Mohammed

Mohammed is de enige profeet van wie het verslag van zijn leven in de geschiedenis is te vinden. Mohammed die is geboren in de familie van Ishmael had de profetische erfenis in zich en het te vervullen doel voor ogen dat Abraham in het Oude Testament had aangekondigd. De Profeet werd in zijn jeugd een wees en wist wat het was om zonder liefdevolle zorg van een moeder en zonder de bescherming van een vader te zijn. En deze ervaring was de eerste voorbereiding voor het kind dat werd geboren om met de pijn van anderen te sympathiseren. Hij liet zelfs in zijn jonge jeugdjaren een gevoel voor verantwoordelijkheid zien wanneer hij voor zijn koeien zorgde. Er kwam een koeherder die tegen hem zei: ´Ik zal voor jouw kudde zorgen en jij kunt naar de stad gaan en jezelf vermaken. En vervolgens moet jij voor mijn kudde zorgen en zal ik er een poosje naar toe gaan´. De jonge Mohammed zei: ´Nee, ik zal voor jouw kudde zorgen. Jij kunt gaan, maar ik zal mijn verantwoordelijkheid niet in de steek laten. Hetzelfde principe werd zijn gehele leven lang getoond.

Sommigen zeggen dat er een keer, sommigen zeggen dat er twee keer en anderen zeggen dat er drie keer een wonder gebeurde: dat de borst van de Profeet door de engelen werd opengesneden en dat ze er iets uit wegnamen en dat zijn borst meteen werd geheald. Wat was het? Het was het vergif dat in de steek van de schorpioen en in de tanden van de slang te vinden is. Het is hetzelfde vergif dat in het hart van de mens bestaat. Allerlei vooroordeel, haat of verbittering in de vorm van afgunst en jaloezie zijn de kleinere expressies van dit vergif dat verborgen ligt in het hart van de mens. En wanneer die vergif wordt verwijderd dan blijft er een slang met haar schoonheid en wijsheid over, maar zonder haar vergiftige tanden; en zo is het ook met de mens. De mens komt moeilijkheden tegen in het leven, soms te moeilijk om op dat moment te weerstaan, maar vaak worden zulke ervaringen als hogere initiaties in het leven van de reiziger op het pad. Het hart van de mens dat het heiligdom van God is, wordt eenmaal gezuiverd van dat vergif, de heilige verblijfplaats waar God Zelf resideert.

Als jongere reisde Mohammed met zijn oom toen naar Syrië op zakenreis ging. En hij leerde de tekortkomingen van de menselijke natuur, die in de zakenwereld een groot gebied beslaan. Hij ontdekte wat winst betekent, wat verlies betekent en wat beide uiteindelijk betekenen. Het verschafte hem een ruimere blik op het leven, toen hij zag hoe bereidwillig mensen waren om te profiteren van het verlies van anderen en dat menselijke wezens zich in deze wereld niet veel anders gedragen dan de grote en kleine vissen in het water die op elkaar azen.

Toen het moment was aangebroken om het land tegen een machtige vijand te verdedigen stond Mohammed schouder aan schouder met de jonge mannen van zijn land om zijn volk in hun afschuwelijke strijd te verdedigen. Zijn oprechtheid in vriendschap en de eerlijkheid van zijn transakties maakten hem bij iedereen geliefd, zowel ver als dichtbij, die hem Amin noemden, wat betrouwbaar of het vertrouwen waard betekent. Zijn huwelijk met Khatija liet hem zien als een vroom iemand, iemand met affectie; een eerbaar mens als echtgenoot, als vader en als burger van de stad waarin hij woonde.

Toen kwam er een tijd van contemplatie, de tijd om die belofte te vervullen waartoe zijn ziel in de wereld was gebracht. Er kwamen momenten waarop het leven verdrietig leek te zijn, ondanks alle schoonheid en comfort dat het kon bieden. Hij zocht toen uit die depressie zijn toevlucht in eenzaamheid. Soms urenlang, soms dagen- of wekenlang, in de bergen van Gár-e-Hirá zittend probeerde hij te zien of er iets anders te zien viel, of er iets anders te horen viel, of er iets anders te kennen viel. Uiteindelijk begon hij een woord van innerlijke gidsing te horen: ´Schreeuw de heilige naam van Uw Heer uit´; en daar hij dit advies begon na te volgen, vond hij de echo van het woord dat zijn hart herhaalde in de gehele natuur; het leek alsof de wind dezelfde naam herhaalde, alsof de lucht, de aarde, de maan en de planeten allemaal dezelfde namen zeiden die hij aan het zeggen was. Toen hij eenmaal was afgestemd op het Oneindige, zich realiserend dat zijn ziel een is, van binnen en van buiten, kwam de roep: ´Gij zijt de mens; gaat heen de wereld in en draag Ons bevel uit; verheerlijk de naam van God; verenig degenen die afgescheiden zijn; wek degenen die slapen en breng de een in harmonie met de ander, want hierin ligt het geluk van de mens´.

Khatija ontdekte vaak dat Mohommad zich had bedekt met een mantel, zodat hij zichzelf niet kon zien, bevend bij het zicht op de verantwoordelijkheid die er op hem werd geworpen. Maar ze zei constant tegen hem: ´Jij bent de mens, een zo vriendelijk en waar mens, zo oprecht en devoot, vergevingsgezind en dienstbaar. Het is jouw taak om dit werk uit te voeren; vrees niet, jij bent er door de Almachtige toe voorbestemd; vertrouw in Zijn macht en uiteindelijk zal succes jouw deel zijn´.

Toen Mohammed echter zijn boodschap gaf keerden zich tot zijn verbazing niet alleen zijn vijanden zich tegen hem maar ook zijn vrienden die hem dierbaar waren en hem nabij waren en wilden ze niet luisteren naar het onderricht van een nieuw evangelie. Ondanks de beledigingen, het leed en de pijn die ze hem en degenen die naar hem luisterden veroorzaakten bleef hij toch doorgaan, hoewel hij drie keer van huis werd verbannen; en bewees hij uiteindelijk, zoals elke ware profeet dient te bewijzen, dat alleen de waarheid de overwinnaar is en dat de overwinning bij de waarheid hoort.

De god van de Islam

In elke periode zijn er mensen geweest die het idee van een vormloze God hebben aangehangen. Dit idee werd Islam genoemd, letterlijk ´vrede´; tijdens de tijd van de verschillende profeten verdween het soms en kwam vervolgens weer te voorschijn. Het materialiseerde zich volledig ten tijde van Mohammed, toen er een natie werd geformeerd die de bewaker werd van een religie waarvan de voornaamste spirit dit idee was; en deze religie werd hetzelfde genoemd: Islam. Het bewijs voor dit feit kan men vinden in de naam van de heilige stad Dar-e-Sala´m, dat is de Poort van Sala´m of Islam, die in het Westen bekend is als Jerusalem. Deze naam bestond dus al lang voor de komst van Mohammed, maar in de periode van met name de boodschap van de Profeet Mohammed werd er grote nadruk op een vormloze God gelegd.

Het is voor de mens moeilijk om God begrijpelijk te maken zonder Hem een vorm te geven; en toch is het een stap hoger in Gods-realisatie om Hem voorbij de beperking van vorm begrijpelijk te maken. Daarom werd God in de Islam door Zijn eigenschappen begrijpelijk gemaakt. Hij werd opgevat als Schepper, als Vader, als Moeder, als Onderhouder, als Rechter, als Vergever, als de Bron en het Doel van deze gehele manifestatie, als de Ene die altijd bij Zijn schepsels is, binnenin ze, buiten ze, die al hun gevoelens, gedachten en daden opmerkt, die de lijn van het lot van de mens trekt, voor wie de mens dient te verschijnen om verantwoording af te leggen – dit is de God van Islam.

De Islam geloofde in een enkele God, die veel eigenschappen heeft, maar zich toch voorbij elke eigenschap bevindt; onzichtbaar en voorbij het begrip van de mens, almachtig, onvergelijkbaar, niemand behalve Hij heeft naast Hem enige macht, de Kenner van alle dingen en zuiver van alle onzuiverheden, vrij van alle dingen en er toch nooit ver van verwijderd, alles verblijft in Hem en Hij leeft in alles. De gehele essentiële lering van de Islam, die Kalamat wordt genoemd, heeft de gerichtheid op heldere wijze de eenheid van God uit te leggen; en toch worden de eigenschappen gesuggereerd, niet om God te verklaren, maar met het oogmerk om God voor de menselijke mind begrijpbaar te maken.

Deze eigenschappen vormen wat Sifat wordt genoemd, het uiterlijke deel van God dat begrijpbaar is voor de mens; maar dat deel van het goddelijke Wezen dat onder de eigenschappen verborgen ligt en dat niet begrijpbaar is voor de menselijke mind wordt Zát genoemd, wat het ware Wezen betekent. De gehele Islam is erop gericht om het hart van de mens te bevrijden van zulke gedachten als God beperken en verdelen en om het hart van de mens vrij te ontdoen van dualiteit, die de natuur is van deze illusoire wereld, hem naar die een-wording met God brengend wat het ware doel en de ware intentie van elke religie is.

Vormen van islamitische verering

Islamitische verering laat een verbetering zien boven de oudere vormen van verering in de menselijke evolutie, want de Islam prefereert de natuur boven de kunst en ziet in de natuur de immanentie van God.

De roep van de Muezzin tot gebed voor zonsopgang, en zijn roep wanneer de zon op haar hoogtepunt staat; zijn roep bij zonsondergang, de gebeden ´s middags, in de vroege avond en om middernacht suggereren de ziener allemaal dat er terwijl hij God aan het vereren is van Hem een openbaring werd verlangd via de tong van de natuur. In de Koran wordt gezegd: ´Roep hardop de naam van uw Heer, de meest liefdadige, die door de bekwame pen van Zijn natuur de mens heeft onderricht wat hij niet wist´, wat betekent: die met de pen van de natuur deze wereld als een manuscript heeft geschreven.

Als je het Heilig Boek wenst te lezen, zou je het in de natuur moeten lezen. Er zijn verschillende soera´s die deze gedachte ondersteunen. Zoals in de Koran wordt gezegd: ´´s Nachts wanneer het bedekt, overdag wanneer het verheldert, door hetgeen het vrouwelijke en het mannelijke heeft geschapen, waarlijk jouw doelen zijn divers´. We lezen in het manuscript van de natuur dat diversiteit natuurlijk is; juist het bedekken en het verhelderen van het licht in de natuur en het verschil tussen het vrouwelijke en het mannelijke, laten zien dat onze doelen divers zouden moeten zijn.

De wetten van properheid worden in de Islam streng nageleefd; en niemand bidt zonder een rituele wassing, wat als een voorbereiden deel van zijn verering wordt onderricht.

De verering van de Islam bevat een universele code van nederigheid: dat de gewoonten die in alle delen van de wereld bestaan om te buigen, te knielen en zich ter aarde te werpen allemaal gewijd worden aan het ene Wezen, die die als enige verdient en niemand anders. Er ligt schoonheid in deze gewoonten. De mens is het meest egoïstische wezen in de schepping; hij houdt zichzelf gesluierd voor God, het perfecte Zelf van binnen, door de sluier van zijn imperfecte zelf dat zijn valse ego heeft gevormd. Maar door de extreme nederigheid waarmee hij voor God staat en buigt, knielt en zich ter aarde werpt voor het almachtige Wezen, zorgt hij ervoor dat het hoogste punt van zijn veronderstelde wezen, het hoofd, de aarde raakt waar zich zijn voeten bevinden en wast hij zo in de loop van de tijd de zwarte vlekken van zijn valse ego en manifesteert zich geleidelijk aan het licht van perfectie. Alleen dan staat hij oog in oog met zijn God, de geïdealiseerde Godheid, en wanneer het ego helemaal wordt vermorzeld blijft God van binnen en van buiten, op beide plannen, over en bestaat er niemand behalve Hij.

De plichten van de gelovige in de Islam

Er worden in de Islam vier plichten voor de gelovige onderricht. Het getal vier duidt op symbolische wijze op eerlijkheid en balans.

De eerste is Salát, de gebeden die vijf keer per dag worden gebeden; de continue balans tussen werk en rust, en rust voornamelijk in God, in wie de enige rust van elke ziel zich bevindt. Het leven in de wereld is zodanig dat het elk moment opslorpt van de tijd van de mens en het ingeboren verlangen naar vrede van elke ziel wordt nooit bevredigd. Daarom is vijf keer per dag bidden niet te veel, in overweging nemend hoe ver het leven in de wereld een ziel van God verwijdert. Voor mijn mind zou honderd keer per dag nog te weinig zijn.

De tweede is Zakát, liefdadigheid. Hoe devoot en godachtig iemand ook kan zijn, hoe veel van zijn tijd hij ook wijdt aan vroomheid, hij kan de zegen van God niet verdienen tenzij hij liefdadig is, want liefdadigheid is de enige test van zelfloosheid. Alle liefde en vriendschap worden door dienstbaarheid en opoffering bewezen en in de mate waarin je in staat bent dit te doen, ben je zelfloos. En het zelf is de enige hindernis die er tussen de mens en God bestaat, liefdadigheid is het enige middel om die hindernis af te breken opdat de mens oog in oog met God komt te staan.

Iemand vroeg ooit aan de Profeet: ´Wie is de meest gezegende, degene die veel bidt, degene die vast, de pelgrim of de liefdadige?´ De Profeet antwoordde: ´De liefdadige, want hij kan bidden en een moskee voor anderen bouwen om in te bidden; hij kan vasten en degenen die vasten helpen door hen rust en vrede te schenken, door gezinnen die van hen afhankelijk zijn te voorzien in hun onderhoud, hij kan op pelgrimstocht gaan en velen op pelgrimstocht sturen. Daarom zijn al de vier zegeningen besloten in de liefdadige´.

De derde plicht is Roza, vasten. De mens is zo afhankelijk van voedsel dat hij zelfs in zijn babytijd, wanneer hij een engel is, een koning op zichzelf, naar voedsel verlangt. Dit laat zien dat voedsel datgene is wat de mens in het leven het meest nodig heeft. Hij zal zijn diamanten, goud en al zijn schatten geven wanneer er gebrek aan brood is. Daarom is afzien van voedsel als het afzien van het dierbaarste in het leven en het opofferen van alle comfort, vreugde, rust en geluk. Daar het verzaken van lagere dingen het enige middel is om hogere doelen te verwerven kan er geen beter middel dan vasten zijn om spiritueel leven te verwerven. Vasten vermorzelt niet alleen de trek, maar ook de wortel van alle verlangen die de ziel, de vogel van het paradijs, bindt aan de lagere regionen van de aarde. Jezus Christus ging de woestijn in en vastte veertig dagen en op het einde van zijn vasten overwon hij de verleidingen van de duivel.

De vierde plicht van de gelovige is Hajj, of pelgrimage. Er wordt in de Koran gezegd dat Abraham, de vader van de landen en de fontein waaruit zulke stromen als Mozes, Jezus en Mohammed zijn gekomen, een gebed had geofferd toen hij zijn zoon Ishmaël in de dorre woestijn van Arabië achterliet. Zijn hart was gebroken en er kwam een gebed uit omhoog: ´O Heer, zegen dit land, opdat het een centrum van aantrekkingskracht voor de gehele wereld moge worden´. En zo gebeurde het dat het Woord van God in de loop van de tijd opnieuw werd geboren onder de afstammelingen van Ishmaël, Mohammed die de naam van de Heer van Abraham hardop gilde; dit werd vanuit de diepten van de aarde tot aan de hoogste hemel gehoord en weerkaatste van de Noordpool tot de Zuidpool; het schudde de landen op en bracht rassen in beweging, en drong zo door tot de harten van de mensen dat deze woestijn die geen vruchten droeg, geen enkele schat, die geen schoonheid van landschappen bezat en geen aantrekkelijk klimaat een centrum van aantrekkingskracht werd voor talloze zielen; en ze kwamen vanuit alle delen van de wereld en kwamen samen in dat land van zegen, koning en pauper schouder aan schouder staand, beiden de gelijkheid van de mensen in de Aanwezigheid van God erkennend. Sterk en zwak, rijk en arm, hoog en laag, beschaafd en onbeschaafd kwamen allemaal jaar na jaar bij elkaar op pelgrimstocht naar Mekka in dit land; zij waren allemaal in een kleed gehuld, zodat iedereen er hetzelfde uitzag om voor God en de mensheid de gelijkheid te laten zien van de menselijke broederschap. Dit is Hajj.

De vier graden van kennis in de Islam

In de Islam bestaan er geen kasten daar de boodschap was bedoeld om de mensheid in een broederschap te verenigen en toch werd het noodzakelijk geacht individuen op te leiden in overeenstemming met hun evolutie in het leven. Er werd in vier graden een opleiding gegeven, namelijk Shariat, Tariqat, Haqiqat en Marefat.

Daar de wereld van de Islam verwikkeld raakte in nationale en sociale aangelegenheden, beperkten de religieuze autoriteiten zich tot Shariat en beperkten een paar devoten zich tot Tariqat. De laatste zocht de deur van de soefi, een initiatie wensend in het innerlijke licht dat werd bewaard in de twee overgebleven graden, Haqiqat en Marefat.

Twee directe discipelen van de Profeet, Ali en Siddiq, werden door de Profeet ingewijd en zij werden de grote meesters van de innerlijke leringen van de kennis van God. De soefis die in dezelfde tijd leefden als de Profeet vonden baat bij zijn aanwezigheid en bij de inspiratie die ze in het soefisme verworven, die snel wordt verworven via het pad van Shariat, Tariqat, Haqiqat en Marefat.

Shariat betekent de wet die de meerderheid in acht dient te nemen opdat men in harmonie komt met zijn omgeving en met zijn zelf binnenin zichzelf. Hoewel de religieuze autoriteiten van de Islam deze wet hebben beperkt tot restricties kun je op duizend plaatsen in de Koran en de Hadith traceren hoe de wet van Shariat bedoeld is om onderhevig te zijn aan verandering om zo geschikt te zijn voor de tijd en de plaats. De wet van Shariat, anders dan enige andere religieuze wet, gaat over alle aspecten van het leven en dat is de reden waarom de Profeet van de Islam persoonlijk alle aspecten het leven moest ervaren. De Profeet had als wees, strijder, politicus, koopman, schapenherder, koning, echtgenoot, vader, broer, zoon en als kleinzoon verschillende rollen in de verschillende aspecten van het leven in de wereld te spelen voordat hij gereed was om deze goddelijke wet te geven.

Tariqat betekent het begrijpen van de wet naast het volgen ervan. Het betekent dat we de oorzaak achter alles wat we wel of niet zouden moeten doen dienen te begrijpen in plaats van het volgen van de wet zonder die te begrijpen. Van egenen die minder geëvolueerd zijn wordt veronderstel dat ze geloof hebben en zich onderwerpen aan de wet. De wet is er voor degenen wier intelligentie niet de dingen accepteert die niet met de rede verklaard kunnen worden. Haqiqat betekent het kennen van de waarheid van ons wezen en de innerlijke wetten van de natuur. Deze kennis maakt het hart van de mens ruimer. Wanneer hij de waarheid van het zijn heeft verwerkelijkt heeft hij het ene Zijn verwerkelijkt; dan is hij niet anders dan iedereen, dan is hij niet ver verwijderd van iedereen en is hij een met allen. Dit is de graad waarin religie eindigt en soefisme begint.

Marefat betekent de feitelijke verwerkelijking van God, het ene Wezen, wanneer er nergens meer twijfel is.

Wanneer deze vier graden voltooid zijn dan komt soefisme volledig in beeld. Soefi komt van het woord Sáf wat zuiver betekent; niet alleen zuiver van verschil en onderscheid, maar zelfs zuiver van alles wat er geleerd en gekend is. Dat is de staat van God, de zuivere en perfecte Ene.

Het idee van Halál en Harám in de Islam

In het jodendom waren er zeer duidelijk omschreven ideëen omtrent het eten en drinken en omtrent bepaalde dingen die waren toegestaan en andere die verboden waren; en dezelfde ideëen werden wellicht zelfs nog meer ontwikkeld in de Islam. Degenen die ze hebben nageleefd hebben aan de wet van de religie beantwoord en degenen die ze hebben begrepen hebben de waarheid gevonden. Van eetbare zaken waren in het bijzonder het vlees van bepaalde beesten, vogels en van bepaalde schepsels die in het water leven, verboden. De enige reden die ten grondslag ligt aan deze wet was de mens te beschermen tegen het eten van iets dat zijn spirituele evolutie zou kunnen hinderen. In islamitische termen wordt datgene wat rechtmatig is Halál genoemd en datgene wat onrechtmatig is Harám.

Net zoals alles wat de mens eet en drinkt zijn koude of warme effect op het lichaam van de mens heeft en tot op bepaalde hoogte op de mind van de mens, is het, vooral met dierlijk voedsel, natuurlijk dat de mens deel zou nemen aan de kwaliteit van het beest dat hij eet. Met name het varken werd, zowel in het jodendom als in de Islam, aangewezen als een verboden dier. De voornaamste van de vele redenen hiervoor was dat als je het leven van het varken vergelijkt met dat van andere dieren het het meest materialistische dier blijkt te zijn, ongeacht wat het eet, blind in passie en zonder het vermogen tot liefde en affectie. Ook de hond, de kat, in feite alle carnivore dieren, werden vanuit hygiënisch standpunt als Harám beschouwd, ongezond, en de mensen die hun vlees als voedsel hebben gebruikt hebben beseft dat het effect ervan op hun lichaam en mind schadelijk was.

Dan was er onder de joodse en islamitische mensen een wet dat het dier dat als voedsel werd gebruikt op een bepaalde manier gedood zou moeten worden en die manier wordt Zebah genoemd. Mensen geloofden hierin als in een religieus grondbeginsel; zij begrepen de waarheid erachter niet en weigerden vlees te eten dat niet van mensen van hun eigen religie af kwam. De reden voor deze wet was dat mensen geen dieren of vogels zouden eten die een natuurlijke dood waren gestorven, in de veronderstelling dat hun vlees net zo gezond was als dat van net gedode dieren. En hierachter ligt de volgende filosofie: dat het niet alleen vlees is dat de mens goed doet als een wenselijk voedsel, maar ook dat het leven dat zich nog steeds in het vlees bevindt het geheim is van de kracht en de frisheid die vlees-voedsel de mens geeft; ervan eten wanneer het leven weg is is niet hetzelfde; het is vlees, en toch bevindt er zich geen leven in. Dat is de reden waarom er een religieuze gewoonte werd gemaakt zodat als de mensen niet de wetenschappelijke en filosofische basis ervan begrepen, ze het tenminste zouden volgen omdat het hun religie was.

Vervolgens werden bedwelmende dranken Harám gemaakt, vooral tijdens de tijd van de Profeet, die, zo vertelt men, melk van een engel accepteerde die hem twee bekers bracht, een met wijn, de ander met melk. Melk werd beschouwd, net als bij de Vedantisten, als Satva voedsel, een voedsel dat rust, comfort en wijsheid schenkt, terwijl wijn daarentegen werd beschouwd als Tamas voedsel, dat tijdelijke vreugde, plezier, verwarring, opwinding en geluk schenkt. Het is de profeten van alle tijden duidelijk geweest dat het drinken van wijn slechte resultaten kon hebben, wat verklaart dat die werd verboden. Maar hieraan toegevoegd is het een filosofisch feit dat alles van gemaakt is van verrotte substantie, of dat nu vlees, een kruid of een vrucht is, het leven heeft verloren dat er zich in bevond; en het idee is om in eten, drinken en in alles wat er gedaan wordt het leven aan te raken, totdat je in staat bent het eeuwige leven aan te raken, wat als enige de aangeboren hunkering van de ziel is.

Nimaz

Nimaz, of gebed, is een inherente eigenschap in elke ziel. Wat of wie er ook aan de mens als mooi, superieur of waardevol verschijnt, wint hem; en hij geeft zichzelf over, zich bewust van zijn imperfectie en afhankelijkheid van het object of wezen dat hem heeft overwonnen. Dit is de reden waarom zo veel objecten, zoals de zon, de maan, de planeten, de dieren, vogels, spirtis en mensen door verschillende individuen zijn vereerd in overeenstemming met hun evolutie en wat hen aantrok. Maar de geïnspireerde zielen hebben vanaf de eerste dag van de schepping beseft dat alle objecten en wezens die maakten dat de mens ervoor boog, slechts veel in verschijning, maar in bestaan één zijn. Daarom wordt de Ene als het allerhoogste Wezen wordt vereerd, als de Soeverein van beide werelden, als God. Terwijl het leek alsof iedereen het vele vereerde, vereerden ze slechts de Ene, en zij hebben altijd, in welke religieuze vorm dat ook is geweest, dezelfde waarheid onderricht, zich buigend tot die Ene die als enige alle verering verdient.

Daar er zo veel verschillende soorten mensen in de wereld zijn geweest en zo veel gewoonten en omgangsvormen, boog men anders dan de ander. In het ene land boog men naar beneden, in een ander land vouwde ze hun handen; in het ene land knielde de mensen, in een ander land wierpen ze zich ter aarde. De Nimaz was daarom een vorm die werd aangenomen om allen met elkaar te verzoenen en alle gewoonten in een vorm van verering te combineren, zodat de mensen niet zouden vechten over de vormen van verering wanneer ze in werkelijkheid allemaal Een en dezelfde God vereerden.

Om enig doel of enige aangelegenheid te volbrengen zou het hoogste punt eerst het allerlaagste punt dienen te raken. De ziel die op de aarde is neergedaald vanuit haar bestaan in de hemel en die tijdelijk wordt verondersteld dit materialistische lichaam te zijn, stijgt weer op naar haar eerdere glorie door haar hoogste deel op de aarde neer te leggen. Ook wordt het mechanisme van het lichaam in orde gehouden door de regelmatige handeling van de adem via elk deel van het lichaam en door de regelmatige circulatie van het bloed in alle delen van het lichaam; dit kan slechts op de juiste wijze verricht worden door het hoogste deel van het lichaam, het hoofd, op de grond te leggen.

De wereld van de levende wezens bestaat uit ego´s, een Ego dat verscheidene vormen aanneemt en verscheidene ego´s wordt. Onder deze variëteit van ego´s claimt iedereen perfectie, want dit is de natuur van het ware ego van binnen. Bij nader onderzoek blijkt dit ego imperfect te zijn, want het is de imperfectie deling van het perfecte ego. Het is niet perfect, toch claimt het in zijn onwetendheid perfectie en verlangt het wanneer het wijs is naar perfectie. Het imperfecte ego kan deze perfectie alleen bereiken door verering te praktiseren en door zijn leven in de wereld, waarin hij een zodanige nederigheid, zachtmoedigheid en vriendelijkheid laat zien dat deze valse aanname die het imperfecte ego heeft gevormd vermorzeld kan worden. Wat er dan overblijft zal het perfecte ego zijn. Nimaz is de eerste les voor deze verwerving.