Spiritualiteit is niet per definitie intellectualiteit noch orthodoxie noch ascetisme. Orthodoxy, ascetisme of het intellectuele zoeken naar waarheid zijn allemaal verschillende methoden die mensen hebben gevolgd teneinde het spirituele doel te bereiken. Maar de methode is niet het doel. Als er al een definitie van spiritualiteit bestaat dan is dat het afstemmen van het hart.
In deze materialistische tijd van ons wordt de hart-kwaliteit helemaal vergeten en wordt er een groot belang gehecht aan de rede en de logica. Wanneer we met iemand argumenteren wil hij dat wij met de rede argumenteren. We dienen logisch te zijn. Sentiment en idealisme hebben geen plek. Om deze reden raakt de mensheid steeds verder verwijderd van spirituele verwerving. Datgene wat de voornaamste en de beste kwaliteit is wordt genegeerd. En door die kwaliteit te negeren raakt die doods. Als een dichter toevallig in een dorp woont waarin niemand poëzie begrijpt, als een schilder in een stad woont waar niemand iets om zijn schilderijen geeft, als een inventief genie geen kans krijgt om zijn uitvindingen zijn buiten te brengen dan raken hun vermogens en talenten afgestompt en sterven die uiteindelijk af. En hetzelfde gebeurt met de hart-kwaliteit: als die niet wordt opgemerkt, als die geen kans krijgt zich te ontwikkelen, als die genegeerd wordt dan raakt deze kwaliteit afgestompt en sterft die uiteindelijk af. Zoals er in een lied tot expressie wordt gebracht: ´Het licht van een heel leven sterft af wanneer het gedaan is met de liefde´. Wat blijft er over? Er is geen teken van leven. Wat er overblijft is intellectualiteit die zichzelf tot expressie brengt door de macht van egoïsme. Het is moeilijk om in de wereld te leven omdat zelfzucht almaar aan het toenemen is.
Er is een bepaalde verfijndheid die behoort bij de menselijke natuur, een bepaalde adeldom, een bepaalde onafhankelijkheid. Er is een bepaald ideaal, een bepaalde delicaatheid, een bepaalde manier van doen. En deze raken allemaal afgestompt wanneer men de hart-kwaliteit onontwikkeld laat.
Ik heb vele jaren gereisd en mensen gezien die zich bezig hielden met het zoeken naar waarheid. En tot mijn grote teleurstelling heb ik veel mensen getroffen die, hoewel ze geïnteresseerd waren in hogere zaken, toch aan het argumenteren en aan het discussiëren waren: ´Geloof jij wat ik geloof?´ of ´Mijn overtuiging is beter dan de jouwe´, altijd op intellectuele wijze. We hoeven echter niet zoveel intellect te gebruiken bij het zoeken naar God, bij het verwerven van spiritualiteit, want dat komt niet via het intellect, dat komt door het afstemmen van het hart.
Mensen kunnen zeggen dat dit dan wel zo kan zijn maar dat er toch veel emotionele en affectieve mensen zijn. Emotionele mensen zijn echter niet altijd liefhebbende mensen. Misschien naar buiten toe, maar heel vaak zijn mensen naarmate ze emotioneler zijn, minder liefhebbend. Want de ene dag is hun liefde aan het stijgen en de volgende dag valt die weer neer. Ze worden net als wolken door emoties bewogen. De ene dag is de lucht helder, de volgende dag is die bewolkt. Je kunt niet vertrouwen op emoties. Dat is geen liefde; de voelende natuur, de sympathiserende natuur zou moeten worden ontwikkeld.
Bovendien bestaat er, vooral in de westerse wereld, een verkeerde conceptie van de kracht van persoonlijkheid. Velen hebben dit verkeerd begrepen en onder het mom van kracht willen ze hun harten verharden. Velen denken dat het voor iemand niet natuurlijk of normaal is om te worden geroerd of te worden bewogen door wat dan ook. Integendeel, als iemand niet wordt geroerd of bewogen dan is dat niet natuurlijk. Hij bevindt zich dan nog steeds in het koninkrijk van de mineralen en nog niet in het koninkrijk van de mensen. Mens-zijn en niet geroerd of bewogen te worden door iets roerends, aantrekkelijks, betekent alleen maar dat de ogen van het hart gesloten zijn en dat de oren zijn geblokkeerd: dat het hart niet levend is. Het is een verkeerd begrip van een hoog principe. Het principe is dat de mens gevoelig dient te zijn en toch zo sterk dat hoe veel gevoel hij ook mag hebben hij zoveel kracht heeft om dat te verbergen. Dat betekent niet dat hij geen gevoel moet hebben; iemand zonder gevoel is zonder leven.
Hoe veel je ook de psychologie op theoretische of op praktische wijze bestudeert, je zult niet de spiritualiteit bereiken. Spiritualiteit behoort niet tot de intellectualiteit. Daar heeft ze niets mee te maken. In verband met spiritualiteit is intellectualiteit alleen maar nuttig in zoverre dat een intellectueel iemand beter spirituele inspiratie tot expressie kan brengen.
Je zou je af kunnen vragen of het niet natuurlijk is om spiritualiteit te verwerven. Komt die niet zonder enige inspanning van onze kant? En als die niet natuurlijk is wat is dan het nut van het verwerven van spiritualiteit? Het antwoord is dat spiritualiteit er niet alleen voor menselijke wezens is maar ook voor de lagere schepping, voor elk wezen. Niet spiritualiteit in de zin zoals wij die meestal begrijpen, maar als zijnde afgestemd op je natuurlijke toonhoogte. Zelfs vogels hebben hun momenten van exaltatie. Bij zonsondergang of bij zonsopgang, bij het aanbreken van de dageraad, in het maanlicht zijn er momenten waarop vogels en dieren zich geëxalteerd voelen. Zij zingen, dansen en zitten in exaltatie op de takken van de bomen. Elke dag voelen zij deze uitgelezen vreugde. En als we nog verder gaan en als we ogen hebben om in die vormen waarin anderen ze niet zien leven te zien, in de rots of in de boom, dan ontdekken we dat er tijden zijn waarop zelfs de bomen in een complete staat van extase verkeren. Degenen die op natuurlijke wijze leven, die de deuren van hun hart openen, van wie de ziel in contact is met de natuur, vinden de natuur zingend, dansend en communicerend. Het is niet slechts een legende, een verhaal uit het verleden, dat heiligen gewoonlijk met de bomen spraken. Het is een actueel feit en is vandaag de dag net zo als in het verleden. Zielen zijn altijd van dezelfde natuur. Zij zijn hetzelfde, alleen zijn wij ongelovigen geworden, hebben wij geen vertrouwen in het leven. We zijn materialistisch geworden, we hebben onze ogen gesloten voor wat er zich voor onze ogen bevindt. Zielen kunnen vandaag de dag net als in het verleden heiligen en wijze mannen worden. Zijn de sterren niet net hetzelfde als altijd? Zij communiceren ook vandaag de dag met degene die in staat is ze te begrijpen. Maar we hebben de natuur onze rug toegekeerd. We leven in een kunstmatige wereld. We zijn niet alleen materialistisch geworden, we zijn de materie zelf geworden.
Soefis in alle tijdperken, mystici van India, Perzië en Egypte hebben het ontwaken van de hart-kwaliteit als het voornaamste in het leven beschouwd. Want alle deugden die de priester kan onderrichten en voorschrijven, alle deugden die je verteld zijn te beoefenen in het leven, komen vanzelf wanneer het hart zich opent. Je hoeft deugd niet te leren. Deugd wordt je eigen. Hoe lang houden deugden stand die worden onderricht? Als er al deugd is dan dient die uit zichzelf te ontstaan. Spiritualiteit is natuurlijk. En als dieren en vogels spirituale exaltatie kunnen voelen, waarom wij dan niet? We leiden echter geen natuurlijk leven. We hebben in onze beschaving geprobeerd zo ver mogelijk als kan verwijderd te raken van de natuur en het natuulijke leven, een kunstmatige atmosfeer inademend tegengesteld aan klimaat-invloeden, voedsel etend dat we hebben vervaardigd, het veranderend in iets dat helemaal verschilt van hetgeen de natuur ervan gemaakt had.
De belangrijkste vraag is hoe we het beste uit ons leven kunnen halen, hoe we het beste gebruik kunnen maken van de gelegenheid die ons passeert. Elk verloren moment is onvergelijkbaar waardevoller dan het verlies van geld. Als iemand zich dit begint te realiseren dan zal hij steeds meer tot de conclusie komen dat hij, terwijl hij dacht dat hij voorwaarts aan het gaan was, in feite aan het ronddolen was in hetzelfde doolhof. Had hij toch maar de deur gevonden, de deur die door de wijze mensen spirituele verwerving wordt genoemd! Hoe goed opgeleid je ook bent, hoeveel je ook hebt verzameld of volbracht, hoeveel macht en positie je ook hebt verworven, niets van dit alles zal voortduren. Er is slechts een iets wat voortduurt en dat is spirituele verwerving. Zonder dit zal er altijd ontevredenheid zijn, een onaangenaam gevoel. Geen kennis, macht, positie of weelde kan die tevredenheid schenken die spirituele verwerving kan schenken.
Er is niets op de wereld wat moeilijker of gemakkerlijker is: moeilijk omdat we het moeilijk hebben gemaakt; gemakkelijk omdat het in werkelijkheid het gemakkelijkste is wat er maar mogelijk is. Alle andere dingen moet je kopen en daar moet je voor betalen. We moeten zelfs voor ons water betalen. Maar voor spirituele verwerving hoeven we geen belasting te betalen. Het is van ons, het is ons zelf. Het is de ontdekking van ons zelf. En toch is datgene wat je waardeert iets wat je met moeite verkrijgt. De mens houdt zo zeer van complexiteit. Hij maakt iets groot en gecompliceerd en zegt: ´Dit is waardevol´. Als het eenvoudig is denkt hij dat het geen waarde heeft. Dat is de reden waarom mensen uit de oudheid, de menselijke natuur kennend, tegen iemand wanneer hij aangaf dat hij spirituele verwerving wenste, zeiden: ´Goed. Loop dan tien jaar lang om de tempel heen en loop er elke avond honderd keer omheen. En ga naar de Ganges. Dan zul je inspiratie krijgen´. Dan zou er gedaan moeten worden bij mensen die niet tevreden zijn met een eenvoudige uitleg van de waarheid, die complexiteit willen.
Je hoort mensen vaak zeggen: ´Ik had ooit een diep gevoel maar dat gevoel is helemaal weg, het is helemaal kwijt. Nu heb ik geen gevoel meer´. Dat betekent in werkelijkheid dat er iets in hen is gestorven. Zij weten dat niet, maar iets van groot belang is gestorven als gevolg van hun affectie, liefde en vriendelijkheid. Wellicht zijn ze de slechte kwaliteiten van de menselijke natuur tegengekomen en zijn ze teleurgesteld geraakt. En op die manier heeft het voelende hart de gifbeker aangenomen en is gestorven. Er zijn andere mensen die uit een zelfrechtvaardiging of uit scherpzinnige perceptie van de menselijke tekortkomingen, uit hun kritische aanleg, beginnen te haten voordat ze iemand kunnen liefhebben, eerst de haat toelatend en de liefde geen kans gevend.
Wat er nodig is is het ontwikkelen van een sympathiserende natuur en de graduele groei daarvan te onderhouden. Net zoals het voor de student van stem-ontwikkeling moeilijk is om met zijn stem te oefenen en die toch niet te verspillen, zo vergaat het ook een sympathiserend iemand. Terwijl hij zich aan het ontwikkelen is loopt hij het risico het vermogen tot sympathie te verspillen. Met andere woorden: hoe liefhebbender iemand is, hoe meer kans hij loopt om teleurgesteld te worden. Hoe groter de liefde, hoe groter de fragiliteit van het hart en hoe ontvankelijker het voor alles wordt, totdat het elk moment kan breken. Degene die op het pad van sympathie loopt moet er goed voor zorgen dat zijn weg niet wordt geblokkeerd; alles zal proberen zijn weg te blokkeren en zijn eigen doorzettingsvermogen zal die weg voor hem openhouden.
Door gebrek aan ontwikkeling van de sympathiserende natuur wordt er een hindernis geproduceerd in de mind en in het lichaam. In het fysieke lichaam bevinden zich enige zenuwcentra, centra die door ontwikkeling van sympathie worden gewekt. En door het gebrek aan de ontwikkeling van sympathie blijven ze gesloten. Om deze reden is een slager minder intuïtief. Alles wat de mens weghoudt van sympathie berooft hem van intuïtie, want in deze verfijnde centra ontwikkelt sympathie leven en de afwezigheid van die sympathie neemt het leven weg.
Zo is het ook in de mind. Wanneer het hart niet sympathiserend is, mist er iets in de mentaliteit van de mens en het is sympathie die het opent. De soefi´s kennen het medicijn voor deze ziekte en dat is de beoefening van de kunstvorm die Zikr of Mantram wordt genoemd. Door die kunstvorm op de juiste wijze te beoefenen activeer je deze verfijnde centra door vibraties. Door de herhaling van bepaalde mystieke woorden beginnen de centra te vibreren. Heel vaak voelt iemand na slechts korte tijd deze oefeningen gedaan te hebben zich helemaal anders, vooral wanneer een mentale gedachte gedurende die tijd wordt vastgehouden. Zo wordt er tegelijkertijd concentratie ontwikkeld. Het helpt de liefde-natuur of sympathiserende natuur verdiept of gecentraliseerd te worden en als die begint te stromen dan wordt er een atmosfeer, een spirituele atmosfeer, geschapen; dit komt allemaal voort uit de ontwikkeling van het voelen.
Tijdens mijn pelgrimage naar de heilige mannen van India heb ik een paar mannen ontmoet van wie de aanwezigheid verlichtender was dan het een leven lang lezen van boeken of het duizend maal argumenteren over het een of ander probleem. Zij hoeven niet te spreken. Zij worden levende lichten, fonteinen van liefde. En net zoals er besmetting bij ziekte is zo is er besmetting bij spirituele verwerving. Je voelt je opgetild en vol vreugde, extase, geluk en verlichting.
De een kan ongetwijfeld meer onder de indruk zijn dan de ander. De invloed is op de een groter dan op de ander. Dat hangt helemaal van het individu af. Ik herinner me een dame die me ooit vertelde: ´Sinds u bent gekomen is mijn man heel vriendelijk voor me´. Acht dagen nadat ik de stad had verlaten waar ik had verbleven schreef ze me echter dat haar man weer net als tevoren was. Het maakt een groot verschil wat voor iemand het is, want het is net als het effect van vuur. Het effect van vuur is anders op steen, ijzer, was, papier, kleding, katoen of op welk object dan ook en dus is het effect van spirituele persoonlijkheid bij iedereen anders.
Ik heb ooit een geleerd man ontmoet, een doktor in de filosofie met heel veel academische titels. We spraken over de diepere kant van het leven. En hij raakte zeer geïnteresseerd in hetgeen ik zei en hij vertelde me dat hij me zeer hoog achtte. En dus dacht ik bij mezelf dat het zeer interessant voor hem zou zijn als ik hem over mijn leraar zou vertellen. Ik vertelde hem: ´Er woont een zeer bijzondere man in deze stad. Hij is met niemand op de hele wereld te vergelijken´. ´Bestaan er zulke mensen?´, vroeg hij, ´Ik zou hem heel graag willen ontmoeten. Waar woont hij?´ En ik vertelde hem dat hij daar en daar woonde. Hij zei: ´Daar woon ik ook, waar staat zijn huis? Ik ken iedereen daar. Hoe heet hij?´ Dus vertelde ik hem dat. Hij zei: ´Ik ken deze man al twintig jaar en nu vertelt u me over hem!´ Ik dacht bij mezelf: ´Je zou in geen honderd jaar in staat kunnen zijn om hem te kennen´. Hij was niet bereid hem te kennen. Als mensen niet ontwikkeld genoeg zijn dan kunnen ze anderen niet op waarde schatten of hen begrijpen. Zij begrijpen zelfs de grootste zielen niet. Ze kunnen bij hen zitten, met hen praten; ze kunnen hun gehele leven in contact met hen zijn maar ze zien dat niet. Terwijl daarentegen iemand anders, als hij bereid is te begrijpen, slechts een seconde nodig heeft. Deze filosoof kende mijn leraar al twintig jaar en toch kende hij hem niet. Ik zag hem maar een keer en werd voor altijd zijn leerling. Deze man was geleerd, hij was zeer intellectueel, maar hij zag hem met zijn brein. Ik zag mijn leraar met mijn hart.
Het enige principe dat we op het pad van sympathie in gedachten moeten houden is dat we ons best moeten doen met betrekking tot het genoegen van degenen die we liefhebben en die we ontmoeten. Maar we moeten niet hetzelfde verwachten van degenen die we liefhebben en die we ontmoeten. Want we dienen ons te realiseren dat de wereld is zoals ze is en dat we die niet kunnen veranderen. We kunnen slechts onszelf veranderen. Degene die wil dat anderen doen wat hij wil zal altijd teleurgesteld worden. Dat is de klagende ziel, degene die de gehele dag en elke dag van de maand aan het klagen is. Hij is nooit zonder een klacht. Als het niet over een menselijk wezen gaat dan gaat het wel over het klimaat. Als het niet over het klimaat gaat dan gaat het wel over de omstandigheden. Als het niet over iemand anders gaat dan gaat het wel over hemzelf.
Hij zou in gedachten moeten houden dat zelfmedelijden de ergste armoede is. Degene die het leven op deze manier opneemt, die zijn arme zelf beschouwd als vergeten, miskend en door iedereen en alle planeten, zelfs door God verkeerd behandeld, voor die persoon is er geen hoop. Hij is een banneling uit de tuin van Eden. Maar degene die zegt: ´Ik weet wat de menselijke natuur is, ik kan niet beter verwachten, ik moet slechts proberen het weinige goeds wat er uit voortkomt te waarderen en om daar dankbaar voor te zijn en te proberen het beste wat er in mijn vermogen ligt aan anderen te geven´, heeft de enige houding die hem in staat zal stellen zijn sympathiserende natuur te ontwikkelen. Degene die rechtvaardigheid op de voorgrond houdt zal er altijd door worden verblind. Hij zal het altijd over rechtvaardigheid hebben maar die nooit echt kennen. Voor degene die rechtvaardigheid op de achtergrond houdt valt het licht van rechtvaardigheid op zijn pad en hij gebruikt rechtvaardigheid alleen maar voor zichzelf. Wanneer hij het jegens anderen niet goed heeft gedaan dan roept hij zichzelf op het matje, maar als anderen het jegens hem niet goed hebben gedaan dat zegt hij dat dat ook rechtvaarigheid is. Voor de rechtvaardige persoon is alles rechtvaardig. Voor de onrechtvaardige persoon is alles onrechtvaardig. Degene die het te veel over rechtvaardigheid heeft is ver verwijderd van rechtvaardigheid; dat is de reden waarom hij het erover heeft.
Ligt er dan helemaal geen beloning in sympathie als ze slechts tot teleurstelling leidt? De beloning van het leven is het leven zelf. Iemand kan een ziekte hebben of zeer ongelukkig en verdrietig zijn. Maar als hem zou worden gevraagd: ´Zou je in een steen veranderd willen worden?´, dan zou hij antwoorden: ´Nee, laat me liever leven en lijden´. Daarom is de beloning van het leven het leven. En de beloning van liefde is de liefde zelf. Liefhebben is leven en het hart dat zich voor iedereen sluit sluit zich voor zijn eigen zelf.
Het verschil tussen menselijke liefde en goddelijke liefde is als het verschil tussen drillen en oorlog. Je moet drillen om je voor te bereiden op de oorlog. Je moet het fenomeen van liefde op dit plan kennen teneinde je voor te bereiden op het liefhebben van God die als enige liefde verdient. Degene die zegt: ´Ik haat menselijke wezens, maar ik houd van God´, weet niet wat liefde betekent. Hij heeft niet gedrild en is in de oorlog van geen nut. Of een liefhebbend iemand nu een menselijk wezen bemint of God, hij vertoont geen spoor van haat. En degene die haat in zich heeft bemint noch de mens noch God, want haat is het teken dat de deur van zijn hart is gesloten.
Is het niet zeer betreurenswaardig dat we onder de meest beschaafde landen het ene land tegen het andere land in zien gaan, dat er een gebrek aan vertrouwen en een angst voor oorlog tussen hen bestaat? Het is vreselijk als je eraan denkt dat de menselijkheid, hoewel ze vooruit schijnt te gaan, in feite in een grotere mate achteruit aan het gaan is dan ooit in de geschiedenis vertoond. Zijn we ons aan het ontwikkelen of zijn we achteruit aan het gaan? Wat er mist is niet intellectualiteit, want elke dag vinden mensen steeds meer ingenieuze zaken uit. Wat mist er dan? De hart-kwaliteit. Het lijkt alsof die elke dag dieper wordt begraven. Daarom wordt de ware mens heden vernieitigd en wordt het valse deel van zijn wezen voortgezet. Betere omstandigheden kunnen alleen maar teweeggebracht worden door het individu dat beseft dat het de ontwikkeling van zijn hart is die dit kan bewerkstelligen, en niets anders.
Heel vaak zeggen mensen die naar me toe zijn gekomen achteraf: ´Ja, alles wat u zegt is heel interessant, heel mooi en ook ik wil dat de wereld veranderd zou worden. Maar hoeveel mensen denken er als u? Hoe kunt u dat doen? Hoe kan het gedaan worden?´ Zij komen met deze pessimistische opmerkingen. En ik vertel hen: ´Er komt één persoon met een kleine verkoudheid of griep het land binnen en het verspreidt zich. Als zo iets slechts zich kan verspreiden zou dan niet de verheffende gedachte van liefde, vriendelijkheid en goodwill jegens alle mensen zich ook kunnen verspreiden? Daarom zouden we erop toe moeten zien dan verfijndere kiemen van goodwill van de een naar de ander gaan, van liefde en vriendelijkheid, van het gevoel van broederschap, van het verlangen naar spirituele evolutie; zij zullen meer resultaat hebben dan de andere. Als we allemaal deze optimistische kijk zouden aannemen, als we allemaal op onze bescheiden weg zouden werken, dan zouden we heel veel kunnen bewerkstelligen´.
Er zijn veel goede, liefhebbende en vriendelijke mensen wier hart uitgaat naar iedereen die ze ontmoeten. Maar zijn zij spiritueel? Dat is een belangrijke kwestie die begrepen moet worden. Het antwoord is dat ze heel dicht bij spirituele verwerving zijn, maar dat ze op onbewust wijze spiritueel zijn. Zij zijn niet op bewuste wijze spiritueel. Heel vaak ontmoeten we een moeder of een vader of een kind in wie we een diep-liefhebbende gerichtheid zien. De liefde stroomt uit hen en zij worden fonteinen van liefde. Toch kennen ze geen een woord van religie of van mystiek. Maar dit doet er niet toe. Wat stellen ten slotte deze namen helemaal voor? Niets anders dan netten om vissen te vangen, die dan vervolgens jarenlang in de netten verstrikt blijven zitten. Soms zijn het grote namen die weinig betekenen, maar die worden opgeblazen door degenen die de verfijndere zaken willen verhandelen. Heel vaak is het een catering van de kant van de zogenaamde spirituele werkers om de menselijke nieuwsgierigheid te bevredigen en om zelfs in de spirituele wereld een sensatie te creëren. Desalniettemin is de waarheid eenvoudig. Hoe eenvoudiger iemand is en hoe meer je op zoek bent naar eenvoud, hoe dichter je bij de waarheid komt.
De devotionele kwaliteit behoort een weinig richting. Die richting staat haar toe zichzelf te verspreiden. De liefhebbende kwaliteit is net als water. De gerichtheid van water is om zich te verspreiden en op dezelfde manier verspreidt zich de liefhebbende kwaliteit. Maar als iemand niet goed wordt geleid of als hij zichzelf niet kent dan raakt het beperkt in plaats van verdiept. De liefde-kwaliteit dient eerst verdiept te worden voordat ze zich uitspreidt. Als dat niet zo is dan is het over het algemeen zo dat degenen die alle menselijke wezens willen liefhebben uiteindelijk alle menselijke wezens haten omdat ze niet eerst zichzelf voldoende hebben verdiept en zo steeds meer de sterkte van de aantrekkingskracht hebben gemist.
De soefi´s hebben derhalve spirituele ontwikkeling beschouwd als de ontwikkeling van het hart. Die omvat het afstemmen van het hart. Afstemmen betekent het veranderen van de toonhoogte van de vibratie. Het afstemmen van het hart betekent het veranderen van de vibraties opdat je een bepaalde toonhoogte kun bereiken die de natuurlijke toonhoogte is. Dan voel je de vreugde en extase van het leven, wat je in staat stelt plezier aan anderen te schenken door alleen al je aanwezigheid omdat je bent afgestemd. Wanneer een instrument op de juiste wijze is afgestemd dan hoef je er geen muziek op te spelen. Alleen al door het aan te raken zul je er een groot magnetisme uit voelen komen. Als een goed-afgestemd instrument dat magnetisme kan hebben, hoe veel groter zal dan niet het magnetisme van het hart zijn dat is afgestemd! Roemi zegt: ´Of je nu een menselijk wezen hebt liefgehad of God, als je voldoende hebt liefgehad zul je uiteindelijk in de aanwezigheid van de opperste Liefde zelf geleid worden´.