Evolutie

Er zitten twee aspecten aan de kwestie van de evolutie van de mens via de verschillende koninkrijken van de schepping. Het ene aspect is het biologische aspect. Je ziet dat uit het plantenkoninkrijk het koninkrijk van de dieren wordt geboren in de vorm van bacteriën, wormen en insecten. Naarmate de materie evolueert wordt die door hogere entiteiten gebruikt en zo evolueert die nog meer. De wet van evolutie is echter moeilijk. Materie als geheel is aan het evolueren in de richting van een betere en levendigere conditie.

Dan is er de primitieve mens. De moderne wetenschap is niet in staat geweest de link tussen de mens en de aap te vinden, maar er zijn veel rassen geweest die zijn gekomen en die zijn uitgestorven. Zelfs nu leven er verscheidene rassen in regionen waar de wetenschap hen nog niet heeft ontdekt. Maar als de missing link nog niet is gevonden maakt dat niet uit. Het is ten slotte zowel een mystieke als een wetenschappelijke conceptie. Het verschil is dat wetenschap er in heel gewone termen over spreekt, hoewel ze geen exact bewijs ervoor kan vinden, terwijl de msytiek het daarentegen op vage wijze vermeldt in de prachtige vorm van legenden en poëzie; bijvoorbeeld in het verhaal van Rama en het apenleger, waar het woord ´aap´ gebruikt wordt omdat er geen andere term voor die missing link is.

Dit is echter niet het enige proces dat er gaande is. Elk aspect van een kwestie dient vanuit een ander gezichtspunt bekeken te worden; je zult altijd moeite hebben om dit volledig te begrijpen tenzij je er vanuit tenminste twee gezichtspunten naar kijkt. Als je het werk van een pottenbakker bekijkt dan zie je dat hij de klei kneedt, die kleurt en vervolgens in de verschillende vaten modelleert die hij wil maken. Indien hij de beschikking over genoeg veschillende soorten klei en kleuren heeft begint hij niet elke keer opnieuw met het pakken van klei en die vervolgens te kneden en te kleuren. Op dezelfde manier zie je dat plantenmaterie voortkomt uit het plantenkoninkrijk en dat de mens uit de mens voortkomt.

Door vanuit beide gezichtspunten naar deze kwestie te kijken kom je tot het begrip dat beide processen nodig zijn. Er is bijvoorbeeld het werk van de kleuren-koopman en dat van de schilder. De taak van de kleuren-koopman is verschillende substanties te hebben en die te mengen en de gewenste kleur voort te brengen. De schilder hoeft niet door dat proces heen te gaan; hij krijgt zijn kleuren kant-en-klaar van de kleuren-koopman. Met andere woorden: het is niet voor iedereen nodig om door alle aspecten van de mineralen, de planten en andere aspecten van de schepping heen te gaan, dus is er geen reden tot wanhoop!

God willigt op twee verschillende momenten onze wensen in. Het ene moment is wanneer ons hart vrij is van elke gedachte en gevoel en in een zeer vreedzame en kalme conditie gehouden wordt. Op dat moment is elke wens die we mogen hebben net als een zaadje dat in het juiste seizoen is gezaaid. En als we het geduld en de kracht hebben om te wachten en te vertrouwen op de macht van God, dan zal de wens, wat die ook moge zijn, ingewilligd worden. Het andere moment is wanneer we ons tevreden voelen, wanneer we erg gelukkig zijn. Elke wens die we maar in die periode hebben zal ingewilligd worden, net zoals de regen die op het juiste moment van bovenaf komt vruchten en bloemen met zich meebrengt.

Als een van onze doelen is wat onze ziel aan het zoeken is en het andere doel de behoeften van het leven is, is het te verkiezen de behoeften op te offeren en het doel te behouden dat de ziel aan het zoeken is. Een ander gezichtspunt echter is dat we om spiritueel te worden niet onwerelds hoeven te worden; we kunnen evengoed op de wereld leven en toch niet van de wereld zijn.

Alles in de schepping heeft zijn tegengestelde. Er is de zon en er is de maan. Er is de man en er is de vrouw. Er is de nacht en er is de dag. De kleuren worden onderscheiden door hun variëteit net als de vormen. Om iets te onderscheiden dienen er tegenstellingen te zijn; waar geen tegenstelling is kun je niet onderscheiden. Er dient gezondheid te zijn om die te onderscheiden van ziekte.

In vroeger tijden hebben velen geprobeerd de verbeeldingskracht van degenen die goedheid zochten te helpen door hen geloof in Satan te onderrichten, zeggend dat God een en al goedheid is en Satan een en al slechtheid. Dit was om het uit te leggen aan degenen die niet konden begrijpen waar slechtheid vandaan kwam. In werkelijkheid is slechtheid slechts een schaduw van goedheid; en daar een schaduw niet-bestaand is is het kwaad niet-bestaand. Het goed is altijd op weg vooruit; wat er achtergelaten wordt is minder goed en wat er gewonnen wordt op de reis voorwaarts is beter. Maar wanneer we dingen vergelijken dan noemen we het een kwaad en het ander goed. Daarom hebben mensen de duivel, die we de rug zouden moeten toekeren, een en al kwaad genoemd; en God, aan wie we ons geloof zouden moeten geven, een en al goedheid. Het was eenvoudigweg een methode om de mensen van vroeger tijden te onderrichten. In werkelijkheid bevindt God zich voorbij elke vergelijking, hoewel we God natuurlijk vergelijken als we Hem goed noemen, zoals velen doen. Wat is onze eigen goedheid? Die is erg klein; het is niet iets om God mee te beoordelen.

Er is een fase in de evolutie van het leven van de mens waarin elke vraag wordt beantwoord door het leven om hem heen. Hij kan een levend wezen voor zich hebben of omgeven zijn door de natuur; hij kan wakker zijn of slapen, maar het antwoord op zijn vraag komt als een echo van die vraag zelf. Net als bepaalde dingen een verblijfplaats voor lucht worden, die omzettend in een geluid, zo wordt alles een verblijfplaats voor elke gedachte van de wijze man, die helpend te resoneren; en in deze resonantie bevindt zich een antwoord. In feite ligt het antwoord besloten in de vraag zelf. Het is de beperkte visie van de mens die hem slechts de vraag zonder het antwoord laat zien.

Aangezien alle dingen hun tegengestelde hebben, is het ook waar dat in elk ding de spirit van het tegengestelde bestaat. In de man bestaat de kwaliteit van de vrouw; in de vrouw de spirit van de man. In de zon bestaat de vorm van de maan, in de maan het licht van de zon. Hoe dichter je de werkelijkheid nadert, hoe dichter je bij eenheid komt. Het bewijs van deze realisatie is dat zodra er een vraag in het hart opkomt het antwoord ofwel van binnenuit ofwel van buitenaf als een echo komt. Als we voor ons kijken, dan ligt het antwoord voor ons; als we achter ons kijken, ligt het antwoord achter ons; als we omhoog kijken dan wacht er ons in de lucht een antwoord; als we naar beneden kijken dan is het antwoord gegrift op de aarde; en als we onze ogen sluiten zullen we binnenin ons het antwoord vinden. Het is net als het beklimmen van een berg, een berg waarvan de naam Waarom? is. Wanneer we die hebben beklommen dan staan we oog in oog met ons ideaal. Niet studie brengt ons tot deze realisatie, maar door boven alles wat ons geloof in waarheid hindert uit te stijgen.