Een diepzinnige studie van het leven stelt ons in staat te bemerken dat elk individu afhankelijk is van ieder ander individu. Dit is waar voor alle aspecten van het leven. De rijken zijn afhankelijk van de armen, de sterken van de zwakken, de wijzen van de dwazen. Wanneer we zien hoe beperkt de mens zelfs op zijn best is dan zien we dat het niet anders kan zijn dan dat ieder afhankelijk moet zijn van de ander om de behoeften van het leven te verwerven.
Het is evident dat de bediende afhankelijk is van het loon dat hem wordt betaald, dat de arbeider afhankelijk is van het geld dat hij ontvangt. Er zijn echter behoeften waaraan geld niet tegemoetkomt en dan betaalt degene die ontvangt terug met liefde, vriendelijkheid of zorg. Er komen tijden waarin geld te kort schiet, waarin invloed niet bij machte is om te kopen of te nemen. Wanneer dit zo is is het iets natuurlijks om respect te betonen en bewondering te schenken aan degene aan wie geen geld gegeven kan worden en die niet beïnvloed kan worden. Het maakt niet uit of het respect en de bewondering vanuit een zelfzuchtig of een onzelfzuchtig motief wordt geschonken. In beide gevallen is er dezelfde afhankelijkheid. Je bent afhankelijk van je geliefde, je echtgenote, je buren en zelfs van je bediende. Wat ontstaan er niet voor problemen en moeilijkheden wanneer het gebeurt dat de bediende niet thuis is! Of je nu geld betaalt of slechts liefde en bewondering kunt laten zien, je bent net zo goed afhankelijk. Vanaf het moment waarop je als baby voor het eerst je ogen opent, bestaat je hele leven uit niets anders dan afhankelijkheid.
Degenen die op diepzinnige wijze kijken, zullen zien wat werkelijke afhankelijkheid is en hoe verreikend die afhankelijkheid in onze leven is. Zijn degenen die geld nodig hebben niet afhankelijk van mensen die geld hebben? Zijn degenen die een positie willen niet afhankelijk van iemand die een positie heeft, zoals een minister, een adellijk iemand, een baron of een hoge beambte? Hoe meer iemand erover reflecteert, hoe meer hij ontdekt hoe wijdverbreid dit web van afhankelijkheid is. Het wordt steeds helderder dat alle bronnen waarvan de mensen afhankelijk zijn bestaan voor het gebruik van de verschillende individuen. Het ene individu wenst of heeft weelde nodig en daarom zijn er mensen die die weelde hebben en kan hij van hen afhankelijk zijn. Een ander individu kan een hogere positie wensen of nodig hebben en daarom is er iemand die zich in een hoge positie bevindt die hem kan onderscheiden of hem in een hogere positie kan plaatsen. Hij zal voor diegene buigen. Hij zal hem respecteren. Hij zal alles doen om zijn gunst en vriedelijkheid te winnen.
Wanneer we bemerken dat elk individu de een of andere bron van macht heeft waarvoor hij buigt, waar hij zich toe wendt en, waarvan hij afhankelijk is, dan beginnen we ons af te vragen of er de een of andere bron is die verheven is boven al deze andere bronnen van macht. Deze verscheidene bronnen zijn van elkaar afhankelijk. Is er een bron die alle bronnen regeert? Het antwoord is dat die er is. Er is een bron die alle andere bronnen van macht regeert en dat is die ene bron die we idealiseren en God noemen.
Degenen die deze bron idealiseren roepen Hem aan, betonen Hem al hun respect, wenden zich bij elke moeilijkheid, bij elk probleem en in geval van nood tot Hem. Er is niemand anders die volstaat om hen te troosten, er is geen hulpmiddel en er is geen hulp te verkrijgen behalve dit ene ideaal waarop zij hun ogen fixeren, dit ideaal dat niet gekend of gezien wordt en toch in de mind wordt geïdealiseerd. Hoe pover zijn vergeleken met die ene bron niet alle andere bronnen! Terwijl alle verscheidene bronnen waarvoor de mens buigt en waarvan de mens afhankelijk is zo onzeker zijn dat ze vandaag vriendelijk zijn en morgen niet, is die ene bron toch al-voorzienend, nooit veranderend en is die almachtig. Vanuit die bron kan alles verworven worden. Alle andere bronnen zijn slechts schijnbare machten. Want zelfs als zij erin slagen enige hulp te biden is het tenslotte in werkelijkheid de ene bron die hen de macht heeft geschonken om in onze behoeften te voorzien.
De Nizam van Hyderabad (Zijne Koninklijke Hoogheid Mahbub Ali Khan, gestorven in 1911, vert.) was een grote mysticus en een zeer goed mens. Hij placht degenen die toegang tot hem hadden verkregen en die hadden geklaagd dat ze nog geen hulp hadden ontvangen, te vragen: ´Heb je opdracht gekregen van Daar? Als je er een van Daar hebt ontvangen dan zal ik je hulp bieden, maar als je het niet van Daar hebt gekregen dan zal ik je niet helpen´.
In de Koran staat een soera die zegt: ´Alleen God is rijk en iedereen is arm´. Hoe meer we het leven bestuderen, hoe meer we de waarheid van deze soera inzien. Mensen kunnen in paleizen wonen begiftigd met iedere vorm van weelde en comfort en toch kunnen ze nog steeds vinden: ´Als ik dat toch eens zou hebben dan zou ik nooit meer ongelukkig zijn´. Mensen kunnen hun auto´s, hun bontjassen of hun weelde van miljoenen euro´s hebben en toch niet naar waarheid zeggen dat ze volmaakt gelukkig zijn. Kunnen ze zeggen dat ze alles hebben wat zij in het leven nodig hebben? Is er iemand die dat kan zeggen? Je vindt zo iemand eerder onder de arme mensen dan onder de rijke mensen.
Dit laat zien dat alleen God rijk is. Iedereen die een behoefte heeft is arm. Armoede betekent behoefte. Indien er behoefte is, is er armoede. Aangezien het leven van de mens vol behoefte is moet hij zich wel in armoede bevinden. Hij bevindt zich nog steeds in de duisternis als hij niet beseft dat er slecht Een is die rijk is.
We hebben allen ongetwijfeld onze behoeften gedurende ons leven. Hoe vaak ervaren we niet teleurstelling met betrekking tot die behoeften! Hoe veel mensen worden er niet teleurgesteld in de liefde, in geld, in hulp of in dienstverlening! Hoe bereidwillig is het hart niet om zich ontmoedigd, teleurgesteld of gebroken te voelen, zeggend: ´O, dit is mijn broer, mijn enige broer en toch heeft hij me in deze tijd van nood niet geholpen´ of ´Ik heb haar als mijn zus beschouwd en toch heeft ze me in deze cruciale tijd laten vallen´. Mensen lopen in het leven zo veel teleurstellingen op. Je bent afhankelijk, afhankelijk van beperkte bronnen, nooit reflecterend dat deze bronnen slechts af en toe behulpzaam zijn en dat ze vaak helemaal niet in staat zijn te helpen, hoe graag ze dat ook zouden willen.
Blijft de ene bron over die altijd behulpzaam is en altijd kan helpen. Alleen omdat de mens Hem niet kan zien, Hem niet kan verwerkelijken, twijfelt hij of er zo´n wezen als God is. Hoe religieus of devoot hij ook is, hij zoekt altijd naar een materiële tussenpersoon voor hulp. Hoe religieus of devoot hij ook is, hij kan God niet verklaren. Zelfs een mysticus of filosoof kan Hem niet verklaren. Het ideaal van God is de eerste les die geleerd dient te worden. En die kan niet geleerd worden door analyse. Daarom zal de intellectuele mind die een analyse van God zoekt altijd zeker teleurgesteld worden. De filosoof sprak een waar woord toen hij zei: ´God analyseren is God onttronen´. Analyse kan nooit zelfs maar het ideaal van God portretteren. Dat is de reden waarom elke boodschapper, Mohammed, Christus, Mozes en Abraham dat ene woord: geloof zo hebben benadrukt.
Je moet echter niet denken dat deze zieners, heilige mannen en leraren die zo´n macht en verwerkelijking hadden, hebben gewild dat de wereld zich voorstelde dat dit geloof blind zou moeten zijn. Zij zelf hebben de eerste les geleerd dat het geen zin heeft te beginnen met het idee dat als je God analyseert dat je dan overtuigd zult worden van Hem. Zo iemand zal nooit overtuigd raken. De eerste stap is geloof en niet beredeneren of intellectuele waarneming. Kan je uitleggen waarom een diamant twintigduizend pond waard is? Is daar enige reden voor? ´Ja´, zal iemand antwoorden, ´dat komt omdat die op de markt voor die prijs wordt verkocht. Er is geen andere verklaring. Het is een waardevolle steen´. Iemand anders kan echter antwoorden: ´Ja, het is een heldere steen. Die is ongetwijfeld beter dan glas en zeker helderder dan een kristal. Maar waarom twintigduizend pond?´
Het antwoord is slechts dit, dat de diamant twintigduizend pond waard is omdat ons ideaal dat die diamant waard heeft gemaakt. Wat wij een ideaal noemen is slechts een andere manier om te zeggen dat er geen verklaring is. We hebben te accepteren dat twintigduizend pond de waarde ervan is. Dat is hetzelfde met elk ideaal, zelfs met het ideaal van God. Een ideaal bevindt zich voorbij de verklaring.