Paren van tegengestelden

In de religieuze terminologie maak je vaak gebruik van paren van tegengestelden, zoals God en de duivel, hemel en hel, zonde en deugd. De mens begint het verwerven van kennis door te leren over paren van tegengestelden en hij kan niet meteen naar dat niveau opstijgen waarop hij het leven zonder deze begrijpt. Op de een of andere manier is het idee niet correct. Het is niet juist om van God, die almachtig is, te zeggen dat Hij een andere persoonlijkheid, een tegengestelde macht heeft, die je de duivel noemt. Tegelijkertijd echter zou het een gelovige, die God beschouwt als zijnde alle goedheid en alle schoonheid, in de war brengen als hem werd verteld dat God ook alles omvat wat slecht en kwaad is. Een toegewijde, van wie het het doel is zijn ideaal van God zo hoog mogelijk als hij kan te verheffen door toewijding en aanbidding, wordt gehinderd wanneer hij gedwongen wordt te begrijpen dat alles wat hij als verknipt en lelijk beschouwt ook een deel van God is.

Dit idee echter reduceert God, door Hem te begrenzen en een macht voort te brengen die, zo niet gelijk dan toch evengoed tegengesteld is aan God. Maar welk middel de wijze mensen van de wereld ook hebben gebruikt om de mensheid te gidsen, of dit nu het begrensd idee van God was tegengesteld aan een andere macht, Satan, of het andere idee dat God almachtig is, hun wijsheid is altijd gebruikt om hen te helpen het leven op een volmaaktere wijze te begrijpen. Zeker, als we ons een macht voor verkeerd en kwaad voorstellen en die als een persoonlijkheid afschilderen, die de duivel noemend, dan begrenzen we de macht van de Ene die we altijd de Almachtige noemen. Niettemin geeft het een beeld, is het beter te begrijpen en beter te bevatten om te onderscheiden tussen de God van het goede en de Heer van het kwade. Wij zijn het niet die beginnen met de twee naast elkaar te leggen; wij hoeven niet op deze manier te beginnen, omdat het leven zelf dat voor ons doet. En als we niet tussen deze twee zouden onderscheiden, als we op directe wijze zouden aanbelanden bij de conceptie van eenheid, dan zouden we veel in het leven missen. Slechts nadat we onderscheid tussen die twee hebben gemaakt kunnen we bij het idee van eenheid uit komen dat ons boven alles uittilt. Wanneer bijvoorbeeld iemand zegt dat hij niet naar de fouten van iemand anders zal kijken en zijn ogen sluit dan heeft hij veel gemist. Degene echter die ze heeft gezien en er toch bovenuit is gestegen is degene die het verdient zijn ogen te sluiten voor alles wat slecht is.

Het doel van ons leven op aarde is te kijken naar alle onderscheid en verschil zonder erdoor te worden overweldigd, daar dit ons neer kan halen. We zouden door moeten gaan, erboven uit stijgend, en tegelijkertijd ze allemaal ervarend. Iemand kan bijvoorbeeld zeggen: ´Ik heb nooit aan iemand gedacht die me een goede dienst heeft bewezen en ik heb me nooit druk gemaakt over iets kwetsend wat ooit van een ander tot me is gekomen. Ik heb altijd slechts dat ene idee voor ogen gehad en ik heb dat altijd gevolgd´. Hij kan gevorderd zijn, hij kan spiritueel zijn, hij kan vroom zijn en toch heeft hij veel gemist. Degene echter die al het goede dat tot hem is gekomen met dankbaarheid heeft ontvangen en het heeft gevoeld en tegelijkertijd ook het leed dat hem is aangedaan heeft gevoeld en het allemaal heeft vergeven en niet kwalijk heeft genomen, dat is degene die de wereld heeft gezien en die eraan voorbij zal gaan.

De hemel en de hel zijn twee plaatsen die voor ons begrip zijn uitgevonden; de ene plaats een plaats waar iemand geëxalteerd raakt, waar hij gelukkig is en wordt beloond, de andere een plaats waar hij wordt gestraft. Het maakt de dingen helderder voor ons. Maar waar ervaren we al het verdriet, al het leed en ongemak en waar ervaren we al het plezier, geluk en alle vreugde? Op dezelfde aarde, onder dezelfde zon. Ons werd verteld over de twee verschillende plaatsen omdat we slechts in staat zijn ze als twee verschillende plaatsen te zien. En de wijze mensen konden op elk moment van de beschaving van de wereld niet anders dan te proberen het subtiele idee van het leven zo eenvoudig en begrijpelijk mogelijk voor de mens te maken. Als ik bijvoorbeeld zou moeten zeggen dat de wereld van het denken en de wereld van het handelen verschillend zijn dan zou dat waar zijn. En toch behoren ze beide tot dezelfde wereld waarin we leven. Het gaat er niet alleen om hoe iets gezegd wordt, maar ook hoe we ernaar kijken.

Er is een gezegde in de Gayan: ´Ik zou de hemel en de hel willen hebben, maar niet het vagevuur´. Dit is een metafysische expressie. Tegelijkertijd echter kun je er een filosofische waarheid in ontdekken: dat het leven pijn en plezier betekent end at de afwezigheid van pijn of plezier de dood is. Dit idee wordt in alle geschriften tot expressie gebracht. Zowel de hemel als de hel heeft elk zijn pijn of plezier. Datgene wat verstoken is van pijn of plezier kan, in de gewone betekenis van het woord, niet het leven worden genoemd.

Het begrijpen van alles vanuit elk gezichtspunt verlicht wanneer je noch weigert ze te geloven noch ze blindelings gelooft. Kan je eigen mind en ook je situatie in het leven niet veranderd worden van hel naar hemel en van hemel naar hel? Dit is waar je het verschil tussen de twee ziet en tegelijkertijd hun eenheid.

Dit voert ons naar de kwestie van zonde en deugd. Je zou kunnen zeggen dat zonde en deugd normen van goed en kwaad zijn gevormd door de leraren van religie, dat door deze zedennormen de wereld op orde wordt gehouden en dat het het verbreken van deze orde is dat het verval van religie veroorzaakt met oorlogen, hongersnoden en rampen als resultaat. Van tijd tot tijd zijn er boodschappers gestuurd om deze orde in stand te houden en zijn er spirituele heersers aangesteld in elk deel van de aarde. In alle tijden hebben mensen besloten dat een specifiek iets zonde is en een ander specifiek iets deugd. En elke keer wanneer de wijze mensen dit hebben gedaan hebben ze gelijk gehad en toch verschillen ze van elkaar. Dit komt omdat als er een groter licht op dit onderwerp wordt geworpen, hoewel het nog steeds mogelijk is om naar zonde in het licht van zonde te kijken, en naar deugd in het licht van deugd, je toch heel vaak kunt zien dat er zich onder het mom van deugd een zonde bevond en onder het mom van zonde een deugd.

Daar de mensen van verschillende rassen, volkeren en religies elk hun eigen normen van goed en verkeerd hebben, hun eigen conceptie van goed en kwaad hebben en hun eigen ideëen over zonde en deugd, is het moeilijk om de wet die deze tegengestelden regelt waar te nemen. Die wordt duidelijk echter wanneer je de wet van vibraties begrijpt. Elk ding en elk wezen lijken afgescheiden van elkaar op het oppervlak van het bestaan, maar onder het oppervlak komen ze bij elk niveau steeds dichter bij elkaar terwijl ze op het allerdiepste niveau allemaal één worden. Dus elke verstoring van de vrede van het kleinste deel van het bestaan op de oppervlakte heeft naar binnen toe invloed op het geheel. Daarom is elke gedachte, elk woord of elke handeling die de vrede verstoort verkeerd, kwaad en een zonde. Maar als die vrede teweeg brengt dan is het juist, goed en een deugd. Daar het leven als een koepel is, is de natuur ervan ook koepelachtig. Verstoring van het geringste deel van leven verstoort het geheel en komt als een vloek terug naar de persoon die die heeft veroorzaakt. Elke vrede die is voortgebracht op de oppervlakte is een comfort voor het geheel en keert daarvandaan als vrede terug naar de voortbrenger ervan. Dit is de filosofie die ten grondslag ligt aan het idee van beloning van goede daden en de straf van slechte daden die worden gegeven door de hogere machten.

Toen er mensen naar Christus kwamen en iemand beschuldigden van het verrichten van iets kwaads, kon de Meester alleen maar aan vergiffenis denken. Want hij zag niet in de boosdoener wat de anderen zagen. Het is niet de taak van een gewone mind om onderscheid te maken tussen goed en kwaad en het merkwaardige is dat hoe dommer iemand is, hoe bereidwilliger hij is om dat wel te doen. Heel vaak is het de gezichtshoek van waaruit we iets zien dat het goed of fout maakt en als we in staat zouden zijn het vanuit verschillende gezichtshoeken te bekijken dan zouden we juist datgene wat we verkeerd noemden tegelijkertijd juist noemen. Noch kunnen mensen wanneer ze zeggen dat ze oordelen op grond van de resultaten die ze zien er zeker van zijn dat er geen beloning in de straf zat of een straf in de beloning.

Dit laat ons zien dat het leven een puzzel van dualiteit is. Het idee van tegengestelden houdt ons in een illusie. De soefi, die ziet dat dit de aard en het karakter van het leven is, zegt dat het niet zo belangrijk is om onderscheid te maken tussen twee tegengestelden. Wat van belang is is het herkennen van de Ene die verborgen is achter dit alles. De soefi klimt, wanneer hij tot dit besef komt, vanzelf omhoog op de ladder die hem naar eenheid, naar het idee van eenheid die via de synthese van het leven komt, door de Ene in alle dingen en in alle wezens te zien. Je kunt geloven dat de wereld, dat de mensheid, zich altijd heeft ontwikkeld of je kunt geloven dat het zich heeft ontwikkeld en weer achteruit is gegaan, of dat het in cirkels is rondgegaan of je kunt een andere overtuiging hebben, maar in willekeurig welk tijdperk dan ook de wijze mensen zijn geboren, zij hebben altijd hetzelfde geloofd: dat er achter al het leven eenheid is en die wijsheid ligt in het begrijpen van die eenheid. Wanneer iemand ontwaakt tot de spirit van eenheid en de eenheid achter alles ziet dan verandert zijn gezichtspunt en daardoor zijn houding. Hij zegt niet langer tegen zijn vriend: ´Ik houd van jou omdat je mijn vriend bent´. Hij zegt: ´Ik houd van jou omdat jij mijzelf bent´. Hij zegt, zoals een mysticus zou zeggen: ´Of jij nu kwaad hebt gedaan of ik dat doet er niet toe. Wat er toe doet is het onrecht recht te zetten´.

Het lijkt alsof sommige mensen er plezier in hebben om kwaad te doen, maar kwaad doen kan nooit iemand echt gelukkig maken. Zelfs als er voor dat moment een bepaald plezier zou zijn dan zou dat weerkaatsen en de echo van een valse noot is nooit aangenaam voor het muzikale oor. Als iemand echt gelukkig in zijn zonde zou zijn dan konden we er zeker van zijn dat het in feite zijn deugd was en dat het slechts voor ons, vanuit ons gezichtspunt, zo zou zijn dat zijn handeling zondig leek. Daarom schenkt de soefi aandacht aan zijn eigen reis en beoordeelt hij anderen niet. Als er slechts een vergelijkend verschil is tussen goed en kwaad, zonde en deugd, waarom zou er dan straf voor het kwade en beloning voor het goede moeten zijn? Het effect van het goede is op zichzelf een beloning voor het goede en het effect van het kwade is op zichzelf een straf, maar vanuit ons beperkte gezichtspunt schrijven we deze effecten toe aan een derde, aan een goddelijk ideaal.

De ellende en de verkniptheid van de mensheid komen niet voort uit het goede, maar het goede komt voort uit verkniptheid en ellende. Als er geen verkniptheid, ellende of het kwaad zou zijn dan zouden we nooit hebben gewaardeerd wat het goede en het juiste betekenen. Het is het idee van deze twee tegenpolen dat ons in staat stelt te onderscheiden tussen de twee kwaliteiten. Als we er slechts een hadden herkend dan zouden we die goedheid of verkniptheid hebben genoemd en dan zou die slechts een gebleven zijn. Ze met twee namen te benoemen helpt ons onderscheid tussen die twee te maken.

Je zou je af kunnen vragen of zielen opzettelijk hun spiritualiteit kunnen doden door het verrichten van het kwade en door slecht te leven en zo vroegtijdig om het leven te komen. Dat is echter niet zo; het bedekt ze alleen maar met wolken van onwetendheid die ongemak veroorzaken. De ziel is niet bedoeld om vroegtijdig om het leven te komen.

Veel mensen zijn wrokkig jegens God geweest omdat hij hen ellende in het leven heeft gestuurd, maar ellende is altijd onderdeel van de ervaring van het leven. Sommigen zijn heel boos geworden en zeggen: ´Dit is niet juist´, of: ´Dit is niet goed, want hoe zou God die juist en goed is kunnen toestaan dat er onjuiste dingen gebeuren?´ Ons zicht is echter zeer beperkt en onze conceptie van goed en kwaad en goed en slecht is slechts onze eigen conceptie en niet volgens God´s plan. Het is waar dat zolang we het op die manier blijven zien het voor ons en degenen die er vanuit ons gezichtspunt naar kijken, zo is. Maar wanneer het God betreft, wordt de hele dimensie veranderd, wordt het gehele gezichtspunt veranderd.

Om deze reden hebben de wijze mensen van alle tijden, in plaats van te proberen de handeling van God te beoordelen, als het ware hun gevoel voor rechtvaardigheid tijdelijk opzij gezet en hebben ze geprobeerd slechts een ding te leren en dat was berusting in de wil van God. Door dit te doen hebben ze een fase bereikt waarin zij vanuit het gezichtspunt van God konden kijken. Maar als zij probeerden dat gezichtspunt voor de wereld tot expressie te brengen, dan verklaarde de wereld hen tot gek. Daarom hebben ze zichzelf Muni genoemd, wat ´degenen die zwijgen´ betekent.

Mensen vragen vaak waarom degenen die kwaad doen en verkeerd handelen zo vaak slagen, terwijl er anderen zijn die het juiste doen maar nooit slagen. Dit is echter niet de regel. De regel is dat degene die via het kwade slaagt alleen via het kwade slaagt. Door het juiste te doen zal hij falen. En degene die slaagt door het juiste te doen zal altijd slagen door het juiste te doen. Hij zal falen als hij het verkeerde doet. Bovendien worden zowel het juiste als het verkeerde voor degene die omhoog gaat als treden waarlangs hij om hoog gaat; terwijl voor degene die omlaag gaat zowel het goede als het kwade treden worden waarlangs hij naar beneden gaat. Er is niemand op deze wereld die kan zeggen: ´Ik ben zonder fouten´, maar dat betekent niet dat hij niet voorbestemd is zijn doel te bereiken.

Het is heel jammer als iemand het juiste of het goede doet omdat hij vooruit wil gaan of spiritueel wil worden. Want wat is ten slotte goedheid? Het is een kleine prijs die je voor spiritualiteit betaalt. En degene die afhankelijk is van zijn goedheid om spiritualiteit te verwerven kan net zo goed duizend jaar wachten. Want dat is net als iemand die al het zand aan het verzamelen is om een heuvel te maken zodat hij naar de hemel kan klimmen. Als je niet het goede doet omwille van het goede, als je niet het juiste doet omwille van de liefde voor rechtvaardigheid, omwille van je eigen bevrediging, dan heeft goed doen geen enkele betekenis, dan ligt er geen enkele deugd in het doen van het goede. Spiritueel worden is tot niets worden. Goed worden is tot iets worden. En tot iets worden is als het zijn van niets, terwijl het tot niets worden als het zijn van alles is. De aanspraak op spiritualiteit hindert de natuurlijke volmaaktheid. Zelf-uitwissing is een terugkeer naar de Tuin van Eden.

Er bestaat geen risico dat iemand poogt zelfloos te worden een prooi wordt voor alle condities in het leven, integendeel, want alle kracht en wijsheid verblijft in volmaaktheid. De afwezigheid van volmaaktheid is de tragedie van het leven. Degene die aan zichzelf vasthoudt is een last zelfs voor de aarde. De aarde kan gemakkelijk bergen op haar rug torsen, maar degene die egoïstisch is is zwaarder. En wat gebeurt er uiteindelijk? Zelfs zijn eigen ziel kan hem niet torsen en dit is de reden waarom velen zelfmoord plegen. Zelfmoord plegen is als het in twee delen breken van dingen die met elkaar zijn verbonden. Het is moedwillig van elkaar scheiden wat bedoeld is verbonden te zijn. Het was het schema van de natuur om iets te volbrengen en door de twee delen van elkaar te scheiden is hen het privilege onthouden van datgene wat het schema van de natuur wilde volbrengen. De claim van het zelf is echter zo zwaar geworden op de ziel dat de ziel zich ervan wil ontdoen. Er werd door Jezus Christus hierover een hint gegeven toen hij zei: ´Gezegend zijn de armen van geest´. Wat betekent arm van geest? Het betekent het ego dat wordt uitgewist.