Het ontwaken van de ziel (2)

De woorden ´wakker´ en ´in slaap´ zijn ons zeer vertrouwd en we gebruiken ze om verschillende fasen in het leven tot expressie te brengen. In werkelijkheid echter zijn we, wanneer we er vanuit het gezichtspunt van de ziel naar kijken, tegelijkertijd in slaap en wakker. Wanneer we bijvoorbeeld naar een bepaald iets aan het kijken zijn, wanneer onze mind er volledig door in beslag wordt genomen, dan horen we op dat moment niets. En wanneer we naar iets aan het luisteren zijn en helemaal in beslag worden genomen door wat we horen, wanneer ons zintuig om te horen op zodanige wijze wordt gefocust, dan zien we toch niets hoewel onze ogen geopend kunnen zijn. Dit laat zien dat wanneer een zintuig helemaal ontwaakt is de andere zintuigen in slaap zijn. Op dezelfde manier is de mind afwezig terwijl we een sensatie via het lichaam ervaren. En wanneer we een sensatie hebben zijn we iets via de mind aan het ervaren terwijl het lichaam er geen deel aan heeft. Hoe meer we vanuit een psychologisch gezichtspunt naar slapen en waken kijken hoe meer we zullen ontdekken dat ze niet zijn wat wij over het algemeen onder deze woorden begrijpen, maar dat we op elk moment van de dag en de nacht tegelijkertijd zowel wakker als in slaap zijn. Ook wanneer iemand in slaap is en een droom aan het ervaren is is hij wakker tot iets en toch voor de uiterlijke dingen in slaap. Voor de ene wereld is hij in slaap; voor de andere wereld is hij wakker.

Volgens de mystici zijn er vijf fasen van bewustzijn. De ene fase is onze ervaring via de zintuigen. In deze conditie zijn onze ogen bereid te zien, onze oren bereid te horen en zijn we wakker voor de uiterlijke wereld. Dit is het enige aspect van waakzaamheid dat we als zodanig erkennen, maar er zijn naast dit ene aspect nog vier andere aspecten. Het tweede aspect is wanneer iemand in slaap is en toch het leven exact zo ervaart als dat hij dat op dit plan van de fysieke wereld doet. Dit is de droomtoestand. We noemen het een droom wanneer we wakker zijn geworden en die fase zijn gepasseerd. Gedurende het dromen is die staat net zo werkelijk als deze staat in de fysieke wereld en er ontbreekt niets aan de droom van wat we hier vinden. Terwijl we dromen denken we er nooit over na dat het een droom is, maar veel dingen die we hier op het fysieke plan niet kunnen vinden kunnen we in de droomstoestand vinden. Er worden in de droomtoestand voorzieningeng getroffen voor alle beperkingen en alles wat we in dit leven ontberen. Alles waar we gek op zijn, alles waarvan we zouden willen dat dat er is en alles wat we in ons leven nodig hebben worden gemakkelijker in een droom dan in de waaktoestand gevonden. Wanneer we wakker worden en naar dit leven terugkeren noemen we dit het werkelijke en noemen we het andere een droom en zeggen we dat het verbeelding was, zonder enige werkelijkheid. We denken dat we slechts op dit fysieke plan wakker zijn, dat alles dit werkelijk is. Maar is gisteren net zo werkelijk als vandaag? Alles wat er sinds het moment dat we op aarde zijn gekomen is gebeurd is allemaal verleden tijd, dat is allemaal gisteren. Vandaag is alleen nu. Als het geen droom is, wat is het dan wel? We herkennen slechts datgene wat we in de droom zagen als slechts een droom. Maar alles wat verleden tijd is is en werkelijkheid niets anders dan een droom. Het is ´alleen nu´ wat ons het gevoel van werkelijkheid geeft en het is datgene wat we aan het ervaren zijn dat voor ons werkelijk wordt terwijl daarentegen datgene wat we niet aan het ervaren zijn, waarvan we ons niet bewust zijn, op dat moment niet voor ons bestaat.

Iedereen heeft dus zijn eigen leven en zijn eigen wereld. Zijn wereld is die wereld waarvan hij zich bewust is. En op deze manier heeft iedereen zijn hemel en zijn hel door hemzelf gemaakt. We leven in de wereld waartoe we ontwaakt zijn en voor de wereld waartoe we niet ontwaakt zijn zijn we in slaap. We zijn in slaap voor dat deel van het leven dat we niet kennen.

Een andere ervaring is de ervaring van iemand die in de wereld van de muziek leeft, wiens gedachten en verbeeldingen over de compositie van muziek gaan, die ervan houdt, voor wie muziek een taal is. Hij leeft onder dezelfde zon als ieder ander en toch is zijn wereld anders. Beethoven, die niet langer met zijn oren muziek kon horen, genoot van de muziek die hij las en speelde, terwijl misschien iemand anders met een uitstekend gehoor die niet hoorde. De ziel van Beethoven bevond zich erin en de muziek bevond zich in hemzelf.

Dus is er de soort ervaring die we via onze zintuigen, onze vijf zintuigen, hebben. Dit is echter de ene wereld, het ene bestaansplan en er is een ander bestaan dat we in de droom ervaren en ook dat is een wereld, een andere wereld, met andere wetten. Degenen die de droom slechts beschouwen als een droom kennen het belang, de grootsheid en het wonder ervan niet. Het droomplan is prachtiger dan het fysieke plan, omdat het fysieke plan grof, beperkt en armzalig is en onderhevig aan dood en ziekte. Het andere plan dat je in de droom ervaar is beter, zuiverder en daar heb je een grotere vrijheid.

Het derde stadium van bewustzijn is gesitueerd tussen spirit en materie. Dit is wat we als slaap ervaren, die conditie die je diepe slaap noemt, wanneer je zelfs niet droomt. Er is zo weinig over gezegd en er zijn maar weinigen die erover nadenken. Wanneer iemand eenmaal deze kwestie van de slaap bestudeert dan zal hij ontdekken dat het het grootste wonder op de wereld is. Het is een levend fenomeen. De rust en vrede, vitaliteit en kracht, intelligentie en leven die tot iemand komen tijdens de tijd van de slaap zijn niet uit te leggen. En toch is de mens zo ondankbaar, is hij nooit dankbaar voor deze ervaring die hem elke dag wordt gegeven; hij is slechts ongelukkig wanneer hij die heeft verloren. Dan kan niets in de wereld hem bevredigen, geen weelde, geen comfort, geen thuis, geen positie, niets op de wereld kan die ervaring vervangen die zo simpel is als het slapen, wat niets betekent en toch alles is.

Hoe verder we het fenomeen van de slaap bestuderen hoe meer we het mysterie van het leven zullen gaan begrijpen. Het biedt een sleutel tot het mysterie van het leven, want het is een ervaring die ons spiritueel bewustzijn verdeelt tussen de fysieke en de spirituele werelden. De slaap staat als een hinderpaal tussen twee ervaringen, de ene in deze wereld en de andere die door spirituele verwerving wordt bereikt. De grote Perzische dichter Roemi heeft over de slaap geschreven. Hij zegt: ´O slaap! Gij zijt het die de koning zich niet bewust laat zijn van zijn koninkrijk en gij zijt het die de pijnlijdende patient zijn ziekte doet vergeten en gevangenen zijn vrij wanneer ze slapen´. Alle pijn, zorg en beperkingen van het leven, alle tragedie in het leven, alle lijden en agitaties worden weggewassen wanneer je die diepe slaap ervaart.

Het is heel jammer dat het mechanische en kunstmatige leven dat we leiden in deze wereld vandaag de dag ons onthoudt van die natuurlijke ervaring van diepe slaap. Onze eerste fout is dat we samenstromen en allemaal samengepakt in een stad wonen. Bovendien zijn er auto´s, treinen en trams en schudden flats van twintig verdiepingen hoog elk moment van de dag en de nacht. Elk voertuig is aan het schudden. En we zijn tegenwoordig een ras dat zich niet bewust is van het comfort, de zegening en de vrede die de mensen uit vroeger tijden bekend was die op eenvoudige wijze met de natuur leefden, ver verwijderd van ons mechanisch en kunstmatig leven. We zijn zo ver verwijderd van de oude leefwijze dat het onze gewoonte is geworden. We kennen geen ander comfort dan het comfort dat we kunnen ervaren in het soort leven dat we leiden. Maar tegelijkertijd laat dit zien dat de ziel in staat is om enkel door op natuurlijke wijze te leven een groter comfort, een groter plezier en een grotere vreugde, vrede, rust en een grotere zegening te verwerven.

Deze drie fasen van bewustzijn – het fysiek bewustzijn, de droom en de diepe slaap – zijn allemaal niets anders dan een ervaring van de ziel die zich in ontwaakte toestand bevindt. Maar wanneer iemand naar buiten toe ontwaakt is is hij in slaap voor de innerlijke wereld en wanneer hij vast slaapt is hij ontwaakt voor dat specifieke plan en in slaap voor zowel dromenland als voor de fysieke toestand.

Wanneer we naar een helder licht hebben gekeken en dat licht vervolgens wordt uitgedaan dan zien we duisternis. In werkelijkheid is er geen duisternis, dat lijkt alleen maar zo. Als er van tevoren niet eerst dat heldere licht zou zijn geweest dan zou er geen duisternis maar wat licht zijn geweest, want het contrast maakt dat het donker lijkt. Dus de ervaring die we in onze diepe slaap hebben is een ervaring van een hogere en grotere soort en toch is die zo verfijnd, zo subtiel en ongewoon, omdat ons bewustzijn gewend is aan de rigide ervaringen van de fysieke wereld, en wanneer we ons in die andere toestand bevinden is de ervaring te verfijnd om te ervaren en om teruggebracht te worden naar de fysieke wereld.

Elke ervaring kan door middel van contrast begrijpelijk gemaakt worden. Als er geen rechte lijn zou zijn dan zouden we niet hoog en laag kunnen zeggen of rechts en links. Door de rechte lijn kunnen we ze als zodanig herkennen. Als er geen zon zou zijn dan zouden we niet het zuiden, het noorden, het oosten en het westen kunnen zeggen. Daarom dient er met elke conceptie het een of andere object te zijn om op te focussen en waarmee we onze conceptie kunnen checken. Met betrekking tot de diepe slaap hebben we niets op het fysieke plan wat we ermee kunnen vergelijken en daarom blijft de ervaring van de diepe slaap alleen achter als een grote tevredenheid, vreugde en verheffing en als iets wat ons heeft gevitaliseerd en energie en enthousiasme heeft geschapen. Dit toont aan dat er iets is wat we daarvan hebben ontvangen. We komen niet zonder lege handen daarvandaan. We hebben iets verworven wat we niet van het fysieke plan kunnen verkrijgen. We krijgen iets wat we niet in het dagelijkse taalgebruik kunnen interpreteren, iets wat waardevoller, van meer waarde is en vitaler is dan wat dan ook van het fysieke en het mentale plan.

Er is nog een hoger plan of ervaring van het bewustzijn anders dan deze drie ervaringen die iedereen min of meer kent. En deze vierde ervaring is de ervaring van de mysticus. Het is een ervaring van zien zonder de hulp van de ogen, van horen zonder de hulp van de oren en een plan ervaren zonder de hulp van het fysieke lichaam, op een manier die gelijkstaat aan die van het fysieke lichaam maar er tegelijk onafhankelijk van is. En zodra je bij deze ervaring aanbelandt begin je te geloven in het hiernamaals, want het schenkt je de overtuiging dat wanneer het fysieke lichaam wordt weggeworpen de ziel nog steeds overblijft. Dat die onafhankelijk is van het fysieke lichaam en in staat is te zien, te leven en te ervaren en om dat vrijelijker en vollediger te doen. Daarom wordt deze fase het bewustzijn van de mysticus genoemd.

Mensen worden bang wanneer ze over Nirvana of Mukti horen. Nirvana betekent niets worden en iedereen wil iets worden. Niemand wil niets zijn. Er zijn honderden, duizenden mensen die zijn geïnteresseerd in de Oosterse filosofie, maar wanneer het aankomt op het niets worden dan vinden ze dat iets moeilijks om te bevatten en ze beschouwen het als zeer beangstigend om te denken dat ze op een dag niets zullen zijn. Ze weten echter niet dat het oplossen van deze kwestie iemand tot een wezen maakt, omdat datgene waarvan hij denkt dat het een sterfelijk iets is op een dag zal ophouden te bestaan en dat hij zal ontdekken dat hij niet is wat hijzelf dacht dat hij was.

Nirvana is daarom het vijfde bewustzijn. Het is een bewustzijn dat gelijksoortig is aan het bewustzijn van iemand die in diepe slaap is. In diepe slaap is men echter naar buiten toe in slaap, dat wil zeggen in het fysieke lichaam, terwijl het mentale lichaam ook in slaap is. In deze toestand van Nirvana of het hoogste bewustzijn echter ben je je de gehele tijd bewust van zowel je lichaam als van je ziel. Tijdens deze ervaring leeft iemand volledig, omdat het bewustzijn gelijkelijk verdeeld wordt en hij zich toch bewust blijft van de hoogste fase.

Wat betekent al samenvattend het ontwaken van de ziel? Het ontwaken van het lichaam betekent sensatie voelen. Het ontwaken van de mind betekent denken en voelen. Het ontwaken van de ziel betekent dat de ziel zich bewust wordt van zichzelf. Normaal gesproken is de mens zich bewust van zijn aangelegenheden, van de levensomstandigheden, van zijn lichaam en zijn mind, maar niet van zijn ziel. Teneinde je bewust te worden van je ziel moet je op een bepaalde manier te werk gaan, omdat de ziel zich onbewust is geworden van zichzelf. Door werkzaam te zijn via haar voertuigen, lichaam en mind, is ze zich onbewust geworden van haar eigen vrijheid, van haar eigen schoonheid.

De eerste fase in het ontwaken van de ziel is een gevoel van ontevredenheid met alles wat je kent, met alle kennis die hebt, of dat nu over wetenschap, kunst, filosofie of literatuur is. Iemand komt tot een fase waarin hij voelt dat hij iets anders dient te weten dan wat boeken, dogma´s en geloofsovertuigingen kunnen onderrichten, iets hogers en groters dan wat woorden kunnen uitleggen. Dat is wat hij wil kennen. Dat hangt niet van leeftijd af. Het kan een kind zijn dat die gerichtheid heeft of iemand die al een respectabele leeftijd heeft bereikt. Het hangt van de ziel af. Daarom noemt men in het Oosten een kind een oude ziel wanneer het die gerichtheid laat zien, wanneer het niet tevreden is met de kennis van namen en vormen.

Vervolgens is er een tweede fase en die fase is onthutsing. Stel je eens een geëvolueerd iemand voor die onthutster is dan een ongeëvolueerd iemand! En toch is het zo, want in deze fase begint iemand dingen te zien die niet zijn wat ze lijken te zijn maar zoals ze zijn. Dit veroorzaakt een soort conflict. Hij weet niet of iets goed of slecht is, liefde of haat. Er komt een moment waarop alles wat hij in zijn mind had geaccepteerd, alles waarin hij geloofde, nu totaal het tegenovergestelde lijkt tot wat het ooit was: zijn vriend, zijn relaties, degenen van wie hij houdt, alles. Weelde, positie, alles wat hij heeft nagejaagd, veranderen allemaal van uiterlijk en soms lijken ze totaal het tegenovergestelde te worden dan wat ze waren.

In Chicago kwam er op een dag een dame naar me toe, trillend, in een erg zorgwekkende toestand van de mind. Ik vroeg haar wat er aan de hand was. Ze antwoordde dat ze een ongeluk had gehad. Het huis waarin ze woonde was afgebrand en ze had een raam moeten inslaan om naar buiten te komen. Ze had haar hand zeer gedaan en het had haar allemaal heel erg in verwarring gebracht. Maar vervolgens zei ze: ´Het is niet het vuur dat me zo van streek heeft gemaakt´. Ik vroeg: ´Wat dan wel?´ Zij antwoordde: ´De manier waarop al mijn vrienden en buren, degenen van wie ik hield en die ik aardig vond, handelden toen het vuur begon heeft zo´n indruk op me gemaakt dat de gehele wereld nu helemaal anders is´. Wat betekent dit? Dat vriendschap, verwantschap, liefde of devotie niet hetzelfde hoeft te zijn als wat ze leken te zijn wanneer het aankomt op een moment van beproeving. Er komt een tijd waarin ons bewustzijn onze kijk op het leven verandert. En het verandert zodra onze ziel haar ogen heeft geopend. Dan verandert ons hele leven. We leven in dezelfde wereld en toch leven we er niet in; het wordt een totaal andere wereld.

En de volgende fase na deze onthutsing is de fase van sympathie. We beginnen dingen meer te waarderen en beginnen meer te sympathiseren, want tot dan toe voelden we niet de doornen wanneer we eroverheen liepen. In deze fase echter beginnen we ze te voelen en doordat we zien dat anderen over dezelfde doornen lopen vergeten we onze pijn en beginnen we met hen te sympathiseren. De geëvolueerde mensen worden sympathiserend. Zij ontwikkelen een natuurlijke gerichtheid op het uitstromen ervan. Zorgen, leed en beperkingen – iedereen dient er doorheen te gaan, iedereen heeft het hoofd te bieden aan dezelfde moeilijkheden. En niet alleen de goede mensen. De verknipte mensen hebben nog grotere moeilijkheden. Zij leven in dezelfde wereld met hun verkniptheid, zij hebben een grote last te dragen. Als je dit kunt zien dan word je vanzelf vergevingsgezind en sympathiserend.

En als je verder gaat in de ontplooiing van de ziel dan kom je uiteindelijk bij de fase van openbaring. Het leven begint zichzelf te onthullen en het gehele leven wordt communicatief. De geëvolueerde ziel zal de vibratie van elke andere ziel voelen. En elke conditie, elke ziel, elk object in de wereld zal zijn aard en karakter voor hem onthullen.