je hem naar de betekenis van ´armen van spirit´ vraagt om daar antwoord op te geven. Slechts weinigen zullen weten wat dat betekent. Het kan begrepen worden door de spirit van de mens te vergelijken met de spirit van een dier. Als een tijger op een bepaalde plaats ligt en je wilt dat hij opstaat dan zal hij brullen. Als er een mens ligt en je zegt: ´Wilt u alstublieft mij daar laten zitten´, dan zal hij zeggen: ´Ja natuurlijk´, omdat zijn spirit armer is dan de spirit van de tijger. En dat is ook het verschil tussen een gewoon mens en een gentleman. De gentleman is degene die die armoede van spirit in zichzelf laat zien, een spirit van het zich aanpassen aan een ander, een ander op zijn plaats laten zitten als hij dat wenst. Hij vindt dat het niet uitmaakt of een ander op zijn plaats zit. Het is werkelijk beter. De een reageert vier keer zo grof en ruw op onze woorden als wij grof tegen hem praten. De ander verdraagt het als we grof tegen hem praten en zal wellicht helemaal niet reageren of wellicht begrijpt hij het en vermijdt hij als gevolg daarvan een gevecht of een ruzie in zijn zoeken naar vrede. Er staat geschreven: ´Gezegend zijn de vrede-stichters´. Dit is niet alleen maar het soort vrede dat vechten, bloedvergieten en twist voorkomt; we kunnen dit soort vrede vele malen op een dag van ´s morgensvroeg tot ´s avonds laat stichten. Er zijn duizend onderwerpen waarover we kunnen ruzieën en waardoor we ons aan elkaar storen. Dus zijn er gedurende ons dagelijkse leven, altijd gelegenheden te over om vrede te stichten.
We bewonderen altijd iemand die voorkomendheid laat zien in zijn bewegingen, in de manier van zitten, van wandelen, in zijn stem of woorden of in zijn denken. We bewonderen het bewust of onbewust. Er is altijd een charme in voorkomendheid en toch verwaarloost de mens die wanneer het moment komt om die te beoefenen. Datgene wat eerst zou moeten komen komt het laatst. Als de mens toch eens zou beseffen hoe zeer hij de voorkomendheid van de kant van anderen waardeert! Als iemand voorkomendheid in zijn stem, zijn expressie of zijn woord heeft dan is dat zo charmant en zo innemend. We weten dit zo goed en toch vergeten we het altijd op het kritieke moment.
Armoede van spirit komt voort uit zachtmoedigheid. Zachtmoedigheid is mildheid, dat tegengesteld is aan wat we grofheid noemen. Grofheid van handeling of grofheid van spraak is tegengesteld aan mildheid of zachtmoedigheid. Onze ogen genieten van nature meer van de zachtheid van kleuren dan van de hardheid ervan vanwege de agressieve macht in de harde kleuren die onze ogen niet kunnen verdragen. Wij ervaren hetzelfde met de zon en de maan. We houden er niet van om naar de zon te kijken en in India genieten we zo veel van de maanverlichte nachten dat we zouden willen dat de maan elke nacht zou schijnen. Waarom? Omdat de maan mild is. Ze laat zachtmoedigheid zien. Onze macht is de macht van licht. Onze kracht van spraak, gedachte en handeling is van dezelfde soort en van dezelfde natuur als respectievelijk het licht van de zon en de maan. Als het licht te sterk is, irriteert het. Als het mild is, troost het. Als we dus iedereen met voorkomendheid behandelen is onze persoonlijkheid overal waar we maar naar toe gaan, welkom. Dezelfde voorkomendheid in onze spraak zal ons altijd succes brengen en we zullen altijd vrienden hebben. Als we toch maar eens controle over onze woorden zouden hebben! Als onze woorden toch maar eens altijd van die zachtmoedige aard zouden zijn!
Onder de musici en de dichters van het Oosten wordt er speciaal aandacht geschonken aan de educatie in zachtmoedigheid en mildheid. Er is een Sanskriet gezegde: ´Kunst wordt twee keer zo gratieus wanneer kunst en mildheid samengaan´. Hoe waar is dat niet. Wanneer we de kunst van een kunstenaar bewonderen en zeggen hoe mooi die kunst is en hij reageert met: ´O, het stelt niets voor, het is uw vriendelijkheid die maakt dat u het bewondert´, dan wordt zijn magnetisme groot.
Van koning tot de meest gewone man is het de mildheid die de hele wereld voor zich inneemt. Mensen in alle mogelijke posities in het leven en op alle mogelijke evolutietrappen kunnen zo´n groot werk verrichten met dit ene kleine bezit. Sa´di zegt: ´Als je woord zoet is, verover je de wereld. Waar je ook maar gaat zul je de harten van de mensen winnen´. Is dat ook niet wat Christus bedoelt wanneer hij tegen de vissers zegt: ´Volg mij en ik zal u tot vissers van mensen maken´; wat wil zeggen: ´Ik zal jullie die manieren van menselijkheid bijbrengen waarmee jullie iedereen met wie jullie in contact komen voor je in zullen nemen´. Denk je dat iemand een visser van mensen kan worden door zijn slimheid, door zijn kunstmatige laklaagje? Vals is vals, goud is goud. Het ware goud is duurzaam. Het valse goud zal zijn glans verliezen.
Een laklaagje is als vals goud. Iemand kan verlangen zijn vrouw, man, vader, broeder of iedereen voor zich in te nemen door zijn slimheid, door zijn laklaagje, maar hij zal zelfs op een heel onbeduidend moment vals blijken te zijn. Een laklaagje kan aangenaam zijn voor de ogen, maar het kan het hart niet behagen. Je kunt je handelingen van een laklaagje voorzien, maar je kunt niet je hart met een laklaagje voorzien. Het laklaagje van het hart komt voort uit het gevoel. Wanneer de handeling van het hart niet in harmonie is met de grofheid van het gevoel dan zal het gevoel toch wel te voorschijn komen. Alles wat er werkelijk is zal te voorschijn komen. Het laklaagje is slechts tijdelijk mooi. Het kan iemand tijdelijk voorkomend en slim laten zijn, maar dat is niet duurzaam. Zijn vrienden zullen hem na korte tijd weer verlaten. De verwanten zullen in de loop van de tijd weten dat het slechts uiterlijk is al die slimheid en niet datgene wat voor altijd duurzaam is. Het is de waarheid die voor altijd duurzaam is. Alle mooie kwaliteiten zouden ware kwaliteiten moeten zijn, geen valse, omdat de waarde in de ware kwaliteiten ligt en niet in de valse.
In vroeger tijden begaven mensen van hoge afkomst, koninklijke prinsen, mensen van hoogopgeleide gezinnen en religieuze gezinnen, zich gewoonlijk in de wereld en werden niet als zodanig herkend omdat er in die dagen geen internationale communicatie was. Geen enkele natie kende zijn aangrenzende natie. Toch gebeurde het dat deze mensen altijd werden herkend door hun manier van doen, werden ze herkend als behorend bij zo´n familie.
Evolutie heeft van de hele mensheid een familie gemaakt. En nu is de tijd aangebroken waarin ieder individu in ogenschouw zou moeten nemen dat hij als lid van de familie van de hele mensheid zichzelf moet laten zien als van nature menselijk van aard en laten zien hoe superieur hij kan zijn ten opzichte van de dieren en de lagere schepsels. Als we slechts zouden doen wat de dieren doen, als we alleen maar zouden eten, drinken, slapen, elkaar zouden bijten, een ander te slim af wilden zijn dan zouden we geen enkel groot iets volbrengen. Hun hele leven bestaat uit het najagen van hun voedsel. ´s Nachts verzamelen de dieren zich en maken ze geluid in de jungle. Als wij ons ook op die manier zouden verheugen dan zijn onze tijdverdrijven, vreugden en ons comfort niet grootser dan die van de dieren, tenzij we enige kwaliteit in onze persoonlijkheid tonen die de dieren niet bezitten.
Een hindoestaanse dichter, Amir, zegt: ´Het is veel waardevoller dan enig andere weelde om de weelde van goede manieren te verzamelen´. Omdat we door een goede manier van doen een ander net zo vriendelijk kunnen maken als onze vader of onze moeder. Net zo vriendelijk en sympathiek als onze eigen broer en zus, net zo respectvol als onze eigen zoon en dochter, als we toch maar die manier zouden hebben. Als we weten hoe we moederlijk kunnen zijn, hoe we vaderlijk jegens de jongeren kunnen zijn, als we weten hoe we ons respectvol gedragen jegens onze ouders, als we weten hoe sympathiek, beleefd en goed we zouden moeten zijn jegens degenen die arm zijn of die onze bedienden zijn of die van ons afhankelijk zijn, als onze manier van doen mooi is, dan is er geen hart dat we niet voor ons in kunnen nemen. De kinderen van de rijkste mensen kunnen vanwege de slechte manieren van hun ouders al hun fortuin, hun vader en moeder, willen opofferen teneinde van hen verlost te worden. Zij zouden zelfs het leven zelf op willen offeren. Net zoals het met kinderen is, is het met verwanten die wat verder af staan. Zij kunnen niets tot hen aantrekken zo lang ze geen goede omgangsvormen hebben. Alle fysieke magnetisme gaat voorbij. Tijdens de jeugd kan iemand heel magnetisch zijn, maar wanneer zijn jeugd voorbij gaat kan zijn magnetisme verloren gaan. De aantrekkingskracht van persoonlijk magnetisme groeit echter met de jaren en kan altijd gebruikt worden. Zelfs een oude man kan aantrekkelijk zijn, zodat de mensen zullen zeggen: ´Wat een aardig iemand. Door naar hem te gaan kunnen we ons zo vol vreugde en comfort voelen´. Hoewel zelfs de meest intieme en dierbare mensen niet altijd tijd met een ouder iemand willen doorbrengen voelen zij zich aangetrokken tot een ouder iemand die persoonlijk magnetisme heeft.
De Profeet heeft gezegd: ´God is prachtig en Hij houdt van schoonheid´. Wat is er mooi in het leven? Niet alleen de bomen, de planten, de bloemen en de uiterlijke fysieke wereld; de hogere schoonheid is de schoonheid van de persoonlijkheid. Door de schoonheid van de persoonlijkheid wordt ons hart gevuld met vreugde. Door de schoonheid van de natuur worden alleen de ogen bevredigd, het hart niet. Het is de schoonheid van de persoonlijkheid die onze harten met vreugde vult. Er wordt ons iets verstrekt wat we niet uit kunnen leggen. Dierlijk magnetisme gaat voorbij met de kracht van het dier. Dierlijke schoonheid verdwijnt helemaal wanneer iemand ziek is en zijn fysieke energie verloren gaat. Er bestaat niet langer enige aantrekkingskracht.
Persoonlijk magnetisme helpt in alle omstandigheden. Als iemand arm is maakt dat hem rijk, omdat zijn persoonlijkheid zodanig is dat hij de giften, de dienstbaarheid en alle eisen van zijn leven met minder moeite ontvangt, zelfs ondanks zijn nederige positie in het leven. Zien we niet om ons heen hoe iemand met een mooie persoonlijkheid, hoe hulpeloos hij ook is, altijd het goede, het slechte en alles om hem heen naar zich toe zal trekken? Als iemand dat ontbeert zal hij, hoe rijk, hoogopgeleid hij ook is of hoe hoog zijn positie ook is, slechts diegenen naar zich toe trekken die tot zijn gezelschap worden gedwongen of diegenen die uit zijn om iets van zijn weelde te krijgen. Zijn verwanten, die zijn gedwongen bij hem te zijn, zien alleen maar uit naar de tijd waarop hij er niet meer zal zijn en zijn weelde de hunne zal worden.
Laat ons eens nadenken over de Profeten. Er zijn tegenwoordig zo veel volgelingen van Christus op de wereld en misschien is het waar dat niet iedereen zijn leringen begrijpt of hem volgt vanwege zijn onderricht. Maar als er iets van hem bekend is aan de wereld, als er iets is van zijn geur die is achtergebleven in de wereld, dan is het zijn persoonlijkheid. Hij was bereid de fouten van anderen te vergeten en door de vingers te zien. Hij was bereid aanwezig te zijn bij de dienst van de armen, bereid om met kleine kinderen te spelen en aan hen gelijk te zijn. Hij zei nooit: ´Ik ben een leraar gezonden door God en de mensen moeten naar me toekomen en voor me buigen´.
Dat is dan dé houding: de armoede van spirit, de harmonie in het leven, het harmonieuze temperament.
Van hoog tot laag zullen we altijd mensen in een toestand van disharmonie vinden. In clubs, genootschappen, vergaderingen, instellingen, parlementen zal iedereen met elkaar twisten en vechten. Dit leert ons dat, hoe ontwikkeld iemand in zijn educatie, positie, macht of weelde ook is, hij zich door deze zaken niet de wet van harmonie heeft meester gemaakt.
Iedereen die zich de wet van harmonie heeft meester gemaakt heeft menselijkheid binnenin zichzelf ontwikkeld. Hij zal op gelijke wijze harmoniseren met de wijze en met de dwaas. Hij harmoniseert met de wijze niet omdat hij zo wijs is en hij harmoniseert met de dwaas niet omdat hij zo dwaas is. Dwaze mensen hebben hun leven voor Christus gegeven. Wijze mensen hebben hem aanbeden vanwege zijn wijsheid. ´Zij hebben hun netten achtergelaten´, en het vissen waar ze hun hele leven hadden doorgebracht omdat Christus met hen harmoniseerde. Hij gaf antwoord op hun vragen. Hij was tolerant.
Zo is het ook met het verhaal van Krishna. Hij wordt beschouwd als de incarnatie van God, een van de grootste leraren van de Hindoes ooit hebben gehad. Hij was kind met de kleine kinderen, een veehoeder met elke veehoeder, hij was met iedereen in harmonie. Hij was wijs onder de geleerden en vrolijk onder de gelukkigen. Hij was geen koning. Hij was niet arm. Hij was één onder allen. Jong en oud, iedereen hield van hem. Wanneer hij op de fluit speelde kwamen de koeien, de herten en alle dieren van de jungle naar hem toe om naar hem te luisteren. Het was niet enkel de kunde van zijn muziek. Want muziek is niet aantrekkelijk als de persoonlijkheid niet aantrekkelijk is. Het was zijn persoonlijkheid die hen aantrok.
Twee vrienden waren met elkaar in gesprek en een van hen zei: ´Die begrafenisstoet die langstrekt is die van iemand die naar de hemel gaat´. Een andere begrafenisstoet die later voorbijkwam maakte dat deze vriend opmerkte: ´Voor deze persoon is de hel de plaats´. De jongere van de twee vrienden vroeg: ´Wat weet jij ervan?´ ´O´, antwoordde de ander, ´dat is heel eenvoudig: achter de eerste liepen mensen met tranen in hun ogen en ze keken allemaal zeer verdrietig. Dus moet hij hun harten hebben gewonnen door zijn persoonlijkheid. Zijn magnetisme moet een zodanige impressie hebben gemaakt dat iedereen verdrietig en zorgelijk leek. Maar bij de andere begrafenisstoet waren maar weinig mensen en die lachten stiekum en waren aan het knipogen en iedereen had een glimlach, wat aantoont dat ze heel blij waren dat ze van hem af waren´.
Wat voor bezittingen we ook hebben, wat voor macht, eer, weelde of wat voor eigendom dan ook is uiteindelijk van geen nut omdat alles voorbijgaat. Maar als er iets is wat in het leven de moeite waard is omdat het eeuwig voortduurt dan is dat menselijkheid.