Altruïsme, dat in soefi-termen Enkesar wordt genoemd, maakt niet alleen je persoonlijkheid mooi, gratie verlenend aan je woord en manier van doen, maar het schenkt naast waardigheid en macht een spirit van onafhankelijkheid die het ware teken van een wijze man is. Altruïsme produceert vaak nederigheid in je spirit, de bedwelming wegnemend die de ziel benevelt. Onafhankelijkheid en onthechtheid, die de twee vleugels zijn die de ziel in staat stellen te vliegen, ontstaan uit de spirit van altruïsme. Zodra de spirit van altruïsme in het hart van de mens is gaan sprankelen laat hij in zijn woord en daad een adeldom zien die geen enkele aardse macht of weelde kan schenken.
Er zijn vele ideëen die de mens bedwelmen, veel gevoelens die als wijn op de ziel reageren, maar er is geen sterkere wijn dan de wijn van altruïsme. Het is een macht en het is een trots die geen enkele wereldse rang kan schenken. Iets worden is een beperking, wat het ook moge zijn; zelfs als iemand de koning van de wereld genoemd zou worden zou hij nog steeds niet de keizer van het universum zijn. De meester van de aarde is nog steeds de slaaf van de hemel. De altruïst is diegene die niemand is en toch iedereen.
De soefi neemt daarom het pad van het niets-zijn in plaats van het iets-zijn. Het is dit gevoel van niets-zijn dat het menselijke hart verandert in een lege kop waarin de wijn van onsterfelijkheid geschonken kan worden. Het is deze staat van zegening die elke waarheidszoekende ziel hunkert te bereiken. Het is gemakkelijk te leren en het is niet zo moeilijk om wijs te zijn; het ligt binnen je bereik om goed te worden; maar er is een verwerving die grootser en hoger is dan al deze zaken en dat is het niets-zijn. Het kan voor velen beangstigend zijn, het idee om niets te worden, want de menselijke natuur is zodanig dat die graag iets vast wil houden en het zelf houdt vast aan zijn eigen persoonlijkheid, zijn eigen individualiteit. Als je hier eenmaal bovenuit bent gestegen dan heb je de Mount Everest beklommen; dan heb je de plek bereikt waar de aarde eindigt en de hemel begint.
Het enige doel van de soefi is, door aan God te denken, zijn imperfecte zelf zelfs voor zijn eigen ogen te bedekken. En zodra God zich voor zijn ogen bevindt en niet zijn eigen zelf, is dat voor hem het moment van perfecte zegening. Mijn murshid, Abu Hashim Madani, heeft ooit gezegd dat er voor een ziel op dit pad slechts een deugd en een zonde is: deugd wanneer hij zich bewust is van God en zonde wanneer hij dat niet is. Geen enkele verklaring kan volledig de waarheid van dit omschrijven behalve de ervaring van de contemplatieve mens, voor wie het als hij zich bewust is van God is als een raam dat op de hemel is gericht open staat en voor wie de ervaring daaraan tegengesteld is als hij zich bewust is van het zelf. Want de hele tragedie van het leven wordt veroorzaakt door het zich bewust zijn van het zelf. Iedere pijn en depressie wordt hierdoor veroorzaakt en alles wat de gedachte aan het zelf weg kan nemen helpt tot een bepaalde hoogte om te mens van de pijn te verlichten. God-bewustzijn echter geeft perfecte verlichting.