De ontplooiing van de ziel

In de ontplooiing van de ziel wordt het doel van het leven vervuld. De vervulling van het bestaan ligt niet alleen bij met menselijke wezens in hun ontplooing, maar ook bij de lagere schepping, zelfs met allerlei soorten objecten. De wolken verzamelen zich en het doel hiervan wordt getoond wanneer het begint te regenen. Het is de ontplooiing van dat bij elkaar komen van de wolken die zichzelf in de regen laat zien. Dat doel werd niet bereikt in het bij elkaar komen van de wolken, wat slechts de voorbereiding was. Je ziet hetzelfde het hele jaar door in de natuur gebeuren en in het juiste seizoen brengt die haar vruchten voort. Niet alleen menselijke wezens maar zelfs de vogels en de dieren kijken toe en worden door het zien van het doel van de continue activiteit van de natuur die wordt voltooid in de lente in verrukking gebracht. We leren hieruit dat elk wezen en elk object werkzaam is in de richting van die ontplooiing die de voltooiing van zijn doel is. Zoals Sa´di heeft gezegd: ´Elk wezen is voor een bepaald doel op aarde voorbestemd en het licht van dat doel is in zijn hart aangewakkerd´.

Achter alle verschillende doelen die we via elk individu aan het werk zien lijkt zich echter een doel te bevinden en dat doel is de ontplooiing van de ziel. Dit wetend hielden in vroeger tijden de Hindoes uit alle bevolkingslagen dit ideaal voor ogen. Niet alleen degenen die op zoek waren naar de waarheid waren op zoek naar de ontplooiing van de ziel, maar ook een schilder, een wetenschapper, een geleerde, een handelaar, een zakenman, elk geloofde dat via zijn specifieke beroep hij in staat zou zijn dat doel te bereiken. De makke van vandaag is dat de mensen zo opgedeeld zijn in hun verschillende beroepen dat zij de draad kwijt zijn die de mensheid tot een verbindt en die impuls geeft waaruit iedereen voordeel trekt. Wanneer de wetenschapper stevig en standvastig bij zijn gebied blijft en de schilder helemaal opgaat in zijn sfeer, de handelaar helemaal opgaat in zijn wereld en de zakenman helemaal opgaat in de zakenwereld is het natuurlijk dat hun zielen niet met elkaar in contact komen, hen een samengevoegde kracht biedend voor het verbeteren van het geheel.

Hoewel er een degeneratie veroorzaakt door extreem materialisme over de gehele werekd de overhand heeft is het toch nog niet te laat om voorbeelden van persoonlijkheden in alle bevolkingslagen te vinden die nog steeds bij het juiste doel willen aankomen. Rabindranath Tagore vertaalde een gedichtenbundel van Kabir, een ongeletterd man, van kindsaf een wever wiens levensonderhoud afhing van zijn weven, naar het engels. Door zijn continu zoektocht naar ontplooiing echter bereikte hij het doel. Hij vertelde zijn ervaring in alledaagse taal, maar zijn boek wordt vandaag de dag door mensen beschouwd als een heilig geschrift.

Dit maakt dat wij ons afvragen of het voor een wetenschapper via zijn wetenschappelijke studies, voor een schilder via zijn kunst of voor een zakenman via zijn handel mogelijk is om bij die centrale waarheid aan te komen die elke ziel aangaat. Wanneer we naar de mensheid kijken ontdekken we dat we die niet alleen in verschillende rassen en verschillende landen verdelen, maar dat we die ook in kunnen delen in mensen met verschillende beroepen. In dit tijdperk van materialisme is het enige wat ons verbindt onze materiële interesse. Hoe lang kunnen we echter verenigd blijven door een materialistische interesse? Een vriendschap die in materialisme wordt gevormd is niet een vriendschap die duurzaam zal zijn noch kunnen zulke vrienden op elkaar vertrouwen. Het is offering die ons in staat stelt vrienden te zijn en om met elkaar samen te werken en in offering wordt het teken van spiritualiteit gezien. Maar vandaag de dag verbinden we ons niet in offering met elkaar. Onze vereniging ligt in datgene wat we op de een of andere manier kunnen winnen. Het is een reden voor wanhoop dat we om ons te verenigen vast blijven houden aan een lager ideaal dat nooit een centrum van vereniging zal blijken te zijn. Slechts het hoge ideaal kan verenigen en slechts in het hoge ideaal kunnen we hopen verenigd te worden.

Hoe kun je de ontplooiing van de ziel definiëren? De ziel kan met een roos worden vergeleken. Net zoals de rozenknop bloeit, zo ontvouwt de ziel zichzelf. Er zijn vijf voorwaarden vereist voor het opbloeien van de rozenknop: vruchtbare grond, heldere zon, water, lucht en ruimte. En dezelfde vijf dingen zijn vereist voor de ontplooiing van de ziel. Net zoals er vruchtbare grond vereist is door de rozenknop om te kunnen opbloeien, zo moet er educatie in het spirituele ideaal gegeven worden aan het kind vanaf het moment dat hij wordt geboren. Wanneer een kind die hoogst noodzakelijke educatie in zijn jeugd wordt ontzegd dan wordt de humus weggenomen van de wortels van de roos. Ik kan me herinneren dat ik mensen heb ontmoet die elke mogelijkheid en gerichtheid hadden om geïnteresseerd te raken in alles wat spiritueel en edel is, maar die tegelijkertijd bang waren voor de teminologie waarin die werd uitgedrukt. Wat toont dit aan? Dit toont aan dat er hen in de jeugd is was ontzegd en dat ze nu ze volwassen waren, hoewel ze er een verlangen naar voelden en hoewel ze het wilden, er bang voor waren wanneer ze er in een vorm naar keken die zij niet gewend waren.

Is er enige ziel, hoe materialistisch ook, die zich niet wil ontplooien? Die kan er niet zijn. Elke ziel is geboren om zichzelf te ontplooien. Dat is haar aangeboren gerichtheid, daar kan ze niets aan doen. Als echter de ziel wordt beroofd van de juiste omstandigheden dan houdt ze op zich te ontwikkelen. Ik heb heel vaak mensen ontmoet die niet in de een of andere religie geloofden, die niet de een of andere geloofsovertuiging beleden noch deelnamen aan enige uiterlijke vorm, maar tegelijkertijd heb ik grote spirituele kwaliteiten in hen gezien.

Het water dat de roos voedt is het liefde-element. Als dat element afwezig is uit iemands´ leven dan zal hij, hoe groot zijn intellectuele kennis en zijn verlangen naar het zoeken naar waarheid ook zijn, toch achter blijven. Helaas lijkt dit element vaak afwezig te zijn in het culturele leven. Een geleerd iemand zal zeggen dat dit geen plaats heeft in de wereld van de rede en dus scheidt hij het uiterlijke leren van het religieuze ideaal dat de liefde van God wordt genoemd.

Wat neemt in het leven van de mens de plaats van de zon in, net zoals de zon deelneemt aan het groeien van de roos? Dat is de intelligentie. Niet iedereen kan dan intelligent lijken, maar de ziel op zich is intelligentie. Wanneer de intelligentie wordt bedekt door de mist van de impressies, van de ideeën van deze aarde, dan raakt die intelligentie in iets verdronken, dan raakt ze onder iets begraven. Wanneer ze wordt ont-dekt dan is ze zo helder als de zon. De missie van Boeddha was voornamelijk bedoeld voor dit doel. Alles wat Boeddha zijn discipelen wilde leren wat die zuivere intelligentie te ont-dekken die zich boven alle redeneren bevindt en die de essentie van alle rede is.

De plaats die lucht inneemt in de groei van de ziel is deze: lucht symboliseert de inspiratie die komt naar het hart dat daarop voorbereid is. De ziel wordt niet door uiterlijk leren maar door hetgeen je via inspiratie leert verheven in de richting van haar ontplooiing.

De ruimte die er nodig rondom de rozenknop nodig is teneinde haar te laten groeien, betekent symbolisch een ruime kijk op het leven. Iemand kan honderd jaar leven maar met een bekrompen visie op het leven zal hij nooit het licht zien. Teneinde het leven helder te zien moet de visie op het leven ruim zijn. Er valt in het leven veel te bevechten om een ruime levensvisie te blijven houden, want de aard van ons leven in de wereld is zodanig dat die ons naar beneden trekt en ons in situaties plaatst waar we niet anders dan bekrompen kunnen zijn. Een groots iemand is niet groots vanwege zijn verdiensten, zijn kwaliteiten of reputatie. Het grootste bewijs dat iemand van zijn grootsheid kan geven is zijn ruime kijk op het leven. En het prachtig om op te merken hoe mensen die dat doel hebben bereikt, van welke bevolkingslaag dan ook, automatisch een ruimere kijk op het leven beginnen te tonen. Wat deze plant bemest en de rozen laat bloeien is, op symbolische wijze, het onderricht van de grote meesters van de mensheid.

Hoe kun je deze ontwikkeling van de ziel herkennen waarin het doel van het leven wordt vervuld? Wat zijn de indicaties ervan, de tekenen ervan? De ziel wordt als een roos en begint de roos-kwaliteit te laten zien. Net zoals de roos uit vele samengehouden bloemblaadjes bestaat, zo begint iemand die de ontplooiing van de ziel bereikt veel verschillende kwaliteiten te laten zien. Deze kwaliteiten brengen geuren voort in de vorm van een spirituele persoonlijkheid. De roos heeft een prachtige structuur en de persoonlijkheid die de ontplooiing van de ziel bewijst heeft ook een verfijnde structuur: in manier van doen, in het omgaan met anderen, in het spreken, in het handelen. De atmosfeer van het spirituele wezen doordringt de lucht als het parfum van de roos.

De roos heeft zaadjes in het hart en net zo hebben de ontwikkelde zielen dat zaad van ontwikkeling in hun hart dat veel rozen produceert. De roos bloeit en verdwijnt geleidelijk aan, maar de essentie die uit de roos wordt genomen leeft en houdt de geur die de roos had in volle bloei. Persoonlijkheden die dat niveau van bewustzijn aanraken kunnen een bepaalde tijd op de aarde leven, maar de essentie die door hen wordt achtergelaten zal duizenden jaren voortleven, altijd dezelfde geur houdend en hetzelfde genot schenkend als de roos eens heeft geschonken.