Hoffelijkheid

Zodra de ziel het innerlijke koninkrijk, dat het goddelijke koninkrijk is, aanraakt dan wordt haar ware adeldom manifest in de vorm van hoffelijkheid of Khulk zoals de soefis het noemen. Koningen de degenen die tot aristocratische families behoren werden opgeleid om hoffelijk te zijn, toch is het een kwaliteit geboren in het hart van de mens. Dit betekent dat elke ziel de aristocratische manier van doen laat zien van het moment dat ze het innerlijke koninkrijk aanraakt. Dus is ware adeldom de adeldom van de ziel: wanneer de ziel in elk gevoel, in elke gedachte, in elk woord en in elke daad die hoffelijkheid begint uit te drukken die tot God Zelf behoort. Hoffelijkheid is iets heel anders dan een paternalistische houding, die een verkeerde manier van doen is. Een hoffelijk iemand probeert zichzelf zelfs voor zijn eigen ogen te verbergen vooraleer hij die edele eigenschap tot uitdrukking brengt.

De reden waarom de groten, de waarlijk edele mensen, hoffelijk zijn is dat ze gevoeliger zijn voor alle pijn en leed dat op hen afkomt vanuit degenen die onrijp zijn en die derhalve proberen uit vriendelijkheid zichzelf verre te houden om iemand anders datzelfde aan te doen, hoe laag zijn positie ook is.

Er ligt een grote wijsheid in hetgeen Christus heeft gezegd in de bergrede: ´Gezegend zijn de zachtmoedigen: want zij zullen de aarde erven´. Dit zal altijd waar blijken te zijn wat de leeftijd van de aarde ook is en wat de evolutie ervan ook is. Of het nu een tijd van aristocratie is en een tijd van democratie, de waarde van die adeldom van de natuur die wordt uitgedrukt in hoffelijkheid zal altijd zijn tol eisen. Het is gemakkelijk dit woord te gebruiken, maar het is uiterst moeilijk om het tijdens het leven te beoefenen, want er komt geen einde aan het denken dat je schenkt aan elke handeling in het leven teneinde die te verwerven. Het vereist inzicht en een gevoel voor billijkheid, van wikking en weging van alles wat je doet. Bovendien vereist het een verfijnd gevoel voor kunst en schoonheid, want in het perfectioneren van de persoonlijkheid geraak je tot de hoogste graad van kunst. Waarlijk, het vormen van de persoonlijkheid is de hoogste vorm van kunst die er is. De soefi beschouwt de ontwikkeling van menselijke eigenschappen, waarin de vervulling ligt van het doel van zijn leven, als zijn religie.

Een jonge man liet op een dag wat ongeduld zien met zijn bejaarde vader die niet meer zo heel erg goed hoorde en hij vroeg hem twee of drie keer te herhalen wat hij had gezegd. De vader zei bij het zien van de geïiriteerde uitdrukking op zijn gezicht: ´Mijn zoon, herinner jij je dat er ooit een dag was waarop jij een klein kind was en je me vroeg wat een bepaalde vogel was en ik jou vertelde: een mus? Je vroeg me dat misschien wel vijftig keer en ik had het geduld het steeds maar weer voor je te herhalen zonder gekwetst te zijn of me er zorgen over te maken. Het deed me alleen maar genoegen je alles wat ik wist te kunnen vertellen. Nu ik niet langer goed kan horen kun je op zijn minst geduld met me hebben en me iets twee keer uitleggen als ik je de eerste keer niet heb gehoord´. Het allerbelangrijkste om die edele manier van doen van het leven te leren is geduld, soms in de vorm van verdraagzaamheid, soms in de vorm van consideratie en soms in de vorm van vergevingsgezindheid.

In de omgang met mensen die educatie ontberen zou je in je mind moeten vasthouden dat ware ontwikkeling vooruitgang betekent. Degenen die niet opgeleid zijn zouden opgeleid dienen te worden om het leven beter te begrijpen. Er zijn slechts twee mogelijkheden: vooruit gaan en achteruit gaan. Ofwel zul je als degenen die niet opgeleid zijn gaan denken ofwel dien je degene die niet opgeleid is te helpen voorwaarts te gaan. Je dient degene die niet opgeleid is vriendelijk aan de hand te nemen en hem in de richting van mooiere ideëen te leiden.

Ik verbleef ooit in India in de buurt van een hindoe-tempel en er waren twee portiers die voor die tempel zorgden. Het waren Afghanen, trots en ruw, en rigide in hun gedrag. Toch bevond er zich in hun expressie eerlijkheid en goedheid. Ik ging vaak die weg en elke keer negeerden ze mijn komen en gaan zodat ze zich niet hoefden bezig te houden met het nakomen van de conventionele beleefdheid. Op een dag kwam een van hen naar me toe met een boodschap van zijn meester. Ik stond op van mijn stoel en ontving hem heel hartelijk. En vanaf die dag werd ik elke keer als ik voorbijkwam ontvangen met een glimlach en een zeer hartelijk welkom en negeerden ze me niet meer. Dit gebeurde omdat er hem zonder zijn gevoelens te kwetsen educatie werd gegeven en omdat die hem plezier schonk vond hij dat hij die beleefdheid moest retourneren. Iemand een deugd opdringen is trots. Hem de schoonheid van goede manieren laten zien is een educatie. We zouden het als onze heilige taak dienen te beschouwen mensen die verbetering behoeven met een zodanige vriendelijkheid en met zulke omgangsvormen te benaderen dat er beschaving en schoonheid in hen worden ontwikkeld, die dan vervolgens door ons beiden worden gedeeld.