Karakter is als het ware een beeld met lijnen en kleuren dat we binnenin onszelf maken. Het is wonderlijk te zien hoe de gerichtheid op karakter-ontwikkeling al in de kindertijd opkomt, net zoals je in een vogel het instinct ziet om een nestje te bouwen. Een kind begint met het opmerken van allerlei dingen in volwassenen en vervolgens neemt het alles over wat het het leukst vindt en alles wat hem aantrekt. Hierdoor begrijpen we dat wanneer iemand helemaal door zichzelf in beslag wordt genomen hij geen tijd heeft voor karakter-ontwikkeling, want hij heeft geen tijd om aan anderen te denken. Als bijvoorbeeld zelfs de grootste acteurs zichzelf niet op het podium vergeten, kunnen ze niet acteren. De musicus kan niet goed spelen als hij zichzelf tijdens het spelen niet kan vergeten. Zoals met alles hangt de taak van het ontwikkelen van jezelf helemaal af van het vergeten van jezelf. En dit is de sleutel voor het gehele leven. Ik heb mensen ontmoet die zich hadden onderscheiden in de kunst, wetenschap, filosofie, religie en op alle terreinen en ik heb ontdekt dat zij allen deze grootsheid hadden bereikt door middel van deze kwaliteit, de kwaliteit om zichzelf te vergeten. En ik heb ook mensen met grootse kwaliteiten gezien die echter niet het beste uit hun leven konden halen omdat ze deze ene kwaliteit niet bezaten.
Ik herinner me een vina-speler, een zeer wonderbaarlijke musicus, die gewoonlijk vele uren per dag speelde en studeerde, maar elke keer wanneer hij voor publiek moest spelen wordt hij zich zelf-bewust. De eerste gedachte die bij hem opkwam was hijzelf. En wanneer dat gebeurde vielen alle impressies van de mensen daar op hem. Meestal pakte hij dan zijn vina, bedekte die en rende weg. Aan de andere kant echter heb ik Sarah Bernhardt eenvoudigweg de Marseillaise horen reciteren en dat was alles. Maar wanneer zij echter op het podium verscheen en dit gedicht reciteerde won ze elk hart in het publiek, want op dat moment – het was tijdens de oorlog – was zij Frankrijk. Wat haar in staat stelde om Frankrijk te zijn was haar concentratie, haar manier om zichzelf te vergeten.
Karakter-ontwikkeling is veel grootser en belangrijker dan het bouwen van een huis, een stad, een land of een imperium. Je zou kunnen vragen waarom het zo belangrijk is, daar het slechts de ontwikkeling van ons insignificante zelf is, maar velen hebben een gebouw of zelfs een land opgebouwd en zij zijn verdwenen en er is geen herinnering aan hen achtergebleven. De Taj Mahal is een van de prachtigste gebouwen op de wereld. Degenen die het zien – kunstenaars, architecten – hebben er een grote bewondering voor, maar dat is ook alles. Niemand wil weten wie het heeft gemaakt. Het hart van niemand wordt bewogen vanwege de bouwer ervan.
Tot op deze dag herhalen de hindoes vroeg in de ochtend: ´Ram, Ram´. De boeddhisten roepen de Heer Boeddha aan en de christenen roepen Christus aan. Waarom? Enkel vanwege de persoonlijkheid van deze heiligen, het magnetisme dat het hunne was. De woorden van Christus zo veel honderd jaar geleden gesproken worden vandaag de dag nog herinnerd eenvoudig vanwege zijn persoonlijkheid. Het is niet alleen spiritualiteit: er zijn veel madzubs geweest die zeer spiritueel waren. Zij waren verenigd met God, maar zij zijn heengegaan en niemand herinnert zich hen. Het is niet vroomheid: er zijn veel vrome mensen in zittend in de moskee of de kerk hun rozenkransjes bidden. Hun vroomheid is voor zichzelf. Zij kunnen de wereld niet bewegen. Dus als het niet spiritualiteit of vroomheid is, wat is het dan wel? Het is de ontwikkeling van de menselijkheid in ons.
Deze ontwikkeling behelst onze intelligentie, ons hart en onze mind. Ze behelst de intelligentie omdat als we liefde hebben maar geen intelligentie om het genoegen van de geliefde te kennen dan kunnen we wel een groot liefhebber zijn maar zal onze liefde vruchteloos zijn. Ze behelst het hart, omdat als we intelligentie hebben maar geen gevoel, geen sympathie, we dan wel heel beleefd mogen spreken, we dan wel heel gepolijst in onze manier van doen mogen zijn, maar als er van binnen verbittering bevindt, als we niet voelen wat we zeggen, dan zou het beter zijn als we niets hadden gezegd. Ze behelst de mind, omdat als we intelligentie en gevoel hebben maar geen bedachtzaamheid, geen gevoel voor wat er gepast is, we dan onwetend zijn. Je kunt heel goed vertrouwd zijn met de europese manier van doen en het europese decorum, maar als je naar het hof van een oosterse koning wordt gestuurd dan zul je je geen raad weten. Of iemand kan dan wel de etiquette van een indisch hof kennen, maar als hij naar Europa komt weet hij weinig over de westerse omgangsvormen.
Het is een groot voorrecht om mens te zijn, zodat we onze menselijkheid kunnen ontwikkelen en in de mind menselijk zijn, zowel in werkelijkheid als in vorm. Het voorrecht bestaat uit het zijn van een mens, die het ideaal van God is.
Het is niet de rots, die niet weet of er een koning of een bedelaar is, een heilige man of een verknipt persoon op hem staat. Het zijn niet de engelen, die geen hart om mee te voelen of voor een ander te voelen. Zij voelen de hulde van God, zij prijzen God. Het is de mens aan wie een hart is geschonken.
Een hindoestaanse dichter zegt: ´Nabi worden, een heilige of een profeet, Ghauth, Qutb, is heel moeilijk. Wat zal ik je vertellen over de worstelingen in hun levens als het voor de mens zelfs moeilijk is om menselijk te worden?´ Het is inderdaad heel moeilijk om spirituele graden te bereiken. We zouden eerst moeten proberen menselijk te worden. Een engel worden is niet moeilijk, materialistisch worden is gemakkelijk, maar om in de wereld te leven, in alle moeilijkheden en worstelingen van de wereld en om tegelijkertijd menselijk te worden, dat is erg moeilijk. Als we dat worden dan worden we het miniatuur van God op aarde.