Wat is de exacte betekenis van de verrijzenis waarover in de Bijbel wordt gesproken? De verrijzenis is dat moment na de dood waarop de ziel zich bewust wordt van al haar ervaringen. Daar de ziel met alles in het universum is verbonden, is de individuele verrijzenis een universele verrijzenis.
Nadat Christus was opgestaan uit de dood zei hij: ´Degene die gelove, zal gered worden´. De doden zijn degenen die hun onsterfelijkheid niet hebben verwerkelijkt; en de uitspraak van Christus betekent dat degene die de kennis van God, van onsterfelijkheid, heeft nooit zal sterven en dat degenen die in God geloven, wat hetzelfde is als kennis van God, zijn nooit dood.
Wat de dood is kan alleen maar door de mens worden begrepen. De vogels en de dieren voelen de inactiviteit als gevolg van de dood, de afwezigheid van leven, maar zij beseffen niet wat de dood werkelijk is. Ik heb een vogel gezien, waarvan het maatje werd neergeschoten en dood neerviel, die naast zijn maatje ging zitten, er met zijn bek aan voelde en toen hij voelde dat zijn maatje stil en levenloos was zijn kopje liet hangen en zijn leven opgaf voordat de jager het kon benaderen. Ik heb ook een hond onmiddellijk zien sterven toen hij zag dat de hond waarmee hij samen zijn hele leven had doorgebracht, dood was. Maar toch voelen dieren alleen maar de inactiviteit, de afwezigheid van een vriend. Zij beseffen niet ten volle de ware aard van de dood.
In het Oosten bouwen soefi´s hun huizen of cottages vaak vlakbij begraafplaatsen en ook in de jungles, zodat ze zich door het zien van de doden herinneren dat het nu het moment is om de dood te overwinnen, teneinde hun onsterfelijkheid na de dood te verwerkelijken. En steeds weer opnieuw wekt de mens, in de vorm van een heilig wezen, de mensheid tot de kennis van haar onsterfelijkheid.
Als de verrijzenis slechts betekende dat Christus na zijn dood weer is opgestaan dan zou het een verhaal zijn waarin men wel of niet zou kunnen geloven. Als het slechts op die wijze zou worden geloofd, hoe lang zou dat geloof dan bestaan? De les ervan is veel grootser dan dat; het betekent de verrijzenis vanuit dit sterfelijke leven naar onsterfelijkheid. Degenen die tot dat ene onsterfelijke Zijn zijn opgestegen, waar geen verschil is tussen man en vrouw, broer of zus, vader, moeder en kind, zijn de zonen van de verrijzenis.
Het verhaal vertelt dat toen Maria Magdalena en de andere Maria bij de graftombe aankwamen waar Christus neer was gelegd, ontdekten ze dat de steen die zich voor de graftombe had bevonden was weggerold; en toen ze naar binnen keken zagen ze zijn windselen overal verspreid liggen en zijn hoofd-doek helemaal alleen op een andere plek; het lichaam van Christus was er echter niet. De steen is dezelfde steen als waarover in de hindoe-mythen wordt gesproken. De Heer Krishna wordt Girwara genoemd: hij die de steen vasthoudt, die de steen optilt. Elke individuele ziel in de wereld leeft in onderdrukking onder deze steen; het is de steen van het uiterlijke zelf. Wanneer deze wordt opgetild verheft de mens zich naar onsterfelijkheid. En waar verheft hij zich boven? Hij verheft zich boven het lichaam en de mind; de windselen en de hoofd-doek die apart van elkaar liggen symboliseren het lichaam en de mind.
Grote dichters, grote musici, grote schrijvers verheffen zich vaak boven het lichaam. Zij weten niet waar ze zitten of staan, zij zijn verzonken in hun verbeeldingskracht, onbewust van hun fysieke bestaan; maar ze verheffen zich niet boven de mind. Wanneer het bewustzijn zich kan verheffen boven de mind, boven de gedachten, dan is het vrij, dan is het actief in zijn eigen element en dan kan het hogere bewustzijn iets van zichzelf aan de mind geven.
De verheffing tot dat bewustzijn waarin er geen verschil bestaat is de hoogste graad van verrijzenis. Er bestaan echter andere graden, net zoals je in een lift niet op de zevende verdieping aan kunt komen zonder eerst de tweede, derde, vierde, vijfde en zesde verdieping te zijn gepasseerd.
Er bestaat die verrijzenis waarin het exacte tegendeel van het fysieke lichaam loopt, zit en alles kan doen wat het fysieke lichaam kan. Dit wordt door soefi´s Alam-e Mithal genoemd. Er zijn mystici die dit zo volledig hebben meester gemaakt dat zij helemaal onafhankelijk van hun lichaam zijn. Er bestaat geen dood wanneer die wordt meester gemaakt.
Als een dichter zijn poëzie schrijft, kunnen zijn vrouw, zijn bediende, honderd mensen aan hem voorbijtrekken, maar hij zal hen niet zien; hij zal niet weten dat er iemand in de buurt is geweest. Als een beetje liefde voor poëzie dit kan doen, hoe veel meer zal dan niet de liefde van het innerlijke leven, de absorptie in het innerlijke leven, het bewustzijn naar binnen kunnen trekken!
Er wordt in het evangelie verteld dat Christus na zijn verrijzenis verscheidene malen door zijn discipelen werd gezien. Het is de ervaring van iedereen die concentratie heeft beoefend en die heeft gemediteerd dat hij datgene voor zich ziet wat hij in zijn bewustzijn heeft vastgehouden, niet alleen naar binnen toe maar ook naar buiten toe. Dit is de eerste ervaring die elke mysticus heeft. De discipelen waren verzonken in en helemaal in beslag genomen door de gedachte aan God; hoezo zouden ze hem dan niet zien?
Christus heeft gezegd: ´Bevoel mij en kijk; want een spirit heeft geen vlees en botten, zoals jullie mij zien hebben´. Het woord spirit wordt op veel verschillende manieren gebruikt. Het wordt gebruikt voor een geest of voor de ziel, maar in werkelijkheid betekent het de essentie, die de tegenpool is van substantie. In de manifestatie is de spirit op elke manier de tegenpool van materie.
Alles wat het oog heeft gezien verrijst in het oog. Als iemand een bepaalde persoon vermeldt dan komt hij in ons oog op ook al zijn we die persoon helemaal vergeten en zien we hem in een bepaald huis, op een bepaalde plaats waar we hem eerder hebben gezien. Dat vindt niet plaats in het fysieke oog, maar in het oog dat zich verderop bevindt. De materialisten zullen zeggen dat het zich allemaal in het brein afspeelt, maar hoe kan het brein zo veel duizenden en miljoenen dingen en wezens bevatten? Ongetwijfeld ziet iemand zonder training de spirit niet, maar men kan zeggen dat je in een droom jezelf ziet, dat je jezelf in verschillende omstandigheden ervaart in gezelschap van verschillende mensen. En wanneer iemand zegt: ´Dit is een droom´, dan zou ik vragen: ´Waarom noem je het een droom? Je noemt het een droom wanneer je wakker bent en wanneer je het contrast ziet met je omstandigheden; dan zeg je: “Het was een droom; als dat niet zo zou zijn dan zou die bij me blijven, maar alles was daar anders”; maar als er iemand naar je toe zou komen terwijl je aan het dromen bent en tegen je zou zeggen: “Het is een droom”, dan zou je dat nooit geloven´.
De verrijzenis is het opstijgen naar dat werkelijke leven, die ware vriend op wie we, tussen alle andere dingen en wezens in, als enige kunnen leunen, die als enige altijd onveranderd blijft, die altijd bij ons is geweest en zal blijven.