Er bestaan verscheidene ideeën en overtuigingen met betrekking tot de relatie tussen God en de mens. En het is natuurlijk dat er verscheidene geloofsovertuigingen zijn omdat iedere mens zijn eigen conceptie van God heeft. Elke vergelijking tussen God en de mens is zinloos: want de mens, die beperkt is, kan met een ander wezen worden vergeleken, maar God, die volmaakt is, bevindt zich voorbij de vergelijking. De profeten en meesters van alle tijden hebben hun best gedaan om de mens enig idee van het wezen van God te schenken; maar dat is altijd moeilijk geweest, want het is onmogelijk om God in woorden te omschrijven. Het is als de oceaan in een fles proberen te stoppen. Hoe groot een fles ook is, hij kan nooit de oceaan in zich huisvesten. De woorden die we in ons dagelijks leven gebruiken zijn de namen van beperkte vormen en we geven voor ons gemak God, die zich boven naam en vorm bevindt, een naam. Als er al een mogelijkheid zou zijn om God en Zijn wezen te begrijpen dan zou dat alleen via het vinden van de relatie tussen de mens en God kunnen zijn. De reden om de mens het zaad van God te noemen is dat dit beeld tot een bepaalde hoogte een idee geeft van de relatie die er bestaat tussen de mens en God.
Er is een wortel, er is een stam, er zijn takken, er zijn bladeren en er komt een bloem. In het hart van de bloem echter bevindt zich iets wat de geschiedenis van de gehele plant vertelt. Je zou kunnen zeggen dat het omwille van de bloem is dat de plant werd gecreëerd, maar in feite is het het zaad in het hart van de bloem dat de soort van de plant voortzet. Dat zaad is het geheim van de plant en het is de bron en het doel ervan. Het is dat zaad dat het begin was, het is uit dat zaad dat de wortel is gekomen; vervolgens kwam de zaailing op en werd zo een plant. Daarna verdween het zaad; maar na de komst van de bladeren, de takken en de bloemen verscheen het weer. Het verscheen weer, niet als een zaadje, maar als veel zaden, in veelvuldigheid, en toch was het hetzelfde. En voor welk doel, voor welk resultaat gebeurde dit? Opdat het zaad weer zou komen als het resultaat van de gehele plant.
Voor de mens met een eenvoudig geloof, die alleen in zijn specifieke idee gelooft, is er geen relatie tussen God en de mens. Maar voor degene die deze relatie wenst te begrijpen, kan het bewijs in alles worden gevonden. Dit is het idee waarover wordt gesproken in de Bijbel, waarin wordt gezegd dat God de mens heeft geschapen naar Zijn eigen beeltenis. Het is hetzelfde als dat het zaad waaruit de plant komt zou zeggen: ´Uit mijn eigen beeltenis heb ik het zaad geschapen dat voort zal komen uit het hart van de bloem. Ik zal verschijnen als vele, hoewel ik in het begin een korrel ben´.
Dit idee verklaart ons op zijn beurt waarom er gezegd wordt dat de mens naar God´s beeltenis werd geschapen, toen de gehele manifestatie, de gehele schepping uit God was voortgekomen. Het blad, de tak en de stam zijn allemaal voortgekomen uit het zaad, maar ze zijn niet de beeltenis van het zaad. De beeltenis van het zaad is het zaad zelf. Niet alleen dit: de essentie van het zaad bevindt zich in het zaad. Natuurlijk is er enige energie, enige macht, enige kleur, enige geur in de bloem, in de bladeren en in de stam; tegelijkertijd echter blijken de eigenschappen die de stam, bloem, bloembladeren en bladeren toebehoren, zich in het zaad te bevinden.
Dit laat zien dat de mens het culminatie is van de gehele schepping en dat in hem het gehele universum wordt gemanifesteerd. Het koninkrijken van de mineralen, de planten en van de dieren blijken allemaal te vinden in het wezen, in de spirit van de mens. Dat betekent niet alleen dat de verschillende karakteristieken zoals van de mineraal of plant te vinden blijken te zijn in het fysieke lichaam dat voor de mens wordt gemaakt, maar dat ook zijn mind en zijn hart al de verschillende kwaliteiten laten zien. Het hart is ofwel als een vruchtbare humus ofwel als een dorre woestijn: het laat liefde of gebrek aan liefde zien, het vermogen om op te bouwen of om af te breken.
Er zijn verschillende soorten stenen: er zijn waardevolle stenen en er zijn kiezels en rotsen. Onder menselijke harten is er echter een nog grotere variëteit. Denk aan degenen van wie de gedachten, van wie de gevoelens bewezen hebben waardevoller te zijn dan alles wat de wereld te bieden heeft: de dichters, de schilders, de uitvinders, de denkers, de filosofen, de dienaren van de mensheid, de inspiratoren van de mens, de weldoeners van de mensheid. Geen weelde, geen waardevolle steen, of het nu een diamant of een robijn is, kan met dezen vergeleken worden. En toch heeft het dezelfde kwaliteit. En dan zijn er de rotsachtige harten: je kunt tegen hen aan boksen en jezelf breken en toch zullen ze niet bewegen. Er is een was-achtige kwaliteit in het hart of er is de kwaliteit van de steen. Er zijn smeltende harten en er zijn harten die nooit zullen smelten. Bevindt zich er iets in de natuur wat niet in de mens te vinden is? Bevindt zich niet in zijn gevoel, in zijn gedachten, in zijn kwaliteiten het aspect van stromend water, van een vruchtbare humus en van vruchtdragende bomen? Bevindt zich in het hart van de mens niet de beeltenis van de plant en van geurige bloemen? De bloemen die voortkomen uit het menselijke hart leven echter langer; hun geur zal zich door de gehele wereld verspreiden en hun kleur zal door alle mensen gezien worden. Hoe verrukkelijk zijn niet de vruchten die het menselijke hart kan dragen; zij maken de zielen onsterfelijk en verheffen ze!
Aan de andere kant echter zijn er mentaliteiten waarin niets opkomt behalve het verlangen om hun naasten zeer te doen en te kwetsen, vergif voortbrengend via hun vruchten en bloemen, anderen kwetsend door denken, spreken of handelen; en zij kwetsen meer dan dat doornen dat kunnen. Er zijn sommige mensen van wie de gevoelens en gedachten als goud en zilver zijn en er zijn andere mensen van wie de gedachten net als ijzer en staal zijn. En de variëteit die je in de menselijke natuur kunt zien is zo ruim dat alle objecten die je van deze aarde kunt verkrijgen daar niet aan kunnen tippen.
De mens vertoont in zijn natuur, in zijn kwaliteiten, in zijn lichaam, in zijn denken en voelen, niet alleen de erfenis van de aarde, maar ook de erfenis van de hemel. De mens wordt onderworpen aan de invloed van de planeten, van de zon, van de maan, van de hitte en de kou, van de lucht, het water en het vuur en aan alle verschillende elementen waaruit dit gehele kosmische systeem wordt samengesteld. Al deze elementen blijken te vinden in zijn gedachten, in zijn gevoelens, in zijn lichaam. Je kunt een persoon met warmte vinden die het vuur representeert; een andere persoon die koud is vertegenwoordigt het water. Er zijn menselijke wezens die in hun denken en voelen het lucht-element vertegenwoordigen; hun snelheid, hun rusteloosheid laten het lucht-element in hen zien.
Vertegenwoordigt de mens in zijn positieve en negatieve karakter niet de zon en de maan? Laat de dualiteit van de seksen dit niet zien? In elke man en in elke vrouw zijn zowel de zon-kwaliteit en de maan-kwaliteit aanwezig en deze twee tegengestelde kwaliteiten verschaffen het karakter evenwicht. Wanneer de ene kwaliteit allesoverheersend is en de ander er helemaal niet is dan is er ergens een gebrek aan evenwicht.
En als je de gedachte aan mystiek nog verder doorvoert dan ontdek je dat niet alleen de gehele zichtbare manifestatie aanwezig is in de mens maar ook alles wat onzichtbaar is. Als de engelen, de elven of de geesten, de elementalen of een van de andere verbeeldingen van de mens al ergens te vinden zijn dan is dat in de menselijke natuur. Engelen zijn altijd al afgebeeld naar de beeltenis van de mens.
Als alles wat er zich op de wereld en in de hemel bevindt te vinden blijkt in de mens, wat blijft er dan nog over? God Zelf heeft in de geschriften gezegd dat Hij de mens naar Zijn eigen beeltenis heeft gemaakt. Met andere woorden: ´Als ge Me wilt zien, ben Ik in de mens te vinden´. Hoe onnadenkend is het dan niet van de kant van de mens wanneer hij helemaal in beslag genomen door zijn hoge idealen, de mens begint te verachten, op hem neer begint te kijken! Hoe laag, zwak en zondig iemand ook mag zijn er bestaat toch de mogelijkheid van hij hoger stijgt dan wat dan ook in de gehele manifestatie, of dat nu op aarde of in de hemel is. Niets anders kan de hoogte bereiken waartoe de mens is voorbestemd. Daarom is het gezichtspunt van de mystici en de denkers van alle tijden altijd gereflecteerd in hun manier van doen, die een respectvolle houding ten opzichte van alle mensen was.
In het voorbeeld van het leven van Jezus Christus kun je zien wat voor een compassie, vergevingsgezindheid, tolerantie en begrip de Meester heeft getoond toen een zondaar voor hem werd geleid. Een mens die minachting jegens zijn naasten toont kan religieus of vroom worden genoemd, maar hij kan nooit echt spiritueel of wijs worden genoemd, wat zijn omstandigheid ook is. Degene die geen respect heeft voor de mensheid heeft geen houding van aanbidding jegens God. Degene die de beeltenis van God niet in de mens heeft erkend, heeft niet de Schilder gezien die deze schepping heeft gemaakt; hij heeft zichzelf de visie ontzegd die uiterst sacraal en zeer heilig is. Iemand die denkt dat de mens aards is weet niet waar zijn ziel vandaan komt. De ziel komt van boven. En in de ziel van de mens wordt God gereflecteerd. Iemand die haat en minachting voelt, ongeacht zijn overtuiging, geloof of religie, heeft niet het geheim van alle religies dat zich in het hart van de mens bevindt, begrepen. En iemand heeft, hoe goed, deugdzaam, tolerant en hoe vergevingsgezind hij ook moge zijn, zeker niet aan de religie geraakt als hij daarnaast niet God in de mens erkent.
Er is echter een andere kant aan deze kwestie. Naarmate de mens evolueert vindt hij de beperkingen, de fouten en de gebreken van de menselijke natuur en wordt het voor hem moeilijk om in de wereld te leven en alles onder ogen te zien wat er komt. Ook wordt het heel moeilijk voor de mens om verfijnd te worden, om goed, vriendelijk en gevoelig te worden en tegelijkertijd toch tolerant te worden. Dan komt de neiging omhoog om alles weg te duwen en zichzelf verre te houden van iedereen. Maar dat is niet het doel van het geboren worden op aarde. Dat is die volmaaktheid te vinden die zich binnenin jezelf bevindt. Hoe goe en vriendelijk iemand ook mag zijn als hij niet het doel heeft gevonden waartoe hij werd geboren dan heeft hij het doel van zijn leven niet vervuld.
Er zijn net zoveel verschillende aspecten van dat doel als er mensen op de wereld zijn. Maar achter al deze aspecten bevindt zich een doel, dat het doel van de gehele schepping genoemd kan worden. En dat doel wordt vervuld wanneer de uitvinder naar zijn uitvinding in werking kijkt, wanneer de architect een huis bouwt dat hij heeft ontworpen en hij er naar binnen gaat en ziet hoe mooi het is gemaakt; het doel wordt volbracht wanneer er een toneelstuk wordt geproduceerd en de producent ernaar kijkt, dat is de voltooiing van zijn doel. Iedereen lijkt zijn eigen doel te hebben, maar al deze doelen zijn niets anders dan stappen naar één en hetzelfde doel en dat is het doel van God. Als onze kleine verlangens vandaag ingewilligd worden, dan is er morgen een andere wens. En wat het verlangen ook mag zijn, wanneer het wordt ingewilligd is er de volgende dag een nieuw verlangen. Dit toont aan dat de gehele mensheid naar een verlangen wordt geleid, het verlangen dat het doel van God is: de vollere ervaring van het leven van binnen en van buiten, de vollere kennis van het leven boven en beneden. Het is het verruimen van de blik: dat die zo ruim moge worden dat er in de ziel, die ruimer is dan de wereld, alles gereflecteerd kan worden; dat het zicht zo scherp moge worden dat die de diepten van de aarde en de hoogste van de hemelen kan doordringen. Hierin ligt de vervulling van de ziel. En de ziel die niet al het mogelijke heeft geprobeerd en elk offer heeft gebracht voor de verwerving ervan, heeft religie niet begrepen. Wat is de soefi-boodschap? Het is de esoterische training, het gehele leven lang oefenend en werkzaam zijnd in de richting van die bereiking die de voltooiing van het doel van God is.