Eenvoud en complexiteit

We lezen in de Vadan: ´Eenvoud is de levende schoonheid´. De huidige mens heeft het leven zo complex gemaakt dat hij in alles waarnaar hij op zoek is complexiteit zoekt. Alles in het leven wat belangrijk is, wat schoonheid heeft en wat waarde heeft is eenvoudig. En het eenvoudigst van alles is de goddelijke waarheid. Degene die er weinig om geeft denkt dat het water te diep is om erin te gaan en degene die er wel om geeft denkt dat het zo moeilijk is dat het heel moeilijk te vinden is. Op deze manier zoeken zowel de liefhebber van waarheid als degene die er niet om geeft naar complexiteit. De wijze mensen die de natuur van de mens kennen hebben hem geleidelijkaan in de richting van de waarheid geleid. Niettemin hebben Jezus Christus, de profeet Mohammed, Mozes en alle verscheidene profeten die in hun tijd de boodschap van God en waarheid hebben gegeven, die in volmaakte eenvoud gegeven. Vandaag de dag maakt de mens met al zijn kennis die waarheid heel gecompliceerd en geeft hij die in een vorm die niet wordt begrepen. Het is de algemene neiging dat wanneer iemand iets niet begrijpt dat juist vanwege het feit dat hij het niet begrijpt, er wel iets in zal zitten.

Kan er enige waarheid bestaan die de menselijke ziel niet heeft gekend? Als de ziel haar niet had gekend dan zou het geen waarheid kunnen zijn. Want waarheid is niet een kennis, het is nou juist het zelf van de mens. De waarheid is niet een nieuw uitgevonden theorie, niet een dogma, niet een idee. Het is de werkelijkheid zelf. Er achter staat het zelf van de mens. Dus is het eenvoudig. Maar de mens zoekt niet naar eenvoud. Hij verlangt naar complexiteit. Hij zal graag interesse tonen in alles wat maar verwarring sticht. Als het eenvoudig is, zegt hij: ´Dat weet ik al´.

Spirit wordt over het algemeen beschouwd als zijnde de bron en het doel van alle dingen en als de essentie van het leven, die spirit van waaruit de gehele manifestatie komt en dezelfde waarnaartoe de gehele manifestatie wordt getrokken. We gebruiken dit woord ook in geval van iemand die van deze aarde is heengegaan. Dit is een andere betekenis van het woord spirit. Vanuit een metafysisch standpunt zijn de mind, de ziel en hun activiteit spirit, maar er bestaat nog een andere betekenis van het woord spirit dat we in het dagelijks taalgebruik bezigen: invloed, macht, straling en enthousiasme; dit wordt allemaal spirit genoemd.

Dit hoofdstuk behandelt de spirit die we de manifestatie of het leven noemen. Velen vragen wat de reden was die achter deze manifestatie, van deze schepping staat. De reden bevindt zich voorbij al het redeneren. Er is geen reden. Het is de natuur zelf. Liefde kan niet anders dan zich manifesteren. Dat is er de natuur van. Wanneer het poëtisch wordt uitgedrukt dan hebben de groten gezegd dat God eenzaam was en dat Hij zich gemanifesteerd heeft teneinde zjin voorbeschikking die liefde is te verwerkelijken teneinde die te ervaren. Het is poëtisch en het is waar. Het proces van manifestatie kan echter begrepen worden door de natuur van manifestatie te kennen: dat de spirit wordt vergeleken met de zon en hetgeen we zielen noemen de stralen van de zon zijn. Als de spirit eeuwig is, dan zijn de zielen eeuwig. Als de zon eeuwig is, zijn de stralen eeuwig omdat de zon en de stralen niet twee dingen zijn; stralen zijn de ontvouwing van de zon en zielen zijn de ontvouwing van de spirit.

Bij het manifesteren gaan de zielen drie sferen binnen. Zodra een ziel als straal tevoorschijn komt gaat ze de sfeer binnen die de engelensfeer genoemd kan worden. Teneinde dit begrijpbaar te maken hebben de wijzen uit vroegere tijden engelen in de menselijke vorm afgebeeld. Niettemin werd de gehele schepping gemaakt teneinde te mens te maken. Niet alleen de engelen, maar ook de rotsen en de schelpen, de vruchten en de bloemen, de vogels en de dieren, vertonen in hun vorm een voorbereidende fase van het menselijk wezen. Zoals we in de geschriften lezen werd de mens naar het evenbeeld van God geschapen. De gehele schepping was een proces om dat evenbeeld, wat het beeld van de mens was, te maken. De mens is een voltooid evenbeeld. Om deze reden werd God herkend in de beeltenis van de mens.

De natuur van de wezens van deze sfeer is dusdanig dat men kan zeggen dat ze gelukkig, onschuldig, muzikaal, lyrisch, poëtisch, puur en vol aanbidding zijn. Wanneer we zien die natuur in een menselijk wezen zien zeggen we: ´Hier is een engelachtige ziel´. De een kan dit wellicht duidelijker laten zien dan een ander. Het is niet nodig om niet onschuldig te zijn teneinde wijs te zijn. Het is voor een onschuldig mens niet nodig om onwetend te zijn. De dwaas is onwetend. Mensen die het wijst zijn, zijn onschuldig omdat ze alles horen en niet horen. Mensen die dwaas zijn zijn onschuldig omdat het leven niet tot hen spreekt; hun hart is gesloten.

De ziel dringt op haar verdere reis door in een andere sfeer, de sfeer van de djins. De eigenschappen van deze sfeer worden door de ziel in intellectualiteit, in poëtische gaven, in muzikaal talent, in kunst, in wetenschap, in al die eigenschappen die de mind behoren, vertegenwoordigd. Om deze reden noemen we zo iemand een genie.

Na deze sfeer manifesteert de ziel zich in de fysieke sfeer waar zij zich hult in het fysieke gewaad, dat het menselijke geraamte is. Elke ziel die als een straal vanuit de spirit is geprojecteerd dient door al deze drie sferen heen te gaan. Soms blijft ze wat langer in de ene sfeer dan in de andere. Ze blijft of ze gaat verder net zoals sommigen van ons in de kunst, in de wetenschap, in het leren, in het zoeken naar kennis tot zover gaan en niet verder. Zo is het ook met de zielen. Degenen die tevreden zijn in een sfeer blijven daar. Zij kunnen zich gedragen zoals elk schepsel van de lagere schepping zou doen – eten, drinken en plezier maken en helemaal gelukkig zijn. Er zijn andere zielen die zich ongemakkelijk voelen totdat zij doorgedrongen zijn in een andere sfeer waar zij tevredener zijn. Sommige zielen zijn ook in die sfeer niet tevreden en zoeken naar een andere sfeer. Wij als menselijke wezens hier hebben deze neiging en dat is ook de neiging van de ziel. Overal waar ze interesse, vreugde en plezier vindt, blijft ze en vestigt zich daar. Maar nogmaals, elke ziel is onderweg naar haar doel, zij dient daar te arriveren en teneinde bij het doel te arriveren dient ze terug te keren. De voorwaarde voor die terugkeer is dat ze het gewaad van die specifieke sfeer waarin ze heeft verwijld dient op te geven teneinde een andere sfeer binnen te gaan. Het is niet toegestaan de innerlijke sfeer binnen te gaan met het uiterlijke gewaad. Deze drie sferen: de sfeer van de engelen, de sfeer van de djins en de fysieke sfeer hebben elk een specifiek gewaad. Dit gewaad kan men het lichaam van die sfeer noemen waarmee de ziel zich dient te omhullen. En wanneer ze terug aan het keren is dient ze dat gewaad terug te geven aan dezelfde sfeer van waaruit ze het heeft geleend. En dit teruggeven van het gewaad aan de sfeer waarvan het is geleend, herkennen we als de dood. Daar de mens zijn ziel niet kent en alleen vertrouwd is met het gewaad zegt de mens wanneer het gewaad wordt teruggegeven dat dat het einde van het leven is. Maar in werkelijkheid is het slechts het begin – slechts een andere acte van het toneelspel wat de verdere reis is die ze dient te ondernemen.

Er zijn echter drie verschillende manieren om terug te keren, of je zou eigenlijk dienen te zeggen, om voorwaarts te gaan. De eerste manier is de manier van de dronkaard. De tweede de manier van degene die in slaap is en de derde de manier van degene van wie de ogen zijn geopend. De manier van de dronkaard is de algemene manier. Wat is het leven? Het leven is dronkenschap. Of de mens nu bezig is met zakendoen of zichzelf aan het amuseren is, of hij een beroep uitoefent of een andere interesse in het leven heeft, wat stelt het allemaal voor? Het is een wijn. Hij is dronken. Achteraf weet hij niets behalve die specifieke bedwelming. Hij wordt bedwelmd door het leven dat hij heeft geleefd. Dat is zijn wereld: ambitie, aspiratie. Hij wordt tegen zijn wil tegengehouden als een dronkaard. Dit is de algemene manier waarop een ziel voorwaarts gaat naar het doel.

Vervolgens is er de manier van degene die in slaap is. Hij weet niet wat de dood, het leven en de geboorte betekenen. Hij weet niet waarom hij hiernaartoe is gekomen, waarom hij aan het weggaan is. Hij is gelukkig omdat hij in slaap is. Hij wordt daar naartoe gebracht waar hij naartoe wordt gebracht.

Op de derde plaats is er dan de manier van degene die met open ogen reist. Degene met open ogen zal alle schoonheid op de weg zien. Hij is degene die van de reis zal genieten, die de schoonheid van het reizen zal waarderen. Voor hem verschaft elke stap voorwaarts hem een nieuwe ervaring, een grotere vreugde, een specifieke zegening. Hij ervaart de dans van de ziel en wat de dans van de ziel is kan begrepen worden door het water in een tank te bekijken en het stromende water van een stroom. In de tank staat het water stil, is het doods. Op dezelfde wijze kan iemand saai, zwaar, gedeprimeerd zijn. Het water van de stromende stroom is bij elke stap aan het dansen en de dansende ziel trekt alles naar zich toe net zoals de stroom van water en zal plezier en tevredenheid schenken aan allen die kunnen zien.

Dit proces waardoor elke ziel tevoorschijn komt en terugkeert is precies het proces dat de mystici van alle tijden hier op de aarde hebben verwerkelijkt. En de ware betekenis van mystiek of van spirituele verwerving is om, hier op de aarde, helemaal op de hoogte te zijn van de manier waarop de ziel is gemanifesteerd en onderweg is op de terugreis. De vraag is: hoe weten de mystici deze uitleg van de reis die we moeten maken? Om dit te begrijpen is het nodig om voor onze minds begrijpbaar te maken dat deze reis slechts een idee is. In werkelijkheid is de ziel nooit weg geweest. Als je aan de ziel denkt als aan een lijn, wordt het ene uiteinde vastgemaakt aan het doel en wordt het andere gemanifesteerd. Wanneer we echter naar het midden van de lijn kijken dan is het één lijn. God is niet de mens noch de mens God. En toch is de mens God en is God de mens. Het verschil zit hem in de manier waarop we ernaar kijken. Als de ziel van de mens wordt vastgemaakt aan het doel, dan is ze niet vertrokken uit elke sfeer die ze eens heeft doordrongen. Ze is daar nog steeds. Maar de mens is zich niet bewust van die sferen waar hij doorheen is gegaan omdat hij zo open is voor deze zichtbare sfeer dat zijn ziel haar ogen heeft gesloten voor de sfeer die zich van binnen bevindt. De hemel is niet een plaats waar de deugdzamen naartoe worden gestuurd. De hemel en de hel bevinden zich binnenin de mens. Alle hogere sferen waarover de mens spreekt bevinden zich van binnen, maar hij beseft of kan zich nooit voorstellen dat hij de hogere sferen binnenin zichzelf kan vinden.

De analyse van de spirit is eenvoudig: spirit is verfijnde materie en materie is de verdichte spirit. Het is enkel een verschil in woorden en de meeste moeilijkheden die er opdoemen komen voort uit een verschil in woorden. Woorden dienen de waarheid te omvatten en dienen niet om haar te verklaren. De waarheid kan niet in woorden worden uitgelegd. De spirit wordt vergeleken met water. Materie wordt vergeleken met sneeuw. Water en sneeuw zijn hetzelfde, het is enkel de conditie van water die water tot sneeuw maakt. Dus is het een conditie van spirit die de spirit tot materie maakt. In dit proces dient de mens te beseffen en tot begrip te komen van de grotere volheid van het doel van het leven en van alles waarnaar hij gedurende het leven op zoek is.

Onder hindoes gaat het verhaal dat de Heer Indra, de God van de hemelen, elven aan zijn hof had, Upsaras, van wie het de taak was om te dansen. Op een dag ging een van hen naar de aarde en zag een sterfelijk wezen en ze werd zo verliefd op hem dat ze hem optilde en hem naar de sferen van Indra bracht. En toen het bekend werd dat er een sterfelijk wezen daarnaartoe was gebracht, beval Indra dat hij op de aarde teruggegooid zou worden om het sterfelijke leven te leiden en dat de elf naar het einde van de wereld gestuurd moest worden om haar Karma te boven te komen.

Dit verhaal draagt over dat elke ziel geboren wordt om te dansen voor de troon van Indra, God. In werkelijkheid is elke handeling van schoonheid, van harmonie, elke handeling van liefde, van vriendelijkheid, van compassie, de dans van de ziel. Maar wanneer de ziel zich van deze dans bewust wordt dan wordt de aanwezigheid van Indra helder voor die ziel. In de aanwezigheid van Indra zijn is in aanwezigheid van God zijn. Het is de grootste vreugde en het grootste geluk wat niets anders op de aarde kan schenken. Zoals Roemi heeft geschreven in de Masnavi, waarin de ziel wordt vergeleken met een rietfluit: ´Waarom trekt de muziek van de fluit jou aan? Omdat ze treurt, ze huilt. Ze verlangt naar die spirit, naar dat wezen wat haar stam was. Dit riet werd afgesneden van haar stam en er werden gaten in haar hart gemaakt. Dat maakte haar aan het huilen. Ze huilt uit verlangen om zich weer te verenigen met de stam´.

Zo is het met elke ziel. De rusteloosheid, het onaangename gevoel van elke ziel, is altijd om een en dezelfe reden, hoewel een ieder een andere reden geeft. De een zou graag aardse weelde willen bezitten, een ander wordt gekweld door de afwijzing van vrienden en weer een ander kan zijn geliefde niet benaderen. Nog een ander heeft problemen thuis. Weer een ander heeft een rechtzaak lopen. Maar in werkelijkheid is er slechts een probleem en dat probleem is de zorg van de spirit. Net zoals elke rivier de neiging heeft om op weg te gaan om de zee te ontmoeten, zo is elke ziel geneigd om op weg te gaan om de spirit te ontmoeten.

In deze tijden, waarin er overal materialisme overheerst, lijkt er een grote honger naar waarheid te bestaan. Het is natuurlijk dat mensen naar waarheid hongeren. Juist het feit dat er zo veel materialisme is laat zien dat elke ziel zich ongemakkelijk voelt en begint te verlangen naar spirituele verwerving. Hoe zijn ze echter op zoek naar spirituele verwerving? Over het algemeen zijn er twee soorten zoekers. De ene soort is nieuwsgierig en vraagt zich af of er wel of niet iets is, of het werkelijk waar is dat er een ziel en een hiernamaals is. Zij zoeken naar het een of ander fenomeen teneinde het te beproeven en te bewijzen. Zij gebruiken psychometrie, handlezerij, helderziendheid en al dat soort middelen. Er kunnen honderden of duizenden aan het ronddolen zijn op zoek naar fenomenen. Er is een andere soort zoeker die wellicht wat intellectueler is, die boeken over occulte wetenschap leest, vaak omdat hij ze in de kranten aangeprezen heeft zien staan en uiteindelijk zal hij zeker steeds meer in de war raken.

Is dit de manier van leren? Is het niet voldoende dat men vanuit de kindertijd op school moet leren? En nadat je al die boeken hebt gelezen, alles wat er te lezen valt hebt gelezen, wat heb je dan bereikt? Verwarring. Je weet niet wat vals en wat waar is.

Leren is heel wat anders dan ont-leren en ont-leren betekent uitstijgen boven hetgeen we werelds leren noemen. Heel vaak houdt datgene wat we kennis noemen onze ziel weg van de kennis van haarzelf, een kennis die uiterst essentiëel is omdat de kennis verworven door leren zeer complex is. Mensen denken dat als het eenvoudig is dat het dan niet de waarheid kan zijn, zij waarderen datgene wat complex is. Maar op deze manier bedek je door je eigen neiging de waarheid in jezelf hetgeen je eigen wezen is.