Eenheid en uniformiteit

We verwarren eenheid vaak met uniformiteit. In werkelijkheid is het de spirit van eenheid die uniformiteit schept omwille van de schoonheid ervan en de bescherming die ze biedt. Beide hebben door alle tijden heen bestaan: eenheid als de innerlijke natuur van elke ziel en het enige doel van het leven en uniformiteit om te helpen dat doel te vervullen. Eenheid is het doel en uniformiteit het middel om dat doel te bereiken, maar vaak heeft het middel het doel verduisterd. Door de tijden heen zijn de verschillende religies die de mens slechts vanuit het idee van eenheid zijn gegeven voor zijn spirituele ontwikkeling geleidelijkaan een soort gemeenschap of nationaliteit geworden. Veel mensen die tot een kerk behoren accepteren de dogma´s ervan, eisen een bepaalde naam op voor hun religie en beschouwen alle andere kinderen van God als afgescheiden van hen. Door dit te doen verliezen ze het zaad van wijsheid voor de ontwikkeling waarvan die religie hen nu juist werd gegeven. Deze vergissing heeft vanaf het begin bestaan zodat mensen in plaats van de ware spirit aan te raken de werkelijkheid hebben verloren door een valse doelstelling te zoeken.

Religieuze verschillen hebben eindeloze oorlogen en rampen voor het menselijke ras veroorzaakt. De reden hiervoor is dat de spirit van eenheid niet herkend is, terwijl er overmatig respect aan uniformiteit is betoond. In de huidige tijd, waarin de spirit van religie zich op zijn dieptepunt bevindt en slechts de uniformiteit overblijft, komen allerlei soorten verdelingen in klassen en meningsverschillen op. De ene partij, de ene klasse tegen de andere, overal de spirit van rivaliteit, jaloezie en destructie. Het effect hiervan is geweest dat de mens weggehouden werd van het bewustzijn van God. Er zijn er echt maar weinig die Hem erkennen. De gehele mensheid gaat gebukt onder een grote onrust. En toch denkt de mens dat hij voorwaarts gaat terwijl hij de hele tijd slechts voorwaarts gaat in de richting van een nog grotere onrust.

Er kan nooit ware vooruitgang zijn als landen, koninkrijken en volkeren verdeeld zijn. Want wanneer de rassen verdeeld zijn dan komen er onderverdelingen en raken klassen en partijen ook verdeeld. De hele tijd is dezelfde spirit van destructie werkzaam en raken zelfs gezinnen gescheiden. Eenheid lijkt uit de harten van de mensen te worden weggevaagd. Er zijn geen voorbeelden nodig. Diegenen die het zullen opmerken kunnen deze staat van de mensheid, deze conditie van het leven, over de gehele wereld zien.

Wanneer we hiervoor een reden zoeken dan vinden we een juist principe dat verkeerd is uitgepakt. Uniformiteit is geen fout, ze is zelfs een grote deugd. Er schuilt bijvoorbeeld niets verkeerds in een uniform verlangen om in tijden van nood te helpen, om dienstbaar te zijn. Maar wanneer het God-ideaal wordt verwijderd dan blijft er een lichaam zonder ziel, een lijk, over en ten slotte raakt dit in verval en veroorzaakt luiheid. Hoe levendig en voortvarend deze wereld ook lijkt, het leven behoort slechts tot de levenden en als het levende wezen wordt vergeten is dat als het licht onder de korenmaat zetten. De mens gaat zo op in het najagen van geld dat hij bedwelmd raakt en onachtzaam raakt ten opzichte van harmonie en het geluk van anderen, ja zelfs ten opzichte van de harmonie van zijn eigen wezen. En vervolgens veroorzaakt hij destructie. We hoeven maar aan de oorlogen te denken waar de mensheid doorheen is gegaan en aan deze laatste schrik (WO-I, vert.) om de waarheid te zien. Dat alles bewijst dat de vooruitgang zich in de verkeerde richting begeeft en dat er overal eenheid mist. De geschriften die de Joden, Moslims, Parsi´s, Hindoe´s en Boeddhisten zijn gegeven hebben allemaal de boodschap van eenheid als centrale waarheid, maar de mens is zo geïnteresseerd en verzonken geraakt in de poëzie van deze geschriften dat hij hun innerlijke stem is vergeten.

Ik wou dat we de innerlijke stem zouden herkennen, dat we zouden zien dat de verschillende geschriften allemaal woorden bevatten die zijn gesproken door een en dezelfde stem. Sommigen horen de stem, anderen horen alleen maar de woorden, net zoals er in de natuur sommigen alleen de takken zien en anderen de wortels van de boom. Elk van deze verschillende geschriften, van deze manieren van aanbidding en het contempleren over God worden echter voor één doel gegeven: de verwerkelijking van eenheid. In eenheid verblijven het geluk en de verlichting van de mens, in eenheid verblijft ook zijn gidsing in het leven. We kennen allemaal eenheid in naam, maar de meesten van ons denken eraan als aan uniformiteit. De Vedanta hebben duizenden jaren lang in al haar gebeden en mantrams dit centrale thema vertolkt: eenheid, het één-zijn van alles. De Koran brengt met al haar waarschuwingen in een essentiële soera het Wezen van God tot expressie: dat er zich niet alleen in het ongeziene, maar ook in al het geziene een onderliggende stroom bevindt. De Bijbel zegt dat we leven, bewegen en ons wezen in God hebben.

Van al de miljoenen mensen die in God geloven is er misschien een die God tot werkelijkheid maakt en dat komt omdat het beeld wat de mens zich van God maakt net zo beperkt is als hijzelf. De kennis van God bevindt zich voorbij de rede van de mens. De mens neemt slechts de dingen waar waartoe hij in staat is. Hij kan zijn verbeelding niet verheffen boven datgene wat hij gewend is en hij kan niet voorbij zijn verbeelding reiken naar waar het wezen van God is. Het geheim van God ligt verborgen in de kennis van eenheid. De mens denkt: ´Wat kan eenheid mij schenken? Kan het mij geluk schenken? Wat stelt het voor?´ Hij kan het antwoord krijgen door het leven diepgaander te observeren en te bestuderen. Kijk eens wat een atmosfeer van de harmonie van tien mensen kan creëren; de macht van liefde en de invloed die door tien mensen worden gecreëerd is veel groter dan de macht van liefde en de invloed die door één mens wordt gecreëerd. Denk dan vervolgens eens in wat voor een zegening het voor de mensheid zou zijn als landen, rassen en gemeenschappen verenigd zouden zijn!

Uniformiteit kan ongetwijfeld de les van eenheid onderrichten, maar de bedoeling ervan dient niet ten bate van werelds gewin te zijn, want dan is ze destructief. De wijzen van alle tijden zijn diep in het leven gedoken om eenheid in zichzelf te verwerven en om eenheid te verspreiden. In het leven van de wereld heeft iedereen de een of andere klacht, ontbeert hij het een of ander of maakt hij zich bezorgd over het een of ander. Dit is echter alleen maar de uiterlijke reden, de werkelijke waarheid is dat hij niet één is met zijn eigen ziel, want hoe kunnen we harmonie verspreiden wanneer er in onszelf disharmonie is? Wanneer de mind en het lichaam met elkaar in oorlog zijn dan wil de ziel iets anders en wordt er door het lichaam aan de ziel en de mind getrokken of wordt er door de ziel aan het lichaam en aan de mind getrokken. En zo bestaat er disharmonie. Wanneer iemand met zichzelf in harmonie is dan is hij met iedereen in harmonie. Hij produceert harmonie en schenkt iedereen harmonie, hij verspreidt de gehele tijd harmonie.

Dit is een vraag die kan worden beantwoord door onze relatie met God te begrijpen. Het diepste wezen van de mens is het werkelijke wezen van God. De mens is altijd verbonden met God. Als hij zich dit toch eens realiseerde, door harmonie te vinden in zijn eigen ziel vindt hij gemeenschap met God. Elke meditatie en elke contemplatie wordt met dit doel onderricht: je diepste wezen in harmonie te brengen met God, zodat Hij via ons ziet, hoort en denkt; ons wezen is een straal van Zijn licht; op die manier zijn we zelfs dichter bij God dan de vissen bij de oceaan zijn waarin zij hun wezen hebben. Meestal verbindt interesse in wereldse zaken iemand met een ander teneinde samen meer winst te kunnen maken. Hoe groot zou deze macht niet kunnen zijn als de mens zich in ware broederschap zou verenigen! Zolang deze lering onder de korenmaat verborgen blijft kunnen de methoden van uniformiteit niet weldadig zijn, dan hebben we geen leven in zich. De wereld lijdt aan een verkeerde toepassing van het juiste principe, ongeacht hoeveel succes die wereld nu ook lijkt te hebben.

Het werkelijke leven kan niet het onze zijn tenzij er eenheid wordt bereikt. Het is de taak van religie om de spirit van eenheid te stimuleren, in de kennis en liefde van God aan wie iedere devotie behoort. De mens is vaak op zoek naar psychische, occulte en magnetische machten. Dit is niet de bedoeling van religie. Deze ontwikkelingen komen vanzelf. Waar leven en liefde zijn daar is magnetisme. De liefde zelf is de healende macht en remedie van elke pijn. Elke occulte macht behoort het goddelijke leven toe, de mens zou echter een natuurlijk leven moeten leiden en de natuur van God moeten verwerkelijken. De enige studies die de moeite waard zijn om te verwerven zijn die studies die leiden naar de verwerkelijking van God en eerst naar de verwerkelijking van eenheid met God en vervolgens naar de verwerkelijking van eenheid met het zelf, en zo met allen. Het is niet nodig dat ons wordt verteld dat we vooruit zijn gegaan, dat zullen we zelf weten wanneer ons hart voorwaarts gaat. En door lief te hebben, te vergeven en te dienen wordt ons gehele leven één enkele glimp van de sublieme schoonheid van God.