Menselijke evolutie

Niet alleen het menselijke ras heeft zich in de loop van de tijd, eeuw na eeuw, ontwikkeld, maar een individu ontwikkelt zich ook tijdens zijn leven. Met andere woorden: de mensheid ontwikkelt zich tijdens het leven van een wereld, terwijl een individu, als hij zich al ontwikkelt, dat tijdens zijn leven doet. Het is mogelijk dat het menselijke ras een tegengestelde richting neemt. In plaats van te evolueren kan het achteruit gaan en zo is het ook met individuen. Maar iemand die werkelijk aan het evolueren is zal niet achteruit gaan. Als hij enige stappen achteruit zou zetten dan zou hij zich ongemakkelijk en ontevreden voelen en zou hij weer vooruit gaan. Hij zal wellicht honderd keer achteruit gaan, maar vervolgens zal hij weer honderd keer vooruit gaan, want iemand die eenmaal de vreugde en het geluk van evolutie heeft ervaren zal er niet tevreden mee zijn als hij achteruit gaat. Bij het voelen van de ontevredenheid ervan zal hij voortgaan.

Het ritme van ieders evolutie is ongetwijfeld anders. Je kunt in de Vadan lezen dat de ene ziel kruipt, de andere ziel loopt, weer een andere ziel rent en nog weer een andere ziel vliegt. En toch leven ze op dezelfde aarde, onder dezelfde zon en worden ze allemaal menselijke wezens genoemd. Wat is het niet vreemd dat er in de huidige tijd een nieuwe spirit in de mensheid is ontwaakt en je de evolutie van de persoonlijkheid niet langer herkent! Wat je onderscheidt is de nationaliteit. Welk land je ook binnenkomt, het eerste waarnaar men vraagt is je paspoort. Het maakt niet uit welke evolutie je hebt en het maakt niet uit wat je ziel aan het ervaren is; zolang je een paspoort bezit dat je onderscheidt als zijnde een onderdaan van dit of dat land, dan is dat het belangrijkste. En heel vaak doen mensen veel moeite om te zeggen: ´Ik ben net zo goed als jij´. Maar stel je de brutaliteit ervan eens voor! Hoe beter je bent hoe minder je jezelf inschat. Degene die werkelijk beter is zou niet kunnen zeggen: ´Ik ben net zo goed als jij´. Dit betekent dat het bewustzijn van de huidige mens inferieur is. Hij zegt: ´Ik ben net zo goed als jij´, omdat hij zich onbewust in zijn mind inferieur voelt.

Wiens fout is dat? Je zou kunnen zeggen dat het de fout van de naties, van de rassen, van de educatie is en je zou kunnen veel andere excuses kunnen geven. Het is echter deze tijd, het is de spirit van deze tijd. Het is de fout van niemand. Toch is het tegelijkertijd niet nodig om in een soort bedwelming door een toestand heen te gaan. Het is beter te ontwaken tot de kennis van die toestand. Het is beter vertrouwd te raken met de werkelijke toestand van de huidige mensheid. Wanneer we de menselijke natuur vanuit een metafysisch standpunt bestuderen dan zullen we zien dat de oorsprong van de menselijke natuur dezelfde is als de oorsprong van alle andere dingen. En het centrale thema van die oorsprong is intolerantie. Zonder enige aanleiding is het eerste gevoel van de mens dat een ander niet dient te bestaan. Later wordt dat gevoel veranderd en wordt de mens sympathieker, harmonieuzer en voorkomender. Maar het eerste gevoel dat hij heeft is dat een ander niet zou moeten bestaan.

Waar komt dit gevoel vandaan? In werkelijkheid is er één leven en is er één wezen; deze wereld van variëteit wordt uit één zijn gemaakt; het is de manifestatie van de Ene. Maar tegelijkertijd verliest het ene Wezen in deze wereld van variëteit, in deze manifestatie, dat bewustzijn van het één-zijn en komt er een bewustzijn van het zijn-van-veel op. Op die manier komt het ene wezen tegenover het andere wezen te staan. Vriendschap, sympathie, harmonie, gehechtheid, devotie komen allemaal achteraf als de mens evolueert, maar het zijn niet zijn eerste gerichtheden. De eerste gerichtheid is een soort schurende invloed. Hoe blij voel je je bijvoorbeeld niet wanneer je alleen in de trein zit en beschouw je het niet als een grote misdaad zodra er iemand binnenkomt! Je zou liever willen dat hij naar de andere wagon was gegaan en jou met rust had gelaten. Het is een natuurlijk gevoel wanneer je in een restaurant alleen aan een tafel aan het eten bent en er een vreemde bij je aan tafel komt zitten – hij kan een engelachtige persoon zijn -, maar zodra hij komt denk je: ´Waarom? Hebben ze niet meer tafels?´ En dit gevoel komt zelfs op bij harmonieuze mensen. Ik spreek niet alleen over de disharmonieuze mensen.

Is het dan zo verbazingwekkend als er in de geschiedenis van de wereld zo veel veldslagen en oorlogen zijn geweest? En waarvoor? Voor niets. De mens is meer gesteld op oorlog dan op vrede. Hij houdt van vrede na een oorlog, maar als hij van de vrede voor de oorlog had gehouden dan zou er nooit een oorlog zijn geweest.

Wat is de ziel? Als er al enige uitleg over de ziel gegeven kan worden dan is het het gevoel van ´Ik ben´. Het gevoel van je existentie, dat is de ziel. Dat deel van je wezen dat voelt dat je bestaat. En wat is het ego? Het ego is datgene wat rondom de ziel wordt verzameld en dat is de kennis van jezelf. Wanneer iemand zegt of voelt: ´Ik besta´, dan is dat het gevoel van de ziel. Maar hij gaat verder en vraagt: ´Als wat besta ik? Ik besta als een fysiek lichaam, als handen, voeten, hoofd, als een lang iemand, als een klein iemand, als een dun iemand, als een gezet iemand´. Dat gevoel een tasbaar en zichtbaar iets te zijn dat is die kennis die de ziel omgeeft, die het ego vormt, de Nafs. Er zijn veel vrienden op deze wereld en er zijn veel vijanden, maar de beste vriend en tegelijkertijd de ergste vijand is ons eigen ego. Het is onze beste vriend wanneer het een vriend wordt, maar het is allereerst de ergste vijand. Elke keer wanneer iemand zich door iets beledigd voelt, elke belediging die iemand voelt, elke impuls om iets te doen, komt allemaal vanuit de Nafs.

Het ego is als de roos en ook als de doornen die de roos omgeven. Het neemt de plaats in van de doornen wanneer het niet wordt ontwikkeld en het wordt een roos wanneer het verfijnd wordt. En de manier om het te verfijnen is om jezelf bescheiden te maken en je verlangens te vermorzelen. Door het proces van kruisiging verfijnt iemand zijn ego. Het is een harde graankorrel en het dient geplet te worden totdat het fijn poeder is geworden, waaruit een pasta wordt gemaakt.

Wanneer het ego in de toestand van een doorn blijft, komen er meer doornen. En steeds meer totdat zijn doornen in die mate zijn toegenomen dat iedereen die die persoon aanraakt ontevreden raakt. Wij hebben allemaal vrienden bij wie we heel dankbaar zouden zijn als ze weg zouden blijven. We houden van ze, we vinden ze aardig, maar we zouden heel blij zijn als ze weg zouden blijven. Wat is dat? Dat zijn de doornen die zeer doen.

Op welke wijze manifesteren deze doornen zich? Zij manifesteren zich in de vorm van woorden, handelingen, verlangens en in de vorm van omgangsvormen. Waarom voel je je geërgerd bij bepaalde mensen in het leven, zelfs voordat ze iets hebben geuit? Omdat de doorn prikt. Wellicht zal diegene zeggen: ´Maar ik heb nog niets gezegd, ik heb nog niets gedaan´, maar hij weet niet dat hij doornen heeft. Er zijn wellicht zo veel doornen dat zelfs voordat hij een woord uit, voordat hij beweegt, zijn aanwezigheid ons prikt. Het is een natuurlijk resultaat van het ego. Of het ego ontwikkelt doornen, of het ontwikkelt zich tot een roos. En wanneer het zich ontwikkelt tot een roos dan wordt iedereen ernaartoe aangetrokken vanwege zijn mooie bloemblaadjes, zijn verfijndheid, zijn welriekendheid, zijn kleur, zijn zachtheid, zijn structuur. Alles eraan is attractief, aantrekkelijk en healend.

Elke ziel dient door vier fasen heen te gaan teneinde tot de culminatie van het ego te komen, wat het bereiken van de fase van de roos betekent. De eerste fase is dat iemand ruw, onnadenkend en nonchalant is. Hij is geïnteresseerd in wat hij wil en in wat hij wenst. Op die manier is hij blind voor de behoeften en wensen van anderen. In de tweede fase is iemand netjes en goed zolang als het zijn interessen betreft. Zolang hij zijn wens in vervulling kan laten gaan is hij aangenaam, vriendelijk, goed en harmonieus. Maar als hij zijn zin niet krijgt en zijn wens niet in vervulling ziet gaan dan wordt hij ruw, grof en verandert hij compleet. En er is een derde fase, wanneer iemand meer betrokken is bij de wens en het verlangen van iemand anders en minder betrokken is bij zichzelf. Wanneer zijn hele hart op zoek is naar wat hij voor een ander kan doen. In zijn gedachte komt de ander eerst en daarna komt hij. Dat is het begin van het veranderen in een roos. Het is slechts een rozenknop maar vervolgens bloeit deze rozenknop in de vierde fase op in de persoon die zichzelf helemaal vergeet bij het verrichten van goede daden voor anderen.

In soefi-termen wordt het vermorzelen van het ego Nafs Kushi genoemd. En hoe vermalen we het? We vermalen het door onszelf soms onder handen te nemen. Wanneer het zelf zegt: ´O nee, ik dien zo niet behandeld te worden´, dan zeggen we: ´Wat doet dat ertoe?´. Wanneer het zelf zegt: ´Hij zou dit gedaan moeten hebben, zij zou dat gezegd moeten hebben´, dan zeggen we: ´Wat maakt het uit of het zo of zo gebeurt? Iedereen is wie hij of zij is. Je kunt hem of haar niet veranderen, maar je kunt jezelf veranderen´. Dat is het vermalen.

Wanneer een doorn zich laat zien en je die vermaalt zodra je die opmerkt dan zal diezelfde doorn door vermorzeld te worden veranderen in een roos, want de doorn behoort ook bij de rozenstruik. En wanneer iemand zegt: ´Ik zal deze positie niet innemen, ik zal dit niet eten, ik haat het, ik veracht het, ik kan het niet uitstaan, ik kan er niet naar kijken, ik kan het niet verdragen, ik kan het niet verduren´, dan zijn dit allemaal kleine doorntjes. Iemand kan het niet weten, maar het zijn doornen, en wanneer ze worden vermorzeld dan komt er de roos uit te voorschijn. Hoe gemakkelijk is het niet voor mensen om te zeggen dat ze iets over mystiek en occultisme willen weten. Als er een nog grotere naam zou zijn dan zouden ze daar interesse in tonen en ze zijn ervan overtuigd dat door het lezen van boeken je het kunt begrijpen, dat je door lessen te leren het kunt leren of dat je door bepaalde oefeningen te doen het kunt kennen. Maar het is het dagelijkse leven dat ons van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat onderricht. Ieder moment van de dag en de nacht worden we geconfronteerd met iets waartegen onze Nafs rebelleert. En als we die gelegenheid aangrijpen om het te vermorzelen, om het te beheersen dan zou onze persoonlijkheid in een paar jaar tijd een roos worden.

Is het dan altijd verkeerd om een zogenaamde egoïst te zijn? Er zijn veel soorten egoïst. Er zijn goede punten en er zijn slechte punten in een egoïstisch iemand. De egoïst is zelfzuchtig en zelfzuchtige mensen kunnen wreedheid en oneerlijkheid voortbrengen. Er zit echter een andere kant aan en dat is trots, onafhankelijkheid en onverschilligheid die hem bevrediging schenken. Bovendien wanneer de ware egoïst, van wie het ego voor hem staat als een stenen standbeeld, naar dat ego kijkt dan wordt dat ego na enige tijd een levend wezen. Het komt tot leven en wordt precies dat wezen waarnaar je op zoek bent. Daarom is de juiste egoïst juist en de onjuiste egoïst onjuist.

Voor wie zullen we een troon met zachte kussens bouwen? Omwille van onze eigen ijdelheid, denkend dat we beter zijn dan anderen? Nee, voor het plezier van anderen en niet voor onze eigen ijdelheid. Zodra de vraag opkomt: ´Ben ik niet beter dan de anderen, ben ik niet spiritueler of wijzer dan de anderen?´, dan is er ´ik´. Dat is verkeerd. Wat maakt het uit wat we zijn zolang we in staat zijn anderen plezier te verschaffen, het leven voor anderen gemakkelijk te maken? Want dit is de wereld van kommer en kwel. Er komt geen einde aan de problemen. Van koning tot arme, van de rijkste tot de armlastigste, er hangen eindeloze problemen boven het hoofd van elk individu. En als we voor iemand van enig nut kunnen zijn dan kunnen we gemakkelijker leren wat mystiek is. Want het is de enig ware mystiek wanneer iemand beseft dat hij God pleziert door de mensheid te plezieren.

Alleen op deze manier kunnen we het ego vermorzelen. Elke keer wanneer we de prik ervan opmerken, elke keer dat de doornen ervan voor onze ogen verschijnen, zouden we het moeten vermorzelen en zeggen: ´Wat ben jij? Ben jij niet de doornen, ben jij niet de oorzaak van verdriet voor anderen en ook voor mijzelf? Ik wil mijn eigen wezen niet in zo´n vorm zien, in de vorm van doornen! Ik wil dat mijn wezen veranderd wordt in een roos, opdat ik geluk, plezier en comfort aan anderen moge brengen´. Als er iets is wat er nodig is in spiritueel onderricht, in het zoeken naar waarheid, in zelfverwerkelijking, dan is het de verfijning van het ego. Want hetzelfde ego dat begint als onze ergste vijand zal op het einde, als het is ontwikkeld, gecultiveerd en verfijnd, onze beste vriend worden.