De geschiedenis van de soefi's

Soefisme heeft nooit een eerste exponent of een historische oorsprong gehad. Het heeft vanaf het begin bestaan omdat de mens altijd het licht heeft bezeten dat zijn tweede natuur is. En licht kan in zijn hogere aspect de kennis van God genoemd worden, de goddelijke wijsheid – in feite, soefisme. Soefisme is altijd beoefend en de boodschappers ervan zijn mensen van het hart geweest. Dus heeft het zowel de meesters als anderen toebehoord.

De overlevering beweert dat Adam de eerste profeet was, wat aantoont dat wijsheid al de eigenschap van de eerste mens was. Er zijn onder het menselijke ras altijd wat mensen geweest die naar wijsheid hebben verlangd. Dezen zochten spirituele wezens in hun eenzaamheid op, hen dienend met eerbied en devotie en van hen wijsheid lerend. Slechts een paar mensen konden deze spirituele wezens begrijpen, velen echter werden door hun grootse persoonlijkheden aangetrokken. Zij zeiden: ´Wij zullen u volgen, wij zullen u dienen, wij zullen in u geloven, wij zullen nooit iemand anders volgen´, en de heiligen zeiden tegen hen: ´Mijn kinderen, wij zegenen jullie. Doe dit, doe dat. Dit is de beste manier om te leven´. En ze gaven hun volgelingen voorschriften en principes, die in hen volgzaamheid en bescheidenheid zouden kunnen voortbrengen. Op deze manier werden de religies gevormd.

In de loop van de tijd werd de waarheid echter verloren. De neiging om te domineren diende zich aan en daarmee het patriottisme van de gemeenschap en het vooroordeel jegens anderen. En zo werd wijsheid geleidelijk aan verloren. Religie werd geaccepteerd, hoewel met moeite, maar de evolutie van de wereld was in die tijd niet zodanig dat ze de soefi´s kon begrijpen. Zij werden bespot, slecht behandeld, belachelijk gemaakt. Zij werden gedwongen zich voor de wereld te verbergen in de grotten van de bergen en in de eenzaamheid.

In de tijd van Christus waren er soefi´s onder de eersten die acht op hem sloegen en in de tijd van Mohammed waren de soefi´s op de Berg Zafah de eersten die reageerden op zijn schreeuw. Een van de betekenissen van het woord ´soefi´ is deze associatie met Berg Zafah. Mohammed was de eerste die de weg voor hen vrijmaakte in Arabië en ze hadden vele volgelingen, waaronder Sadik en Ali.

Soefisme verspreidde zich vervolgens tot Perzië. Maar elke keer wanneer de soefi´s hun vrije denken tot expressie brachten werden ze aangevallen door de gevestigde religies en daarom vond het soefisme zijn uitlaatklep in poëzie en muziek. Zo gebeurde het dat de grote soefi-dichters, zoals Hafiz, Roemi, Shams-e Tabriz, Sa´di, Omar Khayyám, Nizami, Farid, Jami en anderen, de wijsheid van soefisme aan de wereld schonken. Roemi´s oeuvre is zo groots dat als je dat hebt gelezen en begrepen je elke filosofie die er bestaat hebt geleerd. Zijn gedichten worden gezongen in de heilige bijeenkomsten van de soefi´s als onderdeel van hun aanbidding. De levens van de soefi´s waren prachtig in hun vroomheid, in hun menselijkheid.

Het was in India dat de kunst van het soefisme tot volmaaktheid werd gebracht. India is al sinds hele lange tijd een spiritueel land. Mystiek was een wetenschap voor de Indiërs en het was hun eerste doel in het leven. Dit was zo in de tijd van de Mahadeva en later in de tijd van Krishna. Toen soefisme deze grond had gevonden om zijn zaadje in te stoppen bereikte het volmaaktheid en veel hoog-getalenteerde mensen werden volgelingen, waaronder Khwaja Moin-ud-Din Chishti. Muziek speelde een belangrijke rol in hun leven en opleiding. Bij deze soefi´s bereikte de kunst van devotie, van idealisering, haar hoogste ontwikkeling en hun bewustzijn verwierf vrijheid van het uiterlijke plan.

De vertalers en lezers van de perzische dichters hebben, terwijl ze hen hooglijk bewonderden en loofden, vaak de fout gemaakt krediet te verlenen waar dat nodig was. Ze hebben over de dichters gesproken als hadden ze alles uit zichzelf hadden geproduceerd en niets hadden geërfd van de overlevering van het verleden. Perzië, liggend tussen Griekenland, Egypte, Arabië en India werd echter beïinvloed door Plato, Socrates, het hindoeïsme en het boeddhisme en vooral door hun dichtkunst en filosofie. Alles in de wereld wordt op de een of andere manier beïnvloed door andere dingen, dus kan men niet zeggen dat soefisme in Perzië werd geboren en dat het van tevoren niet bestond. Het is een niet te ontkennen feit dat soefis bestaan hebben in de tijd van Mohammed en zelfs eerder en dat Mohammed graag met hen converseerde en hen adviseerde. Dus absorbeerde soefisme in de loop van de tijd de invloed van veel religies. En op zijn beurt beïnvloedde het veel andere religies. Hoewel er weinig van de klassieke geschriften overleven en hoewel dat beetje veel verloren heeft door verkeerde interpretatie kunnen er toch nog steeds sporen van dit klassieke soefisme gevonden worden.

In de oudheid werd de Sáfa gesticht, de Broederschap van Zuiverheid. Haar doctrine was: Ken uzelf en u zult God kennen. Deze studenten van het zelf waren soefi´s, want soefisme is de studie van het zelf.

Soefi´s en yogi´s kunnen elkaar respecteren, daar het enige verschil tussen de yogi en de soefi is dat de yogi meer geeft om spiritualiteit en de soefi meer om mens-wording. De yogi vindt dat het beter is God te zijn. De soefi vindt dat het beter is mens te zijn, omdat als je slechts spiritueel bent er altijd het gevaar bestaat van een val. Ons lichaam heeft de neiging om op de grond te vallen. De soefi zegt dat je, omdat alle behoeften en verlangens van dit lichaam en de zintuigen ervan bestaan, die zou moeten bevredigen. Hij zegt dat we zouden moeten hebben wat we kunnen hebben, maar als we het niet kunnen hebben, dan zouden we daar niet om moeten geven. Toch is er geen innerlijk verschil tussen de soefi en de yogi. In wijsheid is er geen verschil. Als er al enig verschil lijkt te zijn dan is dat een verschil van vorm.

Er ligt vreugde in eenheid. Niet enkel op het spirituele gebied maar ook op het materiële gebied, op beide gebieden. Waarom breng je je handen bij elkaar? Omdat er waar er twee bestaan vreugde ligt in het ontmoeten. Er zijn twee ogen; wanneer ze zijn gesloten is er vreugde. Wanneer de adem door beide neusgaten heen gaan voelt de mysticus een extase. Waarom schudden mensen de hand? Waarom vinden mensen het fijn als ze zich omhelsen? Waarom zoeken de mensen het gezelschap van een wetenschapper of van een wijze man? Omdat een ziel wordt aangetrokken en wordt verenigd met een andere ziel. De vreugde ligt niet enkel in spiritualiteit, maar in de vereniging van het spirituele en het materiële.

Helemaal dier zijn is niet goed. Helemaal engel zijn ook niet, omdat we met een dierlijk lichaam gemaakt worden dat behoefte heeft aan eten, drinken en slapen en waarvan de zintuigen duizend behoeften hebben. We zouden die dierlijke eigenschappen die onschuldig zijn moeten houden en die dierlijke eigenschappen die schadelijk zijn moeten opgeven. Eten is niet slecht en drinken is niet slecht, maar om voedsel van het bord van iemand anders te graaien wanneer ze zelf al voedsel hebben is iets slechts.

Het centrale thema van het leven van de soefi is de vrijheid van de ziel. Zoals de grote perzische soefi-dichter Roemi zegt: ´De ziel op aarde bevindt zich in een gevangenis en ze blijft daar zolang ze op aarde leeft´. De mens kan zich dat wel of niet realiseren, maar er is een diepe hunkering in elke ziel om boven deze gevangenschap uit te stijgen, om eraan te ontsnappen. En het antwoord op deze hunkering is spirituele verwerving.

Er zijn twee oogpunten van soefi´s: het ene wordt Rind genoemd en het andere Salik. Het oogpunt dat Rind wordt genoemd wordt heel goed tot expressie gebracht in de vertaling van Fitzgerald van Omar Khayyám: ´O mijn geliefde, vul de beker die vandaag schoonwast van vroegere spijt en toekomstige angst. Welaan, morgen zal ik mezelf zijn, met de zevenduizend jaar van gisteren!´ Hiermee bedoelt hij: Maak het beste van dit moment. Op dit moment kun je duidelijk de eeuwigheid zien, als je in het nu leeft. Maar als je de wereld van het verleden of de wereld van de toekomst voor ogen houdt, leef je niet in de eeuwigheid maar in een beperkte wereld. Met andere woorden: leef noch in het verleden noch in de toekomst, maar in de eeuwigheid. Dit is het moment waarop we zouden moeten proberen dat geluk te ontdekken dat in de vrijheid van de ziel moet worden gevonden.

Dit is het centrale thema van alle grote dichters die Rind genoemd kunnen worden. Hun levens zijn niet gebonden aan zogenaamde principes, zoals de prinipes die bekend zijn aan de orthodoxen. Zij zijn vrij van elke soort van dweperij, dogma en principe dat de mensheid wordt opgedrongen. Tegelijkertijd zijn het mensen met hoge idealen en grootse zeden, diepe gedachten en een zeer vergevorderde verwerkelijking. Zij leiden in deze wereld van gevangenschap waar elk wezen een gevangene is een leven van vrijheid.

Dan zijn er de Salik onder de soefi´s, die ethiek bestuderen en erover mediteren en diep nadenken en die volgens bepaalde principes leven. Het leven onderricht hen en gidst hen op het juiste pad en zij leiden een leven van vroomheid en verzaking. De weg van de Salik is elke religie die iemand maar kan hebben te begrijpen en die volgens zijn eigen gezichtspunt te volgen. De Salik maakt gebruik van religieuze terminologie net zoals de orthodoxen dat doen en hij bezoekt dezelfde ceremonies. Maar voor hem is hun betekenis anders. Dus heeft elke lijn van de heilige geschriften een specifieke betekenis voor een Salik, want hij beziet die in een speciaal licht.

Hogere en subtielere gedachten over God, de mens en het leven kunnen alleen begrepen worden in overeenstemming met de evolutie van de mens. En daarom is het natuurlijk dat die soefi´s die Salik genoemd worden eerst de religieuze vorm accepteren teneinde in harmonie te raken met andere mensen. En vervolgens interpreteren ze de ware wijsheid die in die religie is gevonden.

Het merendeel van de soefi-literatuur wordt op zodanige wijze geschreven dat het voor iemand die de innerlijke, onderliggende betekenis niet kent, zeer verbazingwekkend zal zijn. Als we de gedichten van Hafiz nemen dan merken we op dat de naam van God er zelden in wordt vermeld. Als we de gedichten van Omar Khayyám nemen, die zozeer worden gewaardeerd in de westerse wereld dan zullen we zien dat hij het altijd over wijn, de geliefde, de bokaal, de eenzaamheid heeft. Iemand zou kunnen zeggen: ´Wat voor soort spiritualiteit is dit? Hij spreekt over niets anders dan wijn en de bokaal! Als dit spiritualiteit is, dan is dat een groot jammerlij feit voor de mensheid!´ Er bevindt zich inderdaad in deze gedichten weinig devotionele expressie. In de gedichten van Jami is er helemaal geen expressie van devotie. Noch in de gedichten van honderd andere soefi-dichters die worden beschouwd als grootse, wijze mannen en mystici. Zij waren bang dat als ze eenmaal bekend zouden staan als spiritueel, zij altijd een spiritueel iemand moesten lijken, eruit moesten zien als een spiritueel iemand, en moesten spreken als een spiritueel iemand. En zij waren bang dat ze op die manier hun vrijheid zouden verliezen en als hypocriet beschouwd zouden worden.