Liefde, of die nu menselijk of goddelijk is, wordt in de ogen van de mystici, filosofen en de denkers als zijnde heilig beschouwd. Dat het mogelijk is haar op die manier in acht te nemen wordt getoond door het feit dat ze zich in haar wortel zowel voorbij het menselijke als voorbij het goddelijke bevindt. Zoals er geschreven staat in de Bijbel: ´God is liefde´, drie woorden die een oneindig rijk voor de denker openen die de diepten van het geheim van liefde wenst te peilen.
In het gewone leven laten we dit woord affectie voor onze omgeving, onze verwanten of onze geliefde betekenen, maar wanneer we er op diepe wijze over nadenken ontdekken we dat ze van begin tot eind de macht vertegenwoordigt die ten grondslag ligt aan alle activiteit en alle intelligenties.
Wanneer we het leven vanuit een materialistisch standpunt uit bestuderen dan ontdekken we dat er vier verschillende stadia zijn: het koninkrijk van de mineralen, het koninkrijk van de planten, het koninkrijk van de dieren en het koninkrijk van de mensen. Door een derwisj is over deze vier domeinen het volgende gezegd: ´God sliep in het koninkrijk van de mineralen. Hij droomde in het koninkrijk van de planten. Hij werd wakker in het koninkrijk van de dieren en Hij verwerkelijkte Zichzelf in het koninkrijk van de mensen´. Deze graduele vooruitgang laat ons zien dat er een vermogen tot leven aan ten grondslag ligt dat zichzelf in elke stap in de richting van de voltooide ontwikkeling van liefde heeft uitgedrukt.
In het minerale koninkrijk vinden we geen aanleg tot liefde. Omdat echter de intelligentie zich in het koninkrijk van de planten ontwikkelt voelen we dat sympathie van ons uit wordt gereflecteerd in de bloemen. De planten nemen datgene waar wat van ons uit komt en voelen dat ook. Een liefhebbend iemand kan aandacht voor planten hebben, ze opkweken, ze met liefde en sympathie water geven en de planten bloeien. In de handen van iemand anders echter kan dat anders zijn. Als we de planten enkel eens van dichtbij zouden bekijken dan zouden we ontdekken hoe zeer ze onze aanwezigheid en onze liefde voelen. Zij bloeien in overeenstemming met onze liefde. Hoe meer liefde wij ze geven, hoe meer welriekendheid er is en hoe meer zoetheid er is. De mens is altijd aan het werk op boerderijen en in tuinen en denkt aan planten als aan materiële dingen, kijkend hoe planten door materiële middelen verbeterd kunnen worden. Als hij erin zou kunnen geloven dan is er een nog hoger middel om hen te helpen groeien, een spiritueel middel. Namelijk het gebruik van liefde en sympathie.
Er bestaat in het Oosten een verhaal over Puran Bhagat, die eens in ballingschap in het woud leefde. Na lange tijd, waarin hij de ware liefde in zijn denken, voelen en in zijn spirit had ontwikkeld, keerde hij terug naar zijn land. Het eerste wat hij wilde doen was in zijn tuin zitten, die tijdens zijn afwezigheid helemaal in verval was geraakt. Hij ging er vermomd als wijze man naar toe en begon de tuin water te geven met zijn kleine waterfles. De tuin begon onmiddellijk te bloeien en in korte tijd werd die zo´n wonder van schoonheid dat iedereen in de stad erover begon te praten en zei: ´Dit moet de een of andere spirituele man zijn, daar de tuin begint te groeien en te bloeien´. De aanraking van de heiligen, de wijze mannen en de profeten laat dingen groeien.
Elk soort macht ligt in dit wat we met een eenvoudig woord: liefde, noemen. Liefdadigheid, edelmoedigheid, vriendelijkheid, affectie, verdraagzaamheid, tolerantie en geduld – al deze woorden zijn verschillende aspecten van één. Het zijn verschillende namen van slechts één iets: liefde. Of er nu gezegd wordt: ´God is liefde´ of welke naam er ook maar aan wordt gegeven, alle namen zijn de namen van God. En toch heeft elke vorm van liefde, elke naam voor liefde zijn eigen specifieke reikwijdte en zijn eigen uniciteit. Liefde als vriendelijkheid is wat anders als liefde als tolerantie, als edelmoedigheid of als geduld, maar toch is het van begin tot eind alleen maar liefde. Het zijn verschillende manifestaties van liefde in verschilende richtingen die zichzelf op een andere wijze onderscheiden en verschillende doeleinden hebben.
Volgens de soefi-metafysici heeft liefde twee verschillende aspecten, Jelal en Jemal. Elk aspect van de liefde heeft een specifieke sfeer. De Jelal van liefde is de macht van liefde. Je kunt het psychische macht, wilskracht of macht van de mind noemen. Toch is het een macht die werkzaam is via verschillende kanalen. Dit is de macht van liefde. De macht ervan manifesteert zich en handelt in overeenstemming met zijn kracht. De kracht ervan is groter wanneer die onbegrensd is en kleiner wanneer die beperkt is. Datgene wat verbeeldingskracht, het denken, de waarneming, de conceptie, de inspiratie en de intuïtie wordt genoemd komt voort uit het Jemal-aspect van liefde.
In de derde trap van de evolutie, die het koninkrijk van de dieren wordt genoemd, is liefde nog manifester. Het dier is meer in staat onze liefde, vriendelijkheid, ons genoegen en ons ongenoegen waar te nemen en te voelen. Wanneer we een huis binnengaan kan de hond verrukt zijn of hij kan ons ongenoegen herkennen en zich gedeprimeerd voelen. Katten herkennen onze liefde, net als papegaaien en allerlei andere soorten huisdieren. Zo zien we dat een kat van zijn stuk wordt gebracht omdat er een andere kat in huis wordt gehaald en lezen we hoe een hond Jozef, toen hij in de put zat, brood bracht uit de aangrenzende stad en hem gedurende de tijd dat hij in de put zat, van eten voorzag. En in Arabische verhalen horen we over een Arabier die door zijn paard werd beschermd en bewaakt toen hij gewond neer was gevallen op het slagveld. Het paard werd zijn beschermer.
In de mens kan de liefde zich nog meer ontwikkelen, hoewel de mens soms niet alleen erger blijkt te zijn dan de dieren, maar ook zelfs doodser voor liefde te zijn dan een rots. Wij zouden veel liever bij de rotsen willen vertoeven dan bij zo iemand. Dit komt omdat hij met zijn evolutie zelfzucht heeft ontwikkeld. Hij is zelfzuchtiger dan enig ander schepsel op de weeld, tenzij hij de impressie van zelfzucht uit zijn hart wegveegt.
Het is niet overdreven als ik zeg dat de reden waarom iemand geen occulte en psychische macht of de intuïtieve en inspirationele vaardigheid kan verwerven, komt omdat hij niet de macht van liefde heeft ontwikkeld. En dit falen wordt veroorzaakt door de zelfzucht die hem weg heeft gehouden van de ontwikkeling van de macht van liefde.
De mens verschilt in zijn passies en emoties niet van de dieren. Het menselijke wezen verschilt van het dier door zijn menselijke kwaliteiten. Dit zijn niet het eten, drinken of zijn soort opzoeken. Menselijke kwaliteiten kunnen alleen ontwikkeld worden door de ontwikkeling van liefde. De mens heeft in alle tijden met zijn broeder gevochten vanwege de verschillen in religie, geloofsovertuiging, geloof, Kerk en in gemeenschap, niet wetend dat elke religie, elke keer wanneer die werd gegeven, slechts een boodschap van liefde heeft gebracht, bij elke expressie een andere vorm aannemend. De boodschap van liefde is in verschillende tijdperken en aan verschillende mensen gegeven. Zij hebben die ontvangen in overeenstemming met hun evolutie. En toch is er in werkelijkheid slechts een lering gegeven, die van het ontwikkelen van liefde. ´Heb uw naaste lief. Heb uw buurman lief. Heb uw vijand lief´, er is altijd dezelfde les gegeven.
Christus zei tegen de vissers te komen en dat hij hen dan tot vissers van mensen zou maken. Dat wil zeggen: ´Net zoals er vissen in je net komen, zo zal jouw hart vol van liefde een net worden dat elke man ertoe aan zal trekken´. Roemi zegt: ´Iedereen die mij ziet voelt zich tot mij aangetrokken maar weet niet wat het is wat hen tot mij aantrekt´. Is dat niet het geheim van het hele leven? Als we zouden kunnen zien tot wie wij ons in dit leven voelen aangetrokken, vader, moeder, zus, buurman of wie dan ook tot wie we ons voelen aangetrokken, dan zou het ons toeschijnen dat dat een magnetische of psychische macht zou zijn. Er bestaat echter geen grotere magnetische kracht dan liefde. De magnetische kracht ervan is zeer groot. Die verandert de stem van iemand, zijn hart, zijn manier van doen, zijn vorm, zijn bewegingen, zijn activiteit, alles wordt veranderd. Wat is er niet een verschil tussen water en steen! Die soepelheid en dit vloeibare toestand van zijn, het stijgen en dalen van het oppervlak van het water vergeleken met de rigiditeit van de steen! De grote leraren van de mensheid worden stromen van liefde. Het is het eerste teken van de wijze man of de heilige man dat hijzelf liefde wordt. Zijn stem, zijn gevoel, zijn aanwezigheid, alles laat je beseffen dat er iets in hem open is wat we niet in iedereen vinden. Dit iets is zijn diepe liefde.
De ontwikkeling van liefde wordt vaak gehinderd door verschillende obstakels in het leven. Het eerste obstakel zijn wij zelf. Wij beginnen ons leven met zelfzucht en alles wat we willen is voor onszelf. En als er een gerichtheid op liefde is is dat voor je eigen geluk, voor je eigen vreugde. Wanneer de vraag komt: ´Hoe veel houd je van me en hoe veel houd ik van jou?´ dan is tot een handeltje in de liefde gekomen. ´Ik houd van jou, maar jij houd niet van mij´, is hetzelfde als zeggen: ´Ik heb zo veel geboden en ik verwacht een teruggave van liefde´. Dit is handelen in liefde en handelen kan nergens toe leiden omdat het je laat denken aan het zelf en liefde bevindt zich daaraan voorbij. Liefhebben is geven. Het is helemaal niet nemen. De ware liefhebber heeft het nooit over hetgeen hij voor de geliefde heeft gedaan, want hij heeft lief omwillen van het liefhebben niet omwille van een teruggave. Als iemand begint lief te hebben en het een liefde maakt die door zijn geliefde wordt gevoed dan is hij op zoek naar iets onmogelijks. Als iemand op de liefde van de geliefde blijft wachten moet hij wel ontdekken dat de natuur de wens niet kan inwilligen, tenzij beiden handelaren in liefde zijn. Dan neemt ieder het beste van de ander. Dan denkt ieder dat hij liefheeft, maar geen van beiden heeft waarlijk lief.
Liefde leert de liefhebben geduld, toegeeflijkheid en voorkomendheid omdat hij denkt: ´Mijn geliefde zal misnoegd zijn. Ik zal zo voorkomend mogelijk zijn in mijn handelen en in mijn bewegen´. Deze gedachten zijn een correctie voor de liefhebber. Met iedere zodanige gedachte die in het leven voorbijtrekt corrigeert de liefhebber zichzelf. Hoop is het enige in het leven wat ons in leven houdt, omdat hij zich voedt met liefde. Geduld wordt gevoed door liefde. We kunnen nooit geduld met iemand hebben zonder liefde. Hoe waardevol is geduld! Zoals er in de Koran wordt gezegd: ´Allah houdt van de geduldige mens´.
Een andere hinderpaal voor liefde is de afhankelijkheid ervan van de schoonheid van het ideaal, of dat nu fysieke schoonheid, schoonheid van het denken, schoonheid van karakter of schoonheid van persoonlijkheid is. Wat voor schoonheid het ook is, wanneer liefde voor haar voortduring en voor haar bestaan afhankelijk is van de schoonheid van haar object dan dient ze ooit te falen. Daarom besteedt ware liefde geen aandacht aan het lichaam, aan het uiterlijke object. In feite bereidt liefde haar eigen ideaal voor. Want wanneer iemand zegt: ´O, ik heb je liefgehad omwille van je schoonheid´, wat zal hij dan zeggen wanneer de jeugd is verdwenen en de schoonheid wordt verloren? Waar zal de liefde dan zijn? De liefde zal ook veranderen. En als de liefde is verdwenen met het voorbijgaan van de schoonheid van het object van haar liefde, wat dan? Iemand anders kan zeggen: ´O, ik houd van je omwille van je persoonlijkheid´, en toch kan de geliefde in een maand tijd niet diezelfde persoonlijkheid tonen, dezelfde aantrekkelijke goedheid. Wat dan?
We denken dat een bloem een vergankelijk iets is, zo snel verandert die en toch is het menselijke hart onderhevig aan een snellere verandering dan zelfs een bloem. Iemand kan het ene moment heel goed zijn, heel vriendelijk en het volgende moment het tegenovergestelde. Het ene moment kalm en vervolgens rusteloos. Het ene moment zo hartelijk en op een ander moment onverschillig. Allemaal overeenkomstig de staat van de mind waarin hij zich toevallig bevindt op dat ogenblik. Dus kan het niet voortduren als het toegestaan wordt afhankelijk te zijn van de schoonheid van het ideaal. Zo´n liefde is afhankelijk en zal vroeg of laat sterven. Dat is de reden waarom zo veel harten niet de vlam van liefde in zich levend kunnen houden.
Het gebeurt vaak dat liefhebbenden koud worden alleen maar uit gemis aan het inzicht dat liefde er niet voor een uiterlijk ideaal dient te zijn, maar dat de liefhebber het ideaal in zichzelf moet voorbereiden. Zij hebben gefaald in het maken van de zelfvoorzienende liefde binnenin zichzelf. De wijze mannen, de heilige mannen en de wijze mannen hebben daar absoluut niet in gefaald. Zij weten dat iemand die vandaag vriendelijk is morgen het tegenovergestelde kan zijn. Daarom verwacht de wijze liefhebber beide tegenstellingen in de uiterlijke en innerlijke schoonheid van de geliefde.
Degenen die de ideale liefde binnen in zichzelf hebben ontwikkeld met behulp van een object van liefde, transformeren hun natuur in de loop van de tijd in een steeds liefdevollere natuur. Hun liefde voor een bepaald persoon lijkt op het leren van het abc, want door het abc te leren raak je in staat om niet alleen het eerste leesboek te lezen, maar om elk boek te lezen. Door te leren een iemand lief te hebben, verwerven we een licht, een fakkel en door middel van het licht ervan kunnen we alle dingen in het leven lezen. Het is alsof er zich in onze natuur iets heeft ontwikkeld wat we aan iedereen kunnen geven.
In het Oosten bestaat een gezegde: ´Een liefhebbende zoon is altijd een liefhebbende echtgenoot´. Dit is een ware filosofie. Het onderricht het feit dat degene die vanaf het begin van het leven weet wat liefde betekent, de basis heeft gelegd voor een leven lang waarlijk liefhebben zijn. Iemand die betrouwbaar en vriendelijk voor één vriend is kan vriendelijk voor iedereen zijn, of het nu kennissen, bedienden, buren of vreemden zijn, omdat hij die kwaliteit heeft ontwikkeld. Maar wanneer mensen pretenderen lief te hebben dan zijn ze vriendelijk tegen de een en verbitterd tegen de ander. Dit laat zien dat het geen ware liefhebbers zijn. De ware liefhebber zal zijn vriendelijkheid, zachtmoedigheid en sympathie, alle aspecten van de liefde, tonen aan iedereen die hij ontmoet.
Wanneer je nadenkt over occulte krachten, zoals het kennen van de toestand van de mind van andere mensen, het kennen van hun genot en ongemak, van de vreugde en de pijn van het hart van een ander, van een afstand weten wat er aan de hand is, nieuws ontvangen van ver weg over de wereld, dan ontdekken we dat dit allemaal zonder studie enkel via de macht van liefde verworven kan worden. Het is allemaal zo gemakkelijk en eenvoudig voor degene die liefheeft. De handelaren in liefde weten dit niet. De ware liefhebber zal deze dingen weten zonder speciale meditatie of concentratie, want wat kan er een grotere concentratie uitoefenen dan liefde? Als je gedachten zijn verspreid over piano´s, stoelen, tafels, juwelen of kleding dan kun je niet zo´n kracht begrijpen. Maar als je een werkelijke interesse in een ideaal hebt is de kracht er voordat je ernaar op zoek bent gegaan.
Daarom is alle occulte en psychische macht de macht van liefde. Het is echter niet alleen een kwestie van liefde voor een levend persoon. Er bestaat liefde voor kunst, wetenschap, muziek, poëzie en van alle verschillende aspecten van schoonheid. Degenen die de schoonheid van poëzie hebben liefgehad zijn in staat van de schoonheid ervan te genieten en om die voor anderen uit te drukken. Degenen die liefde voor muziek hebben zijn zowel in staat hun muziek aan de wereld te schenken en liefhebbers van muziek aan te trekken als in staat zelf van de schoonheid ervan te genieten. De macht van de liefde laat door alle tijden heen altijd weer opnieuw haar magnetisme zien.
Maar liefde in haar hogere betekenis leert ons dat er een liefde is, een object, een geliefde die bij ons blijft en bevredigend blijkt te zijn, waarmee vergeleken er niets in het leven is wat al onze liefde waard is en dat éne object is God. Onder degenen echter die zeggen: ´O ja, ik heb God lief´, zijn er maar weinig die de waarheid vertellen. Het is heel vaak valse schijn. Hoe kunnen we het vormloze en het kleurloze liefhebben? Het is onmogelijk iemand lief te hebben die we niet binnen de een of andere schoonheid kunnen begrenzen. Het zijn alleen degenen die pretenderen spiritueel te zijn omdat ze devoot en vroom jegen degenen van hun eigen sekte zijn, die zeggen: ´Wij hebben God lief´. Het is net zo absurd dit te zeggen als dat je tegen je geliefde zegt: ´O geliefde, ik heb je heel erg lief, maar ik kijk niet graag naar je gezicht´. Want God zegt: ´Ik heb de mens naar Mijn eigen beeltenis gemaakt´. Wanneer de mens is bevooroordeeld jegens de mens en nog steeds zegt: ´Ik heb God lief´, hoe kan God dan behaagd worden door dat soort liefde? Hoe kan die liefde die de de schoonheid die zich voor haar ogen bevindt weigert, ware liefde voor God zijn? Als God zou zeggen: ´Als je Mij wilt zien, zie Mij dan in het gezicht van de mens. Dat is Mijn eigen beeltenis´, dan zou dit laten zien wat ware liefde is. Als iemand verklaart een schilder lief te hebben en tegen hem zou zeggen: ´Ik heb je heel erg lief, maar ik kan niet naar je schilderij kijken´, wat voor soort liefde zou dat dan zijn? De schilder heeft heel zijn hart en ziel in die kunst gelegd. Zijn binnenste zelf is als het ware kunst geworden en zijn hele bevrediging ligt in onze waardering van zijn kunst. Hoe kunnen degenen die niet het geschapene van de Schepper liefhebben, beweren dat ze Hem liefhebben? Want God was nooit bekend geweest als er geen manifestatie was geweest. Dus kan degene die niet voldoende schoonheid in God´s manifestatie vindt niet voorwenden God lief te hebben.
En ook wanneer iemand zijn liefde beperkt tot een enkel object en zegt: ´Ik heb alleen dit lief en ik heb niets anders nodig´, dan is hij zeker ook niet in bezit van de juiste soort liefde. Ware liefde is grenzenloos. Hoewel ze begint door op zodanige wijze beperkt te worden, gaat ze toch vooruit en ontsnapt ze op een dag. Zoiets is constant aan het gebeuren in het leven, maar mensen begrijpen de psychische wet niet die eraan ten grondslag ligt. Oosterse mensen zeggen, wanneer iemand een ander intens liefheeft en zich niet om een ander bekommert: ´Daar gebeurt ooit een ongeluk´. Er is altijd een of andere instorting, gevaar of probleem in de toekomst aan het wachten, wanneer de liefde niet wordt toegestaan vrijelijk te stromen en beperkt wordt. De Japanners en Chinezen hebben God jaloers genoemd, omdat Hij twee mensen niet toestaat elkaar toegewijd te zijn. God kan deze vernauwing van liefde niet tolereren. Als je zou proberen de zee helemaal in een potje te krijgen dan zou de zee dat potje kapot maken. De zee van liefde maakt haar beperkte kanaal kapot. Over de jaloerse God spreken betekent dat de onbegrensde kracht van liefde niet toe kan staan dat haar expressie beperkt wordt tot een begrensd object. Dat is de reden waarom de liefde van God alleen de culminatie van liefde is, want liefde is zo ruim als God. Waarlijk, liefde zelf is God.
Er is een prachtig verhaal waarvan een toneelspel is gemaakt en dat al honderden jaren lang in India wordt opgevoerd. De mensen krijgen er maar geen genoeg van om ernaar te kijken en dus wordt het tegenwoordig ook nog opgevoerd. Het heet: ´Het Hof van Indra´. Indra is de God van de Hemel. Zijn hof bestaat uit Devas en Peris. De laatstgenoemden dansen aan het hof, de Devas dienen aandacht te schenken aan het genot van Indra. Geen enkel aards schepsel is het ooit toegestaan om binnen te treden. Aan het hof van Indra is nog nooit iets van de aarde gezien of toegelaten. Op een dag vloog een Peri, de Groene Peri, toevallig over het oppervlakte van de aarde en zag een prins van het land waarover ze aan het vliegen was. De schoonheid van de prins betoverde haar zodanig dat ze gelukkig zou worden als ze er op de een of andere manier in zou slagen om hem mee te nemen naar haar hoge verblijfplaats. Ze vertelde er een van de Devas over en hij droeg Gulfam, de Prins, weg terwijl hij sliep. Hij wordt wakker en ziet dat hij zich in een vreemd paleis bevindt en een andere lucht inademt. Na een grote verbazing ziet hij een Peri, een schepsel dat veel mooier is dan de schepsels van de aarde. Hij kijkt naar haar en vraagt haar hoe het komt dat hij zich daar bevindt. Zij vertelt hem dat hij zich op Indra Loka bevindt, dat zij hem liefheeft en hem daar graag wil houden. ´Ik zal alles doen voor jouw geluk´, zegt ze.
Gulfam vergeet alles omtrent zijn koninkrijk en woont samen met de Peri, zeer gelukkig in haar liefde. Elke dag moet ze hem verlaten om haar verplichting na te komen en elke dag komt ze terug en vertelt nooit waar ze is geweest. Dit prikkelt zijn nieuwsgierigheid, maar zij vertelt nog steeds niet waar ze naartoe gaat en wat ze doet. Uiteindelijk vertelt ze hem dat ze elke dag voor Indra moet dansen. Vervolgens wil hij meegaan en kijken. Zij maakt tegenwerpingen maar ten slotte stemt ze toe hem mee te nemen. Zij houdt hem achter zich en hoopt hem met haar vleugels te verbergen terwijl ze voor Indra danst. Een van de Devas ziet hem echter en vertelt dat Indra, die lange tijd niet wil geloven dat het mogelijk is dat er een menselijk wezen aan zijn hof aanwezig zou kunnen zijn. Vervolgens ontdekt hij hem en spreekt een vloek over hem uit, terwijl de Persi verbannen wordt totdat zij de achtereenvolgende stadia van loutering via aarde, water, vuur, lucht en ether heeft ondergaan. Pas dan kan haar toegestaan worden de hemelen weer te betreden.
Dit verhaal laat zien dat er in de hoogste verblijfplaatsen, in die sfeer die Indra Loka is waar liefde de mens overwint, de Koning Indra is, de volmaaktheid van schoonheid. De hoogste liefde dient voor God te zijn. Zij behoort Hem toe. In haar ontwikkeling moet de liefde zich op dat idee richten. De Peri is de menselijke ziel, Gulfam is het menselijke lichaam. De ziel, die hemels is, raakt geïnteresseerd in haar aardse lichaam. Maar wanneer zij door de macht van liefde vanuit de aarde bij de hemelse sfeer uitkomt dan brengt ze een object naar de hemel dat slechts is voorbestemd voor de aarde. Het wordt de liefde van een beperkt wezen niet toegestaan in de hemel te blijven en die zal veroordeeld worden gelouterd en opgetild te worden totdat ze nooit meer bevrediging in een beperkt object, in de liefde voor een menselijk wezen, zal vinden. De Heer van de Hemel dient eer bewezen te worden. Ware liefde dient vrijelijk te kunnen stromen. En om dat vrijelijke stromen te leren hebben de leraren ons eerst de les geleerd om vanuit het beperkte lief te hebben en om vandaaruit vorderingen in de liefde te maken totdat we de liefde van God, de Onbegrensde, bereiken.