We zien in het dagelijkse leven dat de grootste vriend van het kind degene is die hem naar bed brengt. Hoeveel speeltjes we hem ook geven, hoeveel poppen en snoepjes ook, wanneer het kind geholpen wordt bij het naar bed gaan dan is hij op dat moment het dankbaarst. Wanneer de moeder met haar gezegende handen het kind in slaap wiegt dan is dit de grootste weldaad voor het kind; dan is hij het gelukkigst.
Als diegenen die ziek zijn en pijn hebben kunnen slapen dan zijn ze gelukkig. Dan is al hun pijn verdwenen. Als ze maar kunnen slapen dan voelen ze dat ze al het andere kunnen verdragen. Zij zullen de dokter vragen hen iets te geven om te kunnen slapen. Als iemand een paleis van een koning en elke verpozing, elke luxe, de beste omgeving, de beste maaltijden werd aangeboden op voorwaarde dat hij niet zou slapen dan zou hij zeggen: ´Dat wil ik niet; ik geef de voorkeur aan mijn slaap!´
Het verschil tussen de mensen die gelukkig zijn en de mensen die niet gelukkig zijn, is dat degenen die niet gelukkig zijn niet kunnen slapen. De zorg, de bezorgdheid, de angst en de zorglijkheid hebben hun slaap weggenomen. Waarom nemen mensen alcoholische dranken en allerlei soorten drugs tot zich? Alleen hiervoor. Wanneer iemand alcohol heeft gedronken, dan komt er vanwege de intensiteit van de stimulant een lichte slaap over hem heen. Zijn voeten en handen slapen, zijn tong slaapt; hij kan niet duidelijk spreken; hij kan niet rechtop lopen en valt. De vreugde van deze slaap is zo groot dat wanneer hij een keer heeft gedronken hij opnieuw wil drinken. Hij besluit duizend keer dat hij niet meer zal drinken, maar doet het toch. Roemi zegt in een van zijn gedichten: ´O slaap, elke nacht bevrijdt ge de gevangene van zijn banden!´
De gevangene weet als hij slaapt niet dat hij zich in de gevangenis bevindt: hij is vrij. De verknipte is niet verknipt: hij is tevreden. De mensen die pijn lijden hebben geen pijn of ellende meer. Dit laat ons zien dat de ziel geen pijn of ellende heeft. Als dat zo zou zijn dan zou dat ook zo zijn als het lichaam in slaap is. De ziel voelt de ellende van het lichaam en de mind niet; pas wanneer iemand wakker is denkt de ziel dat ze pijn heeft en dat ze verknipt is. Dit alles laat ons de grote genade van de slaap zien. En deze grote zegening wordt ons gratis verstrekt, net als alles wat het beste in het leven is. Wij betalen niet voor de slaap. Wij betalen duizenden euro´s voor juwelen, voor sieraden die voor ons van geen nut zijn, terwijl we brood voor een paar eurocent kunnen kopen.
De mens weet niet hoe groot de waarde van de slaap is, omdat de weldaad die die verstrekt niet gezien of aangeraakt kan worden. Als hij erg druk bezig is, als hij een bezigheid heeft die hem wat geld verstrekt dan zou hij zich daar nog liever mee bezighouden zelfs ten koste van zijn slaap, omdat hij ziet dat hij zo en zoveel euro´s heeft verdiend; maar hij ziet niet wat hij door de slaap verwerft.
Wanneer we slapen ervaren we in het algemeen twee condities: de droom en de diepe slaap. De droom is de ongecontroleerde activiteit van de mind. Wanneer we wakker zijn, wanneer onze mind zonder controle werkzaam is, dan toont die ons beelden die uit zijn opslagplaats van impressies komen en dat noemen we verbeeldingskracht. Wanneer we de activiteit van de mind onder controle hebben dan noemen we het de gedachte. De verbeeldingen die tijdens de slaap komen noemen we dromen. We noemen ze niet werkelijk, omdat onze waaktoestand ons iets anders laat zien; maar als we ons niet in de waaktoestand bevinden dan is de droom echt.
Tijdens een diepe slaap is iemand zich gewoonlijk niet bewust van iets en wanneer hij ontwaakt voelt hij zich verfrist en verkwikt. Wat doen we als we vast in slaap zijn? De ziel wordt dan bevrijd van de greep van het lichaam en de mind. Zij is vrij. Ze gaat naar haar eigen element, naar de hoogste sferen en geniet ervan daar te zijn en is gelukkig. Zij ervaart al het geluk, al de zegening en vrede die er daar zijn.
Naast de droom en de slaap zijn er de visioenen. Deze worden gezien wanneer de ziel in de slaap actief is in de hogere sferen. Wat ze daar ziet interpreteert de mind in allegorische beelden. De ziel ziet simpelweg het feitelijke ding en wat de mind uit haar impressies ontvangt is min of meer wat de ziel ziet. Daarom wordt het ding gezien als een beeld, een allegorie, een parabel, die de wijze man kan interpreteren, omdat hij de taal van die sferen kent. Als hij zichzelf naar beneden ziet gaan of een berg ziet beklimmen, als hij zichzelf gekleed in lompen of rijkgekleed ziet, in een vliegtuig of in de woestijn, dan weet hij wat dat allemaal betekent. Degene die onwetend is weet dat niet. Hij denkt slechts dat het een droom is en niets van belang.
Iemand ziet in een visioen ofwel iets wat hemzelf betreft ofwel iets wat anderen betreft in wie hij is geïnteresseerd. Als hij is geïnteresseerd in zijn land of in de gehele mensheid dan zal hij zien wat hij moet doen met betrekking tot het land of de gehele mensheid.
Er kan in een droom een stem worden gehoord of een boodschap in letters. Dit is het hogere visioen. De heiligen en de wijze mannen zien in het visioen exact wat er zal gebeuren of wat de huidige conditie is, omdat hun mind door hun wil wordt beheerst. Zelfs in de slaap denkt de mind er geen ogenblik aan dat hij onafhankelijk van hun wil kan handelen. En zo wordt alles wat hun ziel ziet exact getoond zoals het wordt gezien. Zij zien zelfs visioenen als ze wakker zijn, omdat hun bewustzijn niet gebonden is aan dit aardse plan. Het is wakker en handelt vrijelijk op de hogere plannen.
Naast de droom, het visioen en de diepe slaap ervaren de mystici twee andere condities, de zelf-opgeroepen droom en de zelf-opgeroepen diepe slaap. Het is het doel van de mystici om dit te volbrengen. Het is zo gemakkelijk dat ik het in een paar woorden uit kan leggen en toch is het zo moeilijk dat ik mijn hoofd buig voor degene die het heeft bereikt. Het wordt door concentratie en meditatie volbracht.
Het is erg moeilijk om een gedachte in de mind vast te houden, onze mind te vrijwaren van alle andere gedachten en van alle beelden. Duizend gedachten, duizend beelden komen en gaan. Door hier meester over te worden wordt de mysticus overal meester over; dan is hij zowel op dit plan als op het hogere plan wakker en voor hem wordt de een tot slaap en de ander tot waken. Mensen kunnen zeggen dat die mystici die dit kunnen doen grote occultisten zijn, zeer paranormaal begaafd. Maar dat is niet hun doel. Hun doel is het ware bewustzijn, het ware leven dat verderop ligt: God. Wanneer dit voor hen geopend is is alle wijsheid open voor de ziel en alle boeken, al het leren in de wereld, worden dan voor hen begrijpelijk.