Het ideale leven

Wanneer we het hebben over het onderwerp van het ideale leven dan kunnen we de woorden van de Profeet van de Islam citeren, waar hij zegt: ´Elke ziel heeft haar eigen religie´. Wat betekent dat elke ziel een bepaalde richting heeft die ze heeft gekozen, een doel om tijdens het leven te bereiken. Dit doel is een bepaald ideaal dat afhangt van de evolutie van de ziel.

Bijvoorbeeld een jonge man in een gezin begrijpt dat hij de verantwoordelijkheid draagt voor zijn moeder en zijn vader, die oud zijn. Het is een plicht. En niet alleen een plicht maar ook een deugd van zijn kant, dat hij aan hen in hun ouderdom alles wat hij verdient wijdt en hen elke dienst die hij maar kan verleent. Zijn idee van deugd is dat als hij met geld of met dienstbaarheid zijn bejaarde ouders kan helpen hij geld en dienstbaarheid aan hen zal wijden en dat beschouwt hij als een deugd. Dat is voor hem het ideale om te doen, dus doet hij het. Wellicht neemt hij daaraan voorbij niets anders waar, maar wat hij waarneemt is in zijn ogen deugd. En dat is de reden waarom hij het wil doen en daarin ligt zijn bevrediging.

Een ander bevindt zich in de zakenwereld, als een vertegenwoordiger van zijn firma. Hij denkt: ´Ik word betaald door mijn firma en de baas van mijn firma is zo vriendelijk dat het mijn eerste plicht is om mezelf loyaal aan de firma te betonen´. Hij werkt met enthousiasme en grote ijver van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat, een grote deugd ziend in goed dienstverlenen, hoewel hij niet ten onrechte aanspraak maakt op religie of spiritualiteit. Hij beschouwt echter zijn dienstverlening als zijn deugd en zolang hij als hij denkt dat hij zijn plicht doet, is hij zijn religie aan het volgen.

Religie wordt in het Oosten niet gemaakt tot iets wat los staat van je leven, zoals in het Westen waar aan de ene kant van het leven de zakenwereld, de beroepswereld en andere zaken en aan de andere kant het eenmaal per week naar de kerk gaan samen religie vormen, met een gebed voordat men gaat rusten. Maar strikt genomen is het leven religie. Wanneer je je dat ideaal voor ogen houdt bij alles waarmee je je bezighoudt, zaken, handel, huishouden of wat dan ook, dan draag je het uit, proberend het waardig te zijn, dat is religie.

In de Hindoe-taal betekent hetzelfde woord Dharma zowel plicht als religie. Beide worden door een woord uitgedrukt. ´Dit is je Dharma´, betekent ´Dit is je geloof´. Wat een mooie gedachte! Wat voor plicht het ook is, zolang je een ideaal voor ogen hebt en die plicht uitoefent, bewandel je het pad van religie.

Wij, met onze kleinburgerlijkheid van geloof of geloofsovertuiging, beschuldigen anderen van het horen bij een andere religie, een andere kapel of kerk. Wij zeggen: ´Deze tempel is beter, dat geloof is beter´. De gehele wereld is door blijven gaan met vechten en zichzelf te vernietigen precies omdat de wereld niet kon begrijpen dat elke vorm van religie op zich uniek is. Derhalve ligt het ideale leven in het volgen van je eigen ideaal. Het ligt niet in het checken van de idealen van andere mensen. Als een bepaald iets jouw ideaal is dan betekent dat niet dat iemand anders het ermee eens zal zijn dat het het beste is om tien keer per dag te bidden. Hij kan er beter aan doen zijn religie in zijn winkel te volgen dan naar de moskee te gaan en twintig keer per dag zijn gebeden te zeggen. Wellicht kan iemand met dat ideaal niet zien dat de manier van iemand anders ook een ideaal is. Laat iedereen zijn eigen ideaal volgen.

Blijft het ideaal de hele tijd hetzelfde? Nee, het ideaal groeit en verbetert naarmate de mens met de jaren groeit en verbetert. Wellicht dat iemand op een bepaald moment in zijn leven denkt dat het ideaal zou zijn om een mooi huis te hebben, een mooi landgoed, goede kleding en alle soorten van gemak. Vanaf dat moment is dit het pad dat hij moet volgen. Maar vervolgens komt hij uit bij een ander ideaal. Hij gaat denken: ´Mijn omgeving is niet belangrijk als de mensen in de stad niet gelukkig zijn of zich niet in een goede omgeving bevinden´. Vanaf dat moment maakt hij zich minder druk over zijn eigen huis en zijn mooie dingen en gaat hij elke dag de stad in om te proberen de gezondheid en het geluk van anderen te verbeteren. Hij denkt: ´De armen in de stad zouden verzorgd moeten worden´. Dit is zijn nieuwe ideaal. Voordat hij zijn nieuwe ideaal ontwikkelde genoot hij slechts van zijn mooie huis. Hij leefde voor een lager ideaal.

En nog later kan hij gaan denken: ´Laat de stad maar zitten. Ik denk aan mijn gehele land´. Het gehele land komt in zijn blikveld: wat is er van voordeel voor het land en wat zijn de zaken die verbeterd zouden moeten worden. Zijn geldelijk vermogen mag dan wellicht niet zo groot zijn; misschien is zijn stad niet zo mooi als de stad van degene die alleen maar aan zijn stad denkt. Hij denkt echter aan het gehele land en dus is zijn ideaal nog groter. Het maakt hem niet uit in welke stad hij woont, zijn leven bevindt zich in het gehele land, in de gehele natie. Hij wordt de spirit van de gehele natie. Dat is zijn ideaal.

Is de mens hetzelfde, hoe hij er ook maar uitziet? We zien nu dat het een kwestie van zijn ideaal is of iemand verschilt van zijn buurman, of hij hemels of aards is, zo hoog als de Deva´s, de hemelse wezens, of zo laag als de demonen. Zijn ideaal maakt hem zo hoog als de ene of zo laag als de laagste demonen. De grootsheid van een mens ligt in de grootsheid van zijn ideaal. Wij waarderen mensen die we waarderen om hun ideaal. Datgene wat de mens optilt van de aarde naar de hemel is zijn ideaal. En datgene wat de mens naar beneden trekt van de hemelen naar de aarde is ook zijn ideaal. Wanneer hij niet leeft naar zijn ideaal dan valt hij naar de aarde. En wanneer hij zijn ideaal optilt gaat hij van de aarde naar de hemel. Hij kan tot elke hoogte stijgen in overeenstemming met de gestalte van zijn ideaal.

De een denkt: ´O, het maakt niet uit. Als ik een goede maaltijd heb maakt het niet uit wat anderen hebben´. Een ander denkt: ´Het schenkt me geen plezier een goede maaltijd te hebben omdat mijn gezin nog steeds hongerlijdt. Het schenkt me veel meer geluk een spaarzame maaltijd te hebben zolang mijn gezin goed tevredengesteld wordt´. Dit tilt hem hoger dan degene die alleen aan zijn eigen geluk denkt. Een derde denkt: ´Het maakt niet uit hoe ik leef, zolang ik maar wat geluk heb geschonken aan de mensen van mijn stad of dorp. Dat zou de moeite waard zijn´. Zijn ideaal is nog groter.

Het vertrouwen dat door de hemel wordt gezonden is het ideaal geschonken aan de mens. Dat is zijn opdracht in het leven, zijn verantwoordelijkheid in het leven. Zorgdragen hiervoor en je deze verantwoordelijkheid en positie die ons is geschonken waardig te betonen, dat is wat ons ideaal zou moeten zijn, onze religie, onze Dharma. In het evangelie vertegenwoordigt het ´talent´ hetzelfde ideaal. Eerst is het klein, maar het neemt toe naarmate we verdergaan in het leven.

Dit verklaart het feit dat de zonde en de deugd voor twee mensen niet hetzelfde kan zijn. Er kunnen bijvoorbeeld twee studenten zijn en de een wordt naar een universiteit gestuurd en studeert voor een examen. Er zijn slechts twee maanden over maar hij ziet toevallig dat er een spannend toneelstuk wordt aangekondigd. Hij denkt dat hij dit toneelstuk graag wil zien en toch is er nog zo weinig tijd voor de studie over. ´Maar het is maar voor een avond en ik kan dat snel inhalen. Ik ga deze ene keer en dat zal geen verschil maken´, zegt hij. Hij veronachtzaamt het belang van het ideaal dat hij had: het halen van het examen. Hij heeft zijn ideaal veranderd door te denken dat het examen er niet toe doet. Dus gaat hij deze ene keer, maar de volgende dag ziet hij een ander toneelstuk aangekondigd en weer geeft hij toe aan zijn plezier. En nog eens en nog eens. Zijn liefde voor het theater groeit en de avonden gaan voorbij en de tijd komt waarop hij niet langer goed voorbereid is voor zijn examen. Dus haalt hij het niet. De toneelstukken bezoeken was een zonde, niet vanwege een zondige daad, maar vanwege het falen in het bewaren van zijn ideaal. Het was de bedoeling dat hij zou studeren om zijn examen te halen.

Dan is er een andere student. Hij probeert een goede toneelschrijver te worden, of een redenaar of acteur. Hij ziet dezelfde aankondiging. Hij gaat naar het toneelstuk en geniet er volop van. Elk toneelstuk dat hij bezoekt voegt toe aan zijn ervaring en vergroot zijn kennis. Dezelfde daad is een deugd geworden, want door naar het theater te gaan en te denken aan de toneelstukken heeft hij geholpen zijn ideaal te volbrengen. Daarom hangt het allemaal af van ons ideaal of dezelfde daad een zonde of een deugd is. We moeten volgen en bewijzen dat wij zelf dat ideaal waard zijn en hoe verder we gaan hoe meer ons ideaal zich ontwikkelt. Hoe klein het in het begin ook was we gaan steeds maar vooruit zolang als we het volgen en willen bewijzen dat we het waard zijn. Maar wanneer we afdwalen van ons ideaal dan raken we het spoor bijster. En als er iets is wat er in de wereld verkeerd of slecht is, dan is het het volgende: het spoor van het ideaal, dat we ons gesteld hebben, verlaten.

Iemand kan zeggen dat een religieus ideaal het ware ideaal is of een moreel, spiritueel of een praktisch leven. Veel mensen zeggen dat het veel beter is om in de wereld te zijn, in de wereld te leven. Anderen zeggen dat het beter is ver weg van de verknipte wereld te leven, weg te gaan en in de wouden, de jungles of de grotten te gaan wonen. Zij zeggen: ´Dit is de enige manier om te leven´. Anderen zeggen: ´Maak gewoon maar plezier, eet, drink en geniet van het leven´. Weer anderen zeggen: ´Het goede leven ligt in de dienstbaarheid van de mens. Het ideaal is zo veel mogelijk dienstbaarheid, vriendelijkheid en liefde te geven als we maar kunnen´.

Als we het honderd mensen vragen dan zullen we honderd idealen horen. Iedereen denkt dat degene die zijn ideaal volgt de beste persoon is, en dat iedereen die een ander ideaal volgt verknipt is. Soefis, mystici en asceten zijn ondanks al hun hoge idealen, vermoord, onthoofd en gemarteld door verschillende religieuze autoriteiten omdat deze religieuze autoriteiten een ander ideaal hadden en ervan overtuigd waren dat hun eigen ideaal juist was en het andere verkeerd. Zij zeiden: ´Mijn Kerk is de enige Kerk die er bestaat, de enige die jou de werkelijke waarheid kan onderrichten´. Is het niet waar dat elke Kerk of elk geloof waarin zich een bereidwilligheid bevindt dat anderen die mogen volgen denkt dat haar ideaal en haar geloofsovertuiging de beste is om te volgen? Dat is de dwaasheid van de mens. Hij wil dat iedereen hetzelfde ideaal als het zijne volgt. Hij weet niet dat de profeten, die de hele wereld kan aanhangen, het niet voor elkaar hebben gekregen dat hun broeder, hun echtgenote of hun kind hen volgden!

Als we de geschiedenis van Abraham, Mozes of van Mohammed lezen dan zien we wat er gebeurd is. Het was voor hun eigen volk moeilijk hen te volgen, hoe veel andere volgelingen ze ook gehad mogen hebben, omdat elke ziel zijn eigen unieke ideaal heeft en ze in die richting voort wil gaan.

Het ware preken zou zijn iedereen te vragen zijn eigen ideaal te ontwikkelen, hoe verkeerd het ook de buitenstaander op dat moment mag toeschijnen. Laat een ieder zijn vermogen om goed te doen in zijn eigen oordeel ontwikkelen. Je zult zien dat hij in de loop van de tijd het werkelijke zal ontwikkelen, omdat er in hem het licht van God is en dat zal hem nooit misleiden.

Ik was ooit bij een wijze man die veel mensen bezochten. Hij stemde hen allemaal tevreden, en hij hield niet van discussies of gedachtenwisselingen omdat er voor een wijze man niets te bediscussiëren valt. Discussie is voor degenen die zeggen: ´Wat ik zeg is juist en wat jij zegt is verkeerd´. Een wijze man zal zoiets nooit zeggen. Vandaar dat er geen discussie is. De wereld is echter altijd aan het vechten en aan het argumenteren en aan het discussiëren.

Er kwamen veel mensen die met hem van gedachten wilden wisselen, maar hij deed zijn best gedachtenwisselingen te vermijden. Ik hield er zeer van om naar zijn manier van omgaan met vragen te luisteren. Mijn vrienden wilden discussiëren over wat het ideale leven is. Hij zei: ´Wat jij maar denkt dat het is´. Maar mijn vrienden waren hiermee niet tevreden. Zij wilden een discussie. Zij vroegen: ´Denkt u dat dit wereldse leven, met zo veel verantwoordelijkheden, met geploeter van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat, het ideale leven kan zijn?´ Hij antwoordde: ´Ja´. Zij vroegen: ´Denkt u niet dat het leven wat u leidt, terugtrekking en kluizenaarschap, het ideale leven is?´ Hij antwoordde: ´Ja´. Zij vroegen: ´Maar hoe kunnen we het huidige leven opgeven, onze verantwoordelijkheden jegens onze kinderen, onze beroepen en alles wat zoveel tijd in beslag neemt; hoe kunnen we dat leven verlaten teneinde uw ideale leven te leiden?´ Hij antwoordde: ´Verlaat het niet´. Zij gingen door: ´Maar als we het niet verlaten, hoe kunnen we dan voortgaan in het spirituele leven?´ Toen vroeg de wijze man: ´Wat bedoel je met spiritueel leven?´ ´Wij bedoelen met spiritueel leven een leven als het uwe´, antwoordden ze. Hij zei: ´Als je denkt dat mijn leven een spiritueel leven is, wees dan als ik. Als je denkt dat jouw leven een spiritueel leven is, blijf daar dan bij. Het is niet mogelijk te zeggen welk leven het beste is. Als je denkt dat je wereldse inspanning je geluk brengt, blijf er dan gewoon bij. Als je denkt dat mijn leven je geluk brengt, geef dan het jouwe op. Wat jou ook maar gelukkig maakt en je laat denken dat je het juiste aan het doen bent, doe dat vanaf dat moment en kijk wat het resultaat is. Als het je meer geluk brengt ga dan door ongeacht wat anderen zeggen. Als het je geluk brengt, als je tevreden raakt terwijl je het doet, terwijl je het effect ervan oogst dan is het goed. Ga ermee door en je zult altijd gezegend worden´.

Daarom kan wanneer de kwestie van het ideale leven opkomt, niemand ons vertellen dat deze of die methode het ideaal is. Degene die pretendeert dit te weten zegt absurde dingen. Hij vertelt ons slechts wat hij denkt dat het ideaal is. Het is niet noodzakelijkerwijze het ideaal voor ons. Wat we ook maar het beste vinden dat zouden we moeten volgen. Want dan bevinden we ons op de juiste weg, in welke richting die ook gaat, of die nu naar de hemel of naar de aarde gaat. Beide wegen leiden naar hetzelfde doel als ze tot het einde worden vervolgd.