Men verwart vaak de twee woorden intellect en wijsheid. Soms gebruikt men het woord intellect voor wijsheid, soms wijsheid voor intellect. In feite zijn het twee totaal verschillende kwaliteiten. De kennis die door het kennen van namen en vormen in de uiterlijke wereld wordt geleerd behoort aan het intellect. Maar er is een andere bron van kennis en die bron van kennis bevindt zich binnenin jezelf.
De woorden ´binnenin jezelf´ kunnen sommige mensen verwarren. Ze zouden kunnen denken dat ´binnenin jezelf´ binnen in je lichaam betekent. Maar dat is omdat de mens onwetend is over zichzelf. De mens heeft een erg gebrekkig idee van zichzelf en dit houdt hem onwetend over zijn ware zelf. Als de mens toch eens zou weten hoe groot, hoe weids, hoe diep en hoe hoog zijn wezen is dan zou hij anders denken, handelen en voelen. Maar met al zijn weidsheid, diepte en hoogte is de mens als hij zich niet van die zaken bewust is net zo klein als hij denkt dat hijzelf is.
De essentie van melk is boter, de essentie van de bloem is honing, de essentie van druiven is wijn en de essentie van het leven is wijsheid. Wijsheid is niet noodzakelijkerwijs een kennis van namen en vormen. Wijsheid is de totale som van die kennis die je zowel van binnenuit als van buitenaf verwerft. Een intellectueel mens zal argumenteren, zal discussiëren, maar heel vaak over een onderwerp dat hij zelf niet helemaal beheerst. Oppervlakkig gezien laat de woordenwisseling van zulke mensen je geloven dat zij het weten, maar juist vanwege het feit dat ze een woordenwisseling voeren is het evident dat ze het niet weten. Degene die weet hoeft niet te argumenteren. Hij weet. En hij is zo tevreden met zijn kennis dat hij niet die honger heeft die door degene die argumenteert wordt gevoeld.
In de natuur kan een spoort van wijsheid worden getraceerd door het instinct te bestuderen: onder vogels is dat de kunst van het bouwen van een nest, onder vissen is dat de kunst van het zwemmen en de wetenschap die er onder vogels en dieren bestaat omtrent het kennen van hun medicijn wanneer ze ziek zijn. In de klassieke overleveringen van het oosten bestaat een geloof dat geneeskunde het eerst door de beer werd geleerd. De reden was dat de beer, wanneer hij ziek was, wist waar hij naartoe moet gaan en welk kruid of welke remedie hij moest vinden en moest nemen om een genezing teweeg te brengen.
Wat wij intellectuele studie noemen is een verzameling van kennis die aan de mens is gegeven als iets om te leren en hij vindt het iets om op te vertrouwen. Maar dat is niet alle kennis. Het is slechts een beperkt deel van kennis. Er is een ander aspect dat uit de essentie van het leven gehaald kan worden. Datgene wat instinct in de dieren en vogels wordt genoemd, in de lagere schepping, dat zelfde instinct wordt intuïtie wanneer het in de mens wordt ontwikkeld. Het is niet waar zoals enkele psychologen zeggen dat een kind weet dat het heeft geleerd, of het nu een aangename of onaangename houding is, of het nu een goede omgangsvorm is of een belabberde omgangsvorm. Als twee kinderen van verschillende ouders of van verschillende rassen werden opgevoed zonder speciale training dan zou je ontdekken dat elk van hen verschillende omgangsvormen en neigingen zou vertonen. En als je zou overwegen hoe veel je leert van de uiterlijke wereld en hoe veel je leert van binnenuit dan zou het niet overdreven zijn te zeggen dat je negenennegentig procent van binnenuit leert en een procent van buitenaf – als al. Het is niet het uiterlijke leren dat maakt dat iemand een werkelijk groots persoon of persoonlijkheid in de wereld wordt; het is het naar binnen gerichte leren dat hem helpt dat te worden. Dit betekent op geen enkele wijze dat uiterlijk leren niet vereist is, uiterlijk leren als het middel om op een betere manier datgene uit te drukken wat je van binnenuit krijgt. Als iemand ooit iets heeft geleerd is het toch van binnenuit dat hij het heeft geleerd.
Intellect, in elke fase van zijn ontwikkeling is een stap in de richting van de kennis van waarheid en daarom zou intellectuele activiteit niet moeten worden beoordeeld als een onwaardig middel om de waarheid te bereiken. Desalniettemin is het aanmatigend van de kant van de mens om de waarheid proberen te waarderen door middel van het intellect. Het intellect is de mal die wordt gevormd door alles wat we hebben geleerd en ervaren en via deze mal is intelligentie werkzaam. Intelligentie is de wetende kwaliteit.
Intellectuele kennis heeft veel te maken met het brein, terwijl wijsheid voortkomt van binnenuit het hart. In wijsheid zijn zowel hoofd als hart werkzaam. Je kunt het brein de zetel van het intellect noemen en het hart de troon van wijsheid. Ze zijn in werkelijkheid echter niet gesitueerd in het brein of in het hart. Wijsheid kan spirituele kennis genoemd worden maar de beste definitie van wijsheid zou volmaakte kennis zijn, de kennis van het leven van binnenuit en van buitenaf.
Hoe kun je je bezighouden met de wijsheid die zich van binnen bevindt? Door je allereerst te realiseren dat intuïtie zich binnenin jezelf bevindt. Niet iedereen gelooft wellicht in intuïtie. En onder degenen die er wel in geloven vertrouwt niet iedereen zijn intuïtie. Ongetwijfeld hebben ze een reden om die niet te vertrouwen, want een intuïtie lijkt vaak futiele kennis te zijn. Om welke reden echter blijkt intuïtie verkeerd te zijn? Omdat het geen intuïtie was. Zij dachten slechts dat het dat was. Niet iedereen is in staat zijn eerste impuls te vangen, want de activiteit van de mind gaat altijd van het ene naar het andere. Zodra er een gedachte van binnenuit komt laat de activiteit van de mind hem naar een andere gedachte gaan en zo gelooft de mind dat hij over een idee heeft nagedacht terwijl hij in werkelijkheid naar een ander idee is gegaan.
Op deze manier begin je intuïtie te wantrouwen. En wanneer je je eigen intuïtie wantrouwt heb je geen vertrouwen in jezelf. En de betekenis van geloof is zelf-vertrouwen. Wat het geloof of wat de geloofsovertuiging van iemand ook is, als hij geen vertrouwen in zichzelf heeft, zal die niet substantieel zijn. Als iemand bij een wijze man zou komen en zou zeggen: ´Ik geloof in u, ik vertouw u, maar ik kan mezelf niet vertrouwen´, dan zou hij zeggen: ´Ik waardeer uw vertrouwen en geloof zeer, maar ik kan u niet vertrouwen´. Als er echter iemand anders zou komen en hem zou vertellen: ´Ik vertrouw mezelf, maar ik weet nog niet of ik u kan vertrouwen´, dan zal hij zeggen: ´Er bestaat hoop voor die mens´, want hij zal weten dat die persoon zijn eerste stap al heeft gezet. Hij moet nu de volgende stap zetten. Degene die zijn eigen intuïtie niet kan vertrouwen is onthutst, hij weet niet wat hij wil. Hij zal altijd vertrouwen op uiterlijke zaken die hem redenen geven. Maar de zaken van het uiterlijke leven die onderhevig zijn aan continue verandering, aan dood en destructie, zijn niet betrouwbaar. Deze zaken worden door de Hindoes Maya of illusie genoemd. Iemand die zichzelf een positivist noemt omdat hij vertrouwt op uiterlijke rede, vertrouwt op iets veranderlijks en iets wat onderhevig is aan de dood.
Het is niet gemakkelijk een intuïtie te herkennen. De gedachte-golven zijn net als stem-golven. Het is niet ondenkbaar dat de gedachte van een ander in dat veld binnenzweeft waarvan je je bewust bent en je kunt die horen en denken dat het jouw intuïtie is. Heel vaak voelt iemand zich gedeprimeerd of lacherig zonder enige specifieke aanleiding. Dit kan een soort zwevende gedachte of gevoel zijn van iemand anders die door zijn mind of wezen heen gaat, en hij begint zich, voor dat moment, gelukkig of verdrietig te voelen zonder enige aanleiding. En het gebeurt iedereen gedurende de dag herhaaldelijk dat er gedachten, gevoelens en verbeeldingen komen die hij nooit zelf heeft gehad of waartoe hij geen reden had om die te hebben. Het zou niet juist zijn dit intuïtie te noemen. Water dat in een ondiepe vijver wordt gevonden is niet hetzelfde als het water dat zich in de diepte van de aarde bevindt. Daarom moeten de gedachten die komen en gaan, zwevend aan de oppervlakte, niet vertrouwd worden. Ware intuïtie dient gevonden te worden in de diepte van je wezen.
Er is ook een verschil tussen intuïtie en impuls. Impuls is als een strootje dat drijft op de oppervlakte van het water. En dit strootje wordt zelf een impuls wanneer het door de golf die van achteren komt wordt voortgeduwd. Dat is de reden waarom een mens geprezen wordt voor een juiste impuls en wordt beschuldigd voor een verkeerde impuls. Als je zou zien wat er zich achter een impuls bevindt dan zou je terughoudend zijn in het uiten van je mening over het onderwerp.
Impuls wanneer die puur is, is intuïtie, maar het is zelden puur omdat hij wordt bedorven door de rede.
Het eerste wat je dient te leren is te geloven in het bestaan van zoiets als intuïtie. Het volgende is in staat zijn je intuïtie te volgen, zelfs ten koste van iets waardevols. Zelfs als je enige tijd wordt bedrogen, zul je niet continu worden bedrogen. Dus zul je uiteindelijk jezelf op het juiste pad vinden. Het derde punt echter is je mind eenpuntig te maken met behulp van concentratie, wat je zal toestaan op gepaste wijze intuïtie waar te nemen. Net zoals voor het horen de oren zo gemaakt zijn dat de stem-golven erin resoneren en helder worden, zo zou de mind tot een soort vaardigheid of mal gemaakt moeten worden waarin de intuïtie helder kan worden. De moeilijkheid is dat naar buiten toe de taak van de oren anders is dan de taak van de ogen. De mind echter ziet en hoort tegelijkertijd.
De mind is zowel ontvankelijk als scheppend, maar kan niet tegelijkertijd waarnemen en scheppen. Want scheppen is uitdrukken en waarnemen komt door ontvankelijkheid. Onder de mensen zijn er twee temperamenten, in soefi-termen het Jelal- en het Jemal-temperament genoemd. Het Jelal-temperament is expressief en het Jemal-temperament is ontvankelijk. Dat is de reden waarom sommige mensen graag luisteren en anderen graag spreken. Er zijn veel mensen die graag actief zijn terwijl anderen graag anderen zien handelen. Degene die werkt is blij om te werken. Degene die blijft zitten blijft liever zitten. Beiden hebben plezier aan hetgeen er eigen is aan hun temperament. De ene is scheppend, de ander ontvankelijk. Je kunt echter meester over je leven worden door deze twee verschillende vermogens onder handen te nemen en door te proberen om op het ene moment scheppend te zijn en op het andere moment ontvankelijk. Degene die scheppend is heeft ongetwijfeld actie nodig en een kennis van actie. Degene echter die ontvankelijk is heeft concentratie nodig en de houding van de mind die ontvankelijk is. Er is een derde temperament dat tegelijkertijd ontvankelijk als scheppend is en dit temperament, dat Kemal wordt genoemd, brengt geen resultaten voort.
De mind kan een ontvanger worden voor de kennis die van binnenuit komt. Als we naar mensen kijken, zullen we ontdekken dat er onder honderd mensen negenennegentig mensen zijn die van nature scheppend zijn en dat er slechts één ontvankelijk genoeg is om via zijn intuïtieve vermogen te ontvangen. De moeilijkheid met de mind is dat wanneer je wenst te ontvangen, de mind wenst te scheppen. En dat de mind wil ontvangen wanneer jij wenst te scheppen. De Hindoes vergelijken de mind met een weerspannig paard. Een paard zal niet onder controle gebracht worden en niet in de richting gaan waarin jij wil dat het gaat als je hem niet de teugels hebt gegeven. Dus die wijsheid die als de essentie van het leven is en die binnenin jezelf gevonden dient te worden kan alleen verworven worden door eerst de mind gehoorzaam te maken. En dit kan door concentratie gedaan worden. Mensen zullen gemakkelijk begrijpen als je hen over stem-vorming vertelt hoe noodzakelijk het is om de stem te trainen teneinde te zingen. Zij kunnen ook gemakkelijk begrijpen waarom het nodig is fysieke ontwikkeling te leren teneinde de spieren sterk te maken. Maar wanneer het aankomt op het trainen van de mind dan vraagt iemand op de eerste plaats: ´Is er een mind? Ik dacht dat er alleen maar een brein was´, en zelfs als hij toevallig in de mind gelooft dan weet hij niet wat ermee gedaan kan worden. Hij zal alles behalve het trainen van de mind waardevol vinden. Hij kan zelfs denken dat het een bezigheid voor luie mensen is, die de luxe hebben om hun tijd eraan te besteden. De grootste vergissing die iemand kan maken is een kind verre te houden van die ontwikkeling die als training het hardst nodig is.
Je zou je af kunnen vragen of een kind geen concentratie leert als het naar school gaat. Integendeel, hij verliest op school meestal zijn concentratie. Wanneer een klein kind wiskunde begint te leren, verliest hij zijn concentratie. Het kind heeft geen moment de gelegenheid om even rustig te gaan zitten. Hij heeft geen gelegenheid om aan een ding tegelijk te denken. Wat gebeurt er vervolgens? Kinderen worden nerveus. Je vindt die nervositeit tegenwoordig overal.
Bovendien moet je nadat je opgeleid bent die opleiding gebruiken. Hoe kan iemand zijn mind gebruiken als die niet onder controle is? Gebruik maken van het geleerde is heel wat anders dan leren. Het is niet voldoende om een lied te leren zingen, dat maakt iemand nog geen zanger. Hij dient ook zijn stem te vormen. En zo is het ook met intuïtieve kennis. Wanneer iemand door lange tijd te studeren gekwalificeerd is geworden en zijn kennis niet kan gebruiken, waar was dat dan goed voor? Er zijn voldoende geleerde mensen. Wat we vandaag de dag nodig hebben zijn mensen met meester-minds, degenen die niet alleen het uiterlijke leven zien, maar ook het leven van binnen, die niet alleen inspiratie halen uit het uiterlijke leven, maar ook uit het leven van binnen. Dan worden zij de expressie van dat Volmaakte Wezen dat is verborgen, verborgen achter het leven van variëteit.
Hiermee wordt niet bedoeld dat iedereen een soort super-wezen zou moeten worden. Hiermee wordt absoluut niet bedoeld dat mensen in staat zouden moeten zijn om wonderen te verrichten. Er wordt alleen mee bedoeld dat ze een voller leven zouden moeten leiden en ware menselijke wezens zouden moeten worden teneinde betere omstandigheden in de wereld voort te brengen. Wat willen we? We willen menselijke wezens. Het is niet nodig dat iedereen religieus wordt of overdreven vroom, of te goed voor het leven. Wij willen wijze mensen in de zakenwereld, in de politiek, in de educatie en in alle maatschappelijke rangen en standen. Degenen die niet alleen aan de oppervlakte willen leven en degenen die niet alleen in materie geloven, maar die zowel het leven van binnenuit als van buitenaf zien. Zulke zielen zullen schoonheid voortbrengen. Zulke zielen zullen de wereld in harmonie brengen, zullen de omstandigheden voortbrengen die we heden nodig hebben. Wij hebben niet alleen de kennis van materie of spirit nodig, maar we dienen ook in alle maatschappelijke rangen en standen te leven, zodat je in je zakenwereld, je handel, in elke kunstvorm of wetenschap die je beoefent, die wijsheid kunt gebruiken die in jezelf volmaakt is. Wanneer het individu en de menigte onder hun voeten een solide basis aantreffen waarop ze kunnen staan dan mogen we vanaf die dag hopen op betere omstandigheden in de wereld.