Gebed

i

Het eerste aspect van gebed is het dankzeggen aan God voor alle talloze zegeningen die er ons elk moment van de dag en de nacht worden verleend en waarvan we ons totaal onbewust zijn.

Het tweede aspect van gebed is onze tekortkomingen voorleggen aan de onbeperkte perfectie van het goddelijke Wezen en Hem om vergeving vragen. Dit maakt dat de mens zich bewust is van zijn klein-heid en van zijn beperking en maakt dat hij zich voor zijn God nederig voelt. En door zich voor God nederig op te stellen verliest hij geen enkele deugd. God alleen heeft het recht om volledige nederigheid te eisen.

Er bevindt zich een andere kant aan deze kwestie: hoewel nederigheid pijnlijk is voor de trots van de mens wordt de vreugde van nederigheid nooit door de trotse mens gekend. Het effect teweeggebracht op iemands´ eigen gevoel is alsof hij juist door die nederigheid de deuren van het heiligdom van God dat zich in het hart van de mens bevindt, heeft geopend. Degene die zijn vriend om vergeving heeft gevraagd voelt een vreugde die zijn vriend niet kent. En men moet in gedachten houden dat het niet trots is die vreugde schenkt maar dat het nederigheid is die een speciale vreugde schenkt. Er wordt verteld dat een Maharana van Udhaipur aan het rouwen was om de dood van zijn moeder en dat zijn rouw lange tijd zo groot was dat hij het niet overheen kon komen. Zijn bedienden en vrienden probeerden hem te troosten door hem te vertellen hoe groot hij was, hoe groot zijn invloed en zijn macht waren. Hij reageerde: ´Ja, dat is waar. Maar een ding bedroeft me. Iedereen dient voor mij te buigen, voor mij opzij te gaan, mij te groeten en me te gehoorzamen, maar er is echter iemand geweest voor wie ik als ik het paleis binnen kwam me nederig op kon stellen. Mijn moeder was degene voor wie ik mezelf nederig op kon stellen en ik kan je niet vertellen wat een vreugde dat voor mij was!´

Nederigheid heeft verschillende vormen en deze worden in overeenstemming met de gewoonten van de verschillende volkeren nageleefd. Er bestaan allerlei vormen van respect, jegens de ouders, leraren of meesters. Als je echter het leven scherper onderzoekt en bestudeert dan ontdek je dat alle vormen van respect aan God alleen worden gericht. Deze les hebben de verschillende religies aan verschillende volkeren onderricht in overeenstemming met hun behoeften.

Het derde aspect van gebed is God je moeilijkheden en zorgen vertellen en Hem te vragen om datgene wat je nodigt hebt en wat je wilt. En wie anders dan God verdient dit vertrouwen? Het is waar dat relaties en vrienden hebben die van ons houden en die ons willen helpen, maar dat zijn slechts menselijke wezens, in dezelfde boot op dezelfde zee, onderhevig aan alle zelfde moeilijkheden en beperkingen. Je kunt door de mens maar tot een bepaalde hoogte worden geholpen. Hoe meer je de menselijke natuur bestudeert, hoe meer je de neiging krijgt om je zorgen, moeilijkheden en problemen voor God alleen te brengen en dit is een deel van wat er in de vorm van gebed wordt geleerd.

Het vierde aspect van gebed is als de roep van de minnaar naar zijn beminde. Dit is ongetwijfeld een hogere vorm. En om in staat te zijn op deze manier te bidden dient de mens boven het gewone niveau van het leven uit te stijgen. Net zoals het voor een menselijk wezen moeilijk is om van mensen, die hij ziet, te houden, zo is het nog moeilijker om van God te houden, die je nooit hebt gezien. Je naaste liefhebben, okay; maar niet iedereen is in staat de vormloze, het Gods-ideaal lief te hebben en om zich door de les van liefde te ont-wikkelen. Want in deze liefde ligt geen teleurstelling en alleen de liefde van God kan het verlangen van de menselijke ziel vervullen en alle andere vormen van liefde zijn slechts stappen die naar de liefde van God leiden. Maar wie kan de liefde van God uitleggen aan iemand die die nooit heeft gevoeld? God is het perfecte ideaal, Zijn liefde is de perfecte liefde. Er is de liefde van de partner, de ouders, de vrienden en de kinderen, maar in de liefde van God tref je alles gecombineerd aan. Daarom is de vreugde ervan perfect. De liefde van God is levend en eeuwigdurend en is de liefde van de werkelijke Geliefde.

Het vijfde aspect van gebed is God kennen en op deze manier dichter bij God te geraken. Dit is de werkelijke betekenis van de expressie at-one-ment (bij-een-zijn, vert.), wat complete eenheid betekent. Het kan niet geleerd worden. Het is een natuurlijke aanleg. Het is de aantrekkingskracht van de ziel tot God. Het is net als de negatieve pool van de electrische draad die tot de positieve pool wordt aangetrokken. Het betekent dat het geluk van de mens afhangt van zijn nabijheid tot God en ook dit is onderricht in de vorm van gebed.

Deze vijf aspecten van gebed maken samen de vorm van religieuze verering uit. Elke religie, ongeacht in welke periode en in welk land, heeft gebed als haar leerwijze gegeven. De mens heeft echter altijd zijn kinderlijke natuur laten zien. Hij heeft altijd met zijn buurman gevochten omdat die niet op dezelfde wijze bidt. De mens heeft de uiterlijke vorm van gebed gepakt. Hij heeft de uiterlijke vorm gebruikt om zijn ijdelheid te bevredigen en het gevolg is geweest dat hij, walgend van deze stand van zaken, afstand heeft genomen van het gebed. Het Protestantisme bijvoorbeeld is onder andere een soort protest tegen de katholieke vorm van gebed. Veel mensen onder beide groepen hebben afstand gedaan van het gebed. Er afstand van doen is niet bevredigend, want niets kan er de plaats van innemen.

De chaotische omstandigheden van de huidige tijd worden veroorzaakt door het gebrek aan religie. De ziel van de mens heeft religie nodig, maar zijn mind vecht ertegen. We komen tot de conclusie dat de meeste oorlogen in de geschiedenis veroorzaakt zijn door ruzies over religie. In het Oosten durft niemand te zeggen dat hij niet in God gelooft, terwijl er daarentegen in het Westen mensen zijn die er trots op zijn niet in God te geloven. Ze zeggen dat een kracht of krachten de oorsprong van het leven zijn. Het is uiterst tragisch als de mens zich God ontzegt, omdat er geen enkel ander middel kan zijn om tot een hoger bewustzijn op te stijgen.

Een onderzoekende mind zal echter vragen: ´Als God zich binnenin de mens bevindt dan zijn al onze zorgen, moeilijkheden, gevoelens en onze houding jegens Hem en ook al onze fouten Hem bekend, dus welke noodzaak is er dan om die in gebed tot expressie te brengen?´ Dat lijkt op vragen: ´Waarom zou ik laten zien dat ik van een bepaald iemand houd?´ Expressie is de natuur van het leven. Wanneer elk deel van de mind en het lichaam van iemand zijn gevoel, denken, zijn aspiratie tot expressie brengt dan brengt het het volle effect ervan teweeg. En het feit om samen te komen voor gebed maakt het effect zonder twijfel nog groter. De zegening die je via gebed kunt ontvangen wordt duizendmaal vermenigvuldigd wanneer die wordt ontvangen door een paar mensen die zich hebben verenigd in dezelfde gedachte en die samen bidden. En wat het psychologisch effect aangaat kan de wereld omschreven worden als een koepel waarin elk woord dat wordt geuit weerklinkt; via de resonantie in deze koepel wordt er een echo voortgebracht en wat komt komt als het antwoord van God.

De vraag of God tijd heeft om aandacht aan ons gebed te besteden wordt door de mysticus beantwoord, die zegt dat het via het medium van de mens zelf is dat God zijn gebed hoort. In het Oosten wordt het hoofd van de mens de koepel van God genoemd, wat betekent dat het het grootste geheim bevat en ook de hoogste plaats is. Want naar buiten toe is het het hoofd dat de eeuwige verblijfplaats vertegenwoordigt. Zoals er in de geschriften wordt gezegd heeft God de mens naar Zijn eigen beeltenis geschapen.

ii

Het gebed is door alle religies in verschillende vormen onderricht: door te buigen, door je op de grond te werpen, door te reciteren of door te chanten. Zodra de mens de immanentie van God in de natuur begint te voelen begint hij zich op de grond te werpen voor dat Wezen, zijn beperkte zelf hulpeloos noemend voor Hem, voor Hem buigend, Hem vererend.

Hoewel de mens in de de christelijke religie voor God knielt en je in het Rusland van de tsaren je kon zien dat zowel arme als rijke mensen zich zelfs voor de Tsaar op de grond wierpen, is vandaag de dag de trots van de mens zo gegroeid dat velen denken: ´Waarom zou ik bidden, waarom zou ik mezelf voor wie dan ook op de grond werpen?´

Verering is een berusting, een acceptatie, een erkenning. Verering heeft veel betekenissen. Door te vereren maken we onszelf vertrouwd met een bepaalde macht. Bekendheid is begrip en begrip is een groot iets. Wij lijden vaak omdat we niet begrijpen. Veel omstandigheden en veel mensen zijn moeilijk te tolereren omdat we hen niet begrijpen, maar wanneer we eenmaal begrijpen kunnen we bijna alles tolereren.

Wanneer Brahmanen vereren door rijst neer te zetten aan de voeten van de godheid, betekent dit dat ze alle liefde en al het licht dat ze van de godheid ontvangen net als het zaad dat op de boerderij wordt gezaaid over de gehele wereld zouden willen uitstrooien.

Je zou je af kunnen vragen welk effect gebeden op de ziel kunnen hebben, de ziel die zuiver is en zich van alles afzijdig houdt. De ziel verheugt zich en is blij wanneer het het uiterlijke zelf zich ziet buigen voor God. Gebed verleent adeldom aan iedereen die bidt, of hij nu arm of rijk is. De houding van een devoot jegens God is die van een minnaar jegens zijn geliefde, van een kind jegens zijn ouders, van een bediende jegens zijn meester, van een leerling jegens zijn leraar, van een soldaat jegens zijn bevelhebber.

Als je je afvraagt waarom God wezens zou creëren opdat ze Zijn eigen hulde zouden zingen, is het antwoord dat God niet hulde wenst te ontvangen. De hulde van God is een voorschrift voor de mens opdat hij door dit voorschrift tot dat begrip kan komen dat hem dichter tot God brengt. Met andere woorden, door God hulde te brengen completeert de mens de handeling waarin de vervulling ligt van het doel waarvoor de ziel naar aarde is gekomen.

De betekenis van het woord Nirva is de herhaling van dankbaarheid en het brengen van je eigen visie naar je ziel. En de stem echo´t weer voor God die zich binnenin onszelf bevindt. Dat is de reden waarom het zingen van een gebed machtiger is dan het gebed slechts in gedachten te reciteren. Het is hetzelfde verschil als het verschil dat er bestaat tussen een lied denken en een lied zingen. Door een lied te zingen verwerf je een tevredenheid die je niet krijgt door er alleen maar aan te denken.

In de Koran wordt gezegd: ´Als We U niet hadden gemaakt, Mohammed, dan zouden We niet de gehele wereld hebben gecreëerd´. Je zou kunnen denken dat dit als een gedeeltelijk compliment aan Mohammed is bedoeld, maar er wordt niet Mohammed als persoonlijk individueel wezen bedoeld. Het betekent: ´Als We niet de ziener hadden gemaakt, de vereerder van ons Wezen, dan zouden We de wereld niet hebben gecreëerd´.

Het goddelijke Wezen kijkt eroptoe dat iedere persoon een specifiek iets vereert. Hij kiest een deel van het geheel uit, vereert het en brengt dat hulde en hij noemt dat het zijne. Hierdoor leert hij zijn vertrouwen in God te stellen en leert hij verzaking wanneer hij het tweede soort gebed, de petitie, bidt omdat hij als zijn verlangen niet wordt verhoord of als hij in de ellende wordt gelaten leert te accepteren dat dit de wil van God is.

Hierna komt het gebed van verwerkelijking. Dit is het gebed van de derwisjen en de heiligen. Ze schamen zich over het vragen van iets aan God. Ze zijn tevreden met alles wat er maar komt. Als ze voedsel hebben, wat het ook is, is dat in orde. Als ze geen voedsel hebben is dat ook in orde. Als ze niets hebben waarmee ze zich kunnen bedekken dan is dat in orde. Door deze tevredenheid worden ze grootser dan koningen. In lompen onder bomen zittend zijn ze grootser dan de rijkste mensen die de hele aarde bezitten en toch behoeftig zijn, want zij hebben het koninkrijk van God. Maar hun lippen zijn gesloten over hetgeen ze zien. Ze spreken er niet over. Ze vertellen het nooit.

Tegenwoordig zegt men: ´Ik zie dit en dat, deze kleur en dat licht. Ik hoor geluid´, om nieuwsgierigheid en verbazing op te wekken en om aandacht te krijgen. Zij maken spiritualiteit tot een handel. Dat is een grote ramp en als dit doorgaat dan zal zelfs de spiritualiteit, de kennis van God die de zuiverste kennis is die er bestaat, gedevalueerd worden en verloren raken.

Is iemand die dagelijks urenlang met God communiceert dan dichter bij Hem dan degene die zich vooral bezighoudt met aardse zaken? Je dient je plichten te vervullen, niet af te dwalen van je religie en toch in het dagelijkse leven een middel te vinden om met God te communiceren. Als de soefi-boodschap al iets naar de wereld heeft te brengen dan is het dit. De meditatie- en concentratie-oefeningen die aan hen die verder willen komen op het spirituele pad zijn gegeven zijn niet bedoeld om het enige middel te zijn om met God te communiceren. Ze zijn een manier, een manier die je kunt ontwikkelen opdat je leert hoe je met God zou moeten communiceren. Elk moment zijn hieraan gewijd dienen te zijn.

Er zijn vele deugden, maar er is één voornaamste deugd. Elk moment dat buiten de aanwezigheid van God voorbij is gegaan is een zonde en elk moment in Zijn aanwezigheid is deugd. Het enige doel van de soefi, nadat hij deze manier van communiceren heeft geleerd, is om dat stadium te bereiken waarin elk moment van ons leven voorbijgaat in één-zijn met God, en waarin al onze handeling verricht wordt alsof God zich voor ons bevond. Ligt dat binnen ieders´ bereik? Daartoe zijn wij voorbestemd. Denk alleen maar eens aan iemand die verliefd is: wanneer hij eet of drinkt of ongeacht wat hij doet is het beeld van de geliefde er. Op dezelfde manier is het, wanneer de liefde van God is gekomen, natuurlijk om bij alles wat we doen aan God te denken.

Wat sommige mensen niet in staat stelt om te bidden is de reflectie van het koninkrijk van de mineralen, verdichting. Wanneer bijvoorbeeld de lucht dikbewokt is dan bereikt het licht van de zon de aarde niet en zo is het ook met de ziel die goddelijk is en die een en al licht is, maar die soms bewolkt raakt.

Het verschil tussen de diamant en een gewone steen is er een van verdichting. De diamant reflecteert het licht dat erop valt, maar de steen is zo verdicht dat hij het licht van de zon niet zal toestaan erin gereflecteerd te worden.

Er zijn drie soorten mensen onder degenen die bidden. De een voelt tijdens het bidden dat hij een bepaalde plicht vervult die hij als een van de plichten van het leven beschouwt. Hij weet niet tot wie hij bidt. Hij denkt dat het de een of andere God is. Als hij bij een congregatie is dan voelt hij zich verplicht net zo als de anderen te doen. Hij is als een van de kudde schapen die voortgaat zonder te weten waarheen en waarom. Bidden is voor hem iets wat hij dient te doen omdat hij zich in een situatie bevindt waarin hij niet anders kan. Hij doet het net als ieder ander om zich te voegen bij de gewoonte van de familie of de gemeenschap en om degenen om hem heen te respecteren. Zijn gebed is mechanisch en als het al enig effect heeft is dat erg weinig.

De tweede soort persoon die bidt is degene die bidt omdat hem geleerd is dat te doen en die toch onzeker is over of er wel een of andere God is en of zijn gebeden wel werkelijk worden gehoord. Hij kan aan het bidden zijn en tegelijkertijd kan zijn mind toch vol onzekerheid zitten, zodat hij zich afvraagt of hij er wel of niet goed aan doet. Als hij een drukbezet iemand is kan hij denken: ´Ben ik mijn tijd aan iets aan het schenken wat werkelijk voordelig is of ben ik mijn tijd aan het verspillen? Ik zie niemand voor me. Ik hoor geen antwoord op mijn vraag´. Hij doet het omdat hem door iemand is geleerd het te doen of omdat het hem wellicht op de een of andere manier tot voordeel zou kunnen zijn. Zijn gebed is een gebed in het donker. Het hart dat voor God geopend zou moeten zijn wordt door zijn eigen twijfel ingesloten en ook al zou hij duizend jaar lang op deze manier bidden dan zou dat nooit verhoord worden. Deze soort ziel verliest zijn geloof uiteindelijk, vooral wanneer hij een teleurstelling oploopt. Hij bidt en als zijn gebed niet wordt verhoord maakt dat een einde aan zijn geloofsovertuiging.

Dan is er een derde persoon die verbeelding heeft die door geloof wordt versterkt. Hij bidt niet alleen tot God, maar hij bidt voor God, in de aanwezigheid van God. Wanneer de verbeelding eenmaal iemand heeft geholpen om de aanwezigheid van God voor zijn ogen te brengen dan wordt in zijn eigen hart God gewekt. Dan wordt een woord voordat hij het uit door God gehoord; wanneer hij in een kamer aan het bidden is, is hij niet alleen, maar is hij er met God; dan bevindt God zich voor hem niet in de hoogste hemel maar dicht bij hem, voor zijn ogen, in hem; dan is de hemel voor hem op aarde en is de aarde de hemel; niemand is dan zo levend, zo begrijpelijk als God; en alle namen en vormen verdwijnen voor Zijn ogen. Dan is elk woord van gebed dat hij uit een levend woord. Dit brengt niet alleen zegening voor hem, maar ook voor allen die zich om hem heen bevinden. Deze manier van bidden is de enige juiste manier van bidden en op deze manier wordt het doel dat door gebed vervuld moet worden voltooid.

iii

Niet alleen een geloofsovertuiging is er nodig , maar ook geloof. Geloofsovertuiging is een ding, maar geloof is een levend wezen. We stijgen op door het pad van geloof te betreden. Op een dag zullen we beseffen wat God is, maar dat komt alleen maar wanneer de eerste les is geleerd. Geloof is het abc van de openbaring van God en de weg naar geloof wordt aangevangen door gebed.

Er zijn verschillende soorten gebed. Een gebed is het dankzeggen aan God voor Zijn grote goedheid, voor alles wat we in ons leven ontvangen; God vragend om Zijn genade, gunst en vergeving; God vragend onze verlangens en wensen in te willigen. Dit is de eerste les die de mens moet leren. De andere soorten gebed kan alleen gebruikt worden als de mens zich ontwikkelt.

In het dankzeggen van God voor alles wat Hij ons heeft gegeven ontwikkelen we nou juist die dankbaarheid die de mens gewoonlijk vergeet. Als we toch alleen maar eens zouden reflecteren op de vele dingen in ons leven waarvoor we dankbaar en erkentelijk zouden moeten zijn! We denken er echter nauwelijks aan, terwijl we daarentegen zo vaak denken over wat we niet hebben gekregen en zo houden we onszelf continu ongelukkig wanneer we dankbaar zouden kunnen zijn om zelfs maar een paar centen in de portemonnee te hebben. In plaats van dat we denken dat we een paar stuivers zouden moeten hebben! Het gevolg is dat de mens vergeet dankbaarheid in zijn aard te ontwikkelen; hij is ondankbaar tegen iedereen en wat er ook voor hem wordt gedaan, hij blijft ondankbaar.

Het is hetzelfde met alle zorgen en worstelingen die er op de wereld zijn. Zijn verwaarlozing van alles wat er voor hem wordt gedaan veroorzaakt de verspreiding van ondankbaarheid. Hoe kan hij de mens danken als hij het dankgebed van God is vergeten?

Het is heel jammer dat de mooie gewoonte om dank te zeggen voor de maaltijd aan het verdwijnen is. Deze gewoonte wordt niet meer aan design-tafels gevonden, maar wel in eenvoudige huizen. Want wanneer design komt dan worden de dingen die behulpzaam, moreel en spiritueel zijn, vergeten. Wat is het echter een prachtige gedachte om dank te zeggen voor zelfs een nederig diner! Wanneer God dank is gezegd dan wordt een maaltijd hoe eenvoudig die ook is smaakvol vanwege het gevoel van dankbaarhei, het gevoel dat dit een geschenk is dat ons is verleend.

Toen Sa´di naar Perzië aan het reizen was en pijn aan zijn voeten had omdat hij met blote voeten in de hete zon moest lopen, was dat zo pijnlijk dat hij aan het denken was dat er zich niemand in de wereld bevond die zo beklagenswaardig en ellendig was als hij. Twee minuten later echter iemand tegen wiens voeten allebei van geen nut waren zodat hij over de grond aan het kruipen was en slechts met veel moeite vooruit aan het komen was. Dit veroorzaakte dat er een gebed in het hart van Sa´di opkwam en hij werd dankbaar dat hij niet op die manier werd gekweld. Hij besefte dat hoewel hij geen schoenen had zijn voeten tenminste gezond en goed in orde waren.

Wanneer we ons alleen maar bewust zijn van onze eigen moeilijkheden of noodlot en blind zijn voor de goedheid, vriendelijkheid, sympathie, dienstbaarheid en hulp die onze naasten ons geven dan raken we ontevreden. Er is in ons leven zo veel te zien dat ons gevoel van dankbaarheid zou kunnen opwekken.

Vervolgens is er de mystiek betekenis van dankbaarheid. Degene die altijd aan het klagen is heeft juist zo veel meer behoefte aan gebed. Als hij bidt zal hij invloeden voorbereiden die de ellende en misère in zijn mind zullen verwijderen, want al deze ellende wordt door zijn mind tijdens de handeling van het klagen en terwijl hij een klacht voedt gecreëerd. Degene die dankbaar en tevreden is en die alles waardeert wat hem in het leven toevalt, ontwikkelt het gevoel voor goedheid. Hoe meer hij kan waarderen, hoe dankbaarder hij wordt en hoe meer hij ontvangt. Dankbaarheid en waardering trekken onvermijdelijk meer van hun soort naar zich toe. Alles wat we geven wordt ons ook gegeven. Klagen en mopperen trekken echter ook hun soort aan. Zullen we iemand, die klagend en mopperend een beloning of geschenk dat wij hem geven in ontvangst neemt, nog meer geven? Inderdaad, het feit dat we hem niet meer geven geeft hem nog meer om over te mopperen. Maar wanneer iemand blij, dankbaar en waarderend is over wat er voor hem wordt gedaan dan voelen we ogenblikkelijk dat hij goed is. Het schenkt ons zo´n gevoel van geluk hem gelukkig, waarderend en tevreden te zien dat het ons aanmoedigt om meer te doen en het moedigt ook anderen aan om goed te doen.

Naast dankbaarheid is er een verzoek om vergeving en genade. De effecten hiervan kun je ook in ons dagelijks leven zien. Een bediende, een kind of een jonge man die ruw is, zal tegen ons aan lopen en zich nooit verontschuldigen. Iemand anders echter zegt: ´Sorry´, en onmiddellijk zijn we het leed vergeten dat hij ons onopzettelijk heeft aangedaan. Dat is het effect dat zijn verzoek om vergeving heeft voortgebracht.

Iemand die kwaad heeft gedaan en trots op zichzelf is dat hij dat heeft gedaan is koppig, dwaas en onwetend. Hij kan zich op geen enkele wijze ontwikkelen, hij kan op geen enkele wijze vooruitgaan, als hij geen spijt heeft van wat hij heeft gedaan. Zijn verfijndere zintuigen raken afgestompt door kwaad te doen en zo verliest hij iets van zijn eigen geweten door de continue impressie van het doen van kwaad. Omdat er zich iets kwaads in hem bevindt is, hoewel hij op de aarde rondloopt en in de zon leeft, dat leven wat een vollere ervaring en vreugde geeft, weg.

Niet alleen zijn andere mensen onaardig tegen degene die kwaad doet, maar zijn eigen kwaad is ook al zijn ergste vijand. Vanuit elke conditie, omstandigheid, persoon die hij ontmoet en vanuit elke hoek zal hij vroeg of laat problemen en haat ontvangen. Bovendien kunnen deze mensen vergissingen begaan. Ze weten niet wat er zich achter een handeling van iemand bevindt. En dat ze daarom tolerant en vergevingsgezind zouden moeten zijn. We hebben geen recht om te oordelen tenzij we toeschouwers zijn geworden. Slechts dan beginnen we te leren hoe te oordelen, maar zolang als we ons in het centrum van de worsteling bevinden kunnen we dat niet.

Degene die altijd het goede doet hoeft hier niet te zijn. Dit is de plaats om zowel goed als slecht te doen. Echter het geweten van degene die iets verkeerds doet en daar spijt over heeft en die het de volgende keer beter wil doen, wordt door elk kwaad wat hij heeft verricht gescherpt. Misschien heeft het kwaad hem meer goed gedaan dan als wanneer hij het goed had gedaan. Hij is meer ontwaakt voor het goede en toch is hij in zijn geweten vernederd. Daarom is berouw een privilege en in staat zijn spijt te hebben van alles waarvan je denkt dat dat niet goed was maakt je levendig en laat je op een vollere wijze voelen; het wekt rechtvaardigheid in het hart van de mens.

Een ander over je kwaad vertellen betekent alleen maar de kwade vibraties nog verder uitbreiden. Je krijgt alleen maar de minachting van de ander over je heen. Degene die zijn berouw aan God betoont, in wie hij perfectie en rechtvaardigheid ziet, en die met zijn zorgen naar Hem toe gaat die de liefde zelve is, die de vergeving zelve is, zal een fenomeen ervaren en de prachtige resultaten zien die daaruit voortkomen – een verheffing, een ontplooi-ing; er breekt iets in je. Het is het kwaad dat wordt gebroken en er komt iets in het hart van de mens wat de liefde van God is, de vergeving van God is. Je voelt je gesterkt en verheven en beter in staat dezelfde fout op een ander moment te vermijden.

Wanneer we iemand hebben gekwetst dan komt er een reactie en deze reactie is dat we spijt hebben en ons afvragen waarom we het hebben gedaan. Een gewetensvol iemand heeft, nadat hij iets verkeerds heeft gedaan, een verlangen om om vergeving te vragen. Vergiffenis zal hem een grote opluchting en comfort bieden en zolang hij er niet om heeft gevraagd zal hij zich ongemakkelijk voelen. Als we toch eens zouden weten hoe ruim we voorzien zijn met goede dingen waar zelfs geld niet voor kan betalen! Alles wat we doen kan in de ogen van de Schepper verkeerd lijken, maar Zijn gunst is zodanig dat we niet genoeg kunnen rouwen om onze gekten en fouten. Los van onze fouten jegens de Schepper zijn er mensen om ons heen met wie we in de buitenwereld zijn verbonden, met wie we de hele dag iets doen wat niet klopt, iets wat we beter hadden kunnen doen. Hoe gewetensvoller we worden, hoe verfijnder onze gevoelens worden, hoe meer we beseffen dat we vol gekten en fouten zittten met betrekking tot al diegenen om ons heen.

De natuurlijke manier om onszelf te troosten of om onszelf troost te bezorgen is daarom het vragen van vergiffenis. En degene die het het meest verdiend om gevraagd te worden is God. Het verbreekt een verstopping in het hart en in de spirit en het verschaft een grote troost. Hoe meer we om vergiffenis vragen, hoe beter we beginnen te voelen en te denken. En we worden hierin gegidst als we doorgaan met het vragen van vergiffenis. Sa´di zegt in zijn eerste couplet van zijn grootse gedicht, de Gulistan: ´Heer, ik heb veel fouten gemaakt en ik heb veel tekortkomingen, maar laat ze niet aan de mensheid bekend zijn maar slechts aan U die zo mededogend zijt´. Het is de schoonheid van de menselijke natuur om te berouwen.

In sommige landen en bij sommige volkeren, bijvoorbeeld in Frankrijk, bestaat er een gewoonte dat wanneer iemand een ander bij de deur of op de trap ont-moet dat hij dan zijn hoed afneemt en ´Pardon´ zegt. Er is geen reden waarom hij dat zou zijn behalve dat hij hem toevallig is tegengekomen en denkt dat hij misschien vergeven zou moeten worden. We ontdekken dat de gevoeligheid van iemands´ hart zo delicaat is dat zelfs de aanwezigheid van een vreemdeling met hem in disharmonie is. Door echter ´Pardon´ te zeggen wordt dat onaangename gevoel meteen verwijderd en wordt er in plaats daarvan een gevoel van vriendschap geïntroduceerd. Hoe groot een fout ook mag zijn, als degene die de fout heeft gemaakt komt en zegt: ´Ik heb er veel spijt van. Ik zal het nooit meer doen. Vergeef me alstublieft´, dan zal de vriendschap onmiddellijk worden hersteld. Aan de andere kant, hoe triviaal en onbeduidend de fout ook is geweest, als trots de mens ervan weerhoudt om vergeving en verontschuldiging vraagt dan zal hij wellicht die vriendschap voor de rest van zijn leven kwijtraken. Zijn trots weerhoudt hem ervan om om excuus te vragen. De fout kan erg klein geweest klein en hij kan voorwenden dat hij er niet om maalt en toch wordt de vriendschap verbroken. Hoe veel mensen zijn er niet die bereid zouden zijn te vergeven als iemand maar zou komen en zou zeggen: ´Ik heb spijt´. Maar niet iedereen zal dit doen. Mensen houden er niet van om toe te geven dat ze fout zijn geweest.

Iemand anders om vergiffenis vragen brengt een passend gevoel voor rechtvaardigheid in je mind. Iemand erkent dan de behoefte om God te vragen hem zijn fouten te vergeven. Wanneer hij om vergeving vraagt dan ontwikkelt zich die vergeving zich ook in zijn eigen natuur en wordt hij bereidwillig om anderen te vergeven. Christus zegt in Zijn gebed: ´Vergeef ons… zoals wij anderen vergeven die tegen ons zondigen´. De deugd, het geheim, zit ´m daarin. Door God om vergiffenis te vragen, geven we het verlangen op dat van onze naaste ons om vergiffenis zou moeten vragen en in plaats daarvan willen we hem vergeven. We zien dit bij de Arabieren en bij de Bedoeïenen in Mekka en in de woestijn. Zij zijn altijd bereid om met elkaar te vechten en elkaar te vermoorden. Ze kunnen aan het vechten zijn en daadwerkelijk hun messen getrokken hebben om elkaar te vermoorden en toch als er een derde komt en zegt: ´Vergeef, omwille van God en de Profeet!´ dan gooien ze zodra ze deze woorden horen beiden hun messen weg en geven ze elkaar de hand en is die handdruk een zegel van vriendschap. Hoewel de Bedoeïen geen opleiding heeft heeft hij toch een zodanige devotie voor God en Zijn Profeet dat hij zodra hij deze woorden hoort zijn hand uitsteekt en vanaf die dag is er geen wrok of slechte gedachte in zijn hart.

Hadden wij die spirit maar! Met al onze opleiding en al ons leren, met al onze claims op beschaving, zijn we niet zo goed als dit. Wij houden in ons hart de verbittering vast. We denken er nooit over na wat een vergif dat is. Laat nou net degene die zou huiveren bij het idee dat hij iets in zijn lichaam heeft dat verrot en agressief is, iets dat er niet zou moeten zijn maar weggesneden of verwijderd zou moeten worden, laat hem nou net dat vergif van verbittering in zijn mind tolereren. Hij zal het niet verwijderen. Hij zal het koesteren. Als hij het gevoel voor vergiffenis niet zou ontberen en als hij de gewoonte om vergiffenis te vragen niet zou hebben verwaarloosd dan zou hij bereidwillig zijn geworden om te vergeven en te vergeten.

Heb je ooit het genoegen geproefd om twee vrienden te zien die ruzie hebben gemaakt en elkaar om vergiffenis vragen? Dat is alsof er geen mogelijkheid meer bestaat om je niet op je gemak te voelen. Het is een uiterst verrukkelijke ervaring. Het voelt alsof de deuren van de hemel beiden werden geopend. Wanneer de verbittering is verdwenen is het alsof er een berg is verdwenen en het hart weer vrij is.

iv

Een ander soort gebed is het vragen van hulp in nood. Dit is een delicate zaak en toch is het een grote deugd. Wat is het toch een prachtige natuur die zal afzien van het vragen om verlichting van problemen, moeilijkheden en lijden, behalve van de ene Vriend! Dit is een deugd en geen trots. De deur van geloof wordt voor die Vriend opengehouden tot wie we ons kunnen wenden en van wie we verlichting kunnen vragen en kunnen verwerven. ´Er is er Een naar wie ik in mijn ellende, wanhoop en tegenspoed kan gaan. Gij zijt de Ene, de Enige. Gij zijt degene voor wie niets wordt verborgen. Als ik verlang mezelf te ontlasten van deze ellende dan zijt Gij, o Heer, degene naar wie ik zal gaan´.

Mensen maken vaak ruzie en zeggen: ´Als God onze behoeften niet kent hoe kan Hij dan God zijn? En als Hij onze behoeften kent is het van onze kant dwaas om ze Hem te melden. We spreken met de mensheid over onze behoeften omdat zij niet weten wat er zich in ons hart bevindt, maar daar God weet wat er zich in ons hart bevindt, is er geen noodzaak om over onze behoeften te praten´. En vervolgens zijn er mensen die denken dat als God onze behoeften weet en ze toch niet bevredigt, dit grote wreedheid van de kant van God laat zien. Velen hebben om deze reden hun geloof opgegeven.

De reactie op deze kwestie is dat er inderdaad niets op deze wereld is wat God niet bekend is. Echter, het is Hem bekend op de manier waarop wij het kennen, op de manier waarop iemand anders het kent en op de manier waarop Hijzelf het kent. Onze behoeften zijn ons bekend zoals wij ze zien, maar ze zijn God bekend zoals wij ze zien, zoals iemand anders ze ziet en zoals God Zelf ze ziet. God kan op alle verschillende manieren zien, wij kunnen echter niet op de manier zoals God dat doet, kennen en begrijpen.

Desondanks is perfectie het verlangen van elke ziel: er is een continue hunkering om perfectie in elke vorm te bereiken. Wat zijn de gemissen en de behoeften in het leven? Het zijn allemaal beperkingen, onvolmaaktheden. En perfectie verlangen is het geboorterecht van elke ziel. Je moet het iemand niet kwalijk nemen als hij God bidt om hem te geven wat hij als zijn huidige behoefte voelt. Het is niet de fout van een kind als het om voedsel huilt. De moeder weet wanneer het kind gevoed zou moeten worden en wanneer niet. Het is echter van de kant van het kind geen fout om te huilen als het honger heeft. Noch is het een fout van een volwassene als hij om iets vraagt wat hij ontbeert. Zijn vragen beïnvloedt de omstandigheden van zijn leven. Op een manier die creatief is. En wanneer het vragen in de vorm van gebed wordt gedaan is dat de beste en nobelste manier om te vragen; want dan vraagt hij het van niemand anders dan God.

Wat is dit niet iets groots! Wat een gevoel voor respect is het niet dat iemand ertoe aanzet zijn leed aan niemand anders dan God te vertellen, ervan overtuigd dat Hij meer dan wie dan ook kan helpen. Een ander kan wellicht helpen, maar dat zal niet de bevrediging schenken die komt wanneer het God is die de hulp heeft gegeven. Wat een groot plezier, wat een grote eer heeft God niet aangedaan door hem te helpen! Dit is wat er gebeurt wanneer het een of ander probleem zoals dat in het leven komt van elke nobele persoon, van een ieder met tedere gevoelens, met geërfde goede en religieuze gevoelens, is opgelost door te beslissen dat er niemand behalve God is aan wie hij in zijn armoede, zorg en behoefte hulp zal vragen.

Er is een verhaal over een koning die in de bossen aan het reizen en aan het jagen was en de koning was hongerig en stopte bij het huis van een boer die hem niet herkende maar hem erg vriendelijk behandelde en zijn eenvoudige maaltijd met hem deelde. Toen de koning deze boer verliet was hij zo geraakt door zijn vriendelijkheid dat hij, zonder hem te vertellen dat hij een koning was, tegen hem zei: ´Neem deze ring en als je je ooit in moeilijkheden bevindt kom dan naar me toe in de stad en dan zal ik zien wat ik voor je kan doen´. Na een tijd heerste er hongersnood. De boer bevond zich in grote moeilijkheden en zijn vrouw en kinderen waren aan het sterven. Hij ging op weg om deze man te vinden. Toen hij de ring liet zien werd hij voor de koning geleid. Bij het binnengaan van de kamer zag hij de koning verzonken in gebed. En toen hij de koning naderde, vroeg hij: ´Wat was u aan het doen?´. ´Aan het bidden voor vrede, liefde en geluk onder mijn onderdanen´, antwoordde de koning. ´Dan is er dus iemand die groter is dan u´, zei de boer, ´naar wie u dient te gaan voor wat u zoekt? Dan zal ik naar hem gaan die groter is en van wie zelfs uw lotsbestemming afhangt!´ Hij wilde geen hulp aanvaarden. Maar, zonder dat hij daarvan op de hoogte was, stuurde de koning wat er nodig was naar zijn huis met de boodschap dat het door de Koning der koningen werd gezonden.

Wat een respect en wat een spirit brengt het niet wanneer iemand zijn vertrouwen stelt in Hem die almachtig is. Roemi zegt: ´Hoewel vuur, lucht, aarde en water allemaal doodse dingen en slechts elementen lijken, zijn ze toch de bedienden van God. Zij zijn werkzaam voor Hem en zij gehoorzamen Hem altijd!´ En hij gaat in een ander deel van zijn Masnavi verder met te zeggen: ´De mens begint, wanneer hij intelligent wordt, oorzaken te zien. Maar het is de supermens die de oorzaak der oorzaken ziet, de bron van de oorzaken´. God is de Oorzaak der oorzaken, de oer-oorzaak. Degene die naar de oer-oorzaak kijkt ziet na verloop van tijd de oorzaak van alles. Iemand kan zijn hele leven oorzaken bestuderen en toch nooit komen tot het begrip van de oorzaak der oorzaken. Alle oorzaken voor die oorzaak worden effecten. Die Oorzaak is hetzelfde als datgene wat het Woord wordt genoemd dat vervolgens licht werd. ´Toen het Woord werd gesproken´, zegt de Koran, ´ontstonden alle dingen´, ´Zonder Hem´, zegt de heilige Johannes, ´werd er niets gemaakt dat werd gemaakt´.

Wat is deze Oorzaak? Het is die goddelijke impuls die zichzelf in elke richting actief heeft gemaakt en alles heeft voltooid wat maar haar bedoeling was. Het is datgene wat alles heeft volbracht. De ene oorzaak achter alle dingen is de oorzaak die we de Macht van God noemen.

v

Wanneer mensen zich verder hebben ontwikkeld gaan ze een nog hogere vorm van gebed bezigen. Dat gebed is de aanbidding van de immanentie van God in de verhevenheid van de natuur. Als we over de levens van profeten en leraren lezen, van Krishna tot Boeddha, van Mozes tot Mohammed, van Abraham tot Christus, dan zien we hoe ze in de jungles hebben verbleven en naar de bossen zijn gegaan, onder bomen hebben gezeten en daar de goddelijke immanentie in alles om hen heen hebben herkend. Het is een gebed, niet tot God in de hemel, maar tot een God die zowel in de hemel als op aarde leeft.

Wat ontwikkelt hulde aan God, hulde aan Zijn schepping en hulde aan Zijn natuur in de mens? Die ontwikkelt in de mens een zodanige kunstvorm dat er niets mee vergeleken kan worden, een gevoel voor muziek waarmee geen enkele muziek vergeleken kan worden. Hij begint te zien hoe naturen tot elkaar worden aangetrokken en hoe ze harmoniseren. Hij ziet hoe disharmonieën tot stand komen. De oorzaken van zulke dingen worden hem duidelijk wanneer hij eenmaal de natuur in begint te kijken, wanneer hij eenmaalde schoonheid van de constructie, het leven en de groei ervan begint te aanbidden; wanneer hij de natuur en haar oorzaken begint te bestuderen.

Degenen die via hun kunst de natuur hulde hebben gebracht spreken direct het hart van de mens aan. Degenen die in hun muziek de natuur hulde brengen worden kunstenaar in muziek en degenen die hun hulde in poëzie en dichtregels tot expressie hebben gebracht woden erkend als grote dichters. Zij allemaal spreken tot het hart van de mens omdat ze God hebben gezien. Zij hebben Hem in de natuur en in alles op de aarde gezien. Zij hebben de aarde veranderd in de hemel. Dat is de volgende, de hogere stap.

Zarathoestra heeft gezegd: ´Kijk naar de zon wanneer je bidt, kijk naar de maan wanneer je bidt, kijk naar het vuur wanneer je bidt´. Mensen noemen hierom zijn volgelingen zon-aanbidders of vuur-aanbidders, terwijl deze hulde de hele tijd alleen maar een manier was om de aandacht van de mens te richten op de getuigen van God die Zijn natuur tot expressie brengen. Degene die nergens anders een spoor van God kan zien kan Hem zien door naar al deze prachtige dingen te kijken en door hun harmonieuze werking te observeren.

De Koran wijst van begin tot einde naar de natuur, tonend hoe God zich in de zon bevindt die ´s morgens opkomt, in de maan die ´s avonds verschijnt en in de gehele natuur. Waarom brengt de Koran dat altijd op deze wijze tot expressie? Als je enig bewijs van God wilt hebben dan zou je naar de natuur moeten kijken en moeten zien hoe wijs die wordt gevormd. De mens wordt met al zijn leren zo trots dat hij denkt dat er niets anders de moeite waard is om aandacht voor te hebben. Hij weet niet dat er een perfectie van wijsheid is waarvoor hij nog niet een druppel in de oceaan voorstelt. De mens kijkt naar de oppervlakte van de oceaan en toch is hij zo klein dat hij zelfs niet vergeleken kan worden met één van de druppels ervan, beperkt in intellect en kennis als hij is. Hij wil alles over de schepping weten, terwijl daarentegen degenen die het hebben aangeraakt voor God hebben gebogen, hun beperkte zelf vergetend. Daarna is God bij hen gebleven en heeft hij via hen gesproken. Dit zijn de enige wezens die in staat zijn geweest wat waarheid aan de wereld te schenken.

Zoals Amir zegt: ´Degene die zijn beperkte zelf is verloren is degene die de Hogere Aanwezigheid heeft verworven´. Vergeten we niet onszelf wanneer we de visie van schoonheid ontwaren? Als we blind zijn voor schoonheid kunnen we die niet zien en kunnen we ons vervolgens niet in de schoonheid en de verhevenheid van de natuur verliezen. Wanneer we echter de schoonheid van de natuur waarnemen dan buigen we ons hoofd in liefde en aanbidding. Zoals een dichter over de natuur zei: ´Ik kan je niet bestuderen want jij bent te groots, jij bent te mooi. Het enige wat er voor mij overblijft is mijn hoofd in een teraardewerping aan je voeten te buigen´.

Als we toch alleen maar eens deze perfecte schoonheid om ons heen konden zien, als we toch alleen maar eens onze ogen ervoor hadden geopend, dan zouden we eerst in alle ootmoed ons hoofd buigen voordat we er ooit een studie van zouden pogen te wagen. Dan zou trots geen plek in ons hart vinden. Zonder enige twijfel zouden we ons hoofd voor deze schoonheid buigen, deze wijsheid van de Schepper, de kunst van de Schepper en Zijn vaardigheid die zichtbaar is in de bloemen, planten en bladeren, in de constructie van de mens – zijn geboorte en alle andere dingen in het leven.

Het zou voldoende zijn als we ons toch eens een keertje zouden afvragen hoe al deze dingen zijn gekomen. ´Waar geen tanden zijn, wordt er melk gegeven. Wanneer de tanden komen, komt er ook voedsel geschikt voor tanden´, zegt de dichter. De ogen zijn teer en daarom wordt er een ooglid voor hen gevormd om ze te bedekken en te beschermen. Hoe goed zijn de organen van het lichaam van de mens niet toegerust voor het doel waarvoor ze worden gemaakt! Met dit alles is er ook de schoonheid van de kunst waarmee alles wordt geschapen en de mate van schoonheid wordt verkregen in de vaardigheid getoond in de vorming van de mensheid.

Een ieder die schoonheid heeft gezien, heeft ontdekt dat schoonheid niet zonder wijsheid kan bestaan. Achter alle creatie bevindt zich wijsheid. Het ene leven dat de rotsen, bomen, planten, vogels en alle dingen heeft gemaakt is zowel één leven als één wijsheid. De bloem, het blad, het fruit en de takken komen allemaal uit dezelfde wortel, ofschoon ze andere namen hebben. Het is allemaal één. Het kan hij of zij genoemd worden; toch is het beide. Wanneer we inzien dat leven met wijsheid zowel hij als zij is dan verwerkelijken we de wijsheid die zich bevindt achter alles wat we zien. En vervolgens ontdekken we dat datgene wat zich achter alle dingen bevindt een Persoon is die we God noemen.

vi

Er is een ander soort gebed dat nog grootser is. Het is de methode die door filosofen en mystici wordt gevolgd. Vordering op dit spirituele pad is gradueel. Je kunt deze methode niet gebruiken zonder eerst de andere soorten gebed te hebben beoefend. Deze methode is die van de invocatie van de natuur van God, van de waarheid van Zijn Wezen. Dit zijn symbolische namen en in hun betekenis ligt een subtiliteit. De natuur van God wordt in deze vorm van gebed uitgelegd. Hij wordt geanalyseerd. De weldaad van dit gebed wordt waargenomen wanneer iemand op dit plan is gearriveerd en de weldaad is dat hij door het zijn van een menselijk wezen (zoals in de gebeden van dankzegging, vergiffenis en voor je behoeften), via het zijn van een heilig wezen (zoals in het gebed waardoor je God hulde brengt) heen is gegaan om een God-bewust mens te worden. Waarom? Omdat dit soort gebed bedoeld is om de mens nog dichter bij God te brengen. Het gebed trekt hem niet alleen dichter tot God, maar het laat hem ook zijn beperkte zelf vergeten totdat het uiteindelijk helemaal wordt vergeten, slechts het Zelf van God overlatend. En dit is het enige ideaal en doel van de leraren geweest. De mens kan niet bij zijn ideale doel arriveren tenzij hij het gebed heeft gebruikt om hem naar deze fase te helpen.

Door dit gebed probeert hij dicht bij God te komen, om één te worden met God en om zijn valse persoonlijkheid te vergeten. Met andere woorden, zijn valse identiteit te ontkennen en de identiteit van God daarvoor in de plaats te stellen. Dit gebed is een mirakel. Het kan een druppel in een zee veranderen. Het is dit gebed dat perfectie naar de imperfecte mens brengt.

Het is de taak van de leraar, van de gids op het spirituele pad, om mensen een bepaald gebed om te herhalen te geven. Er zijn echter ook gebeden geweest die tot elk van de profetische cycli behoorden. Dus toen Mozes, Christus, Mohammed of Krishna een gebed gaven, was dat gebed bedoeld voor de mensheid collectief in die specifieke periode. Het bidden van dat gebed heeft de zielen verheven en hen alles gegeven wat er tijdens die specifieke cyclus nodig was. Maar het gaat natuurlijk niet om het nietsontziende herhalen van het gebed maar om het geloof en de devotie die je erin legt.

Er was eens een prediker die zich tot enkele boeren richtte en hij vertelde hen over een prachtig gebed dat, wanneer je dat herhaalde, de macht schonk om over het water te lopen. Een van de boeren was zeer geïnteresseerd in dit gebed en nadat hij het had opgezegd liep hij heen en weer over de rivier en was hij zeer gelukkig. Dus ging hij naar deze prediker en vroeg hem in alle nederigheid om bij hem te komen dineren, zo dankbaar was hij voor wat de prediker hem had gegeven. De prediker accepteerde zijn uitnodiging. En toen hij naar de boer ging om te gaan dineren kwam hij bij een rivier die hij moest oversteken. De prediker vroeg: ´Waar is de boot?´ De man antwoordde: ´Ik heb naar uw les geluisterd en sinds die tijd heb ik mijn boot niet meer gebruikt. We zullen het gebed opzeggen en over het water lopen. Dat is wat ik doe sinds u mij erover heeft verteld´. De prediker zag het hem doen en schaamde zich. Hij had er alleen maar over gepraat, maar nu besefte hij is niet het weten ertoe doet maar het geloof erin.

Duizend mensen kunnen hetzelfde gebed opzeggen, maar het gebed van één enkele persoon dat met zulk geloof en overtuiging wordt opgezegd is gelijk aan de gebeden van duizend mensen, omdat dat gebed niet mechanisch is. De mens is mechanisch en hij zegt over het algemeen zijn gebeden ook op mechanische wijze op. Als hij oprecht is en als hij geloof, overtuiging en devotie heeft dan heeft alles wat hij zegt een effect. En dat effect zal wonderen verrichten.

Wanneer we vanuit een mystiek oogpunt naar de dingen kijken dan zullen we ontdekken dat er een enkele rechte lijn is, die streefdoel wordt genoemd. Die lijn verzinnebeeldt de lijn van het leven van elk wezen. Het bovenste uiteinde is God, het onderste uiteinde is de mens. De lijn is een. Hoewel die lijn voor de mysticus en de filosoof in de verwerkelijking van de waarheid één is, is de lijn aan het boveneinde toch onbeperkt en aan het ondereinde beperkt. Het ene uiteinde is onsterfelijkheid, het andere sterfelijkheid.

Het is de allerdiepste hunkering van het leven om erop toe te zien dat beide uiteinden bij elkaar gebracht worden. Het is dit gebed dat het uiteinde dat de mens voorstelt dichter bij het uiteinde dat God voorsteld trekt. Wanneer hij de namen van God aanroept dan vergeet hij zijn beperkingen en beïndrukt hij zijn ziel met de gedachte aan de Onbeperkte, wat hem naar het ideaal van onbeperktheid brengt. Dit is het geheim van de bereiking van het leven.

De mens is de beeltenis of de reflectie van zijn verbeelding. Hij is net zo groot als hij zelf denkt dat hij is, net zo klein als hij zelf denkt dat hij is. Als hij denkt dat hij incapabel is dan blijft hij incapabel. Als hij zichzelf dwaas vindt dan zal hij dwaas en dwaas blijven. Als hij zichzelf wijs vindt dan zal hij wijs zijn en steeds wijzer worden. Als hij zichzelf machtig vindt dan zal hij machtig zijn. Waar kwam de kracht vandaan van degenen die hebben bewezen dat ze de grootste strijders zijn? Die kwam uit hun gedachte, uit hun gevoel: ´Ik ben krachtig´. Het idee van kracht werd op hun ziel ingeprent en de ziel raakte krachtig. De dichter had poëzie op zijn ziel ingeprent en daarom werd de ziel een dichter. De ziel raakt begiftigd met alles wat er maar op wordt ingeprent en dat zal de ziel worden. Als de duivel zichzelf op de ziel van de mens inprent dan zal hij de duivel worden. Als God Zichzelf op de ziel van een mens inprent dan zal hij in God veranderen.