De wet van de aantrekkingskracht

In de natuur zijn de twee grote principes de aantrekkingskracht tussen gelijken en de aantrekkingskracht tussen tegenpolen.

Wanneer we naar de natuur kijken dan zien we dat als er zich een stofje op de muur bevindt zich daar meer stof zal verzamelen. Het is soms moeilijk om een vlieg in de kamer te vinden, maar als er een vlieg is dan zullen we zien dat er zich andere vliegen bij in de buurt bevinden. Op de plaats waar zich een mier of mus bevindt, zullen zich andere mieren en mussen in de buurt bevinden. In de jungle zullen er op de plaats waar zich een papegaai bevindt zich veel meer papegaaien in hetzelfde deel van het woud bevinden. Hoe zeer hongen ook mogen ruziën en vechten ze houden er het meest van om bij elkaar te zijn. Het konijn is er zich niets aan gelegen om zich onder mussen te bevinden noch wil de ezel optrekken met slangen. Waar een tarwekorrel is zal meer tarwe groeien. En waar je een kleine rozenstruik vindt zullen veel rozen zijn.

Dit laat ons zien dat gelijken tot elkaar worden aangetrokken, tot waar men affiniteit mee heeft. Het is om deze reden dat de volkeren en rassen hun specifieke karakteristieken en eigenschappen hebben. Omdat volkeren van gelijksoortig karakter en gelijksoortige kwaliteiten zich hebben verzameld, groepen hebben gevormd. De Fransen zijn anders dan de Engelsen, die weer anders zijn dan de Zweden. De Zweden verschillen van de Duitsers. Het is voor iemand van wie de intelligentie in deze richting wordt getraind niet moeilijk om in een oogopslag een Belg van een Fransman, een Duitser van de Italiaan te onderscheiden, zelfs in een menigte.

Gezinnen hebben hun gelijkenissen, die voortkomen uit hetzelfde principe. In India, waar veel aandacht aan erfelijkheid wordt geschonken, gaat dit erg ver. Daar heeft elke provincie, elk district zijn specifieke karakter. Een Gujarati zal het altijd prettig vinden om bij een andere Gurajati te zijn en waar er twee of drie Marathas zijn zijn ze gelukkig. Zij willen geen Panjabi in hun gezelschap. Het is hetzelfde met Bengalis en met Madrassis. Waarom? Omdat een ieder zich verheugt in zijn eigen in zijn eigen element.

De eerste reden voor aantrekkingskracht tussen gelijken is de bloedverwantschap. In de huidige tijd wordt er veel minder aan relaties gedacht. We weten nauwelijks nog wie onze verwanten zijn. Het is echter een grote band. Wanneer het bloed hetzelfde is dan is de vorm uit hetzelfde element gemaakt.

Er is een verhaal over een jonge man die worstelaar werd aan het hof van de Koning van Perzië. Niemand wist iets over zijn voorouders behalve de koning, die hem met veel zorg had opgevoed. Deze worstelaar, wiens naam Kushtam was, werd de kampioen van zijn land en was aan het proberen wereldkampioen te worden. Maar de koning wilde hem niet toestaan vreemden te ontmoeten of zelfs maar met hen te spreken. Hij worstelde met veel worstelaars en elke keer won hij, maar het was de gewoonte van die tijd dat degene die werd verslagen zijn nederlaag moest erkennen of gedood werd.

Op een dag arriveerde er een grote worstelaar uit een ander land en het werd gearrangeerd dat deze jonge man met hem zou vechten. De wedstrijd vond plaats en op het einde gooide de worstelaar Kushtam om. De jonge man was echter heel trots en wilde zijn nederlaag niet erkennen, dus moest de worstelaar hem doden. En toen hij de steek van het mes voelde, terwijl hij nog genoeg kracht over had, zei hij: ´Je hebt me gedood, maar op een dag zul je zeker mijn vader ontmoeten en dan zal hij jou doden´. De ander vroeg wat zijn naam was. En toen hij hem ´Kushtam´ hoorde antwoorden pakte hij zijn hoofd vast en huilde hij. Hij werd gek, zich realiserend dat hij zijn eigen zoon had vermoord.

Een aantrekkingskracht komt zwijgend tot de mind, maar die is niet altijd helder omdat die door materie heen werkzaam is. Het verschil tussen spirit en materie is dat wanneer de goddelijke intelligentie op directe wijze naar buiten stroomt het spirit is en wanneer die via een verdicht medium aan het uitstralen is dan is het materie. Dus er bevindt zich zowel in spirit als in materie goddelijke intelligentie.

Er is een grote aantrekkingskracht tussen tweelingen. Tweelingen zijn bedoeld om een te zijn, hoewel ze niet altijd zo verenigd zijn als je van hen zou verwachten. Als tweelingen tweelingen zijn in de ware betekenis van het woord, dat wil zeggen als twee tweelingzielen samen gestart zijn op de reis en erin geslaagd zijn om samen op aarde te komen dan zijn ze het meest verenigd. Er zijn tweelingen geweest die zo met elkaar waren verbonden dat als er een ziek werd de ander ook ziek werd; als de een gelukkig was zou de ander ook gelukkig zijn ook al waren ze van elkaar gescheiden. Er kunnen echter ook tweelingen zijn die lijken op twee mensen die toevallig op dezelfde plek schuilen voor de regen; en dat is een andere kwestie.

Er kunnen ook twee zielen zijn die zijn geboren in verschillende landen en zijn opgevoed door verschillende ouders en die zich tot elkaar aangetrokken voelen en elkaar hun hele leven ondersteunen. Zij kunnen goede vrienden zijn, zij kunnen partners zijn, zij kunnen zich in de positie van meester en bediende bevinden. Je zou hen tweelingzielen kunnen noemen en zij lijken op elkaar zoals kinderen van dezelfde ouders op elkaar lijken en toch niet bepaald als broers of zussen. Zij zijn onzelfzuchtig ten opzichte van elkaar en zij trekken elkaars´ gedachten en ideëen aan, soms zelfs overeenkomst in hun werk vertonend.

De tweede reden voor aantrekkingskracht tussen gelijken is de affiniteit die resulteert uit het hebben van dezelfde soort beroep. Een boer die hele dag zijn grond heeft moeten bewerken zal ´s avonds in gezelschap van andere boeren willen zijn met wie hij over de graanoogst kan praten. Hij wil niet in het gezelschap van literaire mensen zijn. Een soldaat prefereert het gezelschap van andere soldaten. Een sportman wil bij sportmannen zijn; hij wil zich niet onder de geleerde mensen bevinden in wier gezelschap hij zich niet thuis voelt. Iemand met een voorliefde voor literatuur zoekt altijd andere literaire mensen. Een musicus houdt van het gezelschap van musici. Ik heb dit zelf ervaren wanneer er soms mensen uit India in mijn publiek zaten, zelfs mensen uit mijn eigen provincie, die bleken minder waarderend te zijn dan de westerse musici die er waren. De laatstgenoemden begrepen dan misschien de woorden niet die ik aan het zingen was, maar omdat zij musici waren maakte hun interesse in de muziek hen eigen met het wezen ervan.

De derde reden is de overeenkomst van kwaliteiten. Een moedig iemand zal ervan houden om in het gezelschap van moedige mensen te zijn. Hij zal er niet van houden om met lafaarden te verwijlen. Een vriendelijk iemand zal andere zachtmoedige mensen zoeken. De hartelijke mensen worden aangetrokken tot de hartelijke mensen en niet tot de kille mensen. Een ruzie-achtig iemand zal een ander ruzie-achtig iemand zoeken om mee te vechten. Soort wordt altijd herkend door soort. Als er zich twee dieven in een gezelschap bevinden dan zullen ze elkaar onmiddellijk herkennen. Als een dief van Parijs naar New York gaat dan zal het voor hem heel gemakkelijk zijn om daar een broeder te vinden. Iemand anders zal er lang over doen om zo iemand te vinden, maar hij weet onmiddellijk: ´Dit is een dief, dit is mijn broeder!´ Een wreed mens trekt de wreedheid van anderen aan. Als we ook maar een heel klein beetje een ander bedriegen komen we onmiddellijk mensen tegen die ons bedriegen zelfs als het bedrog niet werkelijk tot onze aard behoort. Dit is de verklaring van wat we de straf van onze zonden noemen. Het is niet zo dat God ons een bepaalde straf geeft, maar dat we door onze verkniptheid, door onze slechte gedachten, dezelfde verkniptheid, dezelfde slechte gedachten van anderen naar ons toe trekken. Het kwaad dat we doen brengt hetzelfde kwaad over ons vanuit anderen. Een beetje vriendelijkheid in ons trekt hun vriendelijkheid aan. Een vriendelijk iemand komt overal waar hij komt vriendelijkheid tegen, zelfs onder de wrede mensen. De geringste edelmoedigheid van onze kant trekt de edelmoedigheid van de edelmoedigen aan. Door de herhaling van de naam van God, door op onze ziel de vriendelijkheid, de genade, de oneindige goedheid van God in te prenten, creëren we die kwaliteiten in onze ziel en trekken we die genade, die vriendelijkheid, die goedheid naar ons toe, in welke vorm en naam die ook mag komen.

Naast de aantrekkingskracht tussen gelijken is er de aantrekkingskracht van elk met zijn tegengestelde. Er bevinden zich de twee grote krachten in de natuur, de creatieve kracht en de kracht die erop reageert, de ontvankelijke kracht. Je kunt ze ook de actieve en de passieve krachten noemen, of Jelal en Jemal.

Dit kan begrepen worden door de wet van ritme. In elk ritme bevindt zich de grotere beat en de zwakkere beat. In tweekwarts-maat bijvoorbeeld tellen we een-twee, een-twee, de sterke beat en de beat die net genoeg kracht heeft om de ander te compenseren. We zien hetzelfde in vorm, waar gewelfheid de holrondheid compenseert.

De vertegenwoordigers van deze twee krachten in de natuur zijn het mannelijke en het vrouwelijke. Maar terwijl in elke man sommige kwaliteiten mannelijk en sommige vrouwelijk zijn en in elke vrouw sommige kwaliteiten vrouwelijk en sommige mannelijk zijn, is het toch overal de kracht, de creatieve macht die heerst en is het de ontvankelijke macht waarover geheerst wordt. De man heeft de creatieve macht en wanneer we de vrouw observeren zien we dat ze in alle aspecten van het leven ontvankelijk is. Incidenteel kan een vrouw zo creatief zijn dat de man ontvankelijk wordt en dat maakt hem tot haar slaaf. Normaal gesproken echter is het de man die de creatieve macht heeft en maakt dit dat hij haar domineert.

Je zou kunnen zeggen dat dit niet juist is. Maar toch is het evengoed de man die meer magnetische kwaliteiten heeft die zou moeten heersen, terwijl er over de vrouw die ontvankelijke kwaliteiten heeft geheerst zou moeten worden. Dit is het filosofische aspect van deze kwestie. Wat het morele aspect betreft dien je je te realiseren dat datgene wat ontvankelijk is een veel grotere zorg behoeft en dat de creatieve macht er meer aandacht aan zou moeten besteden. Totdat er meer aandacht wordt besteed aan het leven van een vrouw kunnen we niet zeggen dat we werkelijk beschaafd zijn. En wat het sociale aspect betreft heb ik vanuit alle kanten in het Westen veel klachten gehoord. Maar het Oosten heeft ook veel te leren in de behandeling van vrouwen.

We weten dat de oren de ontvangers zijn van geluid. Zij creëren niet. De ogen zijn creatief. De neus neemt de geur waar, hij kan niet creëren. De lippen en de mond creëren en ze worden tot elkaar aangetrokken. Wanneer de oren een geluid horen willen de ogen meteen zien wat het is en waar het vandaan komt. De neus kan ons veel sneller en veel exacter de geur van iets vertellen dan het gehemelte. De neus wil zich meteen bemoeien met wat de mond doet. Hij zegt: ´Kauw daar niet langer op. Ik wil het niet´. Of hij zegt: ´Doe dat eer aan. Ik houd daarvan´. We ontdekken ook dat wanneer onze rechterhand iets vasthoudt de linkerhand wil helpen; dat wanneer onze rechtervoet vooruit komt de linkervoet meteen wil meedoen; dat wanneer we ene arm buigen de andere arm ook gebogen wil worden. Het ene been is geneigd het andere been te kruisen, zelfs ondanks het feit dat er in India een bijgeloof bestaat dat het de slaap geen goed doet als de benen gekruist zijn. Iedereen weet dat, maar het is voor iedereen heel moeilijk deze gewoonte los te laten omdat die zo natuurlijk is.

Vaak wil iemand liever met zijn tegenstander zijn dan met degene die zich dichter bij zijn niveau bevindt. Wanneer twee mensen die bijna dezelfde kracht hebben elkaar ontmoeten dan harmoniseren ze niet werkelijk. Studenten van de ademhaling zullen dit gemakkelijk begrijpen. Zij weten dat er een actievere en een minder actieve ademhaling is en dat wanneer die allebei even actief worden er een botsing plaatsvindt. Als de ene persoon een groots zanger is en de ander stem-ontwikkeling onderricht dan kunnen ze met elkaar overeenstemmen, er is dan geen competitie tussen hen. De een wil gehoord worden en de ander niet. Maar als twee grootse opera-zangers elkaar ontmoeten dan zullen ze zelden met elkaar overeenstemmen, er zal dan een rivaliteit tussen hen bestaan.

Een wijs iemand zal liever een dwaze bediende hebben dan een half-wijs iemand die zijn bevelen zal betwisten. Er is een verhaal over een bediende die toen hij eropuit werd gezonden om de doktor te gaan halen eerst naar de begrafenis-ondernemer ging. Als een wijs iemand zich niet onder de wijzen kan bevinden dan zal hij zich liever onder de dwazen bevinden dan onder de half-wijzen.

Ik heb vaak geziend dat degenen die een eenvoudig geloof hebben geïnspireerd kunnen worden en verlicht raken, terwijl daarentegen de intellectueel altijd aan het beredeneren is en geen stap vooruit zet. Dit is de reden waarom wetenschappers en mystici hoogst zelden in harmonie zijn. De wetenschappers zullen altijd zeggen: ´Als jij iets weet weet ik ook iets. Als jij iets bent dan ben ik ook iets´.

Het gebeurt wel eens dat er op de eerste gezicht een hekel bestaat tussen twee mensen die later verandert in een stevige vriendschap. Maar dat gebeurt niet vaak. Degenen die vrienden moeten worden zijn over het algemeen vrienden op het eerste gezicht. In het eerdergenoemde geval kan er iets zijn wat een afstotende invloed heeft, maar na enige tijd, wanneer de een het heeft overwonnen en eraan gewend is geraakt, dan kan hij het gemakkelijker verdragen. Dan kan men iets interessant in de ander ontdekken en zelfs vrienden worden. Het is als het gewend raken aan vergif.

Er zal altijd de een of andere gemeenschap of vereniging zijn waarvan we houden en sommige waarvan we niet houden. En er zullen altijd mensen zijn die ons niet mogen en sommige die ons waarderen. Want we prefereren altijd ons eigen element. Hierin ligt niets verbazingwekkends en niets om te beschuldigen: het is simpelweg de wet van aantrekkingskracht. De soefi echter maakt zichzelf harmonieus met iedereen. Hij maakt zich tot element van iedereen. Hij creëert het element dat van binnen actief is en dat element is liefde. We kunnen dit uit de Bijbel leren die zegt dat God liefde is. Dit is de enige manier waarop de eenheid van de mensheid, universele broederschap, voortgebracht kan worden. De verschillen en onderscheiden zijn uiterlijk, maar de mens wordt van begin af aan zo opgeleid om verschillen te zien dat hij niet de onderliggende eenheid ziet.

Mensen hebben gezegd dat ze door sterke regelgeving de wereld zouden verenigen. Wat een vergissing! Wat gebeurt er wanneer we ons gezin met strakke hand willen regeren? Het zal nooit verenigd worden. Liefde alleen kan de wereld verenigen.

Mensen hebben gezegd: ´Wij zijn van dit ras, wij zijn superieur en jij bent inferieur. Onze religie is superieur, de jouwe is inferieur. Ons land is groot, het jouwe is minder´. De oorzaak van de eerste wereldoorlog was dat de landen van Europa allemaal hetzelfde niveau hadden bereikt. Als een van hen een goed vliegtuig of een goede onderzeëer had gemaakt had de ander een nog betere gemaakt. De een was sterk, maar de ander wilde nog sterker worden.