Yusuf en Zuleikha

Uit het verhaal van Yusuf en Zuleikha leren we welke rol schoonheid in de wereld van de liefde speelt. Yusuf was de jongste zoon van Jacob, de ziener, die gezegend was met de gave van profetie net zoals verscheidene van zijn voorouders. Hij werd door zijn oudere broers in een put gegooid, die jaloers waren op zijn schoonheid en de invloed die die schoonheid op hun vader had en op iedereen die hem ontmoette. ´Niet alleen de liefde, maar ook de schoonheid moet haar prijs betalen´.

Een paar kooplui die op die weg aan het reizen waren zagen Yusuf in de put toen ze er water uit haalden en haalden hem eruit en verkochten hem als slaaf aan een baas in Misr, die hem, betoverd door zijn jeugd, tot persoonlijke bediende maakte.

Zuleikha, de vrouw van de baas, raakte elke dag meer verzot op deze knappe jongeman. Zij praatte tegen hem, zij speelde met hem, zij aanbad hem en verhief hem in haar ogen van slaaf tot koning. ´Zij die gekroond zijn met schoonheid zijn altijd koning, zelfs als ze lompen dragen en verkocht worden als slaven´. ´Een ware koning is altijd een koning, met of zonder troon´.

De vrienden en bekenden van Zuleikha begonnen verhalen rond te strooien over dat zij verliefd was geworden op Yusuf en daar het mensen eigen is om interesse te tonen in de fouten van een ander bracht dat Zuleikha uiteindelijk in een moeilijke positie.

Op een dag nodigde zij al haar kennissen en vrienden uit en gaf ieder van hen een citroen en een mes in handen en zei hun de citroen open te snijden wanneer zij hun dat zou zeggen en riep vervolgens Yusuf. Toen hij kwam zei zij hen de citroenen open te snijden, maar de ogen van iedereen werden zo aangetrokken door de verschijning van Yusuf dat velen in plaats van in de citroen zich in hun vingers sneden en daardoor ook de liefde van Yusuf op hun vingers onderdrukkend. ´Schoonheid pakt de liefhebber het bewustzijn van het zelf af´.

Doordat Yusuf Zuleikha helemaal voor zich had gewonnen, vergat Zuleikha in haar liefde voor hem wat juist en wat verkeerd was. ´De rede valt weg wanneer de liefde opkomt´. Zij werden elke dag steeds intiemer totdat er een banvloek van passie verscheen en hen van elkaar scheidde. Toen de schaduw op de ziel van Yusuf viel dacht Zuleikha er toevallig aan het gezicht van het afgodsbeeld te bedekken, dat in haar kamer was. Dit verbaasde Yusuf en maakte dat hij haar vroeg: ´Wat doet ge?´ Zij antwoordde: ´Ik bedek het gezicht van mijn god die ons met zijn ogen vol gramschap ziet´. Dit deed Yusuf verstarren. Hij zag het visioen van zijn vader die met zijn vinger naar de hemel wees. Yusus zei: ´Blijf weg, o Zuleikha, van wat ge in mijn mind hebt geplaatst! De ogen van uw god kunnen bedekt worden met een lap, maar de ogen van mijn God kunnen niet bedekt worden. Hij ziet me waar ik ook ben´. ´Hij is een mens die zich God herinnert in zijn boosheid en God vreest in zijn passie´, zegt Zafar.

Zuleikha, verblind door de overweldigende duisternis van de passie, hield niet op en toen hij nog steeds weigerde veranderde haar passie zich in toorn. Zij haatte hem en vervloekte hem en herinnerde hem aan zijn lage positie als slaaf. Hierop begon hij de kamer te verlaten en zij pakte hem vast bij de nek en zo werd het gewaad van Yusuf verscheurd. De boos kwam toen dit gebeurde toevallig de kamer binnen. Hij was verbaasd toen hij dit zag dat noch Zuleikha noch Yusuf kon verbergen. Voordat hij haar iets vroeg klaagde ze, teneinde haar evidente fout te verbergen, er tegen hem over dat Yusuf een poging had gedaan om haar te betasten, wat de baas natuurlijk boos maakte en hij beval onmiddellijk dat Yusuf levenslang gevangen gezet moest worden. ´De rechtvaardigen hebben meer beproevingen in hun leven dan de onrechtvaardigen´.

De gevangenis was een opluchting voor Yusuf die goed van vertrouwen was en die, terwijl hij over het pad van de liefde liep, zijn fakkel brandend had gehouden door de duisternis van de passie heen.

Het duurde niet lang voordat de banvloek over Zuleikha vervaagde en vervolgens kwam er een blijvende melancholie. Er kwam geen einde aan haar leed en haar berouw. ´De liefde sterft in de passie en wordt uit passie herboren´. Er gingen jaren voorbij en de pijn van het hart van Zuleikha verteerde haar vlees en bloed. Zij kwijnde weg. Aan de ene kant bevond zich de liefde voor Yusuf, aan de andere kant bevond zich het constante leed dat haar schuldige geweten bij haar veroorzaakte en het idee dat haar eigen geliefde vanwege haar in de gevangenis was geworpen, wat haar bijna het leven kostte.

De tijd die alles verandert veranderde de omstandigheden van het leven van Yusuf. Hoewel hij zich in de gevangenis bevond beschuldigde hij nooit Zuleikha omwille van haar liefde, maar raakte elke dag dieper verzeild in de gedachte aan haar en bleef toch stevig vasthouden aan zijn principe, wat het teken van de goddelijken is. Hij werd door degenen in de gevangenis bemind en men vond hem aardig en hij interpreteerde hun dromen elke keer als ze hem daarom vroegen. De aanwezigheid van Yusuf maakte de gevangenis tot een hemel voor de gevangenen. Maar Zuleikha verviel na de dood van haar echtgenoot in een nog diepere ellende.

Het geval wilde dat jaren later de Farao een droom droomde die hem zeer schokte en alarmeerde. Onder alle waarzeggers en magiĆ«rs in het land was er geen een die deze droom kan interpreteren. Toen werd hem door zijn bedienden over Yusuf en zijn wonderbaarlijke talent om dromen te interpreteren verteld. Hij liet Yusuf halen die, nadat hem de droom van de Farao was verteld, de interpretatie ervan gaf en door zijn wijze raad ontlastte hij de Koning in zijn zorgen. De Farao benoemde hem tot schatmeester en verleende hem de eer en macht die hem in de ogen van de wereld deed stijgen. ´Waarlijk, de waarheid overwint ten slotte´.

Toen kwamen zijn broers naar Yusuf en daarna zijn vader Jacob, die verlost werd van de jaren van pijn die hij had geleden door zijn liefde voor Yusuf. ´De beloning van liefde laat de liefhebber nooit in de steek´.

Op een dag reed Yusuf toevallig met zijn gevolg langs de plaats waar Zuleikha haar dagen doorbracht in haar diepe ellende. Bij het horen van geluid van paardenhoeven renden de mensen om het gezelschap te bekijken en riepen uit: ´Het is Yusuf, Yusuf!´ Toen ze dit hoorde wilde Zuleikha nog eens naar hem kijken. Toen Yusuf haar zag herkende hij haar niet, maar hij stopte toen hij zag dat er een vrouw tegen hem wilde praten. Hij werd geraakt om iemand in zo´n ellende te zien en vroeg haar: ´Wat wenst ge van mij?´ Zij zei: ´Zuleikha heeft nog steeds hetzelfde verlangen, o Yusuf, en dat zal er hier zijn en in het hiernamaals. Ik heb naar u verlangd en naar u alleen zal ik verlangen´. Yusuf raakte ervan overtuigd van haar constante liefde en werd geraakt door haar ellendige toestand. Hij kuste haar op haar voorhoofd en nam haar in zijn armen en bad tot God. Het gebed van de profeet en de aantrekkingskracht van langdurende liefde trok de zegen van God aan en Zuleikha kreeg haar jeugd en schoonheid terug. Yusuf zei tegen Zuleikha: ´Vanaf vandaag zijt gij mijn geliefde koningin´. Zij huwden vervolgens en leefden gelukkig. ´Waarlijk, God luistert aandachtig naar de roep van elk droevig hart´.