Religie is een behoefte van de menselijke ziel. In alle tijdperken en in elke fase van de evolutie van de mensheid is er een religie geweest die de mensen hebben aangehangen, want in elk tijdperk is de behoefte aan een religie gevoeld. En de reden is dat de ziel van de mens verscheidene diepe verlangens heeft en deze verlangens worden beantwoord door religie.
Het eerste verlangen is het zoeken naar het ideaal. Er komt een moment waarop de mens naar een completere rechtvaardigheid zoekt dan hij onder mensen kan vinden en waarop hij iemand zoekt die hij met meer zekerheid dan op zijn vrienden in de wereld kan vertrouwen. Er komt een moment waarop iemand een verlangen voelt om zijn hart te openen voor een Wezen dat zich boven menselijke wezens bevindt en die zijn hart kan begrijpen. De mens verlangt er van nature naar iemand te ontmoeten die groter dan hijzelf is en wanneer hij zijn ideaal in de wereld van sterfelijkheid heeft gezocht is hij vanzelf geneigd zich naar iemand te wenden die hoger is dan de mens, daar de menselijke ziel zijn ideaal niet kan evenaren. Hij wil voelen dat er iemand is die hem te hulp schiet, iemand die hem nabij is in zijn eenzaamheid. Hij voelt de behoefte om aan iemand die zich boven de menselijke kleingeestigheid bevindt om vergeving te vragen en om zijn toevlucht te zoeken bij iemand die sterker is dan hij. En voor al deze natuurlijke menselijke tendenties is er een antwoord dat door religie wordt gegeven en dat antwoord is God.
Elk levend wezen op aarde heeft boven alles het leven lief. Het kleinste insect, waarvan het leven maar zeer kort duurt, probeert te vluchten voor elk gevaar teneinde een moment langer te leven. En het verlangen om te leven is het meest ontwikkeld in de mens. Als intelligentie in de mens ontwaakt dan begint hij zich af te vragen of het leven slechts voorbijgaand is en of alles na dit leven wordt beëindigd. Voor hem is de gedachte dat de wereld na zijn korte leven zal voortbestaan vreselijker dan de dood. En als het leven geen bedwelmend effect zou hebben dan zou deze gedachte veel mensen vermoorden. Degene die denkt dat er na dit leven niets meer is kan niet erg lang bij die gedachte stil blijven staan. Lang bij die gedachte stil blijven staan en erover mediteren geeft hetzelfde gevoel als op grote hoogte staan en naar beneden kijken: het jaagt een mens schrik aan. De overtuiging dat ons leven door zal gaan nadat wij door de dood heen zijn gegaan is voor iedere ziel een uiterst aangenaam idee. Degene die de beloning van zijn inspanningen of van zijn goedheid niet heeft ontvangen, die in zijn leven geen antwoord op zijn gevoel voor rechtvaardigheid is tegengekomen, die geen complete bevrediging heeft gevonden en die niet in staat is geweest om zijn verlangen in het leven te verwerven, van diegene ligt de hoop in wat er hierna zal komen: en dit is wat religie hem belooft.
Dus het verlangen om te leven, zo niet hier op aarde dan toch in het hiernamaals, bestaat in iedereen. En degene die er met pessimisme naar kijkt en argumenten aandraagt tegen de mogelijkheid van het hiernamaals, doet dit alleen maar om in zijn mind een overtuiging te vestigen dat er een hiernamaals is. Hij zal het niet toegeven, want hij denkt dat het intelligent is het te ontkennen. Hij is echter niet bereid te sterven, hij is niet bereid te ontkennen dat er een continu leven is.
Het is de missie van devotie, van religie en van spiritualiteit geweest om de mens die overtuiging te schenken die het intellectuele redeneren ontkent en die alleen geloofsovertuiging en geloof kunnen schenken. Is er iemand in deze wereld die graag wil dat zijn bestaan voorgoed tot een eind zou komen? Niet één iemand. Iedereen is echter, of hij dat nu wel of niet lijkt te doen, op zoek naar de een of andere draad, de een of andere link, teneinde er zeker van te zijn dat er in het hiernamaals een leven is. Het is niet waar dat er geen bewijs van het hiernamaals is. Echter, degenen die een bewijs ervoor zoeken zoeken in de verkeerde richting voor dat bewijs. Hoe kan er een bewijs van onsterfelijkheid in het sterfelijke bestaan worden gevonden? Het bewijs van onsterfelijkheid is de onsterfelijkheid zelf. Daar het leven geen ervaring heeft, heeft het geen bewijs. Als er al een bewijs is, is het het leven zelf. Vanuit een beperkte conceptie van sterfelijkheid tot onsterfelijkheid komen is als het ontwaken vanuit het onbewust en bewust worden. Heeft niet elke religie op haar manier en door middel van het een of andere middel geprobeerd de mens tot het besef te brengen dat er een leven in het hiernamaals is?
Het huidige tijdperk werpt bezwaren op tegen het geloven van iets dat alleen in de culminatie ervan begrepen kan worden. En dus weigert het helemaal het te geloven. Een geloofsovertuiging is, wanneer ze is ontwikkeld, een geloof en in dat geloof zal men een zegel vinden: door dat zegel te verbreken komt er een onthulling van de continuïteit van het leven. Niemand behalve jij zelf kan jou overtuigen van het leven in het hiernamaals. Als je jezelf echter om te beginnen een geloofsovertuiging kunt geven dan komt de overtuiging vanzelf. Velen hebben verkeerde methoden toegepast om de mens te overtuigen van het hiernamaals. En door te proberen te spelen met fenomenen in plaats van een nieuwe geloofsovertuiging te geven hebben ze de geloofsovertuiging van de intelligente mensen afgepakt en een verkeerde geloofsovertuiging in de eenvoudigen van geest opgebouwd.
Het is derhalve de taak van de soefi-boodschap om een van de vele verschillende methoden die er zijn zoals devotionele, religieuse of spirituele methoden, te gebruiken die zal aansluiten bij de specifieke evolutietrap van iemand teneinde zijn hart voor te bereiden voor die overtuiging die het onsterfelijke leven wordt genoemd.
De mens heeft ook een verlangen naar exaltatie, de exaltatie die hem wordt verschaft door properheid van lichaam en zuiverheid van mind. De mens snakt ernaar zich geëxalteerd te voelen zowel door de macht van woorden als door zijn omgeving en hij streeft exaltatie na door denken, handelen en voelen. De aard van het leven in de wereld is zodanig dat het de mens constant naar de aarde toe sleurt. Zijn zintuigen en de wreedheid van de menselijke natuur die continu schuurt sleuren de mens naar de aarde toe, constant de zware last van menselijke verantwoordelijkheden dragend en zich realiserend dat uiteindelijk deze verantwoordelijkheden niet van groot belang zijn. En de enige verandering die hij teweeg kan brengen om zichzelf te ontdoen van materiële verantwoordelijkheden wordt bereikt door te bidden, ofwel alleen ofwel aangesloten bij anderen in religieuze riten en ceremonieën die hem de middelen van exaltatie verschaffen in antwoord op zijn verlangen.
Met de rijpheid van zijn ziel verlangt iemand ernaar door te dringen in de diepten van het leven. Hij verlangt ernaar de macht die binnenin hem latent aanwezig is te ontdekken, hij snakt ernaar de bronnen en het doel van zijn leven te kennen, hij hunkert ernaar het doel en de betekenis van het leven te begrijpen, hij wil de innerlijke significantie van dingen begrijpen en hij wil van alles wat door vorm en naam wordt bedekt de bedekking wegnemen. Hij zoekt naar inzicht in oorzaak en gevolg, hij wil het mysterie van tijd en ruimte aanraken en hij wil de missende schakel tussen God en de mens vinden – waar de mens eindigt en God begint. En dit verlangen vindt ook zijn vervulling in het contact met de spirit die religie schenkt.
Ten slotte is het een uiterst natuurlijk verlangen van de menselijke ziel om te zoeken naar geluk en comfort. De mens verlangt naar principes die leiding aan zijn leven geven en hij verlangt naar waarden en normen die het leven van de gemeenschap reguleren. Hij verlangt naar een balans tussen activiteit en ontspanning. Hij wenst harmonie met degene die hij liefheeft. Hij wenst zekerheid voor al diegenen die bij hem behoren, hij wenst een gevestigde wederkerigheid, een vastgesteld geven-en-nemen en hij wenst alles wat thuis en in het land geluk en vrede teweegbrengt.
In de huidige wereld denken veel mensen dat je toekunt zonder religie en dat ze zelf vanwege hun evolutie de religie zijn ontgroeid. Velen hebben geen religieuze geloofsovertuiging en daarom heeft de wereld nog nooit eerder in een zo chaotische toestand verkeerd. Ongetwijfeld vind je in de overlevering en in de geschiedenis dat er in naam van de religie de vrije teugel is gegeven aan de zelfzucht en de onwetendheid van de mensheid. En dit is de reden waarom de mens, rebellerend tegen deze stand van zaken, religie heeft afgezworen en die spirit is vergeten die, in naam van de religie, ook zijn rol in de wereld heeft gespeeld. En nu blijven zelfzucht en onwetendheid die in naam van de religie een rol in de geschiedenis hebben gespeeld, bij afwezigheid van religieuze invloed, dit doen in naam van het modernisme. Ondanks de scheiding die de mens probeert te maken tussen zichzelf en anderen, heeft hij altijd gevoeld dat er iets mist, zelfs thuis en in zijn eigen land. Dit kun je heden ten dage zien onder materialisten die zichzelf nog geen moment zouden toestaan om een religieuze geloofsovertuiging te hebben, maar toch niet tevreden zijn. En de reden hiervoor is dat zij iets zeer groots en belangrijks missen, iets wat zij niet kunnen verwerven omdat zij een muur om zichzelf heen hebben gebouwd.